Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de motie van Chris Janssens, Stefaan Sintobin, Immanuel De Reuse en Suzy Wouters tot instelling van een belangenconflict over het federale wetsontwerp over de verplichte vaccinatie van gezondheidszorgbeoefenaars tegen COVID-19.
De bespreking is geopend.
De heer De Reuse heeft het woord.
Collega’s, de tekst van het wetsontwerp waarmee men de verplichte vaccinatie tegen COVID-19 wil invoeren voor alle gezondheidszorgbeoefenaars, ligt klaar in de Kamer om voor goedkeuring naar de plenaire vergadering te gaan. Bij activatie van deze wet zal enkel wie voldoende gevaccineerd is tegen COVID-19 nog mogen werken als gezondheidszorgbeoefenaar. Je kunt weliswaar weigeren, maar dan stopt je arbeidsovereenkomst van rechtswege zonder opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding en kun je binnen de sector niet meer aan de slag. Een beroepsverbod hangt dus als een zwaard van Damocles boven het hoofd van onze zorgverstrekkers.
Ik licht graag kort toe welke overwegingen ertoe geleid hebben om deze motie tot het instellen van een belangenconflict hier in het Vlaams Parlement ter stemming voor te leggen. In onze memorie van toelichting kunt u de volledige tekst lezen, maar hier volgt in het kort de toelichting.
Wat betreft de bevoegdheidsverdeling: de gezondheidszorg in dit land is verdeeld tussen de gemeenschappen en de federale overheid. In de voorbereidende werkzaamheden wat betreft de covidcrisis wordt gesteld dat bij het crisisbeleid bij een pandemie “elke overheid verantwoordelijk is voor de bestrijding van een volksgezondheidscrisis binnen de grenzen van haar eigen materiële bevoegdheden”. Ook de Raad van State bevestigde dat in een advies. Dat sluit natuurlijk niet uit dat er samenwerkingsakkoorden kunnen worden gesloten – wat bij ons ook gebeurd is –, die hun uitvoering kennen in de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid.
Hier gaat het echter om een eenzijdig door het federale niveau opgedrongen maatregel. Ik stel ook vast dat er in dit Vlaams Parlement drie partijen zijn die zich al publiekelijk tegen de verplichte vaccinatie in de zorg hebben gekant. Samen vertegenwoordigen die drie partijen, zijnde de N-VA, de PVDA en mijn partij, de helft van de parlementsleden in dit gremium.
Een vraag die gesteld is – en dat is ook een beetje de rode draad doorheen de hoorzittingen hierover in de Kamer –, is of de verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel wel een proportionele maatregel is. Het antwoord was heel duidelijk: in de huidige epidemiologische context is dit geen proportionele maatregel. Ook de taskforce vaccinatie raadt de verplichte vaccinatie niet langer aan.
We zijn met nog andere zaken geconfronteerd. Er is natuurlijk het belangrijk personeelstekort in de zorg. Begin deze week nog bleek uit een bevraging dat acht op de tien organisaties in de zorgsector met een kritiek personeelstekort kampen. Daarnaast blijkt ook nog dat 20 procent erover denkt de sector te verlaten. Als reden worden onder meer het personeelstekort en de werkdruk opgegeven, zaken die natuurlijk zullen toenemen als er mensen uit de zorg vertrekken naar aanleiding van de verplichte covidvaccinatie.
We hoorden recent ook nog in de commissie Welzijn, naar aanleiding van hoorzittingen in verband met de tekorten in de zorg, dat zorgkundigen vinden dat ze te weinig gehoord worden en maar weinig waardering krijgen vanuit de politiek. En dan krijgen ze er nu nog eens de verplichte vaccinatie bij opgedrongen. Want er is ook bij hen geen draagvlak voor die verplichte vaccinatie.
Ik verwijs hier graag naar de protestacties die het gemeenschappelijk vakbondsfront organiseerde. Ik citeer uit hun mededeling: “Deze wet is onrechtvaardig en stigmatiserend. Ze is slecht opgesteld en niet toepasbaar. Het is een gevaar voor de volksgezondheid.”
In de Vlaamse woonzorgcentra zou 6 procent van het zorgpersoneel nog niet gevaccineerd zijn. Ze zouden dus de sector moeten verlaten. Mogelijk volgen anderen als protest tegen de maatregel en door de toegenomen werkdruk die daar het gevolg van is.
