Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Andries Gryffroy, Robrecht Bothuyne, Willem-Frederik Schiltz, Inez De Coninck, Tinne Rombouts en Wilfried Vandaele tot wijziging van artikel 4.3.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de maximale termijn voor de netbeheerder om als noodleverancier op te treden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We hebben gezien dat, na het faillissement van de Vlaamse stroomleverancier op 7 december 2021, vandaag de meeste mensen weer weg zijn bij de noodleverancier, om terug te keren bij de private marktspelers. Er blijft nog een kleine groep over, en daaraan zijn er wat praktische problemen verbonden. We moeten dus kijken of we de termijn van 60 dagen kunnen verlengen naar 12 maanden. Waarom is dat met spoedbehandeling, en waarom brengen we dat meteen hier op de agenda van de plenaire vergadering? Dat is omdat de 60 dagen verlopen op 4 februari. Als we dat nog in het Staatsblad willen krijgen, dan moet het vandaag goedgekeurd worden. Anders zal deze nieuwe maatregel enkel van toepassing kunnen zijn voor eventuele toekomstige faillissementen, en niet meer voor de 110.000 slachtoffers, als ik het zo mag uitdrukken, van het bestaande faillissement. Vandaar de spoedbehandeling.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Andries Gryffroy, Robrecht Bothuyne, Willem-Frederik Schiltz, Inez De Coninck, Tinne Rombouts en Wilfried Vandaele tot wijziging van artikel 4.3.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de maximale termijn voor de netbeheerder om als noodleverancier op te treden onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Andries Gryffroy, Robrecht Bothuyne, Willem-Frederik Schiltz, Inez De Coninck, Tinne Rombouts en Wilfried Vandaele tot wijziging van artikel 4.3.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de maximale termijn voor de netbeheerder om als noodleverancier op te treden.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u. Als we kijken naar wat de reële situatie is, dan werden na het faillissement van de stroomleverancier alle bestaande klanten ondergebracht bij de noodleverancier, zijnde Fluvius. Het is dan de bedoeling om deze mensen zo snel mogelijk naar de klassieke reguliere marktspelers te brengen. We hebben twee types van verbruikers. Ten eerste heb je de ondernemingen. Daarvan hebben we kunnen vaststellen dat zij allemaal weer de overstap gemaakt hebben naar de reguliere marktwerking. Dan zijn er de gezinnen, en daar stellen we vast, volgens het stuk dat op de website gepubliceerd werd, dat er sprake is van 80 tot 85 procent van de mensen die ondertussen de stap gezet hebben. Met de meeste recente cijfers, van vorige week vrijdag, zien we dat het op 91 procent zit.
Dat betekent dat 9 procent de switch nog niet heeft gemaakt, op een totaal van 110.00 aangeslotenen. Dan spreken we toch over ongeveer 10.000 gezinnen. Dat is meestal door het feit dat zij hun factuur echt niet kunnen betalen en dus een overgang moeilijk zien zitten. Daar zijn dan echter andere procedures voor. Dan kan men bijvoorbeeld terecht bij een lokale adviescommissie (LAC), maar dat opstarten vergt een zekere administratieve doorstroomperiode. Met andere woorden, je krijgt dat niet rond op 60 dagen. Je ziet dat op het einde vooral net die groep overblijft. Daarom willen we heel eenvoudig die 60 dagen verlengen tot 12 maanden, enkel voor de gezinnen, niet voor de ondernemingen. Dat is wat omschreven staat in dit voorstel van decreet.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat collega Gryffroy dat op een excellente manier heeft uitgelegd. Namens onze fractie sluiten we ons daarbij aan, met die opmerking dat we met dit voorstel van decreet, waarmee we die termijn verlengen, Fluvius en de minister niet ontslaan van hun verplichting en de belofte die ze hebben gedaan om, als er zich een faillissement voordoet, zoals we met de Vlaamse Energieleverancier hebben meegemaakt, zo te communiceren naar de getroffen gezinnen dat die zo snel mogelijk worden begeleid richting een andere, betere commerciële leverancier. Ik heb begrepen dat Fluvius nog deze week communicatie heeft opgezet naar de laatste gezinnen die nog niet zijn overgeschakeld. Bij dezen dus nog eens een oproep aan die gezinnen om dat alsnog te doen. Ze zullen altijd beter af zijn dan bij de noodleverancier die Fluvius is, ook al kan die straks, met uw goedkeuring, voor twaalf maanden optreden.
De heer Pieters heeft het woord.
