Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de oproep om de quarantaineregels voor het onderwijs te versoepelen
Actuele vraag over de quarantainemaatregelen in het onderwijs
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Beckers, de heer Daniëls, mevrouw Vandromme en de heer Schiltz.
Ik weet niet of de heer Schiltz hier is, want ik heb hem nog niet gezien. (Opmerkingen)
Neen, dat gaat niet. Die actuele vraag is ingediend op naam van de heer Schiltz, en die kan niet zomaar door iemand anders worden gesteld.
Collega Schiltz heeft zich verontschuldigd wegens gezondheidsredenen.
Die actuele vraag is om 9.58 uur binnengekomen, en die is op naam. Die kan nu niet gewisseld worden. Het is dus niet mogelijk dat iemand anders die vraag overneemt. Men kan zich uiteraard wel aansluiten vanop de banken.
Geen probleem, voorzitter. Dan zal ik me inderdaad vanop de banken aansluiten.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de scholen zijn open maar er zijn nauwelijks kinderen of leerkrachten door het quarantainebeleid en de noodremprocedure waarbij bij vier besmettingen volledige klassen dichtgaan. De ene klas na de andere sluit door de besmettelijke omikronvariant. Minister, voor de vakantie waren er quarantaines, daarna drie weken kerstvakantie, weer quarantaines, eventjes naar school en weer quarantaine. Sommige gezonde kinderen zitten weken – en als ze pech hebben zelfs maanden – in quarantaine. Daarbij ontnemen we niet enkel het leerrecht, maar isoleren we hen ook sociaal want als ze in quarantaine zitten, mogen ze ook niet naar hun hobby’s.
Minister, dat dit ging gebeuren met deze besmettelijke variant was te verwachten, we hebben er al weken geleden vragen over gesteld. Vorige week was er ook een oproep vanuit het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) om de quarantaineregels voor gezonde kinderen af te schaffen. Gelukkig zijn de geesten in het onderwijsveld gerijpt en heb ik de indruk dat er een Vlaams akkoord is binnen het onderwijsveld om de quarantaines voor gezonde kinderen af te schaffen. We mogen niet vergeten dat die quarantaines ook heel veel invloed hebben op de ouders, want het is natuurlijk heel moeilijk als ze op maandagochtend een bericht krijgen van de directie dat hun kind in quarantaine moet en dat ze het maar moeten organiseren. Het wordt stilaan onhoudbaar.
Bovendien zien we dat het mentaal welzijn van onze kinderen er serieus onder begint te lijden. Ik durf zelfs stellen dat deze situatie moeilijker is dan de algemene lockdown van 2020 omdat het zo verschillend is. De ene klas zit in quarantaine, het ene kind zit in quarantaine, ... leerachterstand inhalen die voor iedereen verschilt, is natuurlijk nog moeilijker. We weten allemaal dat de leerachterstand in Vlaanderen al een probleem is. Dus we moeten effectief iets doen. Vandaar mijn simpele vraag, minister: gaat de quarantaineplicht voor gezonde kinderen worden afgeschaft? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, vier besmettingen, of 25 procent van de aanwezige leerlingen die de afgelopen zeven dagen een besmetting hadden: dat wil zeggen dat de volledige klas in quarantaine moet. Ook de kinderen die een herstelcertificaat hebben moeten in quarantaine, en ook de kinderen die niet ziek zijn. Bijgevolg wordt ons Vlaams onderwijs voor onze leerkrachten en onze directies een gigantische organisatorische knoop, die ze moeten ontwarren om dat rond te krijgen. Niet alleen voor de directies, maar ook voor de ouders, die opnieuw aan hun werkgever moeten zeggen dat ze niet naar het werk kunnen komen, en die moeten opzoeken hoe ze het georganiseerd krijgen. En ook voor de CLB’s die, samen met de directies, gebruikt worden als callcenter waar ouders vragen of hun kind mag komen of niet. Collega’s, geef toe, bij ieder van ons is het de afgelopen weken gebeurd in het gezin, dat je ’s morgens telefoon krijgt. Dan is het de vraag wie thuis blijft, wie het organiseert, wie ervoor zorgt. En wat moet je met laagrisico- en met hoogrisicocontacten? Hoe moet je dat begrijpen?
