Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Collega’s, bij de brandweer, bij de politie, bij de vuilnisophaaldiensten worden er noodplannen gemaakt voor wanneer bepaalde projecties rond omikron bewaarheid zouden worden. Wat bedoel ik daarmee? Als er heel veel personeel besmet is en in quarantaine moet, dan komt de dienstverlening misschien wel in gevaar.
Dat is natuurlijk ook het geval, minister, voor alle residentiële voorzieningen die onder de bevoegdheid van Vlaanderen vallen. Ik denk bijvoorbeeld aan de woonzorgcentra, waar we vandaag al zien dat een aantal directies moeten inspringen op de werkvloer, omdat ze anders de continuïteit van de basiszorgverlening in de woonzorgcentra niet kunnen garanderen. Ik zou dan zeggen dat je in een land als België misschien een beroep zou kunnen doen op het leger. Minister, weet u hoeveel verpleegkundig personeel het leger op overschot heeft om nog in te springen? Ik zal het u zeggen: het gaat over achttien verpleegkundigen, waarvan er zes beschikbaar zijn en twaalf in opleiding. Daar moeten we dus zeker al niet op rekenen.
Minister, de vraag is dus: wat zijn de noodplannen van de Vlaamse overheid voor de residentiële voorzieningen die binnen de bevoegdheid van de Vlaamse Regering vallen? Wilt u onderzoeken wat vandaag op tafel wordt gelegd, namelijk of we asymptomatisch besmet personeel in een aantal gevallen toch zouden kunnen inzetten? Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het scenario waarin de basiszorg in het gedrang komt, waarin alle andere opties zijn uitgeput, waarin de mensen die eventueel zouden komen werken, gevaccineerd zijn, volledig uitgerust zijn met beschermingsmateriaal, en waarin de mensen in voorzieningen uiteraard de keuze hebben om zelf aan kamerisolatie te doen, en dat daar nooit iemand komt die asymptomatisch besmet is, als personeelslid.Â
Minister, wilt u dat laten bekijken door experten en dat mogelijk maken, net zoals dat in de ziekenhuizen mogelijk zal worden gemaakt? Wilt u alstublieft ook het besluit van de Vlaamse Regering aanpassen zodat interim-zorgkundigen kunnen worden ingehuurd in deze crisis? Vandaag is dat enkel het geval voor interim-verpleegkundigen. Zorgkundigen zijn met veel meer. Dat zou al een deeltje van de oplossingspuzzel kunnen zijn.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we zitten inderdaad met de omikronvariant, die een vijfde golf teweegbrengt. Ik wil even in herinnering brengen dat het eerste en belangrijkste antwoord, als is het niet het alleenzaligmakende, ook in dezen vaccineren is. We hebben in oktober beslist de bewoners in onze woonzorgcentra te vaccineren. Dat is in november gebeurd. We hebben in november beslist om het personeel in onze woonzorgcentra en andere residentiële voorzieningen te vaccineren. Dat is intussen gebeurd. Dat zorgt voor een extra laag van bescherming.
We zien vandaag op het terrein dat de besmettingen in de woonzorgcentra en andere residentiële voorzieningen stijgen. Dat zou wel eens te maken kunnen hebben met de kerstperiode, waarin men een zoon of een dochter uit een voorziening of een vader of grootvader uit een woonzorgcentrum heeft meegenomen voor een familiefeest, wat heel begrijpelijk is. Wat we echter ook zien, is dat op dit ogenblik die besmettingen leiden tot milde symptomen en ziektes. Dat geeft dus aan wat alle experten tot nu toe zeggen, namelijk dat die boostercampagne, waarmee we dus al veel sneller zijn gestart, toch wel effectief helpt.
Dit parlement heeft er in 2020 toe opgeroepen dat we een noodplan zouden maken. Dat heb ik ook gemaakt, samen met de taskforce, in de zomer. Er werd toen gevraagd dat we klaar zouden zijn voor wat toen de tweede golf was. Ik heb toen een brief gestuurd met alle verschillende punten, over de mobiele equipes, over het versterken van het personeel, over materiaal, over contactopsporing, over het testen, over de monitoring, over hoe men daar op het terrein mee moest omgaan. Dat is verstuurd en dat is ook opnieuw in herinnering gebracht.