Collega’s, daarom vinden wij dat hier een belangenconflict moet worden ingeroepen. Uit de geschetste context blijkt voor ons dat het onverantwoord is dat de federale wetgever nu een verplichte vaccinatie probeert op te dringen waarvoor in Vlaanderen totaal geen democratisch draagvlak bestaat. Zeker in deze Week van de Zorg getuigt het ook van geen respect voor onze zorgmedewerkers om deze wet erdoor te drukken. Vlaanderen werd ook niet of zeker onvoldoende geraadpleegd over de verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel. Dat zijn de redenen waarom wij een belangenconflict indienen tegen het voormelde wetsontwerp, aangezien dit ook een manifeste schending is van de federale loyauteit.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Onze partij heeft de teksten op de twee niveaus goedgekeurd. In onze ogen is er dus helemaal geen sprake van een belangenconflict. Ik kan me ook niet van de indruk ontdoen dat deze constructie van het belangenconflict in het Vlaams Parlement eigenlijk enkel wordt gebruikt om oppositie te voeren tegen de vaccinatieplicht. Het voelt toch een beetje aan als een soort van politiek spel waar dat belangenconflict voor moet dienen. En zoals u weet, zijn politieke spelletjes iets waar wij nooit of te nimmer aan meedoen. Het was een goede poging van het Vlaams Belang om het debat aan te trekken via de zijweg van het belangenconflict, maar we zijn een andere mening toegedaan en zullen het belangenconflict dan ook zeker niet steunen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
‘Better safe than sorry’, daarover gaat het wetsontwerp dat vandaag voorligt in de Kamer. Want, collega’s, corona is vandaag gelukkig min of meer onder controle – laat ons hopen dat dat zo blijft – maar niets sluit jammer genoeg uit dat er in de toekomst nieuwe uitbraken zullen komen of dat zich nieuwe pandemieën zullen voordoen.
Wat het voorliggende wetsontwerp in de Kamer eigenlijk vooral wil doen, is zorgen dat we klaar zijn, dat we geen maanden verliezen wanneer er opnieuw een uitbraak komt. Dus ja, die wet creëert vooral een wetgevend kader voor de toekomst, een kader dat toelaat om in bepaalde epidemiologische contexten vaccinatie in de zorg te verplichten en te organiseren, maar, voor alle duidelijkheid, wanneer dat noodzakelijk is. Daarover wordt vandaag het debat gevoerd in de Kamer en daarover moet ook het debat worden gevoerd, maar we zien ook absoluut niet in waarom er daarover een belangenconflict zou zijn. We zullen straks dan ook tegenstemmen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Een belangenconflict lijkt ook ons niet zinvol. Er zijn meerdere argumenten, maar ik zal er maar een geven. Collega’s, we hebben als Vlaams Parlement zelf de sleutel in handen, aangezien de federale beslissing in de praktijk pas uitvoerbaar wordt als we hier in dit huis een samenwerkingsakkoord goedkeuren. Ik sluit me dus aan bij de heer Van Rompuy – maar u had ook niets anders verwacht – dat wij niet van plan zijn om hier politieke spelletjes te spelen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Het debat wordt inderdaad gevoerd in de Kamer, en mijn collega Sofie Merckx heeft daar ook uitvoerig uitgelegd waarom wij denken dat een verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel onze volksgezondheid absoluut geen dienst bewijst. Dat zeggen ook de experten. Er zijn twee maanden lang hoorzittingen geweest waarbij de experten waarschuwden voor een toenemende polarisatie wanneer die verplichte vaccinatie er zou worden doorgeduwd. Ze benadrukten bijna allemaal dat de overheid moet inzetten op overtuigen in plaats van op repressie. Het is dan ook heel jammer om te zien dat de Vivaldiregering toch doorzet.
Zorgverleners zijn in de eerste plaats ook mensen die twijfels en bezorgdheden hebben. De regering zou beter naar hen luisteren en hen herwaarderen en dus stoppen met dat sanctiebeleid. Het is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat men vandaag zorgverleners die zich niet laten vaccineren, wil straffen met een beroepsverbod, terwijl we vandaag met gigantische tekorten zitten in de zorg. Dat is onbegrijpelijk en onverstandig en het zal onze volksgezondheid geen meter vooruithelpen.
