Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vakbondsacties bij de openbare diensten
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister-president, voor mensen die ’s ochtends op hun werk moeten geraken, zijn er de buschauffeurs die uitrijden. Om de kinderen overdag op te vangen, zijn er de kinderverzorgsters. Als er in allerijl vaccinatiecentra moeten worden gebouwd, dan zijn er het agentschap Zorg en Gezondheid en de medewerkers daar. Voor de grote zeeschepen die binnengeloodst moeten worden in onze haven, zijn er de loodsen en de matrozen. Er zijn de leerkrachten die onze jongeren inspireren. Er zijn de verpleegkundigen die ouderen een mooie dag bezorgen. Dat zijn onze openbare diensten. Mensen zijn fier en trots om daar te werken, en terecht.
Maar het wordt altijd maar moeilijker. Op al onze openbare diensten wordt bespaard. Ze moeten het met altijd maar minder mensen en middelen doen. Overal wordt er bespaard, behalve – hebben we deze week gezien – op de Vlaamse Regering zelf natuurlijk, waar de kabinetten elk jaar groter worden. Daar hebben de ministers een wagen waar ze niet ontevreden over zijn, daar zijn de lonen ook niet meteen om over te klagen. De mensen die onze openbare diensten elke dag doen draaien, zijn die besparingen beu. Ze hebben gisteren daarom voor één dag het werk neergelegd, omdat het op deze manier gewoon niet verder kan.
Kijk naar ons openbaar vervoer, waarover vandaag zelfs de minister die De Lijn indertijd heeft opgericht, zegt dat we veel te ver zijn gegaan in de besparingen. Het openbaar vervoer draait vierkant. Om de PFOS-vervuiling tegen te gaan, was er te weinig volk op de milieu-inspectie. Om de coronacrisis te lijf te gaan, was er te weinig personeel om de scholen te doen draaien, hebben we vandaag niet genoeg leerkrachten. Er zijn dringend investeringen nodig, minister-president, in onze openbare diensten, in meer personeel, want op deze manier – waarbij er altijd maar meer werk moet gebeuren met minder mensen – werkt het niet.
En ondertussen zijn de lonen van veel van die mensen die in onze openbare diensten werken, al twintig jaar geblokkeerd – twintig jaar geen loonsverhoging. Ik hoor van jongeren die bijvoorbeeld in B-statuut bij onze openbare diensten beginnen, dat ze, boven op hun voltijds contract, flexi-jobs moeten doen, om rond te komen op het einde van de maand. Het statuut van ambtenaar wordt afgebroken om de onafhankelijkheid te garanderen, en dan verbaast men zich erover dat men geen volk vindt.
Mijn vraag is dus, minister-president: hoe reageert u op de staking van gisteren in de openbare diensten? (Applaus bij de PVDA)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, heren ministers, collega's, gisteren was er, zoals de collega zegt, actie bij de openbare diensten. Dat is een hele tijd geleden. We moeten daar eventjes bij stilstaan. Het zijn dezelfde openbare diensten, de helden, waarvan we de voorbije drie jaar regelmatig hebben gezegd: ‘Zij houden ons systeem recht, we zijn hen super dankbaar.’
3 jaar later, na de coronacrisis en midden in de Oekraïnecrisis, staan ze recht en trekken opnieuw aan de alarmbel. Het zijn, heren ministers, die mensen waarvan we nu zien wat ze aanklagen. Ze klagen fundamenteel aan dat niet alleen de laatste 3 jaar maar de laatste 15 jaar dramatisch is bespaard op de Vlaamse overheid en ambtenaren. In de voorgaande legislaturen zijn er meer dan 3500 mensen moeten vertrekken. In de huidige legislatuur moeten er opnieuw 500 koppen minder aan de slag gaan. Dat is een fundamenteel probleem, niet alleen voor die ambtenaren zelf, die kampen met druk op werkbaar werk, met burn-outs, met onmogelijke situaties op de werkvloer, maar ook voor de Vlaming, die kampt met een gebrekkige dienstverlening. In 2016 heeft het Rekenhof dat al blootgelegd.