De richtlijnen hebben we de voorbije week ook geüpdatet. Daar staat heel concreet het antwoord op uw vraag in. Ik heb ze bij. Op bladzijde 35 van die richtlijnen staat, en dat is zoals u het aangeeft, dat men bij uitzondering, als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput, medewerkers wier test positief was en die dus besmet zijn, maar die geen symptomen hebben, toch als ‘lender of last resort’ kan inzetten. Dat staat dus in deze richtlijnen, en de voorzieningen zijn daar minstens sinds deze week aan herinnerd.
Wat het flexibel inzetten van het personeel betreft, de Vlaamse Regering heeft eind vorig jaar beslist om die flexibele inzet in de woonzorgcentra te kunnen doen, om bovennormpersoneel flexibeler in te zetten en ook, inderdaad, om zelfstandige verpleegkundigen te kunnen inzetten in de residentiële voorzieningen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat de mogelijkheid bestaat, maar ik denk dat de communicatie toch nog eens moet worden herzien, aangezien de koepels vandaag die vraag nog eens heel expliciet hebben gesteld. Interim-verpleegkundigen kunnen inderdaad via de basisfinanciering worden ingehuurd, maar interim-zorgkundigen niet. Mijn vraag was of zorgkundigen die uitzendkracht zijn, ook kunnen worden ingehuurd.
Mijn andere vraag gaat over de bezorgdheid die ik heb over onze gemeenschapsinstellingen. Daar vangen wij jongeren op die moeten worden beveiligd tegen zichzelf, en tegen wie we ook de samenleving voor een stukje moeten beschermen. Minister, ik zie dat er in die gemeenschapsinstellingen op twee maanden tijd negen ontsnappingen zijn gebeurd, dat de bezetting daar bijna aan de maximale capaciteit zit, dat er één stakingsdag is geweest omdat het personeel het moeilijk doenbaar achtte om de taken nog uitgevoerd te krijgen. Wat is daar het noodplan, indien we daar begeleiders zouden zien uitvallen door omikron?
De heer Sintobin heeft het woord.
Collega Parys, ik heb absoluut begrip voor uw vraag. Minister, ik begrijp uit uw antwoord dat dit reeds in de richtlijnen staat, en in het noodplan van een tijd geleden, dat er inderdaad personeel kan worden ingezet dat asymptomatisch is.
Maar ik heb een bijkomende vraag. Ik veronderstel dat bij een aantal mensen die besmet zijn en geen symptomen vertonen de angst bestaat of misschien de wil ontbreekt om te gaan werken of zich in te zetten in de residentiële opvangcentra. In welke mate en hoe zal men mensen verplichten om dit effectief te doen?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Iedereen kan wel onderschrijven dat ook in onze Vlaamse welzijnssectoren de druk op het personeel de volgende weken nog zal vergroten door de omikronvariant. Minister, het is dus goed dat u de nieuwe richtlijnen hebt verstuurd over de inzet van het personeel dat asymptomatisch test. Het lijkt mij belangrijk om opnieuw zoveel mogelijk mensen aan de slag te kunnen houden, zowel voor de woonzorgcentra als voor de kinderopvang enzovoort. We hebben alle mensen nodig op de werkvloer.
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Het platform Help de helpers is ondertussen overgeheveld naar het vrijwilligerswerk. In hoeverre kunnen of worden er via die weg nog bijkomende handen in de zorgsector gevonden? In het verleden hebben we een beroep kunnen doen op hen en het was een zeer mooie zaak voor de zorgsector om die helpende handen te vinden. Hoe kunnen we dat nu opnieuw invoeren?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Inderdaad, alle sectoren zullen het moeilijk hebben wanneer er steeds meer mensen zullen uitvallen. De zorg heeft al te kampen met personeelsproblemen. Het is dan ook heel goed dat er daarvoor de nodige noodplannen werden opgesteld. Zoals u zelf zegt, is dat alleen maar in hoogste nood. Laten we dus allen hopen dat dat niet nodig zal zijn. Ik veronderstel dat mensen die asymptomatisch zijn en toch zouden worden ingezet, niet zullen worden verplicht om dat te doen.
