Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Karin Brouwers, Bart Tommelein, Joris Nachtergaele, Peter Van Rompuy en Maarten De Veuster over een vernieuwd en werkbaar afsprakenkader voor het buitenlands beleid.
De bespreking is geopend.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Collega’s, Vlaanderen is internationaal en Europees bijzonder ambitieus. Dat hebben we vorige week nog bewezen door Europees commissaris Várhelyi hier te ontvangen. Maar de omzetting van die ambities loopt soms stroef, omdat we niet over de nodige instrumenten beschikken om volwaardig deel te nemen op het internationale en het Europese toneel. Dat is ook niet verwonderlijk. Er bestaan samenwerkingsakkoorden die dateren van 1994, toen niet alleen ons land, maar ook vele internationale en Europese instellingen er totaal anders uitzagen. We hebben ondertussen meerdere staatshervormingen doorgemaakt, en ook de Europese Raad is ondertussen gewijzigd: er is een nieuw verdrag van de Europese Unie.
Collega’s, die samenwerkingsakkoorden zijn dringend aan een update toe. We hebben een samenwerkingsakkoord over de Europese Unie. We hebben een tweede samenwerkingsakkoord over internationale instellingen en de plaats van Vlaanderen daarin. Er is het samenwerkingsakkoord dat het diplomatieke statuut voor onze Vlaamse diplomaten regelt. Alle drie zijn ze absoluut verouderd en juridisch totaal achterhaald.
Ik ben niet de enige die dat zegt. Dat staat in ons Vlaams regeerakkoord, voor de tweede keer, maar dat staat ook in het federale regeerakkoord. Ook de commissie Buitenlands Beleid was het er quasi unaniem over eens. Hoe kan het ook anders, aangezien dit voorstel van resolutie enkel vraagt om een aanpassing van de huidige samenwerkingsakkoorden aan de bestaande institutionele realiteit? Wij willen deze akkoorden aanpassen aan de voorbije staatshervorming. Maar niet alleen wij zeggen dat hier, als politici. Ook professor Steven Van Hecke en andere academici zijn hierover bijzonder duidelijk. Dit is onder meer ter sprake gekomen in het event dat we hier georganiseerd hebben over de Europese Toekomstconferentie: die aanpassing is een juridische en zelfs een grondwettelijke plicht. Maar toch, ondanks die brede consensus, Vlaams en zelfs federaal, onder academici en bij het werkveld, blijkt het in de praktijk moeilijk om die huidige samenwerkingsakkoorden van 1994 te herzien. Ligt dat aan de onwil bij bepaalde federale regeringspartijen – ik denk dan vooral aan Franstalige regeringspartijen? Ik laat dat in het midden. Maar wat wel vaststaat, is dat de huidige situatie problematisch is voor ons Vlaams buitenlands beleid.
De knelpunten zijn voldoende bekend. Ze werden ons meermaals toegelicht door voormalig Vlaams diplomaat Axel Buyse, maar tegelijkertijd ook door Julie Bynens, secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken. Denk bijvoorbeeld aan de verouderde lijst van internationale organisaties, die niet allemaal vermeld staan, maar ook aan het niet-aangepast statuut voor onze diplomatie. Denk ook aan de foutief ingedeelde Europese Raadsformaties, waaraan Vlaanderen dus niet kan deelnemen, terwijl wij daarvoor bevoegd zijn. Nog steeds gaan federale diplomaten naar die raadsformaties, terwijl die bevoegdheid ondertussen bij Vlaanderen ligt. Hoog tijd dus om die externe vertegenwoordiging naar de 21ste eeuw te tillen en dus ook aan te passen aan de huidige institutionele realiteit. Wij moeten die samenwerkingsakkoorden gewoon aanpassen aan de Grondwet, die ondertussen gewijzigd is, maar tegelijkertijd ook aan het Verdrag van de Europese Unie.
Daarom moeten wij als Vlaams Parlement met dit voorstel van resolutie toch wel een signaal geven aan onze Vlaamse Regering, die dringend vooruitgang in dit dossier moet en wil verkrijgen, maar ook aan de andere regeringen. En we hebben partners. We hebben partners aan de overkant van de taalgrens, die ook van mening zijn dat dit aangepast moet worden. Maar wij willen dus dat onze minister-president en tegelijkertijd ook de minister-presidenten van de andere deelstaten met een sterk mandaat naar de onderhandelingen kunnen trekken.