Ik snap dat het onderwijsveld, samen met de CLB’s de vraag stelt: laat ons er alstublieft voor zorgen dat we kunnen lesgeven, in het belang van de kinderen, maar ook opdat het organiseerbaar blijft voor de school en voor de leerkrachten. Ik was dan ook verheugd om vast te stellen dat de geesten gerijpt zijn bij alle partijen, en dat ik op de radio hoorde dat ook minister Vandenbroucke ervoor gewonnen is om de quarantaineregels te versoepelen voor kinderen die niet ziek zijn. Dat zou eigenlijk de logica zelf moeten zijn. We hebben ondertussen via de media vernomen dat we er nog niet door zijn, dat het nog niet is afgeklopt.
Minister, mijn vraag is eigenlijk heel eenvoudig en duidelijk: op welke manier, en vanaf wanneer kunnen de quarantaineregels in het onderwijs versoepeld worden, zodat het organiseerbaar blijft voor onderwijs en CLB, organiseerbaar blijft voor de ouders, en zodat de kinderen hun leerrecht gegarandeerd blijft?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, veel communicatie verloopt tegenwoordig via Whatsapp. Ik weet niet of jullie kunnen meelezen in Whatsappgroepjes. Ik wel, in een groepje van de U11 van KFC Poperinge – ik raad het u aan, minister: het leven zoals het is. Mats mag niet deelnemen aan de training, want hij zit in quarantaine. Een andere jongen, Jules, moet hoesten, en zijn mama laat weten dat ze hem toch even gaat laten testen vooraleer ze hem stuurt. Heel veel andere jongens, Lukas, Milan, Mathias, mogen niet naar de voetbaltraining. Waarom niet? Omdat ze op school, via de noodremprocedure, gedwongen worden om in quarantaine te gaan wegens het feit dat vier andere leerlingen ziek zijn. Maar de leerlingen zelf zijn niet ziek, en toch mogen ze niet gaan voetballen.
Ik kan het eigenlijk niet meer uitleggen. Waar zijn we in godsnaam mee bezig? Ik denk dat het overduidelijk is, dat het draagvlak om die quarantaineregels aan te passen, heel groot is. Het is eigenlijk bijna een loterij: aanduiden wie wel naar school mag en wie niet. Ik denk dat het contactonderzoek niet meer kan volgen. Dat is geen vingerwijzing naar die mensen, het is gewoon te veel.
Collega’s, er zijn de voorbije weken, maanden, jaren ongelooflijk grote inspanningen geleverd, en ik denk dat het belangrijk is om te erkennen dat de maatschappelijke rek er bijna uit is. We zijn corona allemaal kotsbeu. Het onderwijs kraakt. Er is een brief geweest van RHIZO, de scholengroep uit Kortrijk, die u wellicht ook gelezen hebt, minister. Ik heb hier en in de commissie al heel vaak verwezen naar de resolutie die we kamerbreed hebben goedgekeurd. Daarin worden vragen gesteld aan de regering om zo goed mogelijk te communiceren.
Vandaar ook mijn duidelijke vraag, minister: hoe zult u ervoor zorgen dat de nieuwe maatregelen ook duidelijk en helder, consistent en duurzaam overgebracht worden aan alle betrokkenen? In deze zijn dat dan: directeurs, leerkrachten, ouders en leerlingen.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u. Het virus raast door de samenleving, en tot onze spijt ook in ons onderwijs. Het aantal besmettingen per week bij leerkrachten is nu opgelopen tot 4800. Als je dat vergelijkt met de algemene werkende bevolking: daar is het ongeveer 4300.
