Verslag plenaire vergadering
Verslag
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn over het verzoekschrift over de vergoeding voor opvang van zwerfkonijnen.
Mevrouw Sterckx, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het verzoekschrift over de vergoeding voor opvang van zwerfkonijnen werd ingediend op 10 november 2021, en op 8 december 2021 ontvankelijk verklaard en voor verdere behandeling doorverwezen naar de commissie Dierenwelzijn. De commissie behandelde het verzoekschrift een eerste maal op 12 januari 2022, en besliste om een reactie op dit verzoekschrift te vragen aan de minister. De minister bezorgde bij brief van 10 februari 2022 een antwoord op het verzoekschrift, en de commissie besprak het verzoekschrift en het antwoord van de minister op 16 februari 2022, en kwam tot een conclusie op 23 maart 2022.
De Dierenwelzijnswet bepaalt in artikel 9 dat iedereen die een verloren of zwervend dier opvangt, verplicht is om dit binnen de vier dagen toe te vertrouwen aan het gemeentebestuur. In die zin is het dus aangeraden dat de gemeente een overeenkomst aangaat met een konijnenasiel. Dit is echter momenteel nog geen wettelijke verplichting voor het gemeentebestuur. In de gemeente Zandhoven rijst dan ook het probleem dat het gemeentebestuur geen oplossing heeft voor de zwerfkonijnen die bij het konijnenasiel worden binnengebracht. Het gemeentebestuur staat er niet voor open om een contract af te sluiten. Bij een opvangcentrum voor vogels en wilde dieren kunnen de konijnen niet terecht, want dat vangt enkel wilde dieren op, en het honden- en kattenasiel vangt geen konijnen op. De gemeente stuurt mensen met gevonden konijnen door naar het konijnenasiel, en in dit geval wordt het asiel wel opgezadeld met de kosten voor verzorging, maar kan het de gemaakte kosten niet terugvorderen van de gemeente.
Het is dus aangeraden dat er een wet komt met prijsafspraken over het toevertrouwen van zwerfkonijnen aan de konijnenopvang. Dat geeft zowel het gemeentebestuur als de konijnenopvang rechtszekerheid, zodat niemand voor voldongen feiten wordt geplaatst. De verzoeker verduidelijkt in haar verzoekschrift dan ook drie mogelijke manieren van vergoeding.
Op 16 februari 2022 hebben we dan de bespreking aangevat, en de voorzitter vroeg of de commissieleden konden instemmen met het antwoord van de minister. Ikzelf antwoordde dat de Vlaams Belangfractie niet akkoord gaat met het antwoord van de minister, omdat hij antwoordt dat men niet kan verwachten dat de gemeenten contracten afsluiten met opvangcentra voor alle mogelijke diersoorten. Dat impliceert dan eigenlijk dat hij voor bepaalde diersoorten wel wil dat er contracten worden afgesloten, en voor andere niet. Ik vind ook dat alle verloren, zwervende of achtergelaten dieren opgevangen moeten worden. De gemeenten zijn daar verantwoordelijk voor en moeten daarvoor dan ook contracten afsluiten.
Voorts zegt de minister dat de verzoeker aan het betrokken lokale bestuur moet laten weten dat ze niet langer dieren vanuit de gemeente zal opvangen, en hen moet vragen geen inwoners meer naar haar door te sturen. Wie zal de konijnen dan wel opvangen? Hierop geeft de minister geen antwoord.
Collega Sterckx, mag ik u onderbreken. U bent eigenlijk verondersteld om gewoon verslag uit te brengen van wat er in de commissie gezegd is, en niet uw eigen mening te ventileren.
Ja, dat is het verslag, wat ik daar gezegd heb.
Oké, ga verder, maar niet te lang meer, alstublieft.
De spreker vindt dan ook dat de gemeenten zich moeten aansluiten bij het erkende opvangsysteem, en eventueel een bijdrage moeten leveren. Allessia Claes sluit zich wel aan bij het antwoord van de minister.
De conclusie waartoe men op 23 maart is gekomen, is dat er geen unanimiteit is in de commissie. Er werd een stemming gevraagd, waarbij dit voorstel werd aangenomen met zes stemmen voor en drie stemmen tegen.
Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.