Wij zijn het ermee eens dat er spoed mee gepaard is. Anders hadden we er ook niet voor gestemd, maar dat is ook om te vermijden dat er een juridisch vacuüm ontstaat. Om dit op te lossen, is dit wel een goed voorstel. Alleen heeft dit ook nog een tweede betekenis, namelijk dat dit ook niet binnen de zestig dagen alle mensen heeft bereikt die het zou moeten bereiken. Wat die laatste percentages betreft, eerst was er sprake van 15 procent die nog niet was overgestapt. Nu hoor ik van de indiener dat het 9 procent is. Hoe verder dit verloopt, hoe moeilijker het uiteraard ook wordt om die mensen aan te spreken. Ik doe dus een oproep aan zowel het beleid als Fluvius om ook achterom te kijken, om te zien of iedereen mee is, om er alles aan te doen om de juiste acties te kunnen ondernemen om die overgang te maken. Nogmaals, als er maatregelen worden genomen, dan moet men rekening houden met iedereen, met ieders capaciteiten en mogelijkheden, moet men iedereen ook mee hebben.
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter, wij hebben inderdaad ook de spoedbehandeling gesteund omdat de zestig dagen bijna verlopen zijn. Het debat zelf is echter eind oktober al gestart. Toen was er al sprake van dat energieleveranciers mogelijk failliet zouden gaan. Het is goed nieuws dat er vandaag nog maar tienduizend klanten van de Vlaamse Energieleverancier bij de noodleverancier zitten, maar het zijn er toch nog altijd wel tienduizend.
We zullen ons toch onthouden wat dit voorstel betreft, omdat het eigenlijk het probleem vooruitschuift: men maakt van zestig dagen een jaar. De heer Gryffroy haalt dan aan dat de mensen die niet kunnen betalen, dan via de LAC van het OCMW worden begeleid. Dat betekent ook dat we die hogere tarieven van de noodleverancier voor die mensen die het niet kunnen betalen, van zestig dagen naar een jaar gaan optrekken. Alle andere mensen hebben een sociaal tarief. Ik denk dus niet dat dat de bedoeling kan zijn. Dan maken we de put alleen maar groter, zeg maar. Er zullen ook wel een aantal mensen zijn die misschien veeleer uit nonchalance bij de noodleverancier blijven hangen, die de overstapbrieven hebben gemist, die de contactnames hebben gemist of niet zijn gecontacteerd, hoewel Fluvius aangeeft iedereen toch al twee keer te hebben gecontacteerd. De mensen die daar blijven, hebben niet per se betalingsproblemen. Wat verandert er niet met dit voorstel van decreet? Dat is de procedure. Het OCMW moet niet in actie schieten voor mensen die niet met betalingsproblemen worden geconfronteerd. Het OCMW heeft vandaag al meer dan werk genoeg en moet vooral focussen op mensen die hun energiefactuur niet kunnen betalen, niet op mensen die om eender welke reden bij de noodleverancier blijven hangen.
En we belasten dus, door alleen maar die periode van zestig dagen naar een jaar op te trekken, de OCMW's nog steeds. We moeten die procedure grondiger aanpakken dan wat hier voorligt.
Er zijn nog andere zaken die we daarmee zouden willen aanpakken als we het over de noodleverancier hebben. Zo valt het bijvoorbeeld op dat Fluvius op dit moment een bestek uitschrijft om zich te laten ondersteunen door een commerciële energieleverancier in zijn rol als noodleverancier. Er zijn ook wel wat signalen dat wanneer een echt grote energieleverancier overkop zou gaan, Fluvius het dan niet zou kunnen bolwerken. Ook daarvoor zijn in dit voorstel van decreet geen acties opgenomen.
We onthouden ons nu en we zullen al die punten in de evaluatie, waarvan in de toelichting sprake is, zeker inbrengen. Met deze wijziging kopen we enkel wat extra tijd, maar veranderen we ten gronde veel te weinig.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wil in dezelfde lijn voortgaan. Het feit dat er inderdaad nog altijd ettelijke duizenden gezinnen 60 dagen na het faillissement van een al bij al kleine leverancier, vastzitten bij een noodleverancier en dus de facto te veel betalen, is een reden om een nooddecreet te stemmen. Wat dat betreft, vindt Vooruit het een goede zaak dat dit nooddecreet er komt en dat we ervoor zorgen dat bijkomende problemen voor die gezinnen en voor de elektriciteits- en energiemarkt worden vermeden.