Anderzijds zijn er andere sectoren, zoals de luchtvaartsector, waar dat incidentiecijfer 6300 is. Nu zijn 102 scholen gesloten, waarvan 67 scholen van het secundair onderwijs en 35 van het basisonderwijs. Die sluiten ofwel omdat de veiligheid in het gedrang komt, omdat er veel te veel besmettingen zijn, ofwel omdat de onderwijskwaliteit in het gedrang komt. Er zijn echter ook veel leerlingen en leerkrachten gewoon thuis, niet vanwege het virus, niet omdat ze besmet zijn. Ze zijn kerngezond, maar zitten thuis vanwege de quarantainemaatregelen. Dat willen we veranderen, vooral die regel van vier, die stelt dat je vanaf vier besmettingen de volledige klas in quarantaine moet plaatsen. Ook al zijn die kinderen kerngezond, die moeten naar huis. Die regel willen we absoluut verlaten. Die quarantaineregels willen we aangepast zien, ten voordele van het recht op leren.
Waarom? Waarom nu en enkele weken of maanden geleden niet? Het antwoord ligt in de afweging. Aan de ene kant moet je altijd zien wat de virologische baten zijn van een maatregel zoals quarantaine. Aan de andere kant van de weegschaal – en dat is dan mijn verantwoordelijkheid – zijn er natuurlijk de kosten op het vlak van het recht op leren, leerachterstand, het welzijn van kinderen, het recht op lesgeven. Als je dan weet – en dat wisten wij enkele maanden geleden niet – dat de gevolgen van de omikronvariant op het vlak van ziekte uiteindelijk veel beperkter zijn, en dat daardoor ook de druk op ziekenhuizen en intensieve zorgen minder is, dan vind ik dat je de andere kant van de weegschaal veel meer kunt laten doorwegen, en dat recht op onderwijs, dat recht op leren meer kunt laten doorwegen. We hebben daarover overeenstemming bereikt, alleszins binnen het onderwijsveld, met ook steun van de huisartsen, van Domus Medica, van diverse experten. Gisteren hebben tijdens ons onderwijsoverleg, dat ruimer is samengesteld en dus niet enkel onderwijsmensen bevat, maar ook experten, virologen, ook die aanwezige experten hun steun betuigd. Binnen de interministeriële conferentie zijn we er echter nog niet door, tot mijn spijt.
Ik hoor dat media berichten dat dat gaat over gratis zelftesten. Daar gaat het helemaal niet over. De discussie gaat echt over de fond, namelijk over de quarantaine voor kinderen, bijvoorbeeld over de vraag of ze toch nog naar school mogen gaan indien ze thuis een hoogrisicocontact hebben gehad. Ik vind van wel. Dat geldt voor volwassenen, waarom dan niet voor kinderen? Dat zijn dus de discussies. Ook over de schoolreizen zijn er nog discussies. Aangezien jeugd- en sportkampen wel mogen, denk ik dat sneeuwklassen toch ook mogen in een gecontroleerde setting.
Wat de zelftesten betreft, is de discussie de volgende. Ik vind zelftesten prima. Ik vind dat we die moeten aanbevelen, voor kinderen én voor volwassenen, voor iedereen, maar we gaan dat toch niet opleggen specifiek voor kinderen. Waarom zouden we dat doen? Ook vind ik dat een school een plaats is om te leren, niet om te testen. Leerkrachten zijn er om les te geven aan kinderen, niet om met een stok in hun neus te zitten. Dat zijn dus discussies die momenteel worden gevoerd en waaromtrent we nog geen overeenstemming hebben bereikt. Ik vind het echter wel belangrijk dat we dat in fine uitdiscussiëren, dat we vooruit kunnen ten aanzien van al die aspecten en dat we echt kunnen zeggen dat we bij die weegschaal het recht op onderwijs, het recht op leren veel meer laten doorwegen.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, dank u wel. U hebt eigenlijk al antwoord gegeven op mijn bijkomende vraag, of toch deels. Ik wou vragen waar het kalf dan gebonden ligt. Er stond deze ochtend immers in de krant dat er nog geen akkoord was bereikt. Ik vroeg me af of het dan de virologen zijn die dat te verregaand vinden, maar u zegt eigenlijk net van niet. Is het dan de Federale Regering die dwarsligt, zoals al heel vaak is gebeurd bij het coronabeleid? Onderwijs is een exclusief Vlaamse bevoegdheid. Het onderwijsveld heeft zelfs een akkoord. Zal het dan de Federale Regering zijn, zal het meester Frank zijn die het Vlaamse onderwijs terugfluit? Zitten we dan echt met een soort blokkeringsfederalisme, waarbij de Federale Regering de onderwijskansen van onze Vlaamse kinderen ondermijnt? Dat lijkt me een heel legitieme vraag. Ik wil nogmaals de volgende oproep doen. Het is misschien al de tiende keer dat ik hier in dit parlement aan dit spreekgestoelte zeg: onderwijs is een Vlaamse bevoegdheid, zet alstublieft uw hakken in het zand, laat onze kinderen naar school gaan, want het is echt hoog tijd dat hun leerrecht opnieuw wordt gerespecteerd. Minister, ik vraag dus alleen het volgende: doe alstublieft ditmaal wat u moet doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Daniëls heeft het woord.
