Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Wij zullen ons onthouden op dit ontwerp van decreet, maar niet omdat we geen voorstander zouden zijn van formules van duaal leren, wel integendeel. Leren én op school én op de werkplek zou gemotiveerde studenten moeten opleveren. Wij geloven daar ook zeer sterk in. Maar als je kijkt naar waar het duale leren eerst is ingevoerd, in het secundair onderwijs, waar het nu toch al een aantal jaren in voege is, zie je dat slechts 1,5 procent van de leerlingen in het tso en bso echt een duale opleiding kunnen volgen. Heel veel stakeholders geven aan dat dit waarschijnlijk te maken heeft met een gebrek aan extra investeringen om die duale opleidingen een vliegende start te geven. Als we nu onder dezelfde omstandigheden duaal leren in het volwassenenonderwijs zullen invoeren, dreigt ook dat een zeer trage start te worden. Wij denken dat als je een nieuwe vorm van leren echt wilt ondersteunen, je daar ook financieel in moet investeren.
Een tweede element dat we hebben bekritiseerd, is de idee dat er op dit moment geen leervergoeding tegenover die opleidingen van duaal leren in het volwassenenonderwijs staat. Wij vinden dat niet correct. De minister heeft aangegeven dat men dat wel wil onderzoeken, maar wij zijn natuurlijk eerder vragende partij voor één vogel in de hand in plaats van tien in de lucht.
Vandaar: dit is een goede aanzet, duaal leren verdient zijn plek, ook in het volwassenenonderwijs, maar zonder extra financiering riskeert dit niet de gewenste switch te genereren.
De heer De Witte heeft het woord.
Ook wij zullen ons onthouden bij dit ontwerp van decreet.
Collega’s, ook voor ons is duaal leren zeer belangrijk. Praktijk en theorie koppelen, kansen geven aan jongeren die nog geen diploma konden behalen, zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt, wij zijn voor die principes, maar er zijn drie redenen waarom wij hebben beslist om ons te onthouden.
De eerste reden is gelijkaardig aan wat mijn collega van Vooruit zonet heeft gezegd. Het is geen succes geworden in het secundair onderwijs. Er worden vele miljoenen euro’s aan gespendeerd, maar de resultaten van de deelnemers zijn pover. Wij vragen ons dus af of het gewone uitbreiden van het systeem naar het volwassenenonderwijs zonder de structurele problemen in het secundair onderwijs aan te pakken een goed idee is.
Ten tweede zijn wij ook bezorgd dat het een gemakkelijke manier zou zijn om goedkope werkkrachten in te zetten en om knelpuntberoepen snel in te vullen. De opleiding van de cursisten moet in het teken van de cursist zelf staan, van zijn interesses en capaciteiten. De garanties daarvoor zijn in het ontwerp van decreet afwezig.
Een derde heel belangrijke opmerking werd ook al aangehaald door de vakbonden: de opbouw van sociale zekerheidsrechten moet gegarandeerd worden, ook voor cursisten.
Mevrouw Claes en de heer Daniëls hebben het woord. Ze houden een duo-optreden.
We gaan inderdaad duaal optreden. Tijdens de vorige legislatuur heeft de N-VA-fractie hier blijkbaar ook duaal haar tussenkomst gehouden. Het gaat om een perfecte combinatie van onderwijs en werk. Daarom staan we hier met zijn tweeën.
Collega’s, met het duaal leren in het volwassenenonderwijs zet de Vlaamse Regering een stap verder om het duaal leren verder te verankeren in Vlaanderen. Het duaal leren is natuurlijk geen nobele onbekende. Succesverhalen in Duitsland en Oostenrijk gaven inspiratie om het oude systeem van het leercontract over een andere boeg te gooien.
Inderdaad, collega’s, en dat komt doordat leren niet alleen op de schoolbanken gebeurt. Dat is de sterkte van het duaal leren in het secundair onderwijs en dat is de reden waarom we dat nu ook in het volwassenenonderwijs willen invoeren: niet alleen leren op school maar ook op de werkplek. Tijdens de vorige legislatuur hebben minister Muyters en minister Crevits dit ingevoerd. Zij hebben hier toen samen gestaan. Helaas kan minister Weyts dit fantastisch evenement hier nu niet meemaken. De kern is wel dat leren ook door volwassenen in het volwassenenonderwijs niet alleen in het centrum gebeurt maar ook op de werkplek.
