Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Peter Van Rompuy bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Freya Saeys, Elke Sleurs, Maaike De Rudder en Koen Daniëls tot wijziging van het decreet van 29 oktober 2021 over het COVID Safe Ticket, wat betreft de verhoging van de onderste leeftijdgrens voor het gebruik van het COVID Safe Ticket en de koppeling van de buitenwerkingtreding van het decreet van 29 oktober 2021 aan de epidemische noodsituatie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, ik kan heel kort zijn over de spoedbehandeling. Het vorige decreet, van 29 oktober vorig jaar, heeft als uiterste einddatum 31 januari van dit jaar. Dat is dus volgende week maandag. Als we in de huidige epidemiologische situatie het gebruik van het Covid Safe Ticket (CST) willen kunnen verlengen, dan is het nodig dat dit parlement vandaag hierover een nieuw decreet goedkeurt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Freya Saeys, Elke Sleurs, Maaike De Rudder en Koen Daniëls tot wijziging van het decreet van 29 oktober 2021 over het COVID Safe Ticket, wat betreft de verhoging van de onderste leeftijdgrens voor het gebruik van het COVID Safe Ticket en de koppeling van de buitenwerkingtreding van het decreet van 29 oktober 2021 aan de epidemische noodsituatie onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Freya Saeys, Elke Sleurs, Maaike De Rudder en Koen Daniëls tot wijziging van het decreet van 29 oktober 2021 over het COVID Safe Ticket, wat betreft de verhoging van de onderste leeftijdgrens voor het gebruik van het COVID Safe Ticket en de koppeling van de buitenwerkingtreding van het decreet van 29 oktober 2021 aan de epidemische noodsituatie.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, we zitten nu al bijna twee jaar in deze coronacrisis. Daarin waren er al heel wat verschillende zaken die samen een dam moeten proberen op te werpen tegen het coronavirus. Ik denk aan testen, mondmaskers en dergelijke. Ook het Covid Safe Ticket (CST) is er daar een van.
Op 29 oktober hebben we hier een voorstel van decreet goedgekeurd waarin werd bepaald onder welke voorwaarden en waar het CST kan worden gevraagd. Wat we vandaag doen, is, in de huidige epidemiologische omstandigheden, vragen om die toepassing te verlengen, omdat we vandaag in de volle vijfde golf zitten met heel hoge besmettingscijfers.
We hebben altijd gezegd – en ik wil dat hier ook heel uitdrukkelijk herhalen – dat de proportionaliteit en de tijdelijkheid bij het CST voorop staan. Dat moeten we ook blijven bewaken. We hopen dus inderdaad dat dit zo snel mogelijk niet meer nodig zal zijn. Maar in de huidige omstandigheden denk ik dat het ons in grote onzekerheid zou brengen om dit, van de ene dag op de andere, volgende week al niet meer te vragen. Daarom stellen we dus voor om de toepassing van het CST te verlengen in dezelfde omstandigheden als deze die voorzien zijn in het decreet van 29 oktober. De tijdsbepaling die is opgenomen in dit voorstel van decreet, is gekoppeld aan de datum waarop de epidemische noodsituatie, die werd afgekondigd, afloopt. Dat is de uiterste datum waarop dit decreet dan buiten werking treedt. Ik wijs erop dat de Vlaamse Regering wel op elk moment iedere bepaling afzonderlijk vroeger kan stopzetten indien dit mogelijk is op basis van de epidemiologische situatie.
We voeren nog een andere wijziging uit aan het decreet, zoals jullie hebben kunnen zien. Waar sprake was van de toepassing van het CST vanaf de leeftijd van “12 jaar en 2 maanden en ouder”, wijzigen we dit naar “12 jaar en 3 maanden en ouder”, omdat we natuurlijk zeker moeten zijn – dat heb ik ook al meermaals aangehaald – dat iedereen aan wie het CST gevraagd wordt, ook effectief de kans heeft gekregen om zich te laten vaccineren. Daar zijn we natuurlijk zekerder van wanneer we die leeftijd vastleggen op 12 jaar en 3 maanden. Want 12 jaar en 2 maanden bleek toch wel heel krap, rekening houdend met het feit dat iemand pas een eerste keer gevaccineerd kan worden na zijn twaalfde verjaardag, een oproeping moet krijgen en ook nog een tweede vaccin moet krijgen. Vandaar die aanpassingen.
De heer Parys heeft het woord.
Collega Schryvers heeft het voorstel al toegelicht. Dat ga ik niet herhalen. Wat hier voorligt, is inderdaad een tijdelijke verlenging van wat vandaag al bestaat, tot we in de gele fase belanden, zoals ook op het Overlegcomité werd beslist.
Als alle voorspellingen bewaarheid worden, dan zijn we er binnen enkele weken hopelijk ook vanaf en dan kunnen we op een ordentelijke manier afscheid nemen van het CST, zoals beslist op het laatste Overlegcomité.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Zoals de collega’s al hebben gezegd, is dit een voortzetting van het CST-decreet, met de aanpassing van de leeftijd van twaalf jaar en twee maand naar twaalf jaar en drie maand. Gelet op de epidemiologische situatie lijkt dit mij noodzakelijk. We zitten inderdaad midden in die vijfde golf, de ziekenhuisopnames stijgen ook. We hopen allemaal dat dit stilaan de weg is naar de uitgang, maar we moeten toch ook beseffen dat niets zeker is. Het virus verrast ons telkens weer, vandaar ook de verlenging. Ik wil ook benadrukken dat wij er absoluut voorstander van zijn dat dit tijdelijk en proportioneel is. Uiteraard hopen we dat dit binnen korte tijd afgeschaft zal kunnen worden.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega’s, ik wil mijn tussenkomst beginnen met drie citaten. Het eerste citaat: “De dag waarop het CST is ingevoerd, is de dag waarop Vlaanderen opnieuw een land van horigen werd.” Joren Vermeersch, N-VA. Het tweede citaat: "We hebben van in 't begin gezegd dat er geen wetenschappelijke onderbouw voor het CST was en we hebben jammer genoeg gelijk gekregen." Lorin Parys, N-VA. Het derde citaat: “Het Covid Safe Ticket is een brandversneller geweest. Maar niemand kon dat toen weten.” Bart De Wever, N-VA.
Beste collega’s, Joren Vermeersch heeft uiteraard gelijk. Fundamentele vrijheden zijn, net als eerlijke en vrije verkiezingen, het fundament van onze democratie. Zonder fundamentele vrijheden is er geen democratie. Wat de regeringen in het najaar van 2021 bedisseld hebben inzake het Covid Safe Ticket, tart alle verbeelding. Een bevolkingsgroep, honderdduizenden mensen, wordt op basis van hun vaccinatiestatus uitgesloten van een belangrijk deel van het sociale leven. Zoals politicoloog Bart Maddens terecht zegt: “Wat aanvankelijk was bedoeld als instrument om reizen mogelijk te maken, is stoemelings geëvolueerd tot iets dat je nodig hebt om een koffie te gaan drinken.”
Op geen enkel moment is er ook maar een poging gedaan deze verregaande vrijheidsbeperkingen ook maar enigszins wetenschappelijk te onderbouwen. Dat is al zeker niet gebeurd in dit Vlaams Parlement waar het decreet ter zake op 29 oktober 2021 op een drafje door het parlement werd gejaagd. Wat echter nog meer stoort dan de invoering van het Covid Safe Ticket toen, beste indieners van de N-VA, CD&V en Open Vld, is de manier waarop jullie de verlenging van die coronapas door het parlement willen laten goedkeuren. In december vorig jaar dienden jullie een voorstel van decreet in om de toepassing van het CST te verlengen voor onbepaalde duur. Voor wie het niet weet: dat voorstel om het CST te verlengen – ik herhaal nogmaals, voor onbepaalde duur – is ingediend op 20 december vorig jaar. Dat is intussen al een maand en een week geleden. Er was intussen al ruim de tijd om daarover een fundamenteel debat te voeren in de commissie Welzijn. U hebt dat echter nagelaten en nu probeert u snel-snel de verlenging door de plenaire vergadering te jagen zonder enig grondig, voorbereidend parlementair debat, laat staan een maatschappelijk debat.
In dit parlement worden er over tal van zaken hoorzittingen georganiseerd, maar over deze kwestie, over de vrijheidsbeperkende en discriminerende coronapas, waar toch publiek heel wat controverse over is, mag er geen deftig voorbereidend debat gevoerd worden: geen hoorzitting, geen debat in commissie. Deze forse beknotting van de fundamentele rechten moet snel-snel door het Vlaams Parlement gejaagd worden. Onbegrijpelijk en een ware schande.
Op de suggestie van onze voorzitter van de commissie Welzijn Stefaan Sintobin – vandaag overigens verontschuldigd wegens een erg droevige familiale aangelegenheid – aan de bureauleden van de commissie Welzijn, kwam er van de N-VA en CD&V zelfs geen enkele reactie. Van beleefdheid en respect voor democratie gesproken.
Blijkbaar is het model van democratie waar men in België naartoe wil evolueren dat van de Chinese volksdemocratie of van de Duitse Democratische Republiek. Wat dacht je van de QR-Volksdemocratie of de Democratische Pasjesrepubliek – een democratie waar zonder democratisch debat fundamentele vrijheden beperkt worden.
Collega’s, een Waalse rechter oordeelde onlangs al over het CST, uiteraard naar aanleiding van een Waals decreet ter zake, dat het een buitenproportionele maatregel is, omdat de vrijheidsbeperking niet in verhouding staat tot de beoogde coronadoelstelling die de overheid heeft.
Welnu, hoe zit het met de deugdelijkheid en de degelijkheid van de wetenschappelijke gronden om dat covidticket te verantwoorden? Is er überhaupt iemand die nog van verre weet waarom dat covidticket vanuit wetenschappelijk-epidemisch oogpunt nu precies noodzakelijk is in functie van het nagestreefde doel, met name de pandemie beheersen?
Laat me daarbij even overgaan naar het tweede citaat van het begin van mijn betoog. Iemand die ongetwijfeld ook niet meer begrijpt waarom die coronapas nog verlengd moet worden en welke wetenschappelijke onderbouw er is voor het beperken van de fundamentele vrijheden van zoveel mensen, is uitgerekend een van de mede-indieners van het voorstel van decreet. Mijnheer Parys, ik wil uw citaat nog eens herhalen: “We hebben van in het begin gezegd dat daar geen wetenschappelijke onderbouw voor was. Jammer genoeg hebben we gelijk gekregen. Het is geen nuttig instrument en het geeft een vals gevoel van veiligheid.”
Besef dus de waanzin van wat we hier vandaag meemaken. Een indiener van een voorstel van decreet dat de poort openzet om nog voor lange tijd de fundamentele rechten van honderdduizenden Vlamingen te beperken, zegt dus zonder verpinken dat er ten eerste geen wetenschappelijke onderbouw is voor het CST-ticket. En hij zegt niet alleen dat er geen wetenschappelijke onderbouw voor is, maar dat het ten tweede zelfs geen nuttig instrument is. En ten derde zegt hij dat het zelfs een vals gevoel van veiligheid geeft.