Ik hoop dan ook, collega’s, dat wij dit voorstel van resolutie met een brede meerderheid kunnen goedkeuren. Ik weet dat het gezond verstand moet zegevieren en dat we dit dus moeten aanpassen aan de Grondwet en aan het Verdrag van de Europese Unie. Ik reken dan ook op een brede steun. Ik dank u. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Collega’s, het voorliggend voorstel van resolutie weerspiegelt duidelijk de intentie van het Vlaamse regeerakkoord en zelfs van het federale regeerakkoord, waarbij alle betrokken regeringspartijen – althans in Vlaanderen – het eens zijn dat de huidige samenwerkingsakkoorden inzake buitenlands beleid aan een actualisering toe zijn, alleen al omdat deze de institutionele realiteit niet meer weerspiegelen. De voorbije jaren hebben we, ook vanuit cd&v, steeds gepleit om tot een herziening te komen. Hoewel het gekende beginsel ‘in foro interno in foro externo’ uniek is in Europa, blijft het belangrijk voor cd&v dat deze bevoegdheidsverdeling binnen België naar het buitenlands beleid doorgetrokken wordt.
Vlaanderen voert immers sinds 1992 een buitenlands beleid op alle domeinen waarvoor het intern bevoegd is. Die lijst werd de voorbije decennia alleen maar langer. Nog op 1 juli 2014 werden nieuwe aspecten van economie, arbeidsmarkt, wonen, gezondheid en gezin aan die lijst toegevoegd.
Kortom, het Vlaams buitenlands beleid omvat een breed spectrum van domeinen: cultuur, toerisme, onderwijs tot zelfs preventieve gezondheidszorg, economie, havens, landbouw, ecologie enzovoort. Voor ons is het dan ook uiterst belangrijk dat de samenwerkingsakkoorden in die zin geactualiseerd worden ter versterking van ons beleid, maar ook met het oog op efficiëntie. We moeten de tendens versterken waarbij Vlaanderen zichzelf internationaal probeert te profileren en waarbij Vlaanderen een doelgerichte economische diplomatie voert.
Het is toch speciaal dat we in 2024 met ons land het Belgische voorzitterschap hebben van de Europese Raad. Het zou dan toch een zeer goed signaal zijn indien men nu daadwerkelijk tot een actualisering van de tekst kan komen en dat men dat dus afgerond zou hebben tegen het voorzitterschap zelf. Het zou al een belangrijke stap voorwaarts zijn indien Vlaanderen en dus ook de andere deelstaten – want die genieten ook van het feit dat we dit vandaag hier bijzonder bepleiten – de volle diplomatieke verantwoordelijkheid zouden kunnen hebben om binnen de eigen bevoegdheden actief deel te nemen aan de totstandkoming van het Europese en internationale beleid. Het voorliggend voorstel van resolutie komt duidelijk tegemoet aan deze legitieme vraag. Meer nog, de vooropgestelde vragen in het voorstel van resolutie zijn volgens ons realistisch en haalbaar binnen de huidige constitutionele context en binnen de internationale realiteit.
We moeten als parlement wel een ding beseffen: we zijn en blijven afhankelijk van de internationale verdragsregels en van de wil van het gastland waar we diplomaten naartoe sturen. Dat neemt uiteraard niet weg dat we vanuit Vlaanderen en vanuit het federale België de aanzet kunnen geven door een herziening van de protocollijst, zoals voorgesteld in het voorstel van resolutie. Het is immers belangrijk dat Vlaanderen beter in staat zou zijn om standpunten op de multilaterale fora in te nemen. Vlaanderen is binnen het zijn toegezegde bevoegdheidspakket ook verantwoordelijk voor meer dan alleen buitenlandse handel. Vlaanderen heeft ook bevoegdheden inzake buitenlandse economische samenwerking, maar bijvoorbeeld ook inzake mensenrechten, ontwikkelingssamenwerking, onderwijs, ecologie, energie enzovoort.
Met andere woorden, cd&v staat achter de intenties van dit voorstel van resolutie en zal het met veel overtuiging goedkeuren. (Applaus bij cd&v)
De heer Tommelein heeft het woord.
Collega's, het Sint-Michielsakkoord van 1993 opende voor de gemeenschappen en gewesten de deur naar Europa en bij uitbreiding naar de rest van de wereld. Sinds deze staatshervorming wordt in dit land het principe ‘in foro interno, in foro externo’ gehuldigd. Dat betekent dat de deelstaten verantwoordelijk zijn voor de internationale aspecten van hun bevoegdheden. Dat geldt ook voor de invulling van het EU-beleid.