Leren doen we al lang niet meer enkel en alleen op de schoolbanken. Mensen met praktische ervaring hebben natuurlijk een streepje voor. In praktisch alle vacatures wordt ook gevraagd om ervaring. Collega’s, theoretische kennis is een begin, maar door de toepassing in de praktijk kun je natuurlijk het verschil maken. Het duaal leren speelt daar verder op in en moet de meerwaarde van de combinatie tussen leren en werken ook verder beklemtonen. We kennen allemaal de uitdaging in Vlaanderen: er is een gebrek aan een leercultuur. We moeten dat leren net stimuleren en activeren. Want slechts minder dan 10 procent van de Vlamingen schoolt zich actief bij. De Vlaamse Regering en de experten van het relancecomité waren het er volmondig over eens dat de uitdaging bestaat uit opleiden, opleiden, opleiden. Dat kunnen we alleen maar doen door iedereen ervan te overtuigen om zich zowel formeel als informeel actief bij te scholen. Daardoor kunnen de mensen hun positie op de arbeidsmarkt ook versterken.
Collega’s, ik hoor hier de opmerking dat duaal leren in het secundair onderwijs nog niet het succes is waarop we gehoopt hadden. Ik denk dat dat juist is. Maar, collega’s, dat komt ook doordat het nog weinig bekend is. Als een volwassene zich wil omscholen en iets wil gaan doen, lijkt de gedachte om de hele tijd op de schoolbanken te zitten me minder aantrekkelijk dan de gedachte om een bijkomende kwalificatie te halen door zowel op de schoolbanken van een CVO te zitten als in de praktijk te kunnen leren. Zoals we in de commissie ook gezegd hebben, minister, is het dus ook belangrijk dat die initiatieven aan de toekomstige studenten uitgelegd worden. Want ik denk dat we nu ook een nieuwe bron van toekomstige cursisten in het volwassenenonderwijs kunnen aanboren. Het volwassenenonderwijs snakt, door de coronacrisis, naar het aantrekken van extra mensen. Ik denk dat dit een opportuniteit is voor het volwassenenonderwijs om nieuwe mensen aan te trekken om op die manier ook die leercultuur, waarover mijn collega het hier had, te versterken maar ook om op een andere manier te leren.
Het duaal leren vormt ook een opportuniteit voor onze bedrijven. Het kan een opstap zijn om in te zetten op levenslang leren, om zich blijvend bij te scholen, maar het kan ook de banden met het onderwijs versterken. Hier ligt de sleutel ook bij de ondernemingen om mensen op te leiden voor een bepaalde job. Zeker in de huidige omstandigheden, in een knelpunteconomie, kan het alvast een waardevol element zijn om mensen aan te werven.
Ten slotte sta ik nog stil bij een aantal uitdagingen van het duaal leren. Het aantal leerlingen moet omhoog. Vaak zitten we nog met het oude imago van het leercontract. Ik denk dat we het duaal leren nu echt moeten gaan beschouwen als een volwaardige leerweg. Het voorliggend ontwerp van decreet creëert alvast nieuwe mogelijkheden om die leerlingen aan te werven en ook om het aanbod uit te breiden. Er moeten ook voldoende plaatsen zijn bij de bedrijven. Dat kan alleen maar als we die bedrijven overtuigen van de meerwaarde van het duaal leren.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Die goede praktijken uit Duitsland en Oostenrijk zijn vooral gericht op grote ondernemingen. Wij zijn vooral een kmo-land. Is het huidige kader voldoende aangepast? Zijn de voorwaarden ook haalbaar voor kmo’s?
Dan komen we bij een punt dat soms ook als kritiek naar voren komt en een terechte bekommernis is: de begeleiding van de cursisten op de werkvloer. Ik denk dat we daar ook in de praktijk, collega’s, moeten kijken naar de mogelijkheden. Als je tegen werkgevers zegt dat ze eerst twee jaar cursus zouden moeten volgen om dat te mogen doen, dan gaat er niemand op intekenen.