Er wordt aan het beleid gevraagd om het vooruit te laten gaan, wel, ik probeer dat dan ook in levenden lijve te verpersoonlijken.
Mevrouw Beckers, ik hoorde u net zeggen: ‘Minister, zet uw hakken in het zand en zorg dat de scholen openblijven.’ Als er één zaak is die ik minister Weyts heel de tijd heb horen doen, dan is dat zorgen dat de scholen openblijven. Ik denk dan: doe gewoon voort waarmee u bezig bent.
Ik wil wel een oproep doen. De contacttracing die momenteel gebeurt, zowel de centrale contacttracing als die door de CLB’s, die op zoek gaat naar de besmettingsbron, naar patiënt nul, heeft op dit moment weinig zin vanwege de massale besmettingen. Ik heb minister Wouter Beke al enkele keren opgeroepen om de CLB’s hun corebusiness te laten doen. Laat ze aan de slag gaan met de gasten die met hun mentaal welbevinden worstelen en laat ze goede informatie geven bij de keuze die ze moeten maken. Het Vlaams contactcenter moet worden ingezet voor informatieverschaffing, zodat ouders ernaar kunnen bellen. Dan zijn CLB en directie niet langer callcenters.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, u gaf aan dat kinderen niet thuiszitten door het virus, maar door een quarantaine. Het ene is natuurlijk aan het andere gekoppeld. Vanmorgen hoorde ik kinderarts mevrouw De Guchtenaere die zei dat we moeten zoeken naar een pragmatische aanpak. Als we weten dat het onmogelijk is om alle kinderen, alle leerlingen, alle studenten te testen, dan moeten we die pragmatische aanpak onderzoeken.
Er is een aanbeveling om kinderen te testen, maar ik vraag me wel af hoeveel ouders dat dan ook doen. Ik ben er wel van overtuigd dat ouders met kinderen die symptomen hebben, dat zeker doen, net zoals de rest van de samenleving.
Minister, we moeten echt nadenken over de mensen die de middelen niet hebben om de zelftesten te kopen. Straks hebben we het over de lege brooddoos, wel, ik zou die brooddoos liever met een goede lunch vullen dan aan elk kind een gratis zelftest te geven.
Als het hier dan toch gaat over prioritering, dan moeten we echt wel inzetten op wat werkt bij elke variant, en dat is een gezonde lucht in de klassen. Wat is de stand van zaken daarvan?
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, normaal gezien waren we al tussengekomen, maar ik begrijp dat u de regels op een heel rigide manier moet toepassen.
Minister, het is soms bijzonder onduidelijk. Voor mezelf, die in de commissie Onderwijs zetelt, is het soms ook bijzonder onduidelijk op welke manier het allemaal verloopt. Eigenlijk weten de mensen op den duur niet meer van welk hout pijlen maken. De scholen weten niet meer op welke manier ze ervoor moeten zorgen – wat ze eigenlijk heel graag willen doen – dat er zo weinig mogelijk leerachterstand is. Ze worden geconfronteerd met de regels die worden uitgevaardigd. Het CLB zegt dat je kinderen in quarantaine moeten, en een herstelcertificaat geldt niet voor sportactiviteiten. Waarom hebben die kinderen dan überhaupt nog een herstelcertificaat nodig? Dan kunnen ze er beter geen hebben. Het is allemaal bijzonder moeilijk.