De samenwerkingsakkoorden inzake het buitenlands beleid werden in 1994 en 1995 gesloten, al 28 jaar geleden dus. Zowel het Vlaams als het federaal regeerakkoord verwijzen expliciet naar de noodzaak om deze samenwerkingsakkoorden te herzien en te actualiseren. Dit voorstel van resolutie vraagt bijgevolg de uitvoering van het Vlaams regeerakkoord. De herziening moet plaatsvinden in het licht van de actualisatie en de versterking van het buitenlandse optreden van de federale staat en de deelstaten en hun rol in de EU en de multilaterale besluitvorming, om die beter op elkaar af te stemmen. Er moet immers een betere synergie ontstaan tussen de verschillende beleidsniveaus.
Het is voor mijn liberale fractie absoluut essentieel dat er in het proces van de actualisering van de samenwerkingsakkoorden oog is voor het versterken van het Europese en internationale optreden van ieder beleidsniveau. Verkokering en versnippering moeten worden vermeden zodat in de Europese bilaterale en multilaterale besluitvorming de slagkracht wordt verbeterd en de respectieve belangen beter worden behandeld. Efficiëntie moet bijgevolg centraal staan voor mijn fractie.
We vragen met dit voorstel van resolutie aan de Vlaamse Regering om actief mee te blijven werken aan die efficiëntieoefening om verkokering en versnippering tegen te gaan. Een verkokerd en versnipperd buitenlands beleid is nadelig voor iedereen, voor elk beleidsniveau, ook voor de federale staat, en zeker voor deelstaten. Samenwerken is dus de boodschap om zo gezamenlijk tot een sterker Europees en internationaal optreden te komen. We zullen met de fractie onverkort ‘ja’ stemmen. (Applaus bij Open Vld)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik ben blij dat dit voorstel van resolutie voorligt. Wij zullen dat als fractie goedkeuren. Maar we hebben grote vraagtekens bij het uiteindelijke resultaat. Hieromtrent hebben we in de commissie Buitenlands Beleid toch al heel wat gedebatteerd tijdens heel wat vergaderingen, maar ik heb de indruk dat dit dossier volledig in het slop zit. Naar aanleiding van verschillende vragen, waaronder enkele van mezelf, stelde de minister-president meermaals dat hij de nood aan actualisering van de interfederale samenwerkingsakkoorden inzag en bovendien ook al herhaaldelijk had aangekaart bij de verschillende minister-presidenten in dit land.
Ondertussen heb ik vernomen dat op de agenda van het Overlegcomité op 1 juni ‘de staat van de vooruitgang van de samenwerkingsakkoorden in de verschillende regeringen en de parlementen’ ter bespreking staat. Ik ben zeer sceptisch over de resultaten van deze agendering, want het gebeurt niet de eerste keer. Ik hoop dat ik ongelijk krijg, maar ik vrees ervoor. Collega Vanlouwe stelt dat die samenwerkingsakkoorden dringend aan herziening toe zijn. Ik vrees dat dit het understatement van de eeuw, wat zeg ik, zelfs het understatement van de vorige eeuw is. Die akkoorden dateren immers van 1994 en zijn nog steeds niet aangepast door de manifeste onwil van verschillende partijen op federaal niveau, collega Vanlouwe, zoals u zelf hebt aangegeven. U liet het in het midden, ik niet.
Ook het Vlaams regeerakkoord stelt dat de Vlaamse Regering hiervoor zou ijveren. In de beleidsnota wordt hier uitgebreid op ingegaan. Het is trouwens niet het eerste voorstel van resolutie hieromtrent. In de vorige legislatuur werd een voorstel van resolutie unaniem goedgekeurd door dit parlement. Nu ligt een gelijkaardig voorstel van resolutie voor. Bij het vorige voorstel van resolutie is er blijkbaar geen gevolg aan gegeven en er is in de tussentijd niets gebeurd. Waarom zou dit nu veranderen? Ondanks alle initiatieven in het verleden gaan we met dit voorstel van resolutie toch nog eens bij de Vlaamse Regering aandringen om met de federale overheid en de andere deelstaten die verouderde samenwerkingsakkoorden alsook de achterhaalde protocollijst te actualiseren. Het is een mooi initiatief, maar we komen er waarschijnlijk geen stap mee vooruit.
Collega's, ik zei het ook al in de commissie. Ik wil niet cynisch klinken, maar welke verwachtingen hebben jullie zelf hieromtrent? Ik vrees dat bij de Federale Regering en misschien ook bij sommige partijen die hier aanwezig zijn, simpelweg de wil niet aanwezig is om dit te doen. Alle initiatieven van de minister-president ten spijt, zal ook dit initiatief wellicht niet resulteren in een doorbraak in het dossier.
