Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het onderhoud van kunstwerken
Verslag
De heer Brouns heeft het woord.
Brokkelbruggen. Toen ik dat de eerste keer las, dacht ik: dat gaat niet over Vlaanderen. Bruggen waar brokstukken omlaag vallen, collega’s, ik denk dat we het daarover eens zijn, dat achtten we in het Vlaanderen van vandaag niet meer mogelijk. Maar helaas blijkt dat nog steeds de realiteit, gelukkig voor niet heel veel bruggen.
Eerlijkheid gebiedt te zeggen, minister, dat het niet correct zou zijn om dat alleen in uw schoenen te schuiven, alsof u alleen daarvoor verantwoordelijk zou zijn. Integendeel, u nam de handschoen op. U investeert in de kunstwerken, in de bruggen, maar liefst 1,6 miljard euro, waarvan 770 miljoen euro in de bruggen. U stelt een prioritaire lijst op volgens een volgorde naar de staat van die bruggen.
Renoveren en nieuwe bruggen bouwen is heel belangrijk en heel goed. Maar minstens zo belangrijk is duurzaam onderhoud om te vermijden dat we hier opnieuw moeten komen spreken over ‘brokkelbruggen’. We moeten ertoe komen dat die term uit ons collectief geheugen gewist wordt.
Hoe zult u een meer duurzaam onderhoudsbeleid voeren, minister, ten aanzien van al die mooie kunstwerken in Vlaanderen?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, u staat hier te blinken in het groen en ik heb gezien dat dat een modekleur is in regeringskringen. Mevrouw Crevits, die net weg is, was ook in het groen. Maar de toestand van de bruggen, zoals de collega net heeft geschetst, kleurt rood, soms donkerrood. Sommige bruggen zijn dringend toe aan herstel, aan renovatie. Maar voor sommige bruggen is dat eigenlijk al te laat. Zij moeten helemaal vernieuwd worden. Het gaat heel vaak over bruggen die gebouwd zijn in de jaren ‘60 of ‘70 en waarvan de houdbaarheidsdatum, die ze normaal hebben, eigenlijk al lang is overschreden. Met lap- en tapwerk zijn ze opgelapt, maar het is dringend tijd voor een grote renovatieoefening voor al die bruggen in Vlaanderen.
Ik ben heel blij dat u de handschoen opneemt. U maakt er middelen voor vrij en hebt er een plan voor opgesteld. Het gaat om die 770 miljoen euro die u daar tussen 2020 en 2023 in wilt investeren. U spreekt in uw communicatie ook over een plan tot 2050. Daar weten we het fijne nog niet van, maar dat zal ongetwijfeld nog wel komen.
Eigenlijk had ik dezelfde invalshoek als collega Brouns: we moeten kijken om die bruggen in slechte toestand op te kalefateren, te herstellen en helemaal te vernieuwen. Maar we mogen ook de recentere bruggen, die in goede toestand zijn, niet uit het oog verliezen. We moeten ervoor zorgen dat die bruggen over 10 of 20 jaar geen brokkelbruggen kunnen worden genoemd. Vandaar mijn vraag aan u: hoe zult u garanderen dat de bruggen die vandaag in goede toestand zijn, niet over afzienbare tijd de term ‘brokkelbruggen’ moeten krijgen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor de vragen. Jullie hebben het zelf al geschetst. We hebben ruim 2980 kunstwerken in Vlaanderen waarvan de meerderheid dateert van de jaren ‘60 en ‘70. Ze zijn over hun houdbaarheidsdatum heen, met als gevolg dat we regelmatig te maken krijgen met schade aan die bruggen, 'brokkelbruggen' zoals we hier gehoord hebben. We hebben allemaal de beelden gezien van de brokkelbrug van Wommelgem, waar er betonbrokken naar beneden kwamen. Wel, daar moeten we op anticiperen. Dat moeten we trachten te voorkomen.
Dat is belangrijk voor de verkeersveiligheid en de veiligheid van al onze weggebruikers. Het is kortom zaak om daar ten volle op in te zetten.
Hoe bewaken we de veiligheid van de bruggen? We hebben wat dat betreft een heel plan van aanpak uitgerold, waarbij we al onze bruggen in een welbepaalde categorie hebben ondergebracht, gaande van 1 tot 5, waarbij 1 ‘in goede staat van onderhoud is’, 4 ‘in slechte staat’ en 5 zelfs ‘in zeer slechte staat van onderhoud’. Ik geef jullie ook graag de cijfers mee. We hebben ruim 1140 bruggen in een goede toestand, ruim 1100 bruggen in een aanvaardbare toestand en 470 bruggen in matige toestand. En in categorieën 4 en 5, de bruggen in slechte toestand, schommelt het om en bij de 250 bruggen. De bruggen in slechte toestand, zeker die van categorie 5, plaatsen we op de lijst van prioritaire kunstwerken. De woorden spreken voor zich: die moeten we prioritair aanpakken. We moeten die prioritair ofwel grondig renoveren ofwel volledig vernieuwen.