De collega heeft het gezegd: er zijn een aantal schrijnende voorbeelden. In de kinderopvang ontstaan drama’s omdat men geen goede controle meer kan garanderen. Als de milieu-inspectie faalt, komen dossiers als PFOS naar boven. Er zijn nog andere zaken. We zien elke dag de gebrekkige dienstverlening van De Lijn, die toont wat er gebeurt als je jarenlang bespaart. Dat, heren ministers, zijn de gevolgen van de opeenvolgende duidelijke keuzes van de Vlaamse Regering. Na de actie gisteren, na het fundamentele luide signaal van de syndicale vakorganisaties rond het openbaar ambt is er één grote vraag: heeft de Vlaamse Regering nu begrepen dat er een ander beleid moet worden gevoerd? Zal er fundamenteel worden bijgestuurd? Dat is de vraag die gisteren werd gesteld, en die wij als Groen graag naar voren schuiven.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik heb enorm veel respect voor het Vlaamse overheidspersoneel, dat elke dag het beste van zichzelf geeft om de publieke dienstverlening in Vlaanderen, waar we zo trots op mogen zijn, te verzekeren. Ik heb dan ook met aandacht geluisterd naar de boodschap van de vakbonden gisteren tijdens hun staking bij de overheidsdiensten. Ik moet eerlijk zeggen: in die boodschap kan ik de realiteit van de Vlaamse overheid niet herkennen.
We zouden geen investeringsregering zijn, zeggen ze. In de loop van deze regeerperiode maakt de Vlaamse Regering 1,64 miljard euro bijkomende middelen aan investeringen vrij. Dat is belangrijk voor de welvaart en het welzijn van de Vlamingen. Met die 1,64 miljard euro praat ik nog niet over het plan Vlaamse Veerkracht, waarmee we 4,3 miljard euro investeringen, waarvan een groot deel in de publieke infrastructuur, vrijmaken.
We hebben een aantal crisissen het hoofd moeten bieden tijdens deze legislatuur, dat kan niemand ontkennen. Daarvoor staat er sinds 2020 een coronaprovisie in de Vlaamse begroting. We hebben dat investeringsplan en we hebben nu opnieuw in de begrotingsaanpassing die voorligt in het parlement, 200 miljoen euro bijkomend voorzien voor de crisis in Oekraïne. Die noodzakelijke uitgaven moeten we opvangen in onze begroting. We willen als een goede huisvader onze facturen snel betalen en niet doorschuiven naar de volgende generatie.
Ik heb als regeringsleider kunnen ervaren wat het betekent om een gezonde begroting te krijgen als je met crisissen wordt geconfronteerd. Dan is het goed dat die begroting in orde is en dat je snel kunt reageren en veel middelen kunt vrijmaken om die crisissen te lijf te gaan. Misschien verkiezen jullie om het overheidsbeslag, dat vandaag al ver boven de 50 procent zit, nog omhoog te halen en ten laste te leggen van de Vlaamse gezinnen. Ik kies daar niet voor. Deze Vlaamse Regering kiest daar uitdrukkelijk niet voor.
We investeren waar nodig, we zijn niet blind voor de budgettaire context en de noodzakelijke besparingen, want we hebben ook een verantwoordelijkheid tegenover de Vlaamse belastingbetaler en tegenover de volgende generaties. Op een ogenblik dat diverse internationale instanties – ik verwijs naar de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – zeggen dat het overheidsbeslag in België veel te groot is, ben ik fier dat ik aan het hoofd sta van een Vlaamse Regering die wel een traject heeft naar een begroting in evenwicht en dat ook realiseert.
Wij doen vanuit de Vlaamse Regering niet mee aan de illusie dat er geen limiet zou staan op de middelen die de overheid kan besteden. Wij zullen die budgettaire doctrine, die budgettaire orthodoxie handhaven. (Applaus van Tom Ongena, Maurits Vande Reyde en Vera Jans)
Minister Somers heeft het woord.
