Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik wil u bevragen naar aanleiding van de vreselijke gasramp die Turnhout trof op de laatste dag van het voorbije jaar. U bent zelf ter plaatse geweest. Ik denk dat ik namens het hele Vlaams Parlement spreek als ik mijn medeleven nog eens wil betuigen aan de slachtoffers, de familie en de nabestaanden van de slachtoffers en de buurtbewoners daar in Turnhout.
Minister, de ramp leerde ons dat noodwoningen zeker in zo'n situatie onontbeerlijk zijn. U leverde met de Vlaamse Regering al heel wat inspanningen om het aanbod aan noodwoningen over het hele Vlaamse grondgebied te verhogen en de doorstroom te verbeteren, maar er zijn volgens mij nog wel wat kansen, zeker met het oog op de eenmaking van de verschillende huisvestingsmaatschappijen, om daar nog wat aan te verbeteren.
Hoe staat u daartegenover? Hoe evalueert u de doorstroom naar de noodwoningen? Zijn het nog opportuniteiten?
Wat de gasramp ons ook heeft geleerd – en ik heb me gebaseerd op gesprekken met de burgemeester en onze collega hier in het parlement, Paul Van Miert –, is dat de hulp- en stadsdiensten, en de huisvestingsmaatschappij De Ark zelf, alles in het werk hebben gesteld en feilloos gehandeld hebben om de mensen zo goed mogelijk op te vangen, om de buren op te vangen, om adequaat te handelen.
De noodplanning van de stad heeft hier natuurlijk zijn werk gedaan. Wat de heer Van Miert me ook vertelde, is dat er nood is aan een degelijk draaiboek en noodplan binnen de huisvestingsmaatschappij zelf. Gelukkig hebben ze zeer goed gehandeld, maar het is misschien iets voor de toekomst. Gelukkig kunnen we lessen trekken uit dergelijke calamiteiten, en zo’n noodplan is er daar een van. Dat zou voor iedere huisvestingsmaatschappij een must moeten zijn. Hopelijk is het dan nooit nodig, maar het zou ingestudeerd en geoefend moeten worden. Wilt u daar een verplichting van maken?
Minister Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Smeyers, mijn beste wensen, maar ik sluit me meteen aan bij de woorden van medeleven met de slachtoffers, familie en nabestaanden, en overlevenden die dit moesten meemaken.
Ik heb die ochtend bij het nieuws dat het om een sociale huisvestingsmaatschappij ging, onmiddellijk Paul Van Miert gebeld als burgemeester en ook de directeur van De Ark. We hebben onze diensten aangeboden vanuit de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en er zijn ondersteunende diensten geleverd door de VMSW. Natuurlijk waren het op dat moment voornamelijk de hulp- en stadsdiensten die de eerste veiligheidsmaatregelen moesten nemen en de persoon onder het puin moesten bevrijden.
Een week later ben ik op bezoek ter plaatse geweest. Ik heb ook met de huisvestingsmaatschappij, de schepen van Wonen en de burgemeester rond de tafel gezeten. Ik wil hen bedanken voor het voortreffelijke werk dat ze verricht hebben, zowel door de stads- als de veiligheidsdiensten, maar die zijn daar natuurlijk op ingesteld, maar vooral door de sociale huisvestingsmaatschappij die zeer snel geschakeld heeft.
Drie zaken heb ik daar geleerd. Eerst en vooral, en dat is voor mij zeer belangrijk om mee te geven: er was geen structureel probleem met de woning. Dat is op de ochtend van mijn bezoek bevestigd door het parket. Men gaat nog verder onderzoeken wat er precies is misgelopen, maar dat het niet aan de woning lag, is zeker. Het ging trouwens om een recent gerenoveerde woning.
Twee, de dag zelf is contact genomen met de VMSW. Er was nood aan richtlijnen, leidraden, om te zien hoe men dat moest aanpakken. De VMSW heeft dan doorverwezen naar Woonhaven, een grotere sociale huisvestingsmaatschappij, en die had inderdaad een draaiboek. We moeten eens bekijken of we zo’n draaiboek kunnen uitwerken. Ik wil nog in het midden laten of we daar elke sociale huisvestingmaatschappij – zelfs in een groter geheel van woonmaatschappij zoals we ze gaan hervormen – toe gaan verplichten of een soort mobiel team bij de VMSW gaan oprichten.