En dat doen we ook. We hebben het voorbije jaar, in 2021, ruim 300 miljoen euro uitgegeven om heel wat van die bruggen aan te pakken en te renoveren. Maar zoals al gesteld, hebben we ook voor de jaren 2020 tot en met 2023, specifiek voor die bruggen in categorie 5, maar ook categorie 4 en zelfs enkele van categorie 3 en lager, een bedrag van 770 miljoen euro uitgetrokken, om ervoor te zorgen dat die veilig zijn.
Jullie maken terecht de bedenking dat het enerzijds zorgen is voor een veilige staat van onderhoud van deze bruggen, maar anderzijds ook zorgen voor de middelen voor de vernieuwing. Hoe gaan we daarvoor tewerk? Hoe brengen we bepaalde bruggen in welbepaalde categorieën onder? Er worden voor al onze kunstwerken inspecties uitgevoerd en er wordt periodiek gecontroleerd. Aan de hand van die inspecties en controles krijgt een brug een welbepaald label en zal ze in een bepaalde categorie ondergebracht worden. En naargelang de noodwendigheid zal men dan beslissen of er snel grondige renovatiewerken moeten worden uitgevoerd, dan wel of het om louter onderhoudswerken gaat.
Uiteraard moeten we het allebei doen: renovatiewerken en vernieuwingswerken, maar tegelijk ook voorkomen dat er zich bijkomende schade ontwikkelt. Dus ook op dat reguliere onderhoud blijven we ten volle inzetten. Het is een en-enverhaal: het reguliere onderhoud, maar ook het structurele onderhoud. Daar trekken we jaar na jaar heel wat middelen voor uit. Voor de vernieuwing van al die bruggen die op dit ogenblik in slechte tot zeer slechte toestand zijn, is er een plan van aanpak voor tien jaar. Want de sluizen, de oevers, de kaaimuren, de tunnels, waterbeheersingswerken, de kustverdediging en de jachthavens horen daar ook nog allemaal bij, vandaar een tienjarenplan van aanpak voor vernieuwingswerken en grondige renovatiewerken. Maar daarnaast hebben we ook ons jaarlijkse reguliere onderhoud, om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat als er voegen zijn die loslaten, die onmiddellijk worden bijgewerkt om meer schade in de toekomst te voorkomen. Dat is dus het en-enverhaal, de beide elementen die we doen.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. In het kader van zo’n duurzaam onderhoudsbeleid, is het heel belangrijk dat we grondige inspecties doen. Ik heb begrepen dat daar een grote aanbesteding voor loopt. Ik begrijp daaruit dat het gaat om een eenjarig contract. Ik denk dat het omwille van de continuïteit van die inspectie belangrijk is dat dat langlopende contracten zijn voor dat duurzame onderhoud en die inspectie, zodat we dat permanent kunnen doen en we daar ook conclusies uit kunnen trekken. We mogen de mankementen en de gebreken die uit die inspectieverslagen blijken, niet laten liggen. We moeten daarmee aan de slag gaan, om te vermijden dat we hier over x-aantal jaren opnieuw moeten spreken over die brokkelbruggen.
Uiteraard kan ik vandaag niet anders dan u ook vanuit dit spreekgestoelte te danken, minister, voor de enige juiste keuze rond de vernieuwing van de belangrijkste Vlaamse brug, namelijk de Maasbrug. Ik heb daarover nog een belangrijke vraag. We hebben hier zojuist gesproken over een mogelijke waterbom in de toekomst. Ook daar zitten we met een trechter. Zult u aan de expertencommissie ook een advies vragen omtrent die nieuwe brug in Maaseik?
Ten tweede lijkt ook de financiële participatie van de Nederlanders aan die brug mij ook belangrijk. In 1886 hebben ze dat besloten. Vandaag wordt dat opnieuw bekrachtigd. Dus neem die vraag ook mee naar Nederland.
Kunt u de naam van de belangrijkste brug in Vlaanderen nog eens herhalen, alstublieft?
Voorzitter, voor u heel graag. Dat gaat over de Pater Sangersbrug.
Aha. Nu u het zegt.
De heer Maertens heeft het woord.
Soms kun je natuurlijk voorspellen wat collega’s zullen zeggen, als je de commissie ook volgt.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Voor het reguliere onderhoud moeten we echt wel jaar na jaar de juiste en nodige budgetten vrijmaken. Ik ben het daarmee eens.
U hebt het nog eens over het plan van aanpak, het tienjarenplan tot 2030. Ik ben zeer benieuwd hoe dat plan eruitziet, maar ik ga ervan uit dat een bespreking daarvan hier in de plenaire vergadering ons te ver zou leiden. Laten we dat dan in de commissie doen.