Ik vul nog heel even aan met betrekking tot de Vlaamse besparingsdoelstellingen. Er wordt vaak gezegd dat het een kaasschaaf is, maar dat klopt eigenlijk niet. U moet weten dat wij rekening houden met de inspanningen van de vorige legislatuur en dat bepaalde instellingen worden ontzien. Denk maar aan de gemeenschapsinstellingen bij jongerenwelzijn of de regioverpleegkundigen bij Opgroeien. Die vallen buiten die besparingsdoelstelling. Ook de ministers kunnen zelf hun prioriteiten stellen binnen die ambitie.
Tegelijkertijd weet u dat naast de besparingen die wij doen er ook extra mensen worden aangeworven. In totaal gaat het over 700 netto extra mensen die we sinds het begin van deze legislatuur hebben aangeworven. Denk aan de versterking van Zorg en Gezondheid, 250 personeelsleden voor Justitie en Handhaving, de screeningsdienst, de uitbreiding van de capaciteit voor jeugddelinquenten in De Grubbe. Samen zijn dat meer dan 700 extra personeelsleden.
Ten slotte heeft het parlement – dat is een vraag die ik steun – bij het Rekenhof een studie besteld om een 360-gradenbevraging te doen bij onze personeelsleden. Op basis van de resultaten van die studie willen wij verder kijken hoe we het personeelsbeleid kunnen bijsturen en waar nodig kunnen verbeteren.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ministers, jullie lopen allebei in een zo wijd mogelijke boog rond wat de mensen uit de openbare diensten gisteren op tafel hebben gelegd, namelijk dat de besparingen van deze regering en de besparingen van de vorige regering ervoor zorgen dat onze openbare diensten vierkant draaien. Hebben jullie al een keer een bus gepakt? Dan zouden jullie zien hoe vierkant onze openbare diensten draaien. We hebben hier net 3,5 uur debat gehad over het onderwijs, dat we niet rechtgetrokken krijgen, jarenlange onderinvesteringen ook daar.
U spreekt over het budgettaire plaatje en over een begroting in evenwicht, maar mensen betalen belastingen en verdienen daar ook iets voor terug. Jullie geven steeds minder terug door openbare diensten te geven die niet meer goed werken, die niet meer goed de veiligheid van onze kinderen kunnen garanderen, die de bussen en de trams niet meer kunnen garanderen, die een goede dienstverlening niet verder kunnen garanderen. Jullie blijven maar verdergaan met koppenbesparing. Wat een woord: ‘koppenbesparing’, er moeten zo veel koppen weg. Dat bestaat vandaag nog in alle administraties. Als jullie op die manier verdergaan, dan gaan die openbare diensten enkel maar de dieperik in.
Mijn vraag is dan ook heel duidelijk: zijn jullie bereid om dit te herzien, om in de spiegel te kijken en te zien of het wel goed is en om opnieuw te investeren in openbare diensten en ervoor te zorgen dat de dienstverlening opnieuw vooruitgaat in plaats van achteruit? (Applaus van Lise Vandecasteele)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Heren ministers, dank u wel voor het antwoord, maar ik maak mij toch ook wel heel grote zorgen. Enerzijds zegt u dat u veel erkenning hebt voor het belang van ons personeel en voor de medewerkers van de Vlaamse overheid en dat u het signaal gisteren goed hebt beluisterd, maar anderzijds zegt u dan dat ze op niets hoeven te rekenen.
Ik hoor een klein beetje nuance bij minister Somers die zegt dat er misschien na dat onderzoek toch bijgestuurd moet worden, maar dat zijn natuurlijk praatjes waar die ambtenaren niets mee zijn en waar de Vlamingen ook niets mee zijn. Niet alleen kampen de ambtenaren met meer stress en burn-outs – dat blijkt uit het personeelsonderzoek dat recent is uitgebracht –, maar ook de Vlaming kampt met een groot probleem, namelijk de dienstverlening.