Drie, er zijn de noodwoningen. In Turnhout heeft men daar niet direct een beroep op moeten doen. De sociale huisvestingsmaatschappij had zelf nog enkele woningen ter beschikking, waardoor een week later iedereen opvang had en een dak boven het hoofd. We volgen dat nu ook op.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het siert u dat u de moeite hebt genomen om ter plaatse te gaan en een week later al rond de tafel te gaan zitten met het stadsbestuur van Turnhout en direct de nodige lessen te trekken. Dat siert u, ook al is er heel goed, snel en adequaat gehandeld, gelukkig maar. De personen die nog konden worden gered, zijn ook gered.
Ik vind uw suggestie omtrent dat mobiel team bij de VMSW eigenlijk heel goed. We gaan inderdaad naar een eenmaking van de verschillende huisvestingsmaatschappijen, naar één woonactor per afgebakende regio.
Maar het is inderdaad zeer efficiënt mocht de VMSW een mobiel team hebben dat een dergelijk draaiboek heeft en een dergelijke noodsituatie aankan en zeer goed weet wie wat op welk moment moet doen. Beter voorkomen dan genezen, denk ik.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik dank mevrouw Smeyers voor haar vraag. Het is belangrijk om te weten dat het parket benadrukt dat het onderzoek nog in een prille fase zit. Hopelijk komt er nog meer informatie onze kant op.
Het is een belangrijke vraag om te voorzien in een draaiboek, minister. Ik heb een bijkomende vraag. U spreekt gericht naar de sociale huisvestingsmaatschappijen. Lijkt het u ook zinvol om dat draaiboek te richten naar de lokale besturen omdat ze vaak betrokken partner zijn bij dergelijke gebeurtenissen?
Wat ik me ook afvraag … In dit geval hebben de stad en de sociale huisvestingssector heel snel geherhuisvest. Een sociale huisvestingsmaatschappij heeft vaak een groot patrimonium. Is er in de toekomst voorzien dat huisvestingsmaatschappijen betrokken zouden kunnen worden als een dergelijke ramp zich voordoet op de private markt? Ze beschikken namelijk vaak over een heel groot patrimonium en veel grote diensten die herhuisvesting en de praktische afhandeling mogelijk maken. Is dat een optie?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat iedereen bij het zien van de beelden en het horen van het nieuws bij de jaarwisseling enorm was geraakt. Ik vind het vooral van belang om namens onze fractie onze steun en ons medeleven uit te drukken voor de slachtoffers en de nabestaanden, voor iedereen die geraakt is en ook breder. Ik kijk dan naar collega Van Miert, maar ook naar andere collega’s van de hele gemeenschap van Turnhout.
Minister, ik heb zeer weinig inhoudelijk toe te voegen. U hebt al onze steun om uit deze ramp en uit dit drama een aantal lessen te leren, die in een draaiboek te gieten en daarmee aan de slag te gaan.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, de plaats van de ramp is op nog geen honderd meter van mijn huis. Ik herinner me goed dat we ’s ochtends uit het raam aan het kijken waren met de kinderen. Het was een heel mooie rode zonsopgang. Ineens hoorden we een heel doffe knal en er kwam een stofwolk over de huizen. Op dat moment is al die training voor noodplanning heel cruciaal: in welke mate zijn een stad en de hulpdiensten daarop voorbereid? Het was heel snel duidelijk dat die hulpverlening op een sublieme manier tot stand is gekomen. We hebben achteraf ook van de burgemeester een heel gedetailleerd overzicht gekregen van hoe dat allemaal is verlopen. Het is bijzonder knap wat de hulpdiensten en ook de stedelijke diensten daar hebben gepresteerd. Ik wil hier in het parlement graag zeggen dat de burgemeester daarin een heel goede rol heeft gespeeld op een heel serene en daadkrachtige manier: proficiat daarvoor. Ik heb hem dat ook persoonlijk gezegd.
Op die momenten gebeuren er ook zaken waaruit je lessen moet leren. Een van de belangrijke lessen is dat er geen noodplan is voor de huisvestingsmaatschappij. Dat is woensdag blijkbaar ook besproken toen u naar Turnhout bent gekomen. Ook daarvoor dank ik u heel erg. Dat wordt heel erg geapprecieerd.
We moeten daaruit lessen leren, en die moeten worden meegenomen naar de rest van Vlaanderen. Dan is er nog iets goeds. ‘Goed’ is misschien een verkeerd woord, maar u begrijpt wat ik bedoel. U krijgt ook van ons alle steun om daarmee aan de slag te gaan. Laten we dat meenemen uit deze verschrikkelijke ramp.