Wij zijn dus absoluut geen voorstander van een verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel, maar we gaan ook niet mee in communautaire spelletjes en gaan ons dus onthouden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, we kunnen – en dat moeten we doen – zowel hier als aan de overkant van de straat het debat voeren over verplichte vaccinatie in de zorg. U weet dat onze fractie daar ook terughoudend naar kijkt, maar we sluiten het niet uit in noodscenario’s en vinden het in dat opzicht niet per se slecht dat er een kader uitgewerkt wordt. Op dit moment, collega Vandecasteele, is er echter geen sprake van om dat nu plots uit het niets te gaan invoeren, omdat er toch wel wat bezorgdheden zijn, ten eerste, naar de wetenschappelijke onderbouw ervan. We kunnen vragen stellen bij het effect van vaccinatie op transmissie: hoe absoluut is dat effect en wat is daar het resultaat van. Ten tweede, we hebben in de zorgsector een probleem op het vlak van personeel. Ik denk niet dat we onszelf per se in de vernieling moeten rijden als het niet nodig of wenselijk is. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het geen goed beleid is om na te denken over wat we moeten doen in noodsituaties. Dat is ook wat er nu aan de overkant van de straat gebeurt.
Ik ben het eens met wat collega Vandaele zegt: dit debat komt op dat moment sowieso naar hier, want er moet een samenwerkingsakkoord voor zijn. We zullen het debat hier dan ten volle voeren. Er lijkt mij geen enkele reden te zijn waarom we dit nu zouden moeten goedkeuren. Te gepasten tijde, en dat kan ook al in tussentijd in de commissie, gaan we het debat hierover voeren in het Vlaams Parlement, voor mocht de situatie zich nog voordoen. Maar laten we vooral hopen dat dat niet het geval is.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik wil graag een samenvatting maken en op bepaalde zaken repliceren.
Twee meerderheidspartijen zeggen hier dat ze geen politieke spelletjes spelen. Collega Van Rompuy, ik geloof dat u de laatste veertien dagen dan niet in de Wetstraat geweest bent. Als we op tv zien welke politieke spelletjes er gespeeld worden momenteel, dan stemt u volgens mij op de verkeerde zenders af. Collega van de N-VA, tot mijn grote spijt, ik hoor overal dat u de verplichte vaccinatie te vuur en te zwaard zult bestrijden. Het gaat hier niet om een spelletje van het Vlaams Belang; daar gaat het helemaal niet om. Het gaat erover dat we hier een belangenconflict inroepen waarmee we om overleg vragen. Overleg is geen communautair spelletje, het is gewoon hoe onze staat tot op heden in elkaar zit. We vragen gewoon dat we gehoord worden en dat we onze bezorgdheden kunnen uiten. Die bezorgdheid zit hem vooral in het feit dat we geconfronteerd zullen worden met een personeelsuitval en dat we geen vervanging hebben. We zitten nu al met hoge druk in de sector door een tekort aan zorgkundigen, verpleegkundigen en soms zelfs bepaalde artsen. Ik denk dat dat heel belangrijk is voor de organisatie van onze zorg. Dat moet hier in het Vlaams Parlement onze eerste bekommernis zijn.
Het is duidelijk dat die verplichte vaccinatie er maar met één reden wordt doorgeduwd: de lage vaccinatiegraad bij de anderen, in Wallonië en Brussel. Wij hoeven daar de gevolgen niet van te dragen. Dat is een keuze. Wij hebben hier massaal ingezet op vrijwillige vaccinatie en we hebben daarvoor overtuigende argumenten aangebracht. Dat is heel goed gelukt. Het kan dan niet zijn dat we onder een verplichte vaccinatie zouden vallen waardoor 6 procent – dat klinkt misschien niet veel, maar het gaat om heel wat mensen – de zorg zouden moeten verlaten, mensen die er destijds voor gekozen hebben om in de zorg te werken. Ze doen dat met hart en ziel en ik denk dat we die mensen ook moeten horen. Ik ben niet de grootste fan van vakbonden, maar deze keer hebben ze wel gelijk: de manier waarop deze wet er komt, is niet correct.
Daarom vraag ik u: heroverweeg uw standpunt, steun dit belangenconflict en dan gaan we samen in gesprek met de federale overheid en kunnen we onze bezorgdheden op tafel leggen. Hopelijk luisteren ze dan naar ons. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie houden.