Ik wil echter nog iets anders aansnijden. In uw communicatie over die 1,6 miljard euro die wordt gespendeerd, gaat het onder andere ook over de sluizen. U zei bijvoorbeeld de sluizen voor de binnenvaart te zullen vernieuwen waar nodig en die meteen te zullen automatiseren, zodat ze op afstand kunnen worden aangestuurd. Dat zou een hele verbetering zijn, voor de scheepvaart, maar ook voor de personeelsinzet bij de waterwegen. Hoe gaat u daar prioriteren? Gaat u dat doen zoals bij de bruggen, met een inspectie op de technische toestand zoals die vandaag is, of gaat u ook rekening houden met de tonnages die door die sluizen moeten? Met andere woorden, gaat u de prioriteit leggen bij de drukst bevaren kanalen? Of hoe ziet u dat heel concreet?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, goede collega’s, misschien wat duiding. Collega Brouns zal me niet tegenspreken, maar Pater Sangers is de beroemdste Maaslander, en die is dat geworden met de gevleugelde uitspraak: “Toen pissen plassen werd, is het gezeik begonnen.” Het was een eerwaarde; hij kon zich dergelijk stout taalgebruik veroorloven. Dat gaat inderdaad generaties mee. We krijgen dat allemaal mee in de opvoeding. Dan moet u weten dat bij ons carnaval heel populair is. Dat wordt dus eigenlijk ook altijd gepresenteerd.
Minister, u hebt een plan van aanpak. Ik hoop nu maar dat u kunt doorzetten, want het zou goed zijn, mocht dankzij die inspanningen het begrip ‘brokkelbrug’ uit de woordenboeken verdwijnen.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, ik begrijp nu stilaan een beetje beter wat de heer Brouns bedoelde met de goede sfeer in de vervoerregioraad in Limburg.
In alle ernst, het was collega Rzoska die een aantal jaren geleden het probleem van de brokkelbruggen heeft aangekaart. Hij zei dat het niet kon dat Vlaanderen er niet in slaagt om zijn infrastructuur deftig te onderhouden, en dat daar iets aan moest gebeuren. Dat wou ik hier toch nog graag even vermelden.
Minister, ik heb een specifieke vraag. We weten dat we een enorme achterstand hebben en dat het veel geld zal kosten om die in te lopen. We weten ook dat de Vlaamse overheid de jongste jaren heeft bespaard op de inspecteurs die inhouse actief zijn. Ik heb u daar in het verleden ook al over ondervraagd. Er wordt steeds meer uitbesteed en we hebben steeds minder knowhow in huis. Dat betekent dat we misschien ook te weinig bij machte zijn om goed te controleren wat de aannemers en de consultancybureaus ons allemaal vertellen. Zult u ook investeren in inhouse kennis om ervoor te zorgen dat al die miljoenen en miljarden goed worden besteed?
De heer Pieters heeft het woord.
Mijnheer Bex, even voor het verslag, in Limburg is het altijd gezellig.
Minister, wat de brokkelbruggen betreft, niemand wil natuurlijk een stuk beton op zijn auto krijgen als hij onder een brug door rijdt. Onderhoud is zeer belangrijk. U was in een gunstige bui op Valentijnsdag, want u hebt toen aangekondigd dat u gaat voor een nieuwe brug in Maaseik. Ik wil daar toch ook nog even aan refereren. Het is echter wel belangrijk dat, het punt van daarnet in gedachten houdend, er ook naar de toekomst wordt gekeken en dat die waterdruk ook geen probleem wordt bij een nieuwe brug. Zoals collega Brouns ook al aangaf, Nederland zal mee moeten investeren, zij het niet ook in een brug. Men moet immers van winterdijk tot winterdijk overbruggen. Is het in een of is het in twee bruggen? Dan zal Nederland inderdaad over de brug moeten komen.
Minister Peeters heeft het woord.
Als we hier veel Maaslanders hebben, dan begrijp ik dat die Maasbrug zeker heel belangrijk is. De Maasbrug verbindt de Nederlandse en de Vlaamse oevers met elkaar. Uiteraard houden we in de toekomst rekening met wat de waterbeheersing, de waterbeveiliging daar betekent.
Aan Nederlandse zijde zullen we het Contelmoproject moeten uitvoeren om meer ruimte te geven aan de Maas. We moeten daar voor een bredere bedding zorgen, zodat de Maas daar beter kan meanderen en geen bottleneck meer vormt. Daar wordt uiteraard rekening mee gehouden, want specifiek voor die Maasbrug kan ik jullie verzekeren dat De Vlaamse Waterweg contact heeft opgenomen met Rijkswaterstaat, en dat zal een gezamenlijk initiatief worden waarbij we kijken naar Europese subsidiemiddelen.