Ik doe langs deze weg ook een oproep aan de sectoren, om samen mee te kijken hoe die cursisten op een goede manier kunnen begeleid worden op de werkvloer. Dat is een sterkte die we met de bedrijven en met het onderwijs kunnen gebruiken. Het onderwijs wordt regelmatig gezien als een vlakke loopbaan. Ik wil hierbij ook bij leerkrachten, bij lesgevers, het enthousiasme voor het volwassenenonderwijs opwekken, en de mogelijkheden ervan laten zien. Duaal leren is ook voor hen een kans om hun loopbaan open te trekken. Het is een kans om op werkplaatsen te komen, om samen met die werkplaatsen aan de slag te gaan, om buiten de klasruimtes uit te breken en naar de realiteit te stappen.
Als laatste element is er nog de leervergoeding, minister. Dat blijft voor veel leerlingen een belangrijk element binnen de opleiding. Ook binnen het kader van het duaal leren zijn er nog heel wat mogelijkheden. Ik denk dat het goed is om dit nauwlettend in het oog te houden, om de mogelijke verdringingseffecten uit te sluiten. Dank u wel.
Collega’s, de warme oproep die wij hier samen doen, is om duaal leren te omarmen. Ja, er zijn nog vragen, ja, er zijn hier en daar nog aandachtspunten, absoluut. Minister Crevits en minister Weyts, we rekenen erop dat jullie daar de vinger aan de pols houden. Maar laat ons niet alle problemen op een hoop gooien en zeggen dat we nog moeten wachten. Laat ons ermee beginnen en gaandeweg bijsturen, in het belang van de centra voor volwassenenonderwijs, in het belang van de ondernemingen, en in het belang van onze volwassenen, in het kader van levenslang leren. Bedankt voor uw instemming. (Applaus bij de N-VA)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, collega’s, de Vlaams Belangfractie is al van in het begin voorstander van duaal leren. Dankzij duaal leren kunnen leerlingen en cursisten heel snel ondervinden of een bepaald beroep al dan niet bij hen past. We vinden het dan ook een goede zaak dat vanaf september duaal leren ook mogelijk wordt in het volwassenenonderwijs.
In de verenigde commissies voor Onderwijs en Economie heb ik de voorbije maanden gewezen op de opportuniteiten die duaal leren kan bieden, niet alleen bij leerlingen in het secundair onderwijs, maar ook bij volwassenen. Bepaalde types leerlingen of cursisten, maar ook studenten in het hoger onderwijs, zijn zeker en vast gebaat bij het leren op de werkvloer.
Vanuit het Vlaams Belang vinden we het goed dat, voor de duidelijkheid, zoveel mogelijk principes en regels rond duaal leren uit het secundair onderwijs doorgetrokken worden naar de regelgeving voor het volwassenenonderwijs. Hopelijk kan op die manier van duaal leren een herkenbaar merk gemaakt worden.
Ik heb in de commissie ook verschillende keren gewezen op de mogelijke risico’s rond de groenpluk. Dat zal misschien minder het geval zijn in het volwassenenonderwijs, maar er is toch een zeker risico ten aanzien van het tweedekansonderwijs. Ik hoop dan ook dat dit zeker in de gaten zal worden gehouden.
Wat we alleszins positief vinden in het decreet, is dat in een duaal traject het centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) en de ondernemingen erop toekijken dat de duale opleidingen voldoende bedrijfsoverschrijdend zullen worden ingevuld. Daardoor kan de arbeidspositie van de cursisten zoveel mogelijk versterkt worden op de lange termijn. Wat het Vlaams Belang betreft, mogen duale opleidingen zeker niet verworden tot veredelde interne bedrijfsopleidingen. Daarom moet ook hier groenpluk vermeden worden, zodanig dat de cursisten hun opleidingen wel degelijk volledig afwerken.