Aan de andere kant is het inderdaad niet meer dan een noodoplossing die aan het fundamentele probleem niet veel verandert. Dat is simpel te illustreren door het antwoord te zoeken op de vraag: wat gebeurt er indien die mensen, of een aantal ervan, binnen twaalf maanden nog altijd bij de noodleverancier zitten? Daar is in dit voorstel van decreet geen fundamenteel antwoord op geboden.
Bovendien was het voorbije jaar de gelegenheid om het hele probleem van de noodleverancier en de al bij al vrij gebrekkige regeling die vandaag bestaat, aan te pakken. Het maakt dat mensen, als het een kleine groep is, te veel betalen, maar als het een grotere groep zou zijn, wat op dit moment niet uitgesloten is, het probleem veel groter en veel fundamenteler zou zijn. Daarvoor wordt in dit voorstel van decreet geen oplossing geboden.
Ik kan begrijpen dat dit door de zeer korte termijn niet mogelijk of niet nodig was in dit voorstel van decreet, maar Vooruit zal zich onthouden op dit voorstel van decreet om die boodschap te geven. Er moet worden gezocht naar een veel structurelere, solidere oplossing voor wanneer een leverancier van wat uiteindelijk toch een basisbehoefte is, failliet en uit de markt gaat en tienduizenden, en indien het een van de andere leveranciers is, honderdduizenden gezinnen plotsklaps in de kou laat staan. Iedereen komt dan terecht bij een noodleverancier, die dat eigenlijk niet wil – op zich is Fluvius daar ook geen vragende partij voor – en die bovendien dan ook nog eens een veel te groot bedrag moet aanrekenen.
Dit voorstel van decreet beantwoordt op heel korte termijn aan een acute nood en is dus wat dat betreft een goede zaak. Op de langere termijn beantwoordt het niet aan de gebreken die de voorbije weken en maanden zijn opgedoken op de energiemarkt in Vlaanderen. Jammer genoeg is dit de zoveelste pleister die we op korte termijn moeten plakken op een manke constructie die men heeft gemaakt, en op zijn beurt is dat ook een vrij manke constructie. Dat is een symptoom van heel deze legislatuur en dit energiebeleid.
Alleen maar om die boodschap te geven, maar ook om de boodschap te geven dat Vooruit helemaal beschikbaar en bereid is om na te denken – ik heb, zoals u merkt, ook geen amendementen om plots een nieuw schitterend systeem uit mijn mouw te schudden, op zich is dat ook niet de rol van de oppositie, laat ons daar eerlijk over zijn – over een structurele oplossing voor dit probleem, die maakt dat aan de ene kant de marktwerking mogelijk is, maar aan de andere kant de negatieve effecten en de problemen voor gezinnen die daaruit voortvloeien, beter worden opgelost dan ze vandaag worden opgelost. Dit nog tien of elf maanden rekken, dat is geen langetermijnoplossing. Vandaar onze onthouding.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, goede collega’s, dit is een klantvriendelijke maatregel, die een nood oplost – dat blijkt uit alle tussenkomsten, dat staat als een paal boven water –, en daarom keurt Open Vld dit voorstel van decreet goed.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil antwoorden op een paar vragen die ik heb gehoord. De discussie over een structurele oplossing om te vermijden dat leveranciers in faillissement gaan of mensen hun factuur niet kunnen betalen, loopt al zeer lang. We zien dat ook op het federale niveau. Maar intussen steek ik mijn hoofd niet in het zand. Wanneer een heel praktisch probleem opduikt, pak ik dat gewoon aan en moet dat worden opgelost. Dat is wat we hier doen, en dat staat los van deze discussie. In artikel 2 van het voorstel van decreet staat – desnoods wil ik het nog eens voorlezen –: “Deze aanpassing geeft de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement tegelijkertijd ook de nodige tijd om – als de energiemarkt in kalmere wateren is gekomen – de hele noodleveranciersregeling grondig te evalueren en zo nodig aan te passen.” Dat staat duidelijk in het voorstel van decreet.
En ja, er moet een structurele oplossing komen, maar men kan daar nog lang over debatteren en intussen is 4 februari voorbij en is straks dat duizendtal mensen die nog niet de overstap hebben gemaakt naar de reguliere markt, wel afgesloten, in wintertijd, wat decretaal niet kan. Maar men heeft niet de mogelijkheid om een LAC-procedure (lokale adviescommissie) op te starten. Dat is democratie. Ik begrijp dat u zich wilt onthouden maar ik vind dat u wel een heel bizar signaal geeft aan al die gebruikers die plots in moeilijkheden komen omdat hun leverancier failliet is gegaan en omdat een structurele oplossing niet zomaar op een-twee-drie voorhanden is. Maar we zorgen er wel voor dat iets heel praktisch nu wordt opgelost zodat die mensen niet plots worden afgesloten. Dat jullie dan toch zeggen dat jullie zich liever onthouden, vind ik toch wel een zeer bizarre benadering.