Het is heel belangrijk om duidelijke regels naar voren te schuiven, en ervoor te zorgen dat kinderen die er zelf geen last van hebben, geen leerachterstand opbouwen. Laat ons eerlijk zijn, mensen die hier kinderen hebben: je hebt daar bijna geen last van. Laat ons ervoor zorgen dat er geen leerachterstand wordt opgebouwd, dat die scholen op een goede manier worden verlucht. Laat ons er vooral voor zorgen dat de scholen open kunnen blijven, want dat is cruciaal als we willen dat de sociaal zwakkeren op dezelfde manier les kunnen volgen als iedereen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, leerkrachten, directies, gezinnen met kinderen hebben het op dit moment bijzonder lastig. Laat ons dan ook heel duidelijk zijn: kinderen die gezond zijn, kinderen die negatief testen, horen op de schoolbanken. Alles valt of staat met een goed testbeleid, maar we zien dat er op dit moment nog altijd gezinnen met kinderen niet in staat zijn om die sneltesten aan te kopen en uit te voeren. Mijn vraag is dan ook, minister, of u gratis sneltesten ter beschikking zult stellen. Of zult u, net zoals met de ventilatie, het been stijf houden en achter de feiten aan hollen?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Moeten kinderen die niet ziek zijn, die niet besmet zijn, nog thuisblijven van school bij een hoogrisicocontact en wanneer er vier kinderen besmet zijn in hun klas? Ik denk dat we op dit moment in de pandemie moeten durven kiezen voor het recht op onderwijs. Daar heb ik Frank Vandenbroucke trouwens heel duidelijk voor horen pleiten. Dat betekent dat de quarantaineregels moeten worden versoepeld, daar zijn we het over eens, op voorwaarde natuurlijk dat u, minister, uw verantwoordelijkheid neemt en de nodige voorzorgsmaatregelen neemt om het ook allemaal veilig te houden.
We hebben het er al vaak over gehad: CO2-meters in elke klas, een aanbod van gratis zelftesten op elke school zodat kinderen kunnen worden getest, ook door ouders die het misschien wat moeilijker hebben, zodat ze weten of hun kinderen al dan niet besmet zijn, en misschien ook FFP2-maskers voor leerkrachten. Wat zijn we immers met het feit dat kinderen naar school mogen wanneer er geen leerkrachten zijn om voor de klas te staan? Ook daar is er nog altijd een probleem met leerkrachten die ziek uitvallen.
Ik sluit me uiteraard aan bij de vraag van mevrouw Vandromme over die CO2-meters en ventilatie, maar ik kan alleen mijn vraag herhalen of u toch niet wilt nadenken over een aanbod van gratis zelftesten voor ouders via de school. En wat denkt u over die FFP2-maskers voor leerkrachten? (Applaus van Els Robeyns)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, als het enthousiasme achter mij is uitgestorven …
Minister, ik kreeg zonet, nog tijdens de plenaire vergadering, een uurtje geleden, een berichtje: “Laat ons toch terug naar school gaan, dit kan toch niet meer.” Ik denk dat dit niet alleen een vraag is van ouders van leerlingen maar ook van leerlingen zelf, en ik denk dat we die vraag vandaag kunnen ondersteunen. Er zijn zoveel scholen en klassen dicht dat er wel iets moet gebeuren. Maar de vraag is uiteraard wel hoe we er intussen voor zorgen dat we die pandemie niet volledig loslaten.