Mijnheer Parys, dan blijft enkel nog de vraag over waar u in godsnaam mee bezig bent. Mag ik u dan ook met aandrang verzoeken om consequent te zijn met uw kritiek op dat CST en uw handtekening onmiddellijk te laten schrappen van het voorstel en straks, samen met uw fractie, tegen dit monster van een voorstel van decreet te stemmen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Maar ook tot de andere partijen die dit voorstel mee indienen of het mee willen goedkeuren wil ik me richten. Waar is de wetenschappelijke onderbouw voor het CST? Wat is het legitieme doel dat deze vrijheidsbeperkingen verantwoordt? Weet u het eigenlijk zelf nog wel? Wat noodzaakt dat CST en dus het weren van niet-gevaccineerde burgers uit de horeca? Omdat ze besmettelijker zouden zijn? De cijfers over de besmettelijkheid van gevaccineerden en niet-gevaccineerden verschillen voor elke variant en zijn er in elk geval niet voor de pas recent in ons land opgedoken, maar nu duidelijk al dominante omikronvariant. Enkel de premier van België, die zonder enige wetenschappelijke basis ten onrechte verklaarde dat een gevaccineerde negen à tien keer minder kans heeft het virus over te dragen, doet daarover foute uitspraken.
Ondertussen heeft al een lange rij van mensen aangegeven dat dat CST helemaal geen veiligheid creëert, maar wel een vals gevoel van veiligheid creëert, dat daarmee zelfs zou kunnen aanzetten tot onveilig gedrag dat leidt tot extra besmettingen. Of zoals biostatisticus en GEMS-expert Geert Molenberghs zegt dat hij nooit fan is geweest van de naam Covid Safe Ticket, want “het geeft een vals veiligheidsgevoel.”
Een andere viroloog – Emmanuel André – was zelfs nog scherper. Hij zei: “Ook het Covid Safe Ticket heeft niet gedaan wat men ervan verwachtte. Het heeft niet zozeer de vaccinatiegraad verhoogd, maar leidde wel tot meer contacten, en dus onrechtstreeks ook tot meer besmettingen – die twee hangen samen. Dat ticket heeft dus geleid tot het omgekeerde van wat men ervan verwachtte.”
Diende het Covid Safe Ticket dan om de overbelasting van de intensieve zorg te vermijden? In het laatste epidemiologisch bulletin van Sciensano van 21 januari staat dat in de periode van 14 tot 20 januari het aantal bezette bedden op intensieve zorg blijft dalen. Vandaag liggen er 370 mensen op intensieve zorg, nog maar de helft van een maand geleden en ver verwijderd van de recordcijfers van 2020-2021 toen er 947 mensen op intensieve zorg lagen, uiteraard op een moment dat er van de milde omikronvariant nog geen sprake was. Het klopt dat het aantal mensen dat met covid in het ziekenhuis ligt, stijgt, maar hebt u ook cijfers over hoeveel van die mensen wegens covid in het ziekenhuis liggen en hoeveel mensen er voor een andere aandoening liggen, maar al dan niet in het ziekenhuis zelf covid hebben opgelopen? De cijfers kunnen alvast niet verhelen dat die nieuwe omikronvariant nauwelijks leidt tot een ernstig ziektebeeld, wat ook wordt aangetoond door de blijvende daling van het aantal patiënten op intensieve zorg.
Diende de coronapas dan om de vaccinatiegraad te verhogen? Toen ik de minister-president daarover en ook over de exitstrategie voor de coronapas vorige week ondervroeg, antwoordde hij dat het een van de middelen was waardoor mensen zich hebben laten vaccineren. Ook dat durf ik op basis van de cijfers te betwijfelen. Op 1 november vorig jaar werd het Covid Safe Ticket ingevoerd voor de horeca in Vlaanderen: 91,78 procent van de volwassen bevolking in Vlaanderen had toen een eerste en tweede vaccinatie gehad. Bijna drie maanden later bedraagt de vaccinatiegraad 92,72 procent. Dat is nog niet 1 procent meer. Daarvoor hebben jullie de horeca en zijn bezoekers opgezadeld met een coronapas. Proficiat, dames en heren voorstanders van het Covid Safe Ticket. Voor die kleine verhoging met nog niet eens 1 procent van de vaccinatiegraad hebt u een discriminerend systeem op poten moeten zetten waarbij mensen verplicht worden elkaar te controleren en eventueel de deur te wijzen indien hun Covid Safe Ticket niet in orde is.
Overigens weten we niet wat dat percentage zou geweest zijn als het Covid Safe Ticket er niet was geweest. Het is zelfs niet onrealistisch te denken dat er zonder Covid Safe Ticket misschien zelfs meer mensen zich hadden laten vaccineren, mensen die nu rebels worden, opstandig, van het dictatoriale beleid. Meneer Parys, misschien had u beter geluisterd naar uw partijgenoot Peter De Roover die de dag voor de invoering van het Covid Safe Ticket op 31 oktober verklaarde: “Het invoeren van een Covid Safe Ticket zal een averechts effect hebben op de vaccinatiegraad.”
Misschien zou u ook u beter eens luisteren naar wat sommige wetenschappers daarover te zeggen hebben, die blijkbaar dezelfde vaststelling maken als ik. Ik citeer Zeger Debyser. Als ik me niet vergis, is hij gemeenteraadslid voor uw partij in uw eigen stad Leuven, maar ook viroloog aan de KU Leuven en covoorzitter van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek: “De vrees is dat mensen zo kwaad worden dat je een omgekeerd effect krijgt. Dat ze liever niet meer op café gaan dan zich te laten inenten en zelfs vaccinaties in het algemeen in twijfel gaan trekken.” Hij spreekt dus over een omgekeerd effect. Beste N-VA, CD&V en Open VLD, waar zijn jullie in godsnaam mee bezig?
Beste collega’s, voor mij, voor mijn fractie, en ik denk voor alle Vlamingen die er al kritisch over hebben nagedacht, is er dus geen enkele wetenschappelijke reden te verzinnen om dat verdomde Covid Safe Ticket te verlengen, zoals de meerderheidspartijen nu voorstellen.
Bovendien is er niet alleen sprake van een verlenging. U wil zelfs decretaal de duurtijd van de verlenging in handen van de Federale Regering leggen en stommelings worden de criteria van het Covid Safe Ticket ook nog eens verstrengd, ook opnieuw zonder enig democratisch debat of inspraak ter zake.
Het voorstel van decreet dat nu voorligt, bepaalt dat het Covid Safe Ticket inderdaad pas buiten werking treedt op het moment dat de door de Federale Regering vastgelegde epidemische noodsituatie afloopt. Welnu, voorbije vrijdag besliste het Overlegcomité dat die noodsituatie alvast verlengd wordt tot 28 april van dit jaar.
In het Federaal Parlement schreeuwt oppositiepartij N-VA moord en brand tegen het feit dat de beslissing om de grondrechten in te perken in het kader van de noodsituatie door de regering wordt beslist. In het Vlaams Parlement wil beleidspartij N-VA de duurtijd van de vrijheidsbeperkingen in het kader van het CST laten afhangen van dezelfde beslissing door die Federale Regering. Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke windt er alvast geen doekjes om dat het CST een blijver wordt: “Het CST blijft een heel belangrijk instrument. Als u het mij vraagt zal het nog lang een heel belangrijk instrument blijven”, zo verklaarde hij zopas in Terzake.
De Waalse en Brusselse gewestregeringen hadden tenminste nog het zelfrespect om eigen einddata vast te laten leggen in de decreten die het CST verlengen en de regie dus in eigen handen te houden. De Vlaamse meerderheidspartijen laten Vandenbroucke beslissen. In het Vlaanderen van de N-VA is de horigheid aan het federale niveau totaal.
Bovendien werd vorige week vrijdag door het Overlegcomité, ook al weer stommelings, het CST afhankelijk gemaakt van het laten zetten van een boosterprik. U weet wel, die boosterprik waarvan het nog niet zo lang geleden klonk dat die eigenlijk niet nodig was voor gezonde mensen. Vrijdag werd inderdaad, zonder enig democratisch debat uiteraard, bedisseld dat de geldigheid van het vaccinatiecertificaat wordt teruggebracht van 270 naar 150 dagen, waarbij de facto dus iedereen die vóór 1 oktober dubbel gevaccineerd werd vóór 1 maart een boosterprik moet halen om nog de horeca binnen te mogen. Alleen al deze verstrenging zou hier in dit Vlaams Parlement aanleiding moeten zijn voor een breed uitvoerig debat. Willen wij inderdaad dat de vrijheid van mensen beperkt wordt op basis van het al dan niet laten zetten van een boosterprik?
Collega’s, in de plenaire vergadering van woensdag 17 september vorig jaar stelde ik al vragen omtrent de noodzakelijke evaluatie van het CST. Er werd toen wel lippendienst bewezen aan de evaluatie, maar onze vraag om daarover dan hier in het parlement een hoorzitting te organiseren, wordt gewoonweg afgewezen of niet eens beantwoord. Dan rest de vraag: wanneer krijgen we die evaluatie dan wel? Volgende week? Volgende maand?
In elk geval, als die evaluatie er al komt, is het toch wel de omgekeerde wereld dat men hier eerst de beslissing wil nemen om het CST te verlengen en daarna pas te gaan evalueren. De logica zou toch moeten zijn: eerst evalueren en daarna, afhankelijk van die evaluatie, de beslissing nemen om al dan niet dat CST te verlengen.
Collega’s, mijn oproep hier vandaag is dan ook duidelijk. Zeg samen met het Vlaams Belang nee aan deze verlenging van het Covid Safe Ticket. Zeg nee aan een inperking van fundamentele vrijheden van honderdduizenden Vlamingen zonder enige degelijke wetenschappelijke onderbouw. Zeg nee aan de pasjesmaatschappij. Zeg ja aan de vrijwillige vaccinatie, maar nee aan een vaccinatie die door chantage en vrijheidsbeperkingen wordt afgedwongen. Zeg nee aan een beleid dat vrijheden blijkbaar als een gunst in plaats van een recht is gaan beschouwen. Zeg nee aan het stommelings verlengen van het CST dat snel, snel door het parlement wordt gejaagd zonder voorafgaand democratisch en maatschappelijk debat die naam waardig. Zeg nee aan de verstrenging van het Covid Safe Ticket zonder enig voorafgaand debat.
Collega's, collega's van de N-VA zeker, maak met ons duidelijk – ik denk dat uw achterban erop zit te wachten – dat er geen sprake van kan zijn om de einddatum van dat covidticket in handen te leggen van de federale Vivaldiregering.
Collega’s, ik vraag ieder van u, doe een gewetensonderzoek. Kunt u er echt mee leven dat fundamentele vrijheden nog voor maanden of jaren worden ingeperkt zonder dat daar een legitieme reden voor bestaat? Indien het antwoord ‘nee’ is, stem dan straks samen met het Vlaams Belang, samen met mijn fractie en met heel veel overtuiging, tegen deze verlenging en verstrenging van een – wat mijn partij betreft – absoluut ongewenste coronapas. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, het is, net zoals toen we dit in de zomer besproken hebben, opnieuw met een dubbel gevoel dat ik hier zit namens onze fractie. Eerst en vooral, het decreet is inderdaad al eventjes ingediend en in een aantal andere parlementen in dit land hebben ze dit al een paar weken geleden besproken en gestemd. In die zin vind ik ook wel dat het interessanter was geweest hadden we daar de tijd voor genomen. We konden dit in een commissie besproken hebben, we konden daar wat ruimer gesprek rond gevoerd hebben. Het is heel duidelijk dat het een thema is dat breed in de samenleving de gemoederen beheerst en het werkt ook een stuk verdelend. In die zin was het, wat ons betreft, ook mogelijk om een breder debat daarover te voeren.