We hadden wat bezorgdheden in verband met een mogelijk verdringingseffect bij leerlingen duaal leren uit het secundair onderwijs indien zou blijken dat er een te groot verschil zou bestaan op het vlak van de leervergoeding. Maar ik zag nu dat dit in positieve zin werd geregeld via het voorlopig uitvoeringsbesluit. Ik hoop alleszins dat het project duaal leren in het volwassenenonderwijs een betere start zal kennen dan in het secundair onderwijs. Daar bleek dat de opstart vrij moeizaam verliep en dat de duale opleidingen nog niet echt een succes zijn. Daarom zal ook voor het volwassenenonderwijs een goede promotie en bekendmaking van duaal leren, en een doorverwijzing van cursisten via instanties zoals VDAB, zeker noodzakelijk zijn.
Collega’s, om een kwaliteitsvolle opstart van duaal leren in het volwassenenonderwijs mogelijk te maken, pleiten verschillende stakeholders ervoor om meer budget vrij te maken. In de memorie van toelichting staat dan wel dat de financiering van de duale opleidingen voldoende gegarandeerd is door de extra kwalificatiebonussen voor leerlingen die een certificaat halen en de verwachting dat cursisten in duale opleidingen vaak extra zullen wegen in de financieringspunten. Maar de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) kennen de hoogte van de middelen nog niet. Veel CVO’s zullen de middelen die ze kunnen putten uit de Edusprongmiddelen eerder strategisch willen inzetten in andere initiatieven waar recent decretaal meer ruimte voor is gemaakt, zoals cursussen die volledig online verlopen of ter compensatie van coronaverliezen. Het is dan ook bijzonder jammer dat de regering niet ingaat op deze bezorgdheid van het werkveld en hiertoe geen extra budget voorziet zodat een kwaliteitsvolle opstart gegarandeerd kan worden. Als hierdoor de opstart van de duale opleidingen maar beperkt zou zijn, is dat echt een gemiste kans voor de verdere ontwikkeling van het volwassenenonderwijs en het duaal leren.
Minister, ik heb tot slot nog een vraag betreffende het toezicht op de toepassing van dit ontwerp van decreet en de kwaliteit van de opleidingen. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Vlaamse Sociale Inspectie en de onderwijsinspectie, wat logisch is wegens het duale karakter. In hoeverre kunnen deze instanties ook input geven in zaken die in strikte zin niet hun terrein zijn? Kan de onderwijsinspectie bijvoorbeeld ook zaken aanhalen die niet of minder goed verlopen inzake het leren van de arbeidscomponenten? Hier had ik graag nog een antwoord op gekregen.
Het Vlaams Belang wil het duaal leren alleszins alle kansen geven en daarom zullen we dit ontwerp van decreet straks goedkeuren.
De heer Danen heeft het woord.
Er bestaan vandaag in Vlaanderen al vormen van werkplekleren. Dat is goed. Maar nog beter is dat vandaag een duidelijk decretaal kader voor duale opleidingen in het volwassenenonderwijs wordt geschapen. Groen wil dat alle kansen geven, hoewel we nog een aantal vragen hebben.
Eerst wil ik nog even duidelijk maken dat het gaat om een beroepsopleiding die volwassenen kunnen volgen zowel op de schoolbanken als op de werkplek. Op zich is dat een heel goede zaak, vooral omdat voor het eerst werk en leren op zo'n structurele manier samenwerken. Hopelijk is het de motor voor levenslang leren. Er wordt een vergoeding voorzien waarbij de modaliteiten meer en meer duidelijk worden. Vlaanderen is een kmo-land en blijkbaar is het zo dat het mogelijk is om werkplekleren te doen in verschillende bedrijven, niet tegelijkertijd maar na elkaar. Het kan zijn dat een kmo wel iemand nodig heeft voor een aantal weken om bepaalde technieken duidelijk te maken of te leren, maar misschien niet voor een heel jaar of voor twee jaar. Dan kunnen cursisten sequentieel van bedrijf veranderen. Het is een heel goede zaak dat dat in het ontwerp van decreet wordt voorzien.
We hebben daarbij een aantal vragen. Ik ga niet alle vragen stellen die we in de commissie hebben gesteld, maar misschien toch twee. De eerste vraag gaat over het verdringingseffect. Zoals bekend bestaat in het secundair onderwijs ook een vorm van duaal leren maar is er geen vergoeding voorzien. In het volwassenenonderwijs is dat wel zo. We moeten vermijden dat jongeren wachten tot ze achttien zijn om aan werkplekleren of duaal leren te gaan doen. Ze gaan dan tussen hun vijftiende en hun achttiende misschien zorgen dat ze geen diploma halen in functie van de vergoeding daarna. Dat zou een heel jammere zaak zijn. Hoe zult u daaraan tegemoetkomen?