En dan zijn er alle dijken waar we het al zo vaak over hebben gehad zoals de CO2-meter. De CO2-meter was een beslissing van een Overlegcomité, als ik me niet vergis. Maar ik denk niet dat daar heel veel mee is gebeurd. Daarnaast is er ook de ventilatie. Maar ik denk niet dat er met al die resoluties en debatten die we daar hierover in het parlement hebben gevoerd, al iets is gebeurd in de scholen. En natuurlijk zijn er de zelftesten. U zegt dat dit niet het breekpunt was waarop de onderhandelingen zijn misgelopen, maar intussen zijn ze er wel niet. Vandaag nog doet de Gezinsbond – niet de PVDA, niet de oppositie – een oproep om dat quarantainebeleid aan te passen omdat het niet houdbaar is voor gezinnen, en om te zorgen voor een financiële tegemoetkoming voor die testen. Wanneer men verlangt dat gezinnen wekelijks een test doen bij hun kinderen, kunnen zij die niet zelf blijven betalen. Kom daar toch mee over de brug. Dat is een essentiële maatregel om het onderwijs veilig open te houden.
Minister Weyts heeft het woord.
Het voorstel dat wij lanceren om te stoppen met quarantaine en contacttracing is niet het voorstel van een roekeloze Weyts, dat is een voorstel van pediaters, huisartsen, Domus Medica en wordt ondersteund door experten, virologen en het onderwijsveld.
Ik noteer hier dat men het ermee eens is dat kinderen die niet ziek zijn, die geen symptomen hebben en die niet besmet zijn, naar school kunnen gaan. Dat hoor ik van twee fracties. Ik stel voor dat u die boodschap ook in alle geledingen laat doorstromen en dat dat engagement ook in alle geledingen wordt gehonoreerd, want daarover gaat ook de discussie, en dus niet over gratis zelftesten.
Het kan echter niet dat men enerzijds zegt dat de quarantainemaatregelen moeten worden versoepeld of afgeschaft zodat de scholen minder worden belast, om dan vervolgens de scholen te verplichten om zelftesten te organiseren en hen dus een extra last op te leggen. Dit staat nog los van de hele discussie over de privacy. Ook kinderen hebben recht op privacy, het resultaat van hun test is hun privacy.
Je hebt ook ouderlijke toestemming nodig om zelftesten af te nemen. Ik wil die hele discussie niet voeren. We moeten zelftesten aanbevelen. Die zijn heel zinvol voor iedereen, voor kinderen én voor volwassenen. Ik raad het u met z’n allen aan. Het is de verantwoordelijkheid die we met z’n allen aan de dag kunnen leggen om te verhinderen dat kinderen of volwassenen met een besmetting naar school of naar hun werk zouden gaan. Ik vind dat je daar voor kinderen en volwassenen dezelfde redenering moet volgen. Als je dat vraagt voor kinderen, vraag het dan ook voor volwassenen en wees er consequent in. We staan dicht bij een akkoord hoor. Ik hoop dat we daar kunnen landen en dat we dan ook die communicatie kunnen doen. Er was ook de vraag van communicatie naar het veld. Je moet dan eerst een akkoord hebben en dan zal ik dat zo snel mogelijk via Schooldirect communiceren, als we dat allemaal digitaal geregeld krijgen. We doen dat altijd zo snel mogelijk. Onze administratie zit op dat vlak altijd klaar om onmiddellijk te kunnen communiceren.
Wat de gezonde lucht betreft, ook daar participeren we vanuit Onderwijs in projecten die lopende zijn en de projecten van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Mevrouw Vandromme, u zult het met me eens zijn dat dat gebeurt onder de goede leiding en bevoegdheid van minister Crevits, die verantwoordelijk is voor innovatie en dus ook voor VITO. VITO heeft ter zake trouwens ook tijdig een rapport opgeleverd waarmee we aan de slag kunnen. Momenteel worden ook die proefprojecten die VITO ontworpen heeft, effectief uitgerold, maar onder de verantwoordelijke bevoegdheid van mijn goede collega-minister Crevits. Dus ook op dat vlak zijn wij in het onderwijs – want ik heb geen weet van andere sectoren waarin men daarmee bezig is – een soort van wegbereider. Dat is goed.