Ten tweede voelt iedereen dat we op een soort schakelpunt zitten in de pandemie – opnieuw. En laat ons hopen dat het inderdaad een schakelpunt is richting een betere situatie. Dat is op dit moment het algemeen aanvoelen, maar als we iets geleerd hebben de voorbije twee jaar dan is het dat we altijd met twee woorden en de nodige voorzichtigheid moeten blijven spreken. En nu - en daar hoed ik me voor - collectief allemaal uitroepen dat het voorbij is, zou de grootste stommiteit zijn die we kunnen begaan. Ik denk dat we al teveel van dat soort uitspraken van ‘rijk van de vrijheid’ en ‘het jaar van de bevrijding’ gehoord hebben. Het is mensen iets wijsmaken want de realiteit is, al zal dat niet van dezelfde orde zijn, dat dit virus minstens hier is om hier te blijven. En dat we ook in het najaar een stuk druk op ons zorgsysteem kunnen verwachten van een winteropflakkering zoals er ook bij andere gelijkaardige virussen plaatsvindt. Maar iedereen voelt ook, op dat schakelpunt waar we nu zitten, dat er volop een discussie bezig is. Die is ook aangekondigd in de verschillende parlementen, waar velen er al toe opgeroepen hebben, over wat de juiste instrumenten en wat de aanpak de komende maanden en tijd moet zijn. In die zin is het natuurlijk wat spijtig dat we nu een beslissing over dit decreet moeten nemen en dat we dat niet bijvoorbeeld binnen een maand pas kunnen doen of binnen drie weken, als hopelijk ook die omikronpiek achter ons ligt.
We zijn heel erg vatbaar voor het argument dat midden in die vijfde golf het niet aan de orde is om te beginnen improviseren en te denken van ‘alles is voorbij, het zal wel meevallen’. Laat ons dat hopen. Het ziet er op dit moment helemaal niet slecht uit. Maar laat ons ook niet doen of we nu alle zekerheid in pacht hebben over wat de komende weken brengt. Dat is belangrijk en in dat opzicht begrijpen we de keuze om, voor eventjes nog, verder in te zetten op de begane wegen. Maar de begane wegen moeten ook wel in vraag gesteld kunnen worden. Vandaar dat we hier met dubbele gevoelens zitten.
Enerzijds, wat waren de intenties op het moment dat wij het CST hebben ingevoerd? We hebben toen ook bij de invoering al die bedenkingen uit verschillende fracties transparant gedeeld. Er was één ambitie, en dat was de ambitie om de circulatie van het virus te beperken. En ik denk dat zelfs op het moment dat we het decreet invoerden eigenlijk al de eerste signalen op tafel lagen dat de impact van vaccinatie op de transmissie en besmettelijkheid van het virus niet absoluut was, dat er gaten in zouden zitten. En toen is inderdaad vaak een stuk de analogie gemaakt met de Zwitserse kaas en het aantal gaten en dat dit een extra laag erin zou kunnen zijn.
Ik denk dat we eerlijk moeten zeggen dat met omikron, ook met de booster, het effect nog beperkter is geworden. Ik wil wel diegenen tegenspreken die zeggen dat het effect nul is. Dat is niet het geval. Er is een bepaald effect, de vraag is alleen: ten koste waarvan?
Twee, de verwachting was: misschien drukt dit de vaccinatiegraad een stuk de hoogte in. We hebben dat gezien in een aantal omliggende landen. De eerlijkheid gebiedt om te zeggen – dat is ook wat experten, virologen en biostatistici zeggen – dat die stijging er bij ons niet is. Als er een verhoging van de vaccinatiegraad geweest is door het CST, zal die ongeveer 1 procent bedragen. Dat is wat ik gisteren in het gedeelde stuk dat daarnet al is vermeld, ook heb gelezen. Dat is wat experten al een hele tijd aankondigen.
De bedenkingen bij de twee doelstellingen van het CST zoals ze hier geschetst zijn, zijn er wel. Je moet je permanent de vraag stellen wat de impact is van een instrument. Is dat proportioneel in een bepaalde situatie? Wat is de kostprijs ervan? We vragen van heel veel actoren in de samenleving om ermee aan de slag te gaan, dat kost extra personeel en dergelijke. Er zijn wat uitdagingen, ook bij de invoering, ook op praktisch vlak. Wat spijtig is vandaag, is dat we nu gedwongen worden om een beslissing te nemen zonder dat er een evaluatie op de tafel ligt. Er zijn een aantal opinies geuit de voorbije tijd, er zijn zeker experten die die evaluatie gemaakt hebben, deels voor zichzelf, maar in het parlementaire debat ligt dat document niet op de tafel.
Dat is jammer, en wat ons betreft, niet voor herhaling vatbaar. Dat is aan niemand een verwijt, wij zitten ook mee aan de tafel op het federale en Brusselse niveau, en daar hebben we vanuit de meerderheid dezelfde opmerking gemaakt. Dit kunnen we niet nog een keer verantwoorden, namelijk dat we snel-snel een beslissing nemen zonder een fundamenteel debat te voeren. Daarom zijn we gerustgesteld door het engagement van het Overlegcomité – en van de verschillende parlementen, hoop ik – om daar de komende weken mee aan de slag te gaan, en om het debat te voeren dat geïnitieerd was rond de vaccinatieplicht – iedereen kent mijn vraagtekens ter zake – én het debat over de breedheid van instrumenten om mensen rond vaccinatiegraad een bepaalde richting uit te duwen. Is het effect naar transmissie groot genoeg om dit soort maatregelen in te voeren?
Als ik de conclusies van het Overlegcomité lees, zie ik duidelijk dat in fase geel het CST niet meer wordt toegepast. Ten tweede zie ik dat het Overlegcomité zelf zegt dat het de barometer heeft, maar dat het op basis van de conclusies van het parlementair debat rond een aantal instrumenten die barometer kan aanpassen om de plaats van het CST te herevalueren. Dat wil niet zeggen dat dit voor altijd verankerd is in de barometer. Voor ons moet dat debat en gesprek op basis van expertise en harde gegevens gevoerd worden. In de komende weken moeten we een beslissing nemen. In dat opzicht kunnen we op dit moment een verlenging volgen, al hebben we het idee dat we niet moeten wachten op de federale overheid om het debat hier verder te voeren.
Als het gaat over vaccinatie en CST hebben we een aantal belangrijke bevoegdheden. We moeten het eergevoel hebben en de politieke polsslag van de samenleving voelen om dat debat hier de komende weken op een ernstige manier te houden, met respect voor expertise en inzichten die in de brede samenleving aanwezig zijn.
Er wordt hier niet voor gekozen om te gaan voor een formele einddatum, er wordt voor gekozen om dit samen te laten vallen met het einde van de epidemiologische noodsituatie op federaal niveau. Daar valt iets voor te zeggen. Wij vonden het ook wel een logische piste om, zoals het Brussels Parlement doet, te zeggen: half april is het standaard gedaan en dan buigt het parlement zich daar opnieuw over. Dat zou ook iets meegeven richting parlementair debat en zou een stuk zekerheid inbouwen. Ik begrijp dat de afweging nu is gemaakt dat dit past in het bredere kader van de strategie in ons land. Laat ons dit nu koppelen aan de epidemiologische noodsituatie zoals vandaag – en je kunt het daarmee eens of oneens zijn vanuit institutioneel standpunt – de bevoegdheden verdeeld zijn.
Ik vind het een belangrijke aanvulling, en niet oninteressant, dat de Vlaamse Regering op ieder moment kan beslissen – als het aanvoelen binnen dit parlement of deze regering in die richting gaat – om een aantal deeldomeinen of zelfs alle bepalingen van dit voorstel van decreet vroeger af te voeren dan het einde van de epidemiologische noodsituatie. Zij die nu moord en brand schreeuwen omdat het Vlaams Parlement alles in handen zou leggen van onze federale overheid, gaan een beetje kort door de bocht.
Kortom, u merkt het, collega's, ik zit hier met dubbele gevoelens, maar ik hoed mij ook wel voor de zeer grote woorden, alsof wij nu vandaag in een dictatuur leven, en alsof wij hier in dit halfrond ervan zouden genieten om de vrijheid van de mensen te beknotten. Ik heb daarnet, bij een heel ander debat, gezegd dat ik geloof dat de meeste mensen deugen. Ik geloof dat dat ook geldt voor ieder van ons, hier. Ik denk dat hier bijna niemand zit – ik hoop niemand – die er stiekem van zou genieten om het nog wat scherper te maken en mensen te beteugelen.
Ik reken alvast op die goedheid in ieder van ons om de komende weken dat debat versneld te voeren, en om op korte termijn een grondige evaluatie te maken en te bekijken of we er echt van overtuigd zijn dat we hiermee verder moeten. Voor de continuïteit geven we graag onze steun aan dit voorstel van decreet. Het zal wel met lange tanden zijn, omdat we eigenlijk gehoopt hadden – heel het land, trouwens – dat we klaar waren om dit debat al wat diepgaander te voeren, want er zijn toch wel wat vragen te stellen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, het zal u vast niet verbazen, want we hebben er eigenlijk al over gesproken: ik deel eigenlijk een zeer groot deel van de analyse die u daarnet gemaakt hebt. Zegt u het gerust als ik slecht heb geluisterd, als ik het fout interpreteer, maar u zegt dat er een gering effect was op de besmettingen die het CST heeft voorkomen. U zegt dat er een gering effect was op de extra vaccinaties die gezet zijn door het CST. We kunnen spreken van een procent. U hekelt het feit dat er geen grondige evaluatie aan deze verlenging is voorafgegaan. Ook dat hebt u gezegd. U zegt, of zo versta ik het toch, dat u geen grote fan bent van het feit dat het einde van dit decreet gekoppeld wordt aan de federale noodsituatie. U zegt dat het voor het parlementaire debat misschien beter was geweest om daarvoor, zoals in Brussel, hier in het parlement een einddatum te bepalen. Dat zijn allemaal dingen waarmee ik het volmondig eens ben.