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik dank u voor de steun. Ik sluit me graag aan bij de woorden van waardering voor de stadsdiensten. Daar zie je heel duidelijk – naast alle lof voor burgemeester Paul Van Miert – dat onze steden en gemeenten tamelijk goed voorbereid zijn op dergelijke zaken. De veiligheidsdiensten in Vlaanderen zijn daarop goed voorbereid: hoe de politie en de brandweer op elkaar inspelen … Als je het mij vraagt: niet alleen in Turnhout, maar ook ruimer zijn er mooie voorbeelden te vinden van de goede werking ervan. We kunnen altijd bijleren, daar ben ik het volledig mee eens. Laten we elke situatie evalueren, maar die is voornamelijk heel goed verlopen.
Er was voor de sociale huisvestingsmaatschappij niet onmiddellijk een plan. We hebben dat wel gevonden bij Woonhaven. Dat ondersteunt een beetje het pleidooi dat we al een tijdje voeren, namelijk dat de grotere sociale huisvestingsmaatschappijen daar net iets beter op ingespeeld zijn.
In die zin kan de hervorming die we nu aan het doen zijn daar ook al een bijdrage toe leveren.
Ik wil ook nagaan of het verstandig is om zo’n draaiboek bij de sociale huisvestingsmaatschappijen zelf te doen, zelfs in die woningmaatschappij. U begrijpt dat we daarvoor overleg moeten plegen met de sociale huisvestingsmaatschappijen zelf en met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Zij hebben een andere corebusiness. Zij zijn met andere zaken bezig. Uiteraard moeten zij daarvan op de hoogte worden gebracht en moeten zij daarbij worden betrokken. Maar moeten zij daar de spil van uitmaken, of kan dat bij de VMSW een team zijn dat altijd bereikbaar en inzetbaar is en dat daarin meer getraind en opgeleid is? Die afweging moeten we nog maken. U begrijpt dat ik daarover het overleg moet voeren.
Mevrouw Jans, ik denk niet dat het draaiboek voor de herhuisvesting bij de lokale besturen zelf zal moeten zitten. We zullen bij de VMSW en de sociale huisvestingsector moeten bekijken hoe we dat aanpakken. Uiteraard worden de lokale besturen daarbij betrokken.
Moeten we de sociale huisvestingsector betrekken als een dergelijke ramp zich voordoet op de private markt? Dat is evident. Ik ben ervan overtuigd dat dat in het verleden ook al gebeurd is. Maar hier was het een beetje atypisch omdat De Ark voldoende vrije woningen had om onmiddellijk die mensen te herhuisvesten. Dat gebeurde binnen een tijdsspanne van een of twee weken. Dat hoeft nog niet permanent te zijn, maar voor een deel zal dat wel het geval zijn. Dat is dus een unieke situatie. Ten tweede, Turnhout heeft twintig noodwoningen ter beschikking. Dat heb ik vernomen van de schepen van Wonen toen we samenzaten. Hier was dat niet nodig. Mocht een dergelijke ramp zich in een privaat appartementsgebouw voordoen, dan ben ik er zeker van dat er door de lokale besturen ook een beroep kan worden gedaan op leegstaande woningen van de sociale huisvestingsector. Ik denk niet dat we dat structureel moeten inbouwen. Dat lijkt mij de evidentie zelve.
We blijven verder inzetten op de noodwoningen. Ik heb toevallig de cijfers bij. Met de twee oproepen die we hebben gedaan, zijn er 400: 200 die worden gerenoveerd en 200 die er extra bijkomen. Daar is men nu aan bezig. We zitten aan ongeveer 1300 tot 1400 noodwoningen in Vlaanderen. Dat is een recurrent gegeven. We zullen daar de komende jaren nog verder op inzetten. Dit bewijst in elk geval de meerwaarde van het beleid dat we daar voeren.
Nogmaals bedankt voor jullie steun. We zullen jullie uiteraard op tijd op de hoogte brengen van wat we precies zullen doen met dat draaiboek, hoe we dat precies invullen.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik kan u alleen maar bijtreden. U benadrukt nog maar eens het belang van die noodwoningen. Of de ramp nu in sociale woningen of in private woningen gebeurt, er is nood aan een dergelijk patrimonium, aan een dergelijk beheer van noodwoningen. U benadrukt de grootschaligheid en, daarmee gepaard gaand, een mogelijk efficiënter handelen voor wat betreft het draaiboek. Dat u richting de VMSW kijkt, lijkt mij een heel goede piste. U hebt de steun van het parlement om daarmee samen te werken.
Het is passend dat ik namens het Vlaams Parlement onze blijken van medeleven overbreng aan de familieleden van de slachtoffers van deze toch wel tragische ramp. Ik ben ervan overtuigd dat de burgemeester dit zal willen overmaken aan de betrokkenen.
De actuele vraag is afgehandeld.