Om terug te keren naar de essentie: ik hoop dat we snel een vergelijk vinden. Dat hangt in de lucht. Er zijn nog een paar elementen die afgeklopt moeten worden, maar ik heb er goede hoop op dat we er effectief voor kunnen zorgen dat we die quarantaineregels aanpassen, dat er minder druk op de scholen komt en dat we veel meer het recht op leren en het recht om naar school te gaan en het recht op lesgeven kunnen laten doorwegen. Want veel leerkrachten vragen dat die beperkingen komen te vallen. We zullen ook in de toekomst die weegschaal veel meer voor ogen moeten houden bij alle afwegingen die we maken binnen en buiten onderwijs. De omikronvariant heeft ook een voordeel, namelijk dat het ziektebeeld beperkter is en dat de druk op de ziekenhuizen en op de intensieve zorgen beperkter is. Dan mag je andere maatschappelijke baten zwaarder laten doorwegen en de prioriteit van ons allen is zeker bij uitstek onderwijs.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, collega’s, al twee jaar lang zijn onze kinderen letterlijk kind van de rekening. Zij hebben gelukkig weinig last van het coronavirus, maar ze betalen wel een zware prijs. Vaak zijn de regels voor kinderen zelfs nog strenger dan de regels voor volwassenen. Bovendien focussen we ons al twee jaar lang op de capaciteit van de ziekenhuizen, maar voor het mentaal welzijn van onze kinderen is het al heel lang code zwart. Daarom vraag ik dat we teruggaan naar hoe het altijd geweest is. Een kind dat ziek is, blijft thuis, maar een kind dat gezond is, gaat naar school. Collega’s, het gaat hier over de toekomst van onze kinderen, de toekomst van ons land. Onze kinderen hebben het recht om naar school te gaan. Het is tijd dat we onze kinderen laten leren. Het is vooral tijd dat we onze kinderen vooral opnieuw laten leven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat het duidelijk is. Ik heb hier een kamerbrede oproep gehoord voor quarantaineregels die vrij eenvoudig zijn. Ziek en besmet is thuis. Gezond is op school. Dat is duidelijk, eenvoudig uit te leggen en voor iedereen te begrijpen. Eén zin voor alle coronamaatregelen, zonder allerlei bijkomende toeters en bellen, want wat betreft al die debatten over de zelftesten: als 8 procent van de mensen zegt dat ze zelftesten doen, dan steken er 100 zelftesten in de boterhamdozen waar we het seffens over gaan hebben en blijven er 92 in zitten. Dan moet u de vraag stellen wat daar het nut van is. Inderdaad is het ook cruciaal dat de CLB’s en de scholen het kunnen organiseren. Daar moeten we ook naar kijken. Ik doe nu de oproep om bij zulke grote vormen van besmettingen de contacttracing om te vormen naar een actief callcenter waar ouders en mensen voor informatie naartoe kunnen bellen en niet naar directies of CLB’s, die daardoor geen ander werk kunnen doen.
Minister, ik wens u succes om het, samen met uw collega’s, af te ronden. Kamerbreed hier, dat wordt een fluitje van een cent.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik denk dat het duidelijk is dat we allemaal op dezelfde lijn zitten en dat we die coronamaatregelen willen aanpassen. Ik vroeg naar communicatie, minister, omdat ik in de krant las dat u, samen met het onderwijsveld, werk maakt van een onderwijsbarometer. Ik vind dat goed en ik hoop dat er in die barometer altijd vertrokken wordt van het recht op onderwijs maar ook van het recht op kind-zijn, dat we dat kunnen garanderen. Het is duidelijk dat we er ook in dit parlement alles moeten aan doen om dat recht op onderwijs en dat recht op kind-zijn te garanderen. Ik hoop dat er in die barometer ook lokaal geschakeld kan worden. Dat betekent natuurlijk niet dat u als minister ontslagen bent van de zorg voor goede, gezonde lucht in onze klassen en van de beschikbaarheid van allerlei soorten digitale middelen en digitale skills om, als het nodig is, klaar te staan om over te schakelen op afstandsonderwijs.
De actuele vragen zijn afgehandeld.