Maar dan klopt er toch iets niet. Al sinds eind oktober, sinds de invoering van deze QR-pas, deze afschuwelijke coronapas, in onze samenleving, hoor ik u zeggen dat u vindt dat daar een debat over moet zijn, dat het grondig bekeken moet worden en dat we dat te allen tijde moeten doen. We zijn nu een paar maanden verder. Versta ik u nu goed dat enkel onder het mom van de continuïteit – want dat is het enige positieve wat u over dit voorstel van decreet hebt gezegd – u en uw partij nog langer vrijheden gaan afnemen van bepaalde Vlamingen? Enkel onder het mom van de continuïteit, want met al de rest van wat u gezegd hebt ga ik bijna volmondig akkoord. Dat zijn allemaal dingen die tegen de verlenging van dit decreet pleiten, die tegen het CST pleiten. Alstublieft zeg, als u echt meent wat u daar hebt gezegd …
Dat geldt hier trouwens voor alle parlementsleden. Zoals iedereen hier zit tijdens dit debat: het is echt een schouwspel. Het gaat hier verdikke over de vrijheden van de Vlamingen, het gaat hier niet over een of ander visdecreet, hoewel dat ook zeer interessant en boeiend kan zijn. Dit is echt iets belangrijks, waar iedereen, elk parlementslid zich over moet buigen, waar elk parlementslid in eer en geweten over moet kunnen stemmen. Maar het schouwspel dat zich hier afspeelt, is er een van parlementsleden die totaal niet geïnteresseerd zijn, parlementsleden die duidelijk gewoon op het stemknopje duwen dat straks door hun fractieleider of hun partijvoorzitter wordt bevolen. Dat is wat zich hier aan het afspelen is. We hebben onderlinge contacten in de wandelgangen, de mensen thuis mogen dat gerust weten, en ik weet dat er immens veel parlementsleden zijn, ook bij hen die hier aanwezig zijn, en zeker van de N-VA, die absoluut tegen het CST zijn, die tegen de verlenging van dit decreet zijn. Wel, u kunt mij misschien jong noemen op dat vlak, en misschien ben ik daar ook naïef in, maar ik weet één ding, en dat is dat ik alles wat ik hier doe, in eer en geweten doe. Ik wil op het einde van deze legislatuur absoluut mezelf nog in de spiegel kunnen kijken en in eer en geweten kunnen zeggen dat ik nooit heb meegewerkt aan het inperken van de vrijheden van de Vlaming, op basis van een vaccinatie of geen vaccinatie. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, ik zal dat graag doen. Collega Brusselmans, uw bevlogenheid siert u. Ik zal die bevlogenheid ook onthouden als het gaat over andere rechten en vrijheden van mensen in de komende jaren. We gaan elkaar nog vaak tegenkomen in toekomstige debatten. Hopelijk zien we dan datzelfde vuur om iedere avond in de spiegel te kijken. Ik voel mij ook niet aangesproken, maar ik had ook niet het gevoel dat u het tegen mij had in uw toon over de manier waarop het debat hier wordt gevoerd. Ik weet zowel uit de wandelgangen als uit debatten in de commissie dat heel veel collega’s oprecht bezorgd zijn over de risico’s van dergelijke types maatregelen. Het inperken van vrijheden, dat is iets waarmee we heel behoedzaam moeten zijn, maar de overheid doet dat op andere domeinen ook. Er wordt daarbij altijd een afweging gemaakt: is het proportioneel? Uw vraag is dus zeer terecht: is het enkel voor de continuïteit? Ik denk dat dat één argument is waarom wij er voor een korte periode nog in kunnen meegaan.
Een ander argument om er nog voor een korte periode in mee te gaan, in de vorm zoals die er vandaag is – de rest ligt in het debat dat we de komende tijd gaan voeren – is dat het bijvoorbeeld in de eerste weken na een boostervaccin wel degelijk een impact heeft op transmissie. Ook dat is wetenschap. Dat effect is niet absoluut. Na zes, zeven, acht, negen weken zakt dat weer voor een stuk weg, maar die eerste weken na een booster heeft het ook een effect op besmettelijkheid en transmissie. Dat is niet in de orde van verklaringen die elders werden afgelegd. U weet dat ik mij heel graag houd aan wat feitelijk bewezen is.
Ik probeer ook dit debat zeer bezorgd, zeer oplettend, maar ook zeer rationeel te voeren. Ik hoed mij dus ook voor grote woorden die hier worden gebruikt, zoals ‘tirannie’ en 'afschuwelijke instrumenten', alsof er niks ergers in de wereld zou bestaan dan dit, maar ik ben er wel zeer oplettend voor dat we dit niet onnodig lang doen. Zonder hier nu de grote verzoener te willen zijn, ik heb eigenlijk ook bij de tussenkomst van de andere collega’s gehoord dat het absoluut ieders intentie is om dit niet langer dan nodig te doen. Het zal verschillen van de persoonlijke appreciatie of dat dan nog een maand is of nog twee maanden of nog zes maanden.
U voelt al waar mijn overtuiging voor een stuk naar uitgaat, als de gegevens op papier blijven wat ze zijn, als het virus ook niet verandert, want ook dat is een veranderende omstandigheid. Om nu te zeggen dat we daar nog een aantal weken mee verdergaan om die vijfde golf nu op een veilige manier af te ronden, geef ik u het argument van de continuïteit, maar ook het argument van het effect op kortere tijd van die boostervaccinaties. U kunt gesticuleren en u mag zo meteen verder reageren, maar dat is voor ons de afweging op dit moment, samen met de oproep om dit debat hier versneld en stevig te voeren. Ik heb begrepen dat de collega’s daarvoor openstaan. Ik denk ook dat dat zich opdringt, bijvoorbeeld omdat gisteren een aantal experten zeer duidelijk op tafel hebben gelegd dat we daar eigenlijk fundamenteler over moeten nadenken. Daarom moeten we dat debat hier dus versneld voeren. Als het nodig is, zullen wij daarover, samen met collega’s of alleen, eventueel een initiatief nemen. Ik reken er alvast op dat uw fractie dat debat dan mee zal omarmen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, u hebt nu een tweede element aangehaald, met name de effectiviteit van een booster voor het terugdringen van de besmettelijkheid tijdens de eerste weken, maar dat is ook niet iets dat ik hier in vraag heb gesteld. Dat is niet iets dat ik ontken. Dit is geen debat over het al dan niet zetten van een booster. Het is geen debat over de effectiviteit inzake de besmettelijkheid van diezelfde booster. Het is een debat over de effectiviteit, het nut, het doel van het CST, de coronapas. Dat heeft natuurlijk niks te maken met wat zo’n booster doet met besmettelijkheid of niet. Mensen laten zich ook vaccineren zonder het CST. Dat hebt u zelf ook toegegeven. Het CST heeft maar voor 1 procent meer gezorgd. Meer nog, in vrijwel heel Europa, los van alle maatregelen, zien we dat, wanneer er een vaccinatiegraad van 65 procent is bereikt, er nauwelijks nog een verschil zit op de cijfers qua besmettingen, op de cijfers qua ziekenhuisopnames enzovoort. We mogen er terecht fier op zijn dat we die hier in Vlaanderen allang hebben gehaald, maar zo’n CST heeft daar niks mee te maken. Absoluut niet. U kiest natuurlijk uw eigen argumenten, dat is voor uw rekening, maar als u zegt dat de effectiviteit van een booster voor u een argument is om het CST te verlengen, sorry, maar dan gaat dat mijn petje te boven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Brusselmans, we mogen hierover van mening of appreciatie verschillen, ik heb alleen begrepen dat het CST en de Europese reismogelijkheden deze namiddag al een argument zijn om een boosterprik te halen voor de 12-tot-18-jarigen. Het heeft dus wel degelijk een effect. Ik zeg niet dat dat per se een positief effect is. Ik ben er vast van overtuigd dat dit soort zaken een zeer beperkt effect in de tijd heeft, en dat je op deze manier de natuurlijke bereidwilligheid in de samenleving niet aanwakkert om zich te laten vaccineren.
Ja, ik kan mezelf recht in de ogen kijken. Ieder lid van mijn fractie kan voor zichzelf denken, maar ik wil dit nog voor een korte tijd verlengen met het oog op een goede afronding van de vijfde golf.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Mijn fractie is hierin minder dubbelzinnig. Het virus is heel snel en de voorspellingen die werden gedaan, zijn waarheid gebleken. Dit betekent dat wij als politici, als mensen die besturen en verantwoordelijkheid nemen, op sommige momenten hebben gepoogd om de mensen het vooruitzicht te geven op het einde van deze pandemie en alle daarbij horende maatregelen. Er zijn soms data en periodes naar voren geschoven, en men heeft zich vaak laten inhalen door de waarheid, en door de werkelijkheid zoals die zich aandient.
Hoe de Vlaamse, maar ook federale ministers deze zaak aanpakken, ze kijken naar de werkelijkheid en zien welke evolutie er zich aandient en op welke manier maatregelen kunnen evolueren. Kijk naar het debat dat we vandaag hadden over het onderwijs, over de boosterprik voor de 12-tot-17-jarigen.
Dat soort van denken, maar ook snel handelen wanneer feiten veranderen – de werkelijkheid rondom ons verandert steeds –, zijn erg belangrijk. Voor ons is het heel logisch dat maatregelen kunnen worden genomen zolang de pandemie een dergelijke noodsituatie rechtvaardigt. Vanzelfsprekend gaan we uit van een tijdelijkheid en is het moeilijk te weten hoe lang die tijdelijkheid zal duren.
Besturen is in dit dossier vaak bijsturen. Ik ben blij dat de overheden elkaar daarin steeds beter vinden. Natuurlijk zal Vooruit graag participeren aan een breed debat, maar voor alle duidelijkheid, het is ook belangrijk dat er wordt gehandeld, dat we doen wat nodig is. Ook als wat nodig is niet altijd even prettig is, dan nog moeten we durven verdedigen wat nodig is om zo veel mogelijk mensen in een zo goed mogelijke gezondheid te houden. Dat is het standpunt van Vooruit en dat is het standpunt dat we zullen blijven innemen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Zoals ik ook bij de eerste bespreking over de coronapas duidelijk heb gemaakt, zullen we ons allebei verzetten tegen de invoering van de coronapas. Dat gaan we vandaag ook doen.
Vandaag is het nog helderder dan de vorige keer dat zo'n coronapas ons helemaal niet helpt in deze pandemie. De coronapas geeft een vals gevoel van veiligheid. Er zijn experts die zelfs zeggen dat ze vrezen dat het heeft geleid tot meer besmettingen in plaats van minder besmettingen. Als mensen binnengaan met een coronapas, denken ze dat ze veilig zijn en dat ze elkaar rustig kunnen vastpakken, maar ondertussen kunnen ze wel besmettingen doorgeven. Bovendien weten we dat zo'n vaccin niet volledig werkt om besmettingen te voorkomen.
De coronapas verdeelt de bevolking ook, en pookt de tegenstellingen op. Dat hebben we juist niet nodig om allen samen deze pandemie aan te pakken en achter ons te laten. Wat we wel nodig hebben, is solidariteit en eensgezindheid. De coronapas zorgt exact voor het omgekeerde. Daarom is de coronapas helemaal niet proportioneel, maar net disproportioneel. Dat weten jullie eigenlijk ook allemaal wel.
Wat ik heel pijnlijk vind, is dat er hier wordt gezegd dat de coronapasregeling dient om de mensen te verplichten zich te laten vaccineren. Het vaccin verplichten zonder het te verplichten, dat is blijkbaar waarvoor de coronapas hier moet dienen. Daar gaan we echt voor passen.
We zijn ervoor dat mensen zich laten vaccineren en daar werken wij ook aan. Daar werken we dag in dag uit aan. In de praktijk waar ik werk, in Hoboken bij Geneeskunde voor het Volk, bellen we alle mensen op die zich niet hebben laten vaccineren en markeren mensen die nog niet gevaccineerd zijn in het dossier. We gaan met al die mensen de dialoog aan, we horen wat hun drempels zijn en waarom ze zich niet laten vaccineren. We geven de juiste argumenten en zorgen zo dat mensen zich een correct idee kunnen vormen van het zich al dan niet laten vaccineren. We merken dat bij heel veel mensen het ook de eerste keer is dat er iemand een eerlijk gesprek met hen aangaat over hun vragen en bezorgdheden rond die vaccins.
Bovendien is heel duidelijk dat die coronapas ook een lapmiddel is voor een falend beleid van de verschillende verzamelde regeringen van ons land tegen corona. Want er wordt wel altijd gezegd dat het maar een van de maatregelen is, maar in de realiteit zien we dat er bijvoorbeeld nog altijd geen gratis zelftesten zijn, dat de ventilatie in de scholen nog altijd niet in orde is, dat het contactonderzoek nog altijd achter de feiten aanloopt, dat het niet lokaal en niet nabij de mens wordt georganiseerd, dat de zorg en de eerste lijn nog altijd niet zijn versterkt, integendeel. Ik kan u garanderen dat de huisartsen vandaag compleet aan het verzuipen zijn, met alle attesten en vragen van patiënten die ziek zijn, getest zijn of in quarantaine moeten gaan.