De tweede vraag is misschien meer fundamenteel. Het is een vraag rond het kiezen van de opleidingen. Vandaag worden er duale trajecten ontwikkeld en dan wordt er op zoek gegaan naar cursisten en werkplekken om deze opleidingen mee vorm te geven. Het zou beter zijn als men zou kijken vanuit de lokale behoeften. Waar er behoefte aan is, zal allicht anders zijn in West-Vlaanderen dan in Limburg of Antwerpen. Vandaaruit kan men zoeken naar leerwerkplekken en zo de opleiding vormgeven. Het is me niet helemaal duidelijk of het in dit ontwerp van decreet op die manier is opgebouwd of niet. Indien niet, zou ik willen vragen aan de minister om via uitvoeringsbesluiten of omzendbrieven wel op deze manier te werk te gaan.
Je zou kunnen zeggen dat het glas halfvol of halfleeg is. Al bij al is het glas deze keer voor ons halfvol en daarom zullen we dit ontwerp van decreet ook steunen.
De heer Ongena heeft het woord.
Collega's, heel veel bedrijven vinden moeilijk goed opgeleid personeel. En omgekeerd zijn er nog altijd heel veel mensen die de schoolbanken hebben verlaten zonder diploma. Met dit ontwerp van decreet geven we alvast die mensen nu de kans om alsnog hun diploma te halen. We doen dat door hen meteen ook op de werkvloer in te schakelen. Daarom is dit ontwerp van decreet voor ons een goede zaak. Het decreet voor het duaal leren in het volwassenenonderwijs is prima. Ten eerste, voor die mensen zelf, die nu toch nog een diploma kunnen halen. En ten tweede, voor bedrijven die nu via duaal leren extra kansen zullen krijgen om geschikt personeel te vinden.
Er zijn ook andere positieve elementen. Door het feit dat we het duaal leren nu ook uitbreiden richting het volwassenenonderwijs en door samen te werken met bedrijven zorgen we er natuurlijk ook voor dat de opleiding meteen ook goed aansluit op de praktijk, waarbij machines en knowhow meteen kunnen worden gedeeld tussen het bedrijfsleven en de onderwijswereld.
En je stimuleert bedrijven zelf ook om werk te maken van hun leercultuur. In tijden waarin we altijd de mond vol hebben van opleidingen moeten we ervoor zorgen dat bedrijven zelf voldoende inspanningen doen om hun werknemers voldoende op te leiden.
En ten slotte, het is al door collega’s gezegd, denken ook wij dat het voor duaal leren op zich een goede zaak kan zijn. Het imago van duaal leren in het secundair onderwijs staat wat onder druk. En wij geloven dat de uitbreiding naar het volwassenenonderwijs misschien een turbo kan zijn voor het duaal leren in het secundair onderwijs.
Kortom, ik zal u niet langer in spanning houden: onze fractie zal dit ontwerp van decreet mee goedkeuren. We hopen verder dat er ook werk wordt gemaakt van de derde trap van de drietrapsraket, namelijk duaal leren in het hoger onderwijs. (Applaus van Stephanie D’Hose)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Het zal geen verrassing zijn dat ook onze fractie, de CD&V-fractie, een overtuigende ‘ja’ zal brengen. Ik mag hier met één stem spreken, want collega Bothuyne liet mij toe om het woord te nemen. We zullen dus geen duet brengen. Maar, minister, ik zou graag gaan voor een triootje. (Gelach)
En hiermee wil ik misschien wel de aandacht trekken, maar dit ontwerp van decreet verdient dan ook wel wat aandacht.
Waarom ga ik voor een triootje? Ten eerste, omdat we kansen geven aan de cursisten. We brengen hen leergoesting bij. Goesting en triootjes, misschien is de link wat te ... (Opmerkingen)
Nee, is het goed? Minister, het is echt belangrijk dat we werken aan die leergoesting. En met dit ontwerp van decreet komen we daaraan tegemoet. Want we proberen een nieuwe wending te geven aan de carrière van heel wat mensen.