Inderdaad, collega Bothuyne, we hebben met alle stakeholders afgesproken dat het niet de bedoeling is dat de mensen zich blijven settelen in deze formule van de noodleverancier, omdat het niet de taak is van Fluvius om deze taak, laat ons zeggen, van hier tot in het oneindige op te nemen. Daarnaast is het ook een duur tarief en heeft dus ook de klant er geen enkele baat bij om zich langer dan nodig te settelen.
Collega Pieters, u zegt dat het automatisch wordt verlengd tot twaalf maanden. Neen, Fluvius zit daar ook achter en belt die mensen ook actief op. We zien dat ook tussen het schrijven van dit voorstel van decreet en het legistieke advies en mijn telefoon van vorige vrijdag, dat het aantal mensen dat is overgeschakeld, is gestegen van 85 naar 91 procent. Tegen 4 februari is dat misschien 97 procent, maar heeft dan heeft 3 procent nog altijd geen oplossing. Heel concreet voor hen moeten we een oplossing hebben: de laatste persoon, het laatste gezin telt hier voor mij.
De heer Tobback heeft het woord.
Collega Gryffroy, ik heb geprobeerd om duidelijk te zijn en om daar niet al te grof, controversieel of fors in te zijn. Ik ben begonnen met te zeggen dat het een goede zaak is dat wordt vermeden dat klanten in een compleet vacuüm zouden terechtkomen wanneer onder de huidige regeling het systeem niet veranderd zou worden. Dat is ook de reden waarom mijn fractie de spoedbehandeling van dit voorstel van decreet mee heeft goedgekeurd, want die is inderdaad nodig. Wij zullen ook niet tegenstemmen en ook geen andere vormen van procedureslagen voeren. Ik denk dat het noodzakelijk is dat die oplossing er komt en het is goed dat ze er komt.
Aan de andere kant moet u nu ook niet doen alsof uzelf en wij hier allemaal gisteren zijn geboren, Het feit dat die noodleveranciersregeling in een aantal situaties niet voldoet, dat er problemen zijn, dat die eigenlijk zou moeten worden herzien, is niet plots gisteren vastgesteld, dat is al meermaals aangekaart. En ondanks het feit dat dit al meermaals is aangekaart, en dat het moet duren tot de eerste failliet gaat, en dan gelukkig nog een heel kleine, stellen we vast dat na meer dan twee maanden er nog altijd een hoop onopgeloste problemen zijn. Dat wil ik toch niet laten voorbijgaan zonder erop te wijzen dat ook nu uw nooddecreet – want dat is het – geen structurele oplossing is.
En ik ben graag bereid – en ik denk dat we allemaal bereid zijn – om met u te zoeken naar een structurele oplossing op lange termijn, maar dat waren we het voorbije jaar en het jaar voordien ook al, en daar is nooit een vinger aan bewogen. Dus u zult me toch moeten toelaten om daar nog een keer op te wijzen, nog een keer die hand uit te steken, maar ik ga niet van u accepteren dat u hier nu van die terminologie gaat gebruiken als: ‘U hebt geen aandacht voor die consumenten.’ We hebben alle aandacht voor die consumenten. We gaan geen vingerbreed in de weg leggen in het oplossen van een acuut probleem. Ik had alleen graag gezien dat u met deze meerderheid, in de plaats van het zoveelste nooddecreet in deze legislatuur, nu eens eerder, een paar jaar eerder zelfs, was ingegaan op de opmerkingen dat er een structureel probleem was en daar eerder was begonnen met samen te werken voor het vinden van een oplossing voor iedereen die vermijdt dat er nooddecreten goedgekeurd moeten worden. Natuurlijk, als deze meerderheid en deze regering de geschiedenis willen ingaan als de regering van de nooddecreten en van de kortetermijnoplossingen, dan moet u dat maar dan doen, maar ik zal het niet nalaten om daarop te wijzen en desondanks toch te proberen om ervoor te zorgen dat mensen geholpen kunnen worden. Dat is wat we hier vandaag, voor alle duidelijkheid, met de Vooruitfractie doen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1108/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 3.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het voorstel van decreet houden.