We gaan dus niet mee in dit voorstel van decreet, wij zijn het er niet mee eens dat mensen worden uitgesloten van het sociaal en cultureel leven met een coronapas die niet werkt en die eigenlijk gewoon moet verbergen dat men na twee jaar het coronabeleid nog altijd niet op orde heeft.
We zullen deze verlenging dan ook niet steunen net zoals we ook de eerste keer de coronapas niet hebben gesteund.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik wil graag reageren op enkele zaken.
Collega Janssens, u stelt dat er een voorstel ligt tot verlenging voor onbepaalde duur. Dat is natuurlijk helemaal niet juist. Er ligt geen enkel voorstel tot verlenging voor onbepaalde duur op tafel. Wat voorligt, is een koppeling aan de federale fase als maximaal eindpunt. Dat is iets helemaal anders dan onbepaalde duur, dat is zelfs iets helemaal anders dan effectief de einddatum steeds te laten samenvallen met het einde van de federale fase. Want – en ik heb het daarstraks gezegd – er is wel degelijk mee bepaald dat de Vlaamse Regering op elk moment vroeger een einde kan stellen aan elk van de verschillende bepalingen van het decreet.
U klaagt aan dat het voorstel van decreet hier vandaag ter tafel komt en dat het dan natuurlijk bij hoogdringendheid is, aangezien het vorige decreet afloopt op 31 januari en we al op 20 december 2021 het voorstel van decreet hebben ingediend. Het is een voorstel van decreet waarover een aantal adviezen moesten worden gevraagd. Ik neem aan dat u zult honoreren dat die adviezen nodig zijn zoals voorzien: het advies van de Risk Assessment Group (RAG) en het advies van de Vlaamse Toezichtcommissie (VTC). Weet u wanneer wij het advies van de VTC hebben gekregen? Maandagnamiddag om 15.47 uur. Ik zie dan ook niet in wanneer we dit voorstel van decreet eerder in de commissie hadden moeten brengen, terwijl we de nodige adviezen nog niet hadden, aangezien we ze pas sinds eergisteren hebben.
Maar dat er een debat komt en dat er een evaluatie komt, lijkt me inderdaad wel logisch en nodig. En dat is ook wat het Overlegcomité heeft beslist. En nu verwijst u naar een vraag van de voorzitter van de commissie Welzijn, uw partijgenoot, Stefaan Sintobin, van vorige week om daarover hoorzittingen te organiseren, en komt u ons verwijten dat wij het debat daarover uit de weg zouden gaan en geen hoorzittingen zouden wensen. Collega Janssens, op geen enkel moment is in de commissie Welzijn een vraag gesteld om hoorzittingen te organiseren over dit voorstel van decreet of over het CST in het algemeen. Ik dacht toch dat dat de normale weg is om binnen het parlement en in een commissie hoorzittingen te vragen. En dat is niet gebeurd, ook niet vorige dinsdag, toen de commissie tot bijna 20 uur 's avonds heeft geduurd.
De eerste en de enige vraag die ik heb gekregen in mijn mailbox van uw collega, van onze collega, Stefaan Sintobin, dateert van vorige woensdag, 19 januari om 12.09 uur. Nauwelijks enkele minuten later had ik een vraag vanwege de pers. U hebt het dus eerst in de pers geponeerd en dan de vraag gesteld aan de twee ondervoorzitters, die daarover geen beslissingsrecht hebben, collega Janssens. Want de commissie regelt zelf haar werkzaamheden, en op geen enkel nuttig moment binnen de commissie is die vraag gesteld. Kom ons nu niet verwijten dat jullie in de commissie hoorzittingen hebben gevraagd en dat wij ze niet hebben gewenst. Dat is absoluut onjuist. Op geen enkel moment, noch na 29 oktober, noch na de indiening van het voorstel van decreet is daar enige vraag over gesteld in de commissie, zelfs niet gisteren tijdens de regeling van de werkzaamheden. (Applaus bij de meerderheid)
Wat de inhoud betreft, kan ik alleen maar herhalen wat ik al vaak heb gezegd, collega’s: het is één element. Het is één element in de strijd tegen het virus dat ons nu al twee jaar teistert. De vooruitzichten zijn momenteel positiever dan enkele maanden geleden, op 29 oktober 2021, toen we hier het vorige voorstel van decreet goedkeurden. We hopen dat die bewaarheid worden, wij hopen dat absoluut. Jullie klagen altijd aan dat via het CST de vrijheid wordt beperkt van mensen die niet gevaccineerd zijn. Als we dat niet hadden ingevoerd, dan hadden we mogelijk veel strengere maatregelen moeten nemen, waardoor we de vrijheid zouden beperken van de mensen die wel de solidariteit hebben getoond om zich te laten vaccineren, collega’s. Ondertussen ziet de situatie er inderdaad beter uit en hopen we ook dat we dat CST binnen enkele weken, op echt korte termijn, kunnen stopzetten.
Ik kan alleen maar zeggen dat, als we dit voorstel van decreet vandaag goedkeuren, we dat doen om ons volgende week niet in onzekerheid te storten, zelfs al zijn de signalen positief. Maar we moeten nu de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen. Ondertussen kunnen we vanzelfsprekend verder het debat voeren, kan die evaluatie gemaakt worden, zoals trouwens ook beslist werd op het Overlegcomité. Maar laten we ons in die tussentijd niet in de onzekerheid storten.
De heer Parys heeft het woord.
Collega’s, dit is inderdaad een belangrijk debat. Maar met belangrijke debatten ga je het best om met enige nuance. Wij hebben er inderdaad op gewezen, na de invoering van het CST in november, als eerste van alle politieke partijen, dat het CST niet goed functioneert als instrument om de viruscirculatie te temperen. Het is ons verweten dat wij een verborgen agenda hebben die pro-CST is. Dat is natuurlijk een beetje belachelijk. Ik heb er nog enig begrip voor dat het een instrument kan zijn om ervoor te zorgen dat je die boostercampagne niet ziet afzwakken. Afgelopen vrijdag hebben we er dan met de Vlaamse Regering voor gezorgd dat het CST in de gele fase van de barometer ook effectief wordt afgevoerd. Dan is daar geen sprake meer van. Dat was helemaal anders in het originele concept van de barometer dat voorlag. Die gele fase, collega’s, ligt ook niet meer zo ver voor ons uit. Naar schatting lopen wij een paar weken achter op landen als Engeland en Ierland. Het afvoeren van de vrijheidsbeperkende maatregelen is dus binnen handbereik. En ja, ik begrijp dat heel veel mensen het liever onmiddellijk allemaal zien verdwijnen. Ik heb ook respect voor die vraag. Maar binnen die heel moeilijke politieke en maatschappelijke context heeft de Vlaamse Regering van Jan Jambon er alles aan gedaan om te verankeren dat die vrijheidsbeperkende maatregelen effectief zo snel mogelijk worden afgebouwd zodra de endemische fase van covid is ingezet. Dat zal volgens de huidige prognoses dus niet lang meer duren.
Het debat waarnaar gevraagd is en waarover ondertussen ook beslist is dat dat er komt in het parlement, zal dus enkel nog gaan over de vraag of het CST überhaupt nog nuttig is in de oranje en rode fase. Wij zijn ervan overtuigd dat, als je het aan experten vraagt, zij zullen bevestigen wat wij al vanaf het begin zeggen: virologisch heeft het geen nut, in de vaccinatiecampagne heeft het mogelijk enig nut. Daar hebben we begrip voor. Dus zelfs in die oranje en rode fase van de barometer zal het CST mogelijk ook zeer snel sneuvelen. Dus laten we dat debat, waartoe we beslist hebben, dan ook sereen houden, zonder vergelijkingen te maken met Jodensterren en zonder andere overdrijvingen in de publieke arena te gooien.
De Vlaamse Regering blijft effectief aan het stuur zitten van al haar beslissingen. Dat is wat wij hier voorleggen aan dit parlement: op elk ogenblik kan de Vlaamse Regering beslissen om een bepaling van dit korte voorstel van decreet buiten werking te stellen.
De vraag om een debat is gehonoreerd. Daar kijken wij heel hard naar uit. Wij denken dat het debat een zeer duidelijke conclusie zal hebben.
Twee, wat betreft de inwerkingtreding en de duurtijd van dit decreet, heeft mevrouw Schryvers zojuist geschetst dat de pandemische fase de maximumfase is waarbinnen het CST kan lopen, maar dat de Vlaamse Regering altijd kan beslissen om veel sneller en vroeger af te schakelen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, ik meen hier vandaag al een paar keer gehoord te hebben dat het effect van het CST beperkt werd tot 1 procent. Ik stel me dan de vraag waarom we nog verder moeten gaan met de verlenging ervan. Als het effect dermate beperkt is, dan kunnen we dat hier vandaag gewoon afvoeren. Die QR-pas verdeelt mensen, deelt ze op in hokjes en zorgt ervoor dat we angstig worden gemaakt, dat we moreel worden gechanteerd en vooral dat we belanden in een ‘priktatuur’. Ik denk niet dat dat de bedoeling mag zijn.
Daarnet verontrustte het me ook dat minderjarigen zich laten aanzetten tot een boosterprik om op reis te gaan. Nu stel ik mij de vraag of er enig onderzoek werd gedaan naar mogelijke neveneffecten bij minderjarigen op lange termijn. Op lange termijn is natuurlijk moeilijk, omdat het vaccin nog niet zo lang bestaat, maar net daarom stel ik me de vraag welke basis jullie hebben gebruikt om dat vaccin toe te dienen aan minderjarigen. Ik heb er een aantal studies over gezien, en ik hoop dat die ook jullie bereikt hebben – al vrees ik ervoor, anders hadden we hier vandaag niet gezeten –, want er staan een aantal frappante zaken in over nevenwerkingen. Ik heb zelfs een document van vijftig bladzijden, dat vooral gaat over nevenwerken bij jongeren, zoals hartfalen, tromboses, menstruatiestoornissen …
Mevrouw Malfroot, collega Parys en collega Saeys zouden u graag onderbreken.
Ik denk dat we het debat inderdaad met nuance moeten voeren, maar ik had mijn oproep nog niet gedaan, of u begint het debat met te vragen op welke wetenschappelijke basis die vaccins toegediend worden aan jongeren, mevrouw Malfroot. Ik kan u zeggen wat u vindt, namelijk dat jongeren die vaccins niet moeten krijgen. U zou dan ook gewoon kunnen zeggen – wees dan gewoon zo eerlijk om daarvoor uit te komen – dat u op dat vlak een antivaxer bent. (Rumoer)
Als u moet vragen op welke wetenschappelijke basis dat gebeurt, dan hebt u toch een aantal debatten in dit parlement gemist. Wij hebben heel duidelijke adviezen van de Hoge Gezondheidsraad, van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA), van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over de werkzaamheid én over de bijwerkingen van het vaccin bij kinderen. Wij hebben daarover gedebatteerd.
Jullie hebben altijd gezegd dat jullie geen antivaxpartij zijn en niet in dat hoekje gezet willen worden. Maar wat u nu zegt, mevrouw Malfroot, is eigenlijk: ‘Ik ben een antivaxer als het gaat over het toedienen van vaccins bij jongeren.’ Wees daar dan ook eerlijk in. En als u zegt dat het CST mensen verdeelt: spreken over een Jodenster als het over het CST gaat, dat is net het polariserende, het verdelen van mensen. Dat willen wij net niet.