De Vlaming ligt inderdaad wakker van de budgettaire orde op zaken op lange termijn, maar die ligt ook wakker van veilige kinderopvang en controles daarop vanuit de Vlaamse overheid, van goed openbaar vervoer, van De Lijn die onder druk staat, van heel wat zaken, zoals het PFOS-dossier waaruit duidelijk blijkt dat we geen controles meer doen. Er zijn tweeduizend controles minder dan vijftien jaar geleden en daarbij blijkt dat er milieudrama's ontstaan omdat de Vlaamse overheid haar rol niet speelt. Dus, waarom, heren ministers, hebt u de boodschap gisteren niet begrepen?
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega's, het zal u niet verbazen dat er binnen onze fractie weinig begrip is voor de actie van afgelopen week. Voor zover ik het bij de burger, de doorsneeburger, heb kunnen peilen, werd het ook daar niet op applaus onthaald. Vandaar de oproep die ik hier een aantal maanden geleden ook al heb gedaan aan de vakorganisatie: ga opnieuw aan tafel met onze minister, met de Vlaamse Regering.
We hebben het daar in onze commissie Binnenland ook al herhaaldelijk over gehad. De minister heeft ook herhaaldelijk op die vragen geantwoord. Stop die blokkering alstublieft. Mensen nodeloos op een perron laten wachten of aan een bushalte laten wachten, daar schiet je niets mee op. Het zal aan de onderhandelingstafel moeten gebeuren. Daar zal ervoor gezorgd moeten worden dat we een performante overheidsdienst behouden, die de burger ook verdient.
Beide collega’s, ik hoor het u heel graag allemaal vertellen. Er moeten overal meer middelen zijn. Maar er is een budgettaire realiteit waar deze Vlaamse Regering moet naar werken. Je kunt niet overal meer geven zonder dat dat consequenties heeft. Ik hoop dat dat eens doordringt bij bepaalde politieke families.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister-president, u zegt dat u zich niet kunt herkennen in de kritiek, de eisen of de boodschap die door de vakbonden worden gegeven. Wel, wij als Vooruit kunnen dat wel. U bent blijkbaar blind voor de realiteit. Kinderdagverblijven zijn niet altijd even veilig georganiseerd. Dat blijkt uit de besparingen en de personeelstekorten die er zijn. Uit het PFAS-dossier blijkt overduidelijk dat de milieu-inspectie door de besparing onderbemand is. Daardoor komt ook de volksgezondheid in het gedrang. Er zijn steeds meer bussen die niet komen opdagen waardoor gebruikers letterlijk en figuurlijk in de kou blijven staan. Minister-president, ik ben gisteren wel gaan luisteren naar de actievoerders. Ik heb naar hen geluisterd, en wat stellen we vast? Ambtenaren zijn fier op hun job en op de openbare diensten en ze zetten de dienstverlening op de eerste plaats. Ze willen samen met hun collega’s de samenleving verder kunnen helpen. Dat hebben ze tijdens de coronacrisis ook dubbel en dik bewezen. Ze vragen respect, investeringen en kwaliteit in de openbare diensten. De Vooruitfractie ondersteunt die eis voor meer respect en meer investeringen in de openbare diensten. (Applaus bij Vooruit en de PVDA)
De heer Warnez heeft het woord.
Goed werkende overheidsdiensten zijn natuurlijk broodnodig voor alle aspecten in onze samenleving. Als de publieke dienstverlening goed is, dan is dat uiteraard dankzij het overheidspersoneel dat elke dag het beste van zichzelf geeft. Dat is de reden waarom ze een goed statuut verdienen. Dat is ook nodig zodat de overheid als werkgever aantrekkelijk zou zijn en blijven.
Ik moet u niets over de krapte op de arbeidsmarkt vertellen. We moeten ons ook in die debatten kunnen mengen. Om tot een goed statuut te komen moeten werkgevers en werknemers samenzitten. Dat is iets wat we in ons land heel goed kennen en het heet ‘sociaal overleg’. Mijn vraag is de volgende, minister: welke initiatieven zult u nemen om de situatie te de-escaleren?
De heer Ongena heeft het woord.