Maar eigenlijk had ik ook eenzelfde vraag als de heer Parys. We zien dat de interim of zelfstandige verpleegkundigen wel kunnen worden gefinancierd vanuit die basistegemoetkoming, maar de interim-zorgkundigen niet. Nochtans is er daar vraag naar. Is er een mogelijkheid om daaraan te remediëren?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik vrees dat we moeten zeggen: ‘À la guerre comme à la guerre.’ Op het moment dat het echt niet anders kan, zijn er misschien geen andere opties. Maar ik wil benadrukken dat het heel uitzonderlijk moet zijn en dat de communicatie heel zorgvuldig moet gebeuren. Ik wil daar wat duiding bij geven. Er zullen mensen zijn die dat niet zien zitten. Maar de mensen die asymptomatisch zijn en die worden verwacht van eventueel te werken, zijn dezelfde mensen die al sinds het najaar te horen krijgen dat ze zich verplicht moeten laten vaccineren omdat ze anders een risico vormen voor bewoners. En toch zullen we hen met een – weliswaar asymptomatische – besmetting naar de werkvloer sturen. We dreigen daar structureel ongeloofwaardigheid in te bouwen in ons beleid, al is dat zoals gezegd noodgedwongen.
Minister, het is de uitdrukkelijke vraag van onze fractie om daar zeer zorgvuldig en terughoudend rond te communiceren en dat ook echt voor te stellen als een absolute overmachtsmaatregel die niet te vaak voor herhaling vatbaar is, maar inderdaad ook niet helemaal nieuw is, want ze werd in eerder fases ook al toegepast. Ik dank u.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, we stellen samen vast dat het in elke sector erg nijpend zal worden, nu al en zeker in de komende weken. Zo’n crisis legt de systeemfouten heel pijnlijk bloot. In de sectoren waar het sowieso moeilijk is om mensen te vinden, waar we ook voor de crisis al met problemen zaten om personeel te vinden, wordt het nu nog nijpender. Ik verwijs naar het onderwijs, waarover we daarnet al een discussie hebben gehad. Ook de woonzorgcentra zijn geen nieuw probleem. Ik verwijs daarnaast naar de kinderopvang, die ook tot uw bevoegdheden behoort, minister Beke. Dat zijn plaatsen waar het de komende weken heel lastig zal worden. En inderdaad, asymptomatisch besmette mensen inzetten op de werkvloer, zeker bij oudere mensen, is echt ‘the last resort’. We zouden dat absoluut niet mogen willen, maar als het niet anders kan ... We kunnen mensen toch moeilijk laten creperen. Maar laten we hopen dat het op zo weinig mogelijk plekken nodig zal zijn.
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Het is hier terecht over de woonzorgcentra gegaan. We hebben het daarnet terecht over het onderwijs gehad. Maar ook de kinderopvangsector trekt terecht aan de alarmbel. Wat is daar het noodplan? Want zij komen dagelijks in contact met heel kleine kinderen die uiteraard niet gevaccineerd zijn. Er is daar heel veel uitval. Wat is daar het noodplan?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik wil u allemaal bedanken, alle fracties, voor de bijzonder grote genuanceerdheid waarmee we spreken over de ‘lender of last resort’, waarbij in allerlaatste mogelijkheid, als alle andere zaken zijn uitgeput, mensen die toch besmet zijn, maar geen symptomen hebben, uiteraard met de juiste beschermingsmaterialen enzovoort, mogelijk kunnen worden ingezet. We kunnen daar niet genoeg genuanceerd over zijn. Maar we zijn dat allemaal, en daar ben ik wel blij om, want dat is ook de juiste manier om daarover te spreken.
Er is vandaag om 16 uur, op dit ogenblik, een taskforce waarin ook opnieuw over deze richtlijnen zal worden gesproken. Die zijn intussen al gedeeld met de koepels op 10 januari. Maar als daar bijkomende vragen over zijn, zal dat ongetwijfeld ook op de taskforce worden besproken.
Ik heb die richtlijnen hier bij, collega Sintobin, en daarin staat heel duidelijk dat de zorgmedewerker die zich hierdoor gestrest voelt of er zich ongemakkelijk bij