Het enige wat we kunnen doen, is als Vlaanderen in bepaalde dossiers op de rem gaan staan. Dat heb ik ook in de commissie gezegd. Dat is volgens mij het enige wat we kunnen doen om vooruit te gaan. Laat ons gewoon dezelfde houding aannemen als men federaal aanneemt en bepaalde dossiers op Vlaams niveau blokkeren. Quid pro quo. In dossiers waar zij vragende partij zijn, moeten wij dan maar eens op de rem gaan staan en ervoor zorgen dat dit ertoe leidt dat de samenwerkingsakkoorden eindelijk zullen worden geactualiseerd.
Bovendien vind ik dat we mogen wijzen op de verantwoordelijkheid van bepaalde indieners van dit voorstel. Mevrouw Brouwers, de heer Van Rompuy alsook de heer Tommelein engageren zich heel duidelijk namens hun partij om dat tot een goed einde te brengen. Het is wat mij betreft dan ook een plicht om hun eigen partijen in de Vivaldicoalitie de overtuigen om verdere stappen te zetten. Want wat baat het om hier gewoon een voorstel te stemmen, als dezelfde partijen geen stap zetten in de Federale Regering? Ik denk dat enige consequentie toch wel nodig is. Ik wil de mensen er duidelijk op wijzen dat men beslissingen moet nemen. Als het cd&v en Open VLD menens is, dan ga ik ervan uit dat zij in de Federale Regering voluit druk zullen zetten. Ik vrees ervoor.
Collega's van cd&v en Open VLD, het is voor jullie een uitgelezen kans om me ongelijk te geven. Ik hoop dan ook dat we desondanks toch verder geraken. Wij zullen dit alvast steunen. We hopen dat dit snel gebeurt. Ik heb er al op gewezen dat akkoorden die meer dan een kwarteeuw oud zijn, dringend moeten worden geactualiseerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Aerts heeft het woord.
De samenwerkingsakkoorden inzake buitenlands beleid dateren van begin jaren 90. Sindsdien heeft men in Vlaanderen, maar ook in Europa niet stilgestaan. In die zin is het dus een logisch gevolg van de staatshervorming om ook die samenwerkingsakkoorden aan te passen aan de institutionele realiteit van vandaag. Dat is ook opgenomen in het federale regeerakkoord. Onze fractie zal dit voorstel van resolutie dan ook steunen.
Collega’s, een belangrijke passage in het voorstel van resolutie gaat echter over het versterken van het Europese en internationale optreden. Dat mogen we niet vergeten, want daar loopt het vandaag heel vaak mis. Op Europees niveau nemen België en zijn deelstaten heel vaak geen standpunt meer in. Hoe komt dat? We zagen afgelopen maand weer een voorbeeld. Diverse Europese landen pleiten ervoor om versneld werk te maken van de onafhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen, maar de Vlaamse Regering zegt njet en wij, België, Vlaanderen, zijn weer afwezig. Geen standpunt. Dat is door het conflictfederalisme van deze Vlaamse Regering, met de N-VA-ministers op kop. Men moet het zeggen zoals het is.
Collega’s, goed beleid in een federaal land ontstaat niet plots door het updaten van een samenwerkingsakkoord. Goed beleid vraagt ook constructieve samenwerking, elk vanuit zijn eigen bevoegdheden en eigen verantwoordelijkheden. Voor onze fractie is het heel duidelijk: we hebben nood aan samenwerkingsfederalisme. Dat is de enige manier om echt een voortrekker te worden op het internationale en Europese toneel. Alleen zo kunnen België en Vlaanderen een rol opnemen, in de Europese Unie, in de wereld, die bij hen past: de rol van voortrekker. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Zowel het Vlaamse als het federale regeerakkoord bevat een duidelijk engagement over de actualisatie van de samenwerkingsakkoorden inzake het buitenlands beleid uit 1994 om het buitenlandse optreden van de federale staat en de deelstaten in de EU en multilaterale besluitvorming op elkaar af te stemmen. Dat die aan een update toe zijn, staat buiten kijf. Over de doelstelling op zich is er dus weinig discussie, wel over de aanpak. We hebben hierover in de commissie reeds van gedachten gewisseld, en het was duidelijk dat wij van Vooruit in dit dossier een andere aanpak verkiezen. Voor ons primeert het doel om binnen een volwassen federale staat tot goede afspraken te komen. Er lopen momenteel in zowat alle parlementen van dit land, ook in dit huis, commissies, hoorzittingen, gesprekken en bevragingen omtrent de organisatie van onze federale staat. De gesprekken over de actualisatie van de samenwerkingsakkoorden zijn gestart. Dit voorstel van resolutie schuift nu een eigen timing naar voren, met een deadline. Wij zijn er niet van overtuigd dat dat in dit dossier de beste manier van werken is. Onze fractie zal dit voorstel van resolutie dus niet steunen. (Applaus bij Vooruit)
De heer D’Haese heeft het woord.