En als u dan ook nog eens komt zeggen dat u geluisterd hebt naar de actuele vragen over de manier waarop jongeren een boostervaccin kunnen krijgen zodat ze op reis kunnen gaan, dan moet u misschien eens praten met de man vier rijen voor u, met de heer De Reuse, die aan minister Beke heeft gevraagd om ervoor te zorgen dat jongeren een boostervaccin kunnen krijgen, zodat ze absoluut op reis zouden kunnen vertrekken. (Opmerkingen van Katrien Schryvers)
Inderdaad, deze namiddag. U was er misschien niet, u hebt misschien niet geluisterd, maar praat eens met elkaar in uw eigen fractie. (Applaus. Opmerkingen van Ilse Malfroot)
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik voel mij uiteraard aangesproken. U moet natuurlijk mijn woorden correct weergeven. Ik heb gezegd: “voor wie wil”. En u kunt er het verslag op nalezen. (Opmerkingen)
Laat collega De Reuse uitspreken.
Ik heb gezegd: “Voor wie wil, zorg ervoor dat er een vaccin is.” Dat zijn mijn letterlijke woorden. U kunt het nalezen.
De heer Parys heeft het woord.
Inderdaad, en er is ook niemand die hier iets anders heeft gezegd, want er bestaat helemaal geen vaccinatieverplichting. En die zal er wat ons betreft ook nooit komen. Dus natuurlijk is het altijd een vaccin voor wie wil. Dat vind ik een heel rare kwalificatie van uw woorden. Jullie spreken elkaar gewoon tegen binnen de Vlaams Belangfractie. Mevrouw Malfroot is een antivaxer als het over min 18-jarigen gaat, en u vraagt de minister in dezelfde vergadering om ervoor te zorgen dat ze zich zo snel mogelijk kunnen laten boosteren wanneer ze min 18 zijn. Praat met elkaar. (Opmerkingen van Ilse Malfroot)
Mevrouw Malfroot, ik geef hier de mensen het woord. Het is hier niet zoals vorige week.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Mijnheer Parys, ik ben helemaal geen antivaxer. Ik ben zelf gevaccineerd, dus waarom zou ik een antivaxer zijn?
Collega Parys, als u mijn groene code wilt zien, dan toon ik u die. Maar uiteindelijk behoort dit tot het medisch geheim. Maar u mag dat weten, ik gooi dat hier op tafel. Ik ben gevaccineerd. Ik ben zeker geen antivaxer. Ik ben zelfs pro vaccins. Maar dan ben ik pro vaccins zoals bijvoorbeeld voor polio. Want inderdaad, het poliovaccin werd verplicht. En waarom? Omdat die ziekte ooit gewoed heeft. Maar wat blijkt? Dat er sinds 1989 geen enkel geval van polio meer geweest is, mijnheer Parys. (Gelach. Rumoer)
En voor dat verplichte vaccin bedraagt de vaccinatiegraad 93,6 procent. En wij zitten hier vandaag aan een andere vaccinatiegraad voor ons coronavirus, mijnheer. Die vaccinatiegraad is hoger dan het verplichten van polio, dus ik vraag mij eigenlijk af waarom u die woorden hier verkeerdelijk in de mond legt, want u hebt ze verkeerd geïnterpreteerd.
U wilt natuurlijk met een stok kunnen slaan, en die stok is ons afdoen als antivaxer. Ik kan u verzekeren dat ik geen antivaxer ben. Ik baseer mij gewoon op cijfers, en die cijfers vindt u ook op Our World in Data. En die cijfers zijn toegankelijk. En het enige dat we daar kunnen vaststellen, is dat in landen waar men snel gestart is met vaccineren, daar de besmettingen eigenlijk in stijgende lijn zijn gegaan. Misschien moet u die cijfers zelf eens nakijken. In landen als Israël en het Verenigd Koninkrijk, waar men heel snel gevaccineerd heeft, gaan die besmettingen pijlsnel de hoogte in. En had u die effecten mee in rekening genomen, dan hadden we dat CST helemaal niet in het leven moeten roepen.
En u kunt misschien ook kijken naar de cijfers van landen waar minder vaccins zijn toegediend, zoals India. Daar ziet u dat de besmettingen merkelijk lager zijn. En die visie heb ik niet gehoord in de debatten. Want die werden niet gehoord in de pers. Misschien hebt u die gehoord, mijnheer Parys, maar die zijn alleszins niet gepubliceerd. Dus u bent daar eigenlijk een beetje zever aan het verkopen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat is hier begonnen met het debat over het CST en ineens komt men daar aandraven met vaccinatie bij minderjarigen. Kijk, dat is op dit moment dus juist het probleem. Als het gaat over minderjarigen, als het gaat over je kinderen, zijn er altijd wat twijfels. Maar door zulke uitspraken te doen zorg je juist voor polarisatie, en zorg je er juist voor dat mensen die twijfels hebben, zeer ongerust worden. En het gevolg daarvan is dat ook de basisvaccinatie die op dit moment bestaat, in het gedrang komt. Want mensen wantrouwen nu het coronavaccin, waardoor mensen nu ook beginnen te twijfelen aan de basisvaccinatie voor onder andere polio. En dat vormt echt een zeer, zeer groot gevaar.
Dus als u nu komt aandraven met de vaccins voor minderjarigen, sorry, maar dan noem ik u echt wel een antivaxer.
De heer Parys heeft het woord.
Ik probeer het te begrijpen en het ook serieus te houden. Eerst vraagt u zich af op welke wetenschappelijke basis min 18-jarigen worden gevaccineerd. Dan komt collega De Reuse van dezelfde fractie aan de minister vragen om dat zo snel mogelijk mogelijk te maken zodat jongeren op skivakantie kunnen vertrekken en dan zegt u dat u voor een aanpak bent zoals die voor het poliovaccin, dat een verplicht vaccin is. U zegt dat dat een aanpak is die u voorstaat. Eerlijk gezegd hoop ik dat er nog een aantal mensen aan het kijken zijn, maar ik denk dat die in een staat van opperste verwarring verkeren over wat het standpunt van de Vlaams Belangfractie is en dat ze waarschijnlijk niet meer kunnen volgen. Om helemaal de kers op de taart te plaatsen, zegt u dan om te kijken naar landen waar er sneller gevaccineerd is. Daar zijn sneller meer besmettingen en dat had men kunnen weten. Als men dat had gedaan, was er geen Covid Safe Ticket mogelijk geweest. U zegt dat er in India minder gevaccineerd is en dat er daar minder besmettingen zijn. Mevrouw Malfroot, ik wens u het gezondheidssysteem van India toe.
De heer Janssens heeft het woord.
Ik wil nog even reageren op een aantal elementen die de collega’s van CD&V en de N-VA hebben aangehaald.
Collega Schryvers zegt dat het niet van onbepaalde duur is. De eerste vaststelling is dat het Vlaams Parlement hier de bevoegdheid uit handen geeft en de Federale Regering laat bepalen wanneer het Covid Safe Ticket wordt beëindigd. Als u zegt dat het niet van onbepaalde duur is, kunt u me dan zeggen wanneer het eindigt? Hoe tijdelijk wordt het nu weer ingevoerd? Toen we het debat voerden in oktober, werd er gezegd dat het decreet voor drie maanden geldt en dus verloopt op 31 januari. Nu wordt de termijn alweer met drie maanden verlengd, althans volgens de epidemische noodsituatie die de Federale Regering heeft bepaald. Wat is dan uw bepaalde duur? Wanneer eindigt het Covid Safe Ticket? Ik vraag dat niet voor mezelf. Ik ben trouwens ook gevaccineerd en heb overal vrije toegang, maar ik heb wel het medeleven met en de bekommernis voor mensen die om welke reden dan ook niet gevaccineerd zijn en die door jullie partijen uitgesloten worden van heel wat sociale activiteiten. U zegt dat het maar voor even is, misschien nog voor een paar weken, maar dat zei u in oktober ook al. Geef al die mensen duidelijkheid en zeg vanaf wanneer iedere Vlaming opnieuw toegang tot sociale vrijetijdsactiviteiten heeft. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik citeer uit het voorstel van decreet. Collega Janssens, ik neem aan dat u dat toch ook gelezen hebt. Daarin staat in de tweede alinea van artikel vijf: “De Vlaamse Regering kan voor iedere bepaling van dit decreet een datum van buitenwerkingtreding vaststellen die vroeger valt dan die datum in de eerdere alinea, vermeld in het eerste lid.” Wat komt u hier nu zeggen? Dat de Vlaamse Regering de bevoegdheid uit handen geeft? De Vlaamse Regering heeft de bevoegdheid – en we bevestigen dat in dit decreet – om op elk moment het decreet buiten werking te stellen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Schryvers, verwacht u nu echt dat de Vlaamse bevolking nog enig vertrouwen heeft in de Vlaamse Regering om eigen initiatieven te nemen nadat ze al twee jaar lang aan het handje loopt van Vandenbroucke en De Croo en zich slaafs en onderdanig opstelt in dat Overlegcomité, waar ze met een hele verlanglijst naartoe trekt om met het omgekeerde daarvan buiten te komen? Verwacht u dan werkelijk dat de Vlaming in die regering nog vertrouwen heeft? Die regering realiseert alleen maar het omgekeerde van wat ze allemaal zelf heeft bepleit.
Kijk ook naar de N-VA. Ik heb het daarstraks opgesomd. Zelfs binnen de rangen van de N-VA vindt men dat de dag waarop het Covid Safe Ticket is ingevoerd, de dag is waarop Vlaanderen een land van horigen wordt, dat er geen enkele wetenschappelijke onderbouw voor dat Covid Safe Ticket is en dat het in de woorden van de partijvoorzitter van de N-VA een brandversneller is geweest. Maar niemand kon dat toen weten. Nu weet men het wel en nu stemt men wetens en willens nog altijd voor de verlenging van die sociale uitsluitingsregel. Zeg me eens welke N-VA’er ik moet geloven, mijnheer Parys? Is dat u, die pleit dat we het aan de Federale Regering zullen overlaten om daar een eindtermijn op te zetten? Is dat Bart De Wever, die zegt dat het Covid Safe Ticket nergens voor dient of is het Joren Vermeersch, die zegt dat we als Vlamingen een land van horigen zijn geworden? Welke N-VA’er moet ik nog geloven? Ik denk dat niemand van de Vlaamse bevolking nog kan volgen.
Mevrouw Schryvers, wat dat debat in de commissie betreft: iedereen die de parlementaire vergaderingen een beetje volgt, zag ook die datum van 31 januari opduiken, 31 januari waarop het eindelijk gedaan is met het CST in de Vlaamse horeca als u vandaag dit voorstel van decreet niet goedkeurt. Wij zagen die termijn dichterbij komen en toch werd daarover in de commissie geen debat gevoerd omdat u nog altijd niet gevraagd hebt om het voorstel van decreet dat u op 20 december in het parlement hebt ingediend, te agenderen. Ook al zijn er dan een heel aantal adviezen nog niet binnen, dan kunt u toch wel vragen om tenminste een debat daarover te voeren. Het debat ging immers niet over de adviezen, het debat ging over de inzet van het CST. Mogen wij daar als Vlaams Parlement ook iets over te zeggen hebben? Of kijken we alleen maar naar wat de Kamercommissie Volksgezondheid vandaag doet, waar men vandaag wel gestart is met allerlei hoorzittingen over vaccinatieplicht, over CST en dergelijke meer? Het is toch wel heel opmerkelijk dat in het Vlaams Parlement, waar een Vlaams-nationale partij de grootste is met 35 parlementaire zetels, die partij zegt: ‘Wij gaan als beleidspartij, als grootste partij in dit parlement, helemaal geen maatschappelijk debat voeren over een dergelijke vrijheidsbeperkende maatregel. We laten dat gewoon over aan de Federale Regering waar we in de oppositie zitten en helemaal niets te zeggen hebben.’ Wat een laffe, achterbakse houding is het dat je in een parlement waar je wel iets te zeggen hebt, niet ‘bougeert’ en alleen maar gaat schieten op de Federale Regering om daar het debat te gaan voeren! Wij hadden verwacht van de N-VA, die de grootste partij is maar ook de initiatiefnemer van dit voorstel van decreet, dat we tenminste hier in het enige legitieme parlement van de Vlaamse bevolking, een debat konden hebben over een dergelijke vrijheidsbeperkende maatregel als dat CST!