En vooral – en dat is altijd belangrijk geweest voor onze fractie – zullen mensen wanneer ze bijleren, een diploma kunnen halen, die onderwijskwalificatie kunnen halen. Zo kan men op een duurzame manier terechtkomen in de samenleving en op de arbeidsmarkt.
Ten tweede, het is een ontwerp van decreet dat kansen biedt voor onze onderwijsinstellingen, het volwassenenonderwijs. Want zo kan men op een eigentijdse manier opleidingen aanbieden die heel nauw aansluiten bij de arbeidsmarkt. Binnen Edusprong is er een regioscan gemaakt waarbij er aandacht wordt gegeven aan de noden in de regio. Ik vermoed dat dit ook wordt meegenomen, waardoor men op een duale manier opleidingen kan aanbieden.
Ten derde, het derde punt van het triootje is dat dit kansen biedt aan onze samenleving, aan de arbeidsmarkt. In tijden van arbeidskrapte moeten we er alles aan doen om mensen op te leiden. Minister, met wat promotie voor het levenslang leren en een duidelijke ‘ja’ vanuit CD&V moeten we alle kansen geven aan dit ontwerp van decreet.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik ben bijzonder verheugd, toch over de meeste tussenkomsten. Eerst en vooral collega Vandromme, triootjes en CD&V, dat is fris en fruitig. Het is eens iets anders.
Collega’s van de N-VA, ik heb net beslist om ook in het deeltijds kunstonderwijs (dko) duaal leren in te voeren. U kunt dan misschien samen een cursus dramatisch declameren volgen. Het was al goed, maar het kan natuurlijk altijd beter. Goed gedaan.
Collega’s, dit is een bijzonder interessant en goed decreet, wat mij betreft, en waar onze administraties Werk en Onderwijs met zeer veel enthousiasme aan gewerkt hebben en waarbij we duaal leren in het volwassenenonderwijs ook willen invoeren. Er zijn hier een aantal vragen gesteld die ik zo goed en zo kwaad als mogelijk zal beantwoorden.
Collega Gennez, ik heb toevallig gisteren samen met collega Weyts alle mensen van het partnerschap duaal leren ontmoet. Zij hebben ook hun engagement en hun steun voor duaal leren zonder uitzondering uitgesproken. Wat betreft uw opmerking over het financiële was ik wat verrast omdat er alleen maar betalende overeenkomsten zijn. Ondertussen is het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) al in eerste lezing goedgekeurd. Dat is dus ook opgelost. Als u daar nog vragen over hebt, dan laat u me dat maar weten.
Collega De Witte, ik wil iedereen overtuigen om dit goed te keuren, maar die coronacrisis heeft een enorme impact gehad. We spreken hier over een decreet dat drie jaar oud is – over het gewoon duaal leren natuurlijk – waarvan twee coronajaren. U kunt niet verwachten dat we nu al zulke sprongen maken. We zien wel dat duaal leren een stapje voorwaarts zet. Ondanks corona zijn er meer leerlingen. Dat is een goede zaak.
Wat het volwassenenonderwijs betreft, wordt de opbouw van sociale rechten gegarandeerd. Dat is natuurlijk afhankelijk van het statuut en de intensiteit waarmee mensen op de werkvloer zijn. Ik vind dat een goede zaak. Ik hoop dat daarmee ook een stuk barrière weg is bij jullie.
Wat de bekendheid betreft, hebben wij net na de krokusvakantie een communicatiecampagne gelanceerd, maar dat gaat dan over het gewoon duaal leren in 220 scholen secundair onderwijs. We zullen dat ook in het volwassenenonderwijs doen, maar dat zal natuurlijk ook stapsgewijs moeten groeien. Ik vind de leerweg bijzonder interessant, omdat het ook mensen die al een job hebben, kan stimuleren om via duaal leren een extra of een ander diploma te behalen en onmiddellijk aan de slag te gaan. Zeker in tijden van arbeidskrapte kan dat heel interessante jobswitches opleveren.