Beste collega’s, dit voorstel van resolutie kadert in de uitwerking van staatshervormingen die ons land zo nodeloos complex hebben gemaakt. Bij de bespreking ervan was duidelijk wat de bedoeling van de indieners is: altijd maar meer bevoegdheden naar Vlaanderen brengen, ook op het vlak van buitenlands beleid. Voor een land dat een zakdoek groot is en waarvan elke regio apart een buitenlands beleid zou voeren, is het redelijk evident dat dat nodeloos complex is, dat dat niet efficiënt is. Zeker op het vlak van buitenlands beleid pleit de PVDA niet voor een verdere opsplitsing, maar wel voor de herfederalisering van bevoegdheden. Wij zullen dus tegen dit voorstel van resolutie stemmen. (Opmerkingen van Kris Van Dijck)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Op die laatste non-argumentatie van de communisten ga ik natuurlijk niet in. Dat houdt uiteraard geen steek. Zij willen terugkeren naar een periode die al lang is afgesloten. Ik denk dat dat geen goede zaak is voor Vlaanderen.
Los van de PVDA stel ik vast dat er hier eigenlijk toch een brede consensus is bij meerdere partijen van meerderheid en oppositie. Ik betreur een klein beetje dat de collega’s van Vooruit verwijzen naar het Vlaamse en het federale regeerakkoord om te zeggen dat ze het er eigenlijk wel mee eens zijn, maar het toch niet zullen goedkeuren.
In de commissie heeft collega Lambrecht inderdaad gezegd dat ze willen dat de samenwerkingsakkoorden worden aangepast bij een volgende staatshervorming. Het spijt me: de samenwerkingsakkoorden moeten nu worden aangepast aan de vorige staatshervorming. Ik hoop dat we de samenwerkingsakkoorden bij een volgende staatshervorming opnieuw kunnen aanpassen, als we inderdaad bijkomende bevoegdheden hebben.
Nu hoorde ik een beetje het argument dat we toch een andere visie hebben qua timing en doel. U zei dat het doel was om goede afspraken te maken, en als we inderdaad goede afspraken willen maken, dan moeten we de samenwerkingsakkoorden aanpassen overeenkomstig de wet, de Grondwet en het Europees verdrag. Ik nodig u dus nogmaals uit om er eens goed over na te denken. Goede afspraken maken goede vrienden. Dat kan ervoor zorgen dat we op het vlak van buitenlands beleid op de raadsformaties aanwezig zullen zijn voor de bevoegdheden die we zelf hebben, en dat België daar aanwezig is voor de bevoegdheden die zij hebben, en dat niet iemand anders onze bevoegdheden in onze plaats gaat vertegenwoordigen.
Ik herhaal het nogmaals: dit is niet enkel het standpunt van Vlaanderen, het is ook het standpunt van de andere deelstaten in het land. Dit is toch wel een zeer uniek moment. Door ernstige omstandigheden is het zo dat de bevoegdheid Buitenlandse Zaken op het federale niveau in handen is van premier De Croo. Ik denk dan ook dat het een uniek moment is om de samenwerkingsakkoorden te herzien. Het probleem zat inderdaad voornamelijk bij de federale regeringspartner MR, maar aangezien ik vaststel dat die bevoegdheid nu in handen is van onze coalitiepartner, Open Vld, hoop ik dat onze coalitiepartners er aan de hand van deze resolutie voor zullen pleiten om de samenwerkingsakkoorden zo spoedig mogelijk te herzien en in overeenstemming te brengen met de Grondwet, maar ook met het Europees verdrag. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Heel kort, maar ik wil voor alle duidelijkheid toch nog eens zeggen dat de discussie voor ons niet gaat over de doelstellingen, zoals wordt gezegd, maar wel over de aanpak. Vanuit onze fractie hebben wij begrip voor het feit dat jullie een bepaalde strategie richting de andere partijen aan tafel willen hanteren, en we hebben er ook begrip voor dat jullie hoopten op kamerbrede steun. Onze fractie is er echter van overtuigd dat vooral het bereiken van een goed akkoord over de actualisatie van de samenwerkingsakkoorden van belang is. Het is ook in ieders belang, zowel van de Federale Staat als van de deelstaten, inclusief Vlaanderen. Wij willen het engagement zoals het is opgenomen in het federale regeerakkoord, zonder voorafnames zeker alle kansen geven. (Applaus bij Vooruit)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.