En bovendien, mijnheer Parys, als u dan zegt een sereen debat te willen houden, om dan vervolgens een partij die al van in het begin van de vaccinatiecampagne zegt voor vrijwillige vaccinatie te zijn maar tegen opgelegde vaccinatie, tegen vaccinatiedwang, nog altijd als antivax gaat bestempelen, dan weet ik het niet meer. Ik weet dat u in een heel moeilijke positie zit. Ik weet dat een groot deel van uw achterban en zeker het mondige, kritische gedeelte van uw achterban niet wenst dat u hier als indiener van dit voorstel van decreet die CST-toepassing voor de Vlaamse horeca gaat verlengen. Ik weet dat het voor u heel pijnlijk is. Maar als u dan alleen nog maar de leugen als instrument hebt om andere mensen te gaan beschuldigen van zaken die ze absoluut niet zijn, dan is dat een absoluut teken van onmacht.
Maar gaat u, nadat u straks dit voorstel van decreet alweer hebt goed gekeurd, maar uitleggen aan uw achterban dat het Vlaams Parlement op uw aangeven en met de N-VA als grootste partij in dit parlement, ervoor heeft gepleit dat de Vlaamse horeca nog weken- of maandenlang – niemand van jullie kan de eindtermijn zeggen – met een CST zal werken waardoor een heel aantal Vlamingen, honderdduizenden van onze Vlamingen, geen toegang meer hebben tot de horeca, tot vrijetijdsactiviteiten. Ik wens u heel veel succes om dat met enig goedvinden van uw achterban overal in Vlaanderen te gaan uitleggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega Parys, ik kom kort even terug op wat u hebt gezegd. Ik kan alleen maar zeggen dat u een expert bent in het verdraaien van woorden en vooral in het liegen. Waarom doet u dat? Ik citeer u. U hebt hier daarstraks en vorige keer zelf gezegd: “Virologisch heeft het CST weinig nut. Dat is ook wat wij altijd hebben gezegd. Om mensen aan te zetten om zich te laten vaccineren, is het zeker een instrument dat kan worden gebruikt.” U moet nu gewoon toegeven dat dat instrument, dat CST, heeft gefaald. Maar u bent te laf. U loopt net aan het handje van Jambon, u loopt aan het handje van De Croo en u loopt aan het handje van Vandenbroucke omdat u te laf bent om hier voor uw achterban tegen te stemmen. Wat hier vandaag voorligt, daar bent u altijd tegen geweest. Nu komt u dat hier vandaag goedpraten en komt u ons hier van alles verwijten wat we helemaal niet zijn, omdat u te laf bent, omdat u niet kunt tegenstemmen, mijnheer Parys.
De heer Parys heeft het woord.
Ik ga proberen om het iets beleefder te houden. Maar goed, ik begrijp natuurlijk uw tussenkomst en het feit dat u woorden als laf gebruikt. Ik begrijp ook de tussenkomst van uw fractieleider om een beetje de aandacht af te leiden van wat nu het standpunt van het Vlaams Belang is over vaccinatie. Is dit wel of niet nuttig voor min 18-jarigen? Is het wel een verplichting, zoals u voorstelt, naar analogie met het poliovaccin dat jullie voorstaan? Of staan jullie vrijwilligheid voor? Of is het toch het aanmoedigen van jongeren om zich zo snel mogelijk te laten vaccineren, zoals daarstraks in de plenaire gevraagd?
Wat er belangrijk is in dit debat, collega’s, is dat dit debat zich altijd verengt tot vaccineren of niet. Maar je kunt een CST natuurlijk krijgen omdat je een vaccin hebt, maar je kunt ook kiezen om een test te doen en je kunt ook kiezen om, als dat het geval is, met het herstelcertificaat te werken.
Wat het virologisch nut betreft, collega Malfroot, daar hebben we het daarjuist over gehad. Natuurlijk, de minister-president had kunnen weglopen op het Overlegcomité van vrijdag. Want die keuze is er altijd. Als de Vlaamse Regering wegloopt van het Overlegcomité dan gebeurt er niets en dan worden er in het midden van een crisis geen beslissingen genomen. Dat is de Vlaams Belangaanpak. Door te blijven zitten en te werken aan een compromis zijn we er wel in geslaagd om in die endemische fase die binnen handbereik ligt ervoor te zorgen dat het CST op de schop gaat en dat we daar op een ordentelijke manier vanaf geraken.
Maar ik heb ook wel een vraag naar de Vlaams Belangfractie toe. Want jullie zien het CST als ‘evil’. Maar waarom is het dan dat jullie deze maand met het Vlaams Belang in Antwerpen – de heer Van Rooy en de heer De Winter waren daar voor hun toespraken aanwezig – een nieuwjaarsreceptie hebben gehouden die volstrekt illegaal is omdat ze alle covidregels aan hun laars lappen? Jullie zeggen: ‘goed, we houden toch een bijeenkomst die ingaat tegen alle covidbeperkingen die er zijn.’ Maar vreemd genoeg is er één regel die jullie wel hebben toegepast. En ik citeer uit het krantenartikel dat ik daarover heb gelezen. Daar stond: “Deelnemen kon enkel op het vertoon van een Covid Safe Ticket.” Dus is de vraag: aan de éne kant zeggen jullie ‘we lappen die regels aan onze laars en we houden een bijeenkomst’, en aan de andere kant mag niemand binnen, tenzij ze een CST kunnen voorleggen. Ik vind dat eigenaardig.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik denk dat hij zelf aanwezig was. Ik denk dat, ik weet dat niet. Omdat u van Antwerpen bent…
Ja, ik was daar toevallig aanwezig, natuurlijk.
Toevallig?
Het is heel eenvoudig, mijnheer Parys. Die nieuwjaarsreceptie bevond zich in een bevriend café en die cafébaas is natuurlijk baas in zijn eigen café en die wil voldoen aan de geldende regels, die wil geen boete. Dus als wij onze nieuwjaarsreceptie daar wilden houden, dan moesten wij de regels volgen die een café moet volgen. Zo simpel is het.
De heer De Reuse heeft het woord.
Collega, u probeert mij weer woorden in de mond te leggen. Ik heb niet proberen aan te moedigen. Ik heb gezegd dat ‘wie wil, kan om een boostervaccin gaan om zo mee te kunnen gaan op skiklas’. Dat is één. En twee – en dat wil ik toch kort nog even zeggen –: de hoorzittingen zijn nooit gevraagd. De afspraak is altijd zo binnen de commissie dat als er geen voorstel is, er geen hoorzitting wordt toegestaan. Daar is gisteren in de regeling der werkzaamheden ook nog een voorbeeld van geweest naar aanleiding van een vraag van collega De Martelaer. Dus, u moet nu ook niet uit de lucht vallen. Zo was het.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, de waarheid heeft toch haar rechten. We krijgen hier het verwijt dat we het voorstel van decreet niet hebben behandeld in de commissie, terwijl er adviezen verplicht waren. Als wij zonder adviezen naar die commissie waren gegaan, dan was de behandeling niet geldig geweest en hadden we ongetwijfeld verwijten gekregen dat er adviezen verplicht waren en dat de commissieleden, terecht, begrijpelijk, eerst kennis hadden willen nemen van die adviezen vooraleer zij het voorstel van decreet behandeld zouden hebben. Dus, wij zijn daar op geen enkele manier het debat uit de weg gegaan, maar het voorstel van decreet is daar niet behandeld omdat het advies van de VTC maar maandagnamiddag – ik heb daarstraks zelfs het uur gezegd – is binnengekomen en we er toen pas kennis van hebben kunnen nemen, waardoor vandaag de eerste en de eerste nuttige rechtstreekse plenaire zitting was geweest. Het stond het Vlaams Belang zelf wel vrij om het debat te vragen. Het stond het Vlaams Belang vanzelfsprekend ook vrij om een parlementair initiatief te nemen en daarvan de agendering in de commissie te vragen. Dat is geen enkel probleem. (Opmerkingen van Immanuel De Reuse)
Dat hebt u niet gedaan. En dan nu komen zeggen dat wij geen hoorzitting hebben gewild, dat wij het debat uit de weg zijn gegaan, is gewoon intellectueel en in de feiten onterecht en onjuist. (Applaus bij CD&V).
De heer Janssens heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, u zit hier van iedereen aanwezig waarschijnlijk het langst in het parlement, misschien samen met de heer Keulen, maar in elk geval veel langer dan ikzelf.
En de heer Van Dijck.
De heer Van Dijck mag ik zeker niet vergeten.
En de heer Tobback!
Mevrouw Schryvers, gaat u nu werkelijk zeggen, met heel uw parlementaire ervaring dat er nog nooit in een parlementaire commissie een voorstel van decreet behandeld is waarvan nog niet alle adviezen die nodig waren, binnen waren?! Gaat u dat nu werkelijk beweren?! Of zit u hier nu gewoon de kaarten naar uw hand te zetten omdat u daar geen debat over wilt?
U wilt helemaal geen maatschappelijk debat over het CST. U wilt helemaal geen maatschappelijk debat over vaccinatie. U gaat dat debat uit de weg en wilt het hier snel snel door het parlement jagen. (Opmerkingen)
Dat is de enige reden dat dit voorstel van decreet, indiendatum 26 januari, straks snel snel moet worden goedgekeurd, zodat niet te veel Vlamingen weten dat jullie burgers tegen elkaar opzetten. (Rumoer)
Collega Janssens, ik ga me niet inhoudelijk moeien, dat ga ik niet doen en dat mag ik ook niet. U spreekt over ‘geen debat’ maar we zijn hier al bijna twee uur bezig over het onderwerp. (Opmerkingen)
De waarheid heeft ook haar rechten.
Ja, twee uur debatteren over een maatregel in een coronacrisis die al twee jaar duurt, mag het even!
Mevrouw Schryvers, u zegt dat het Vlaams Belang zelf een initiatief had kunnen nemen. Dat is net het probleem, we wilden helemaal geen parlementair initiatief meer over dat CST. Dat CST verdwijnt als dit voorstel van decreet vandaag niet goedgekeurd wordt. (Rumoer)
Dan verdwijnt het CST op 31 januari! Gooi dit parlementair initiatief van de tafel en dan is het CST in Vlaanderen eindelijk weg!
Voorzitter, als ik mag afronden, want we zijn inderdaad al twee uur aan het debatteren, mag ik dan eens vragen: van al die voorstanders van het CST heb ik nog altijd geen argumenten gehoord waarom dat hier eigenlijk vandaag moet worden goedgekeurd, waarom dat CST moet worden verlengd. Gaat het de vaccinatiegraad verhogen? Het heeft de voorbije maanden in elk geval de vaccinatiegraad niet verhoogd! Experten zeggen dat het wel eens het omgekeerde effect zou kunnen hebben. Gaat het besmettingen tegengaan? Ik denk dat heel wat collega’s al gezegd hebben dat een vaccinatie niet per se de transmissie van het virus tegengaat. Kunt u dan in hemelsnaam eens zeggen wat nu de wetenschappelijke onderbouw is waarom dat voorstel van decreet betreffende het CST vandaag gestemd moet worden?