Wat hier vandaag belangrijk is, is de manier van aanpak van de Maasbrug. Die brug zat in categorie 3 en we hadden daar al middelen voor uitgetrokken in het kader van het regulier onderhoud, zijnde het verstevigen van het bovendek. Omdat we tegelijk zoeken naar optimale fietsverbindingen en omdat we ingevolge de hoge waterstand van afgelopen zomer bijkomende inspecties hebben gedaan, blijkt dat die brug is overgegaan van categorie 3, zijnde ‘in matige toestand’, naar categorie 4, zijnde ‘in slechte toestand’. Daarom is aan de hand van de inspecties en van de controles de volgende conclusie getrokken: we kunnen beter een nieuwe brug bouwen dan een brug van zeventig jaar oud herstellen. Ze is gebouwd in het jaar 1952 en is dus nog iets ouder dan de andere Vlaamse bruggen.
Het regulier onderhoud is uiteraard zeer belangrijk en daar blijven we ook op hameren. Ik heb de cijfers bij van dat regulier onderhoud. Dat geldt natuurlijk voor de verschillende entiteiten binnen het hele beleidsdomein MOW. We hebben daarvoor een bedrag van niet minder dan 460 miljoen euro op jaarbasis, inclusief de wegenwerken. Het zijn wegen, het zijn bruggen, kortom het gaat over alles in totaal. Dat bedrag dient voor het onderhoud van heel onze infrastructuur.
Daarnaast zijn er natuurlijk bijkomende investeringsmiddelen voor het structureel onderhoud om te voorkomen dat we nog spreken van brokkelbruggen, en dat we dat woord tout court uit de agenda kunnen halen.
Specifiek voor de inspecties hebben we heel wat knowhow in huis. Dat wil ik zeker benadrukken. We hebben de afdeling Expertise Beton en Staal (EBS) die sowieso heel wat werk verricht en heel wat kennis en knowhow heeft. We zijn heel blij dat ze al heel wat inspecties en controles doen.
Daarnaast schakelen we ook externen in om de controles allemaal zeer nauw op te volgen. Als er minieme schade is, voorkomen we dat die verder oploopt. Als er erge schade is, voorkomen we dat de veiligheid voor de weggebruikers in het gedrang komt. Daarom is die expertise zeer belangrijk, en helpen externen mee al die inspecties uit te voeren.
Het klopt dat we daar destijds naar aanleiding van een interpellatie van de heer Rzoska volledig hebben op ingezet. Ik ben blij te kunnen zeggen dat we ons plan van aanpak hebben voor de komende tien jaar. Het zal niet in één legislatuur kunnen, maar we zijn wel volop aan het werk.
Mijnheer Maertens, u had een bijkomende vraag over de sluizen. De Vlaamse Waterweg doet de prioritering van de automatisatie van de sluizen en van de beweegbare kunstwerken. Daarvoor hebben we geen externe experts nodig. Ze kijken na welke afstemming er zo snel mogelijk kan gebeuren. De Vlaamse Waterweg beheert heel wat bruggen, dus ook dat is een gestaag plan van aanpak, en daar wordt verder op ingezet.
Kortom, we blijven alles inspecteren en controleren en we hopen er zo voor te kunnen zorgen dat onze infrastructuur sowieso veilig is en dat het woord ‘brokkelbruggen’ kan worden geschrapt uit ons woordenboek.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, dat laatste deel ik met u: één, renovatie en vernieuwen, twee, een duurzaam onderhoudsbeleid. Die twee moeten hand in hand gaan om de brokkelbruggen definitief naar het verleden te verwijzen; ze moeten hier nooit meer terugkomen. Ik kan niet anders dan dit Maaslands onderonsje afsluiten, minister, met u nogmaals te bedanken. De Maaslanders, die ‘leef luuj’ in het Maasland, zijn u heel dankbaar dat u de enige juiste keuze hebt gemaakt voor de nieuwe brug over de Maas.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, ik ben hier duidelijk de vreemde eend in de bijt met die Limburgse aangelegenheden.
Ik heb drie dingen gehoord die van belang zijn. Eén, 770 miljoen euro die de vorige jaren tot en met 2023 worden gespendeerd aan het oplossen van verschillende brokkelbruggen. Twee, we zijn heel nieuwsgierig naar dat tienjarig plan. Het is belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over wat we daarmee gaan doen en hoe financieren we dat. Drie, we moeten inderdaad blijven investeren in het structureel onderhoud van de bruggen, zodat de bruggen en de kunstwerken die vandaag in goede toestand zijn, die even groen kleuren als uw outfit vandaag, over enkele jaren niet rood kleuren.
De actuele vragen zijn afgehandeld.