Er zijn blijkbaar toch twee of drie mensen die begrepen hebben waarom er gisteren gestaakt is. Heel veel anderen hebben het niet begrepen. Heel veel werkende mensen zagen het vooral als een rondje ‘werkende mensen pesten’. Natuurlijk, collega’s, kampt de overheid, zoals elke sector, met personeelstekorten. Dat is juist. Maar dat los je niet op door te staken. Je lost dat op door te durven kiezen voor hervormingen en voor een modern personeelsstatuut met meer vrijheid voor de steden en gemeenten om een aantrekkelijke werkgever te zijn. Je lost dat ook op door te kiezen voor activering zodat we die 1,3 miljoen mensen die vandaag niet werken aan het werk kunnen krijgen. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Daar moeten we voor kiezen. Maar daar kiest u niet voor. U bent daar, samen met de vakbonden, tegen. Daar horen we jullie niet over, terwijl daar de sleutel ligt.
Dus, alstublieft, mijnheer D’Haese en de vakbonden, ik stel geen vragen aan de ministers. Ik stel een vraag aan u en aan de vakbonden: laat die recepten van de vorige eeuw in de vorige eeuw zitten. De arbeidsmarkt vandaag is totaal anders dan in de vorige eeuw. Het wordt tijd dat u ook durft te kiezen voor recepten van deze eeuw. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik zal kort zijn. De oproep naar investeringen heb ik daarstraks al beantwoord. Het gaat over 4,3 miljard euro middelen uit Vlaamse Veerkracht en 1,64 miljard euro van de globale middelen, waarvan een heel gedeelte investeringen in het openbaar ambt. Dit is een echte investeringsregering.
Wat het personeelstekort betreft moet u onderscheid maken tussen de plekken waar er onvoldoende personeel is en de budgettaire situatie. Ik verwijs naar het onderwijs. De budgetten zijn voorzien. Maar we leven nu eenmaal met een krapte op de arbeidsmarkt waar het vechten is om goede profielen naar de overheid te krijgen. Er is geen budgettair probleem. De uitdaging die we moeten aanpakken heeft niets met budgetten of bijkomende investeringen te maken maar bestaat erin om ervoor te zorgen dat er zich meer mensen op de arbeidsmarkt aandienen en dat we die ook richting het openbaar ambt krijgen.
Wat het sociaal overleg betreft geef ik het woord aan minister Somers.
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, u weet dat wij samen met de vakbonden proberen om het vijfsporenbeleid te realiseren. Die vijf sporen hebben tot doel om het statuut van de ambtenaren aan te passen aan een nieuwe realiteit. Een van de dingen daarbij is het welzijn van de ambtenaren. Uit de welzijns- en tevredenheidsbevragingen van het overheidspersoneel blijkt dat die tevredenheid op peil is gebleven. We mogen echter niet ontkennen dat er welzijns- en burn-outproblemen zijn, maar die zijn breder dan de Vlaamse overheid. Het is een algemene maatschappelijke uitdaging.
Een van de vijf sporen die wij graag zouden realiseren, heeft net te maken met een versterking van het welzijnsbeleid, gericht op de re-integratie van hen die op een zeker moment hebben moeten afhaken. Dat willen we net doen. We vragen aan de vakbonden: laten we daar samen afspraken rond maken en laten we dat versterken.
Ten tweede vind ik de 360 gradenbevraging die het parlement heeft gevraagd een zinvolle oefening. Wij hebben de voorbije jaren inderdaad besparingsdoelstellingen naar voren geschoven, vanwege de budgettaire beperkingen die er zijn. We weten echter allemaal dat de methode die we op een zeker moment hebben gebruikt, niet eindeloos kan worden gebruikt en dat we daar opnieuw over moeten nadenken.
Een van de dingen die ik absoluut de moeite waard vind, en die we volgens mij eigenlijk ook zouden moeten meenemen in de bevraging van het Rekenhof, is om te bekijken of er consultancyopdrachten worden ingezet om terugkerende taken te vervangen. Dat zou ik immers een slechte situatie vinden. Uiteraard werkt een overheid soms met consultancy, maar als die wordt gebruikt om terugkerende taken te vervangen, denk ik dat dat geen optimale keuze is. Dat zijn dingen die we moeten bekijken. Het is een uitdaging voor de komende jaren, en het Rekenhof kan er een zinvolle bijdrage toe leveren om ons dat inzicht te geven.
Laat me ten slotte dus ook zeggen, mijnheer Warnez, dat we vragende partij zijn en openstaan, voor zowel de lokale als de Vlaamse overheid, om daar in constructieve dialoog te gaan met de vakorganisaties, te zoeken naar oplossingen en elkaar daarin te proberen te vinden. Dat is de basishouding van de Vlaamse Regering en van mezelf.
Tot slot wil ik ook nog iets anders zeggen. Gisteren is er actie gevoerd, en ik heb proberen te luisteren. Met een open geest proberen we van iedereen die actie voert altijd goed te begrijpen wat hun basisbekommernis is. Ik wil vandaag echter toch ook de ambtenaren bedanken die gisteren aan de slag zijn gegaan, en dat niet altijd in gemakkelijke omstandigheden, in een moeilijke context. De 97,5 procent van de Vlaamse ambtenaren die gisteren hebben gewerkt, verdient een dankuwel. (Applaus bij de meerderheid)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister-president, minister, jullie willen constructief overleggen, maar jullie zijn gewoon potdoof. Potdoof. De mensen leggen het werk neer en komen op straat om jullie aan te geven dat het op deze manier niet verder gaat, dat hun diensten op hun tandvlees zitten en ze geen goede dienstverlening meer kunnen brengen. Het enige wat we hier echter horen, is dat er constructief overleg is, dat er nog nooit zoveel is geïnvesteerd en zo verder. Jullie willen zelfs niet ingaan op de zaken waar de mensen vandaag wakker van liggen.
Waar gaat het over? Het gaat erover dat het overheidsgeld op een goede en efficiënte manier wordt ingezet en dat er een goede dienstverlening en kwaliteit worden geboden. Ik wil kort één voorbeeld aanhalen, en dat is dat van Thuis. Dankzij de besparingen van deze regering wordt Thuis geprivatiseerd. Vraag één: zal dat de belastingbetaler minder geld kosten? Antwoord: nee, meer. Jullie rekening klopt, maar de federale niet meer. Ten tweede, zal dat de kwaliteit ten goede komen? Absoluut niet, want die kwaliteit wordt net gegarandeerd door de nauwe samenwerking met de VRT, en die band wordt doorgeknipt.
Dat is het gevolg van jullie beleid: geld dat slecht wordt uitgegeven, voor minder kwaliteit. En de mensen die het werk leveren, kunnen op die manier niet verder. (Applaus bij de PVDA en van Kurt De Loor)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Leden van de regering, collega’s, voor ons is het duidelijk: de Vlaming heeft recht op een goede dienstverlening, veilige kinderopvang, beter openbaar vervoer en een goede publieke omroep. Gisteren hebben de ambtenaren van onze Vlaamse overheid gezegd dat ze het niet meer rekken. Na tien jaar van blinde besparingen en nu een extra inspanning, van 1440 koppen die eruit moeten, zeggen zij: ‘We kunnen dat soort zaken niet meer garanderen.’ Ik hoor één collega uit de meerderheid zeggen: ‘Laat ons de-escaleren en aan tafel gaan zitten’, maar alle andere collega’s, de leden van de N-VA en Open Vld, hoor ik die mensen voorstellen als idioten en egoïsten, mensen uit het verre verleden, die met oude recepten aankomen. (Opmerkingen bij de N-VA).
Ik ben heel erg duidelijk: voor Groen gaat die vlieger niet op. Als die mensen gisteren aan de alarmbel trokken na een overlijden in de kinderopvang, na de dramatische dienstverlening bij De Lijn, na een openbare omroep waar het water boven de lippen staat, dan hebben zij recht van spreken en dan moeten wij dat ernstig nemen. (Opmerkingen bij de N-VA)
Onze oproep is dus, heren van de regering, ga met hen in gesprek, start die sociale dialoog echt en oprecht op en luister misschien voor een keer ook echt naar wat ze te zeggen hebben. Dank u wel. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.