De heer Parys heeft het woord.
Ik val in herhaling omdat u in herhaling valt. Maar, ik zal met de heer De Reuse praten die daarnet zei – ik lees hem letterlijk, anders zegt hij dat er woorden in zijn mond worden gelegd – “Minister, zet dus de nodige stappen ook in eigen land. Gebruik daar eens het gezond verstand om te zorgen dat onze jeugd kan gaan en staan waar ze wil, maar zorg er ook voor dat onze kinderen tijdig worden gevaccineerd zodat wie wil, meekan op skiklas of schoolreis.” (Rumoer)
En u komt aan mij vragen of het CST een rol kan spelen voor bijvoorbeeld minderjarigen! Sorry, mijn verstand is hiervoor te klein, misschien moet u het mij straks eens uitleggen. Ik begrijp niet dat de heer De Reuse eerst zegt dat we ervoor moeten zorgen dat kinderen zich kunnen laten vaccineren omdat ze niet op reis kunnen zonder CST, en dat is een Europese internationale verplichting, en dat u dan de vraag stelt of het wel enig effect heeft op de vaccinatiegraad. Sorry, mijnheer Janssens, misschien moet u uw fractievergaderingen even langer laten duren dan dit debat.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, dit is een interessant debatje, een opbodje, tussen rechts en extreemrechts. (Gelach)
Collega’s, de coronapas is nu al een paar maanden van toepassing, het debat is nu al twee uur bezig, en het enige dat ik nog niet heb gehoord, is een argument waarom we die pas nodig hebben. Dat is het enige wat ik vandaag nog niet heb gehoord. Wat brengt het vandaag nog op? Het brengt een vals gevoel van veiligheid. Het heeft amper invloed op de vaccinatiegraad, daar is iedereen het mee eens. We zouden daar beter zo rap mogelijk vanaf geraken! Daar is iedereen hier het over eens. En wat doen we? Verlengen! Verlengen zonder één inhoudelijk, wetenschappelijk, medisch, virologisch of ander argument. Ik vind dat een parlementair debat onwaardig.
Die maatregel sluit intussen een groep – of u het nu eens bent met de keuze van die groep of niet – uit van het sociale of culturele leven. (Opmerkingen)
Ik denk dat iedereen hier het daar moeilijk mee heeft. (Opmerkingen)
Dan kun je vandaag toch niet anders dan vaststellen dat die maatregel disproportioneel is en dat we er beter mee zouden stoppen. Als jullie toch een argument kunnen geven waarom we die coronapas vandaag wel nodig hebben, buiten het feit dat het huidig decreet volgende week afloopt, dan hoor ik het graag. Anders zie ik werkelijk geen enkele reden om dat te doen. Het enige wat we hier vandaag nog horen, is dat de coronapas een manier is om de duimschroeven aan te draaien bij de mensen die ervoor kiezen om zich niet te laten vaccineren. Je kunt het eens of oneens zijn met de reden waarom ze zich niet laten vaccineren, maar mijn oproep is om met hen in gesprek te gaan. Luister, geef argumenten. Overtuig in de plaats van via een omweg een verplichting op te leggen waarbij je de mensen maar meer tegen elkaar opzet. Stop die polarisatie. Stop met die duimschroeven aan te draaien met dit soort manieren. Stem dat CST weg en kies dus eindelijk voor een pandemiebeleid samen met mensen in eenheid en solidariteit in de plaats van dit soort repressie.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega Parys, het is de laatste keer dat ik inga op u. U wilt het gewoon zelf niet begrijpen. Ik snap het wel. Ik zie ook de berichten van mensen die hun lidkaarten opsturen, de kritiek die u als persoon krijgt op sociale media. Als het niet zo schrijnend zou zijn voor de vrijheid van ons allemaal, zou ik er waarschijnlijk nog plezier in hebben. Wat u doet, is volledig fout. Opnieuw zegt u dat de kritiek op het CST niet valabel is want mijn collega De Reuse of andere collega’s hebben deze middag nog gepleit om vrijwillige vaccinatie of boosters voor minderjarigen mogelijk te maken. Maar het een heeft niks, maar dan ook niks, te maken met het ander. Want als u spreekt over reisvoorwaarden, dan spreekt u over het EU Digital COVID Certificate dat perfect losgekoppeld kan worden van het CST zoals wij het hier gebruiken. U kunt het CST in stand houden om te reizen en het afschaffen voor alles waarvoor het nodig is in Vlaanderen. Dat is perfect mogelijk.
Dan zei u daarnet opnieuw dat we blij mogen zijn met zo’n minister-president. Jojojan, Slappe Jan, ik weet niet welke namen hem in de toekomst nog toebedeeld zullen worden. We mogen blij zijn want die zit daar aan tafel in dat Overlegcomité en die kan af en toe toch nog eens iets binnenhalen. Laat het zeer duidelijk zijn: de federale overheid of de rest van het Overlegcomité verplicht het CST niet. Het enige wat zij doen, wat de federale wetgeving heeft gedaan, is extra versoepelingen mogelijk maken wanneer de regio Vlaanderen dus beslist om het CST te gebruiken op evenementen en in bioscopen. Hoewel ik ertegen ben en het absoluut een foute keuze vind, kan ik er tot daar nog in meegaan. Maar wat het gebruik voor fitnesscentra betreft, wat het gebruik voor de horeca betreft of wat het vrijwillig gebruik betreft dat u vandaag mogelijk wilt maken voor instellingen met kwetsbare personen, is er maar één iemand verantwoordelijk. Dat is de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement, waar uw partij de N-VA de grootste partij van is. Dus stop toch met uw gezever en geef gewoon eens toe: ‘ja, ik ben voor het CST’. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik denk dat we ongeveer alles gezegd hebben wat er in dit debat gezegd moest worden. De standpunten zijn gekend. Misschien nog heel kort enkele zaken. Collega Janssens, u begint met hoelang ik al in dit parlement zit of dat ik een van de personen ben die het langst in het parlement zitten. Ik vind dat een beetje confronterend. Ik weet niet of ik dat als een compliment moet aanzien of niet. Er zijn hier toch nog collega’s voor wie de eer groter is, die hier toch heel wat jaren meer op de teller hebben staan. Er zijn zelfs collega’s die er vandaag ook zijn. Ik kijk onder meer naar collega Van Dijck of collega Keulen.
Maar, u zei dat om mij de vraag te stellen of ik het nog nooit heb meegemaakt dat een voorstel van decreet behandeld is zonder dat er adviezen waren. Wel, ik denk dat je daar toch wel een onderscheid moet maken tussen adviezen die facultatief gevraagd worden, en dat gebeurt regelmatig, en in casu adviezen die verplicht zijn, waarzonder wij geen geldige beslissing kunnen nemen rond een decreet. Dat maakt hier natuurlijk de essentie uit. In casu waren de twee adviezen, van de Risk Assessment Group (RAG) en van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC), verplicht, en hebben we die maar heel recent gekregen.
Hadden jullie zelf geen parlementair initiatief kunnen nemen? Het is wel heel gemakkelijk om te zeggen: ‘Nee, want we waren tegen, dus we konden geen parlementair initiatief nemen.’ Alsof het enige parlementair initiatief dat je kunt nemen een voorstel van decreet is, om het CST te verlengen of om het op te leggen. Je kunt daar tal van andere parlementaire initiatieven in nemen, en op basis daarvan hoorzittingen vragen, maar jullie hebben dat gewoonweg niet gedaan. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Inhoudelijk dan nog, heel kort, collega’s: het CST is maar één van de middelen, in combinatie met andere middelen. De evaluatie moet gevoerd worden. Dat is een debat dat aangegaan moet worden, en waartoe het Overlegcomité ook heeft beslist. Ik denk dat dat aangegaan moet worden, mee vanuit wetenschappelijke hoek, mee vanuit de ervaringen van de voorbije maanden, en ook mee vanuit de epidemiologische evoluties die er zijn. Dat is een debat dat op korte termijn gevoerd moet worden. Maar als je vandaag deze verlenging niet doet, zij het voor zo kort mogelijke tijd, dan creëer je in de huidige situatie, waarin we op een grote piek zitten in deze vijfde golf, een heel grote onzekerheid. Wij denken dat het beter is, vanuit het voorzichtigheidsprincipe, om in tussentijd dat vacuüm niet te laten ontstaan.
De heer Parys heeft het woord.
Ik heb toch nog een kleine verwondering. Mijnheer Brusselmans, ik ben er nu helemaal over in de war, om eerlijk te zijn, maar ik dacht altijd dat het verschil tussen onze twee standpunten was dat wij zeggen dat we er zo snel mogelijk, maar op een ordentelijke manier, van af willen, en dat u zegt dat u er nu, op dit ogenblik, meteen van af wilt.
Goed, wij zitten in deze Vlaamse Regering, en de minister-president is erin geslaagd om er inderdaad voor te zorgen dat we in deze endemische fase van het CST-ticket af geraken. Maar nu zegt u, in uw laatste tussenkomst, dat u begrijpt dat het CST wordt gevraagd voor evenementen en, bijvoorbeeld, voor bioscopen. Nu ben ik helemaal verbijsterd, want bioscopen ‘as such’ staan niet in het voorstel van decreet waarover we zo meteen gaan stemmen. U stelt nu dus eigenlijk voor dat we die ook opnemen, en dat we dus nog een uitbreiding doen van de toepassing van dit decreet voor het CST. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
Dus na de verwarring over de vaccinatie: verplicht, niet verplicht, onder de 18, helemaal tegen, helemaal voor, minister maak het zo snel mogelijk mogelijk – en de fractieleider begint snel over iets anders, want het is zeer gênant – begint u nu over het CST, waar u zo snel mogelijk van af wilt en waar u ons verwijt dat het niet snel genoeg gaat, te zeggen dat u het voor evenementen wel oké vindt, en dat u er voor bioscopen ook begrip voor kunt hebben. Dat is een sector die niet vernoemd staat in dit decreet. Ik stel dus voor dat u een amendement indient voor de verbreding van het CST.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega Parys, u bent niet alleen intellectueel oneerlijk, het is zelfs te kwader trouw wat u nu aan het doen bent. U bent heel het debat rond het CST, heel het debat rond vrijheden die ingekort worden en van mensen afgepakt worden, heel het debat rond een QR-code, die geen virus tegenhoudt maar wel mensen tegenhoudt, heel het debat rond een pas die onze maatschappij verdeelt op een manier zoals we ze nog nooit gekend hebben … heel dat debat bent u aan het herleiden tot een retorisch, semantisch steekspel.
Ik stel dus voor dat er aan u vooral nog zo weinig mogelijk woorden worden vuilgemaakt, en dat iedereen uit de trucjes, uit de spelletjes die u speelt, leert hoe de N-VA, of toch zeker u, in elkaar zit en hoe u tegenover u dit voorstel van decreet en het CST staat. Na al uw semantische, na al uw retorische spelletjes is er immers één ding dat we nog altijd niet hebben gehoord, en dat is welk nut het CST heeft. (Opmerkingen van Lorin Parys)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1111/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 6.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het voorstel van decreet houden.