Collega’s, er zijn meer plaatsen en erkenningen binnen duaal leren dan leerlingen, dus we zouden sowieso voldoende capaciteit moeten hebben, maar ook hier is het Vlaams partnerschap aan zet.
Collega Daniëls, niemand moet twee jaar een cursus volgen voor begeleiding in duaal leren. We hebben mentoropleidingen die de sectoren ook al organiseren. Enfin, ik ondersteun absoluut ook uw pleidooi voor lerende organisaties. Dat is absoluut correct.
Collega Slagmulder, als je geen duaal systeem hebt, dan is het risico, mijns inziens, op groenpluk groter. Nu heb je een tripartiete overeenkomst in het belang van de leerlingen om een opleiding ook effectief af te ronden. Duaal leren is trouwens niet nieuw voor het volwassenenonderwijs. We hebben al heel wat geïnvesteerd, ook in proefprojecten via het Europees Sociaal Fonds (ESF). We hebben dus wel wat ervaring.
Dan kom ik aan de vraag over de inspecties. Collega’s, die worden gezamenlijk uitgevoerd. De Sociale Inspectie neemt uiteraard de lead op de werkplek, terwijl de Onderwijsinspectie instaat voor het onderwijsgedeelte. Mensen kunnen elkaar wederzijds input geven. Het is een gezamenlijk leertraject, maar ze gaan het ook samen doen, om te vermijden dat je twee inspecties in één bedrijf of in één school krijgt. Dat is niet de bedoeling.
Collega Danen, wat betreft de regionale behoeften: in eerste instantie is het belangrijk dat we zicht krijgen op wat de CVO’s gaan inrichten. Het zou ideaal zijn als ze samen met de bedrijven in de buurt kijken naar wat hun noden zijn en dan die opleidingen inrichten. Zo krijg je zeer interessante mogelijkheden waarbij – het is eigenlijk een driehoeksverhouding – je een instelling hebt die het aanbiedt, een bedrijf dat een plaats heeft en een leerling die geïnteresseerd is om met de twee samen te werken. Sowieso is het ideaal dat je geen textielopleiding gaat inrichten als er totaal geen vraag is. Ik ga ervan uit dat men ook regionale connecties zal maken.
CVO’s zijn uiteraard geen eilanden. Ze hebben vaak ook eigen netwerken of structuren daarboven en ook veel contacten met bedrijven en sectoren. Dat is een heel goede zaak.
Ik vind dit dus een bijzonder belangrijk ontwerp van decreet, collega’s, ook en niet het minst om duaal leren ook in het secundair onderwijs te stimuleren. Men heeft ons vroeger altijd gezegd dat als je van duaal leren in het secundair onderwijs iets positiefs wilt maken, je moet zorgen dat het ook op andere niveaus bestaat. En volwassenenonderwijs is daartoe een eerste stap. Het zal ook bij de volwassenen wat bekender worden, wat maakt dat leerlingen in het secundair onderwijs misschien ook rapper de keuze zullen kunnen maken.
Collega Ongena, van u had ik geen vragen gehoord, maar wel een warme stimulans. U hebt mij echt van ongelooflijk veel stress verlost door uw steun toe te zeggen aan dit ontwerp van decreet.
Ik had gehoopt dat het hier een unanieme goedkeuring zou worden, maar goed. Wat baten kaars en bril enzovoort enzovoort. In elk geval bedankt aan zij die het ontwerp van decreet wel steunen. En ik hoop op het engagement van eenieder om in de uitvoering ervan het duaal leren in het volwassenenonderwijs zeer warm aan te bevelen.
Collega Weyts zit, zoals jullie weten, in quarantaine na zijn onderwijsuitstap. Dat is voor de hele top van het onderwijsveld het geval, heb ik begrepen. Maar ook namens hem dank voor uw steun. En omdat ik hier nu toch zit, wil ik ook mijn zeer gemotiveerde raadgever Joris Philips bedanken voor de grote input die hij in dat ontwerp van decreet gegeven heeft. Hij zal zeer gelukkig zijn, mocht u hem nu ook een klein applausje geven. Dank u wel. (Applaus bij de meerderheid en bij Groen)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1122/3)
– Artikel 1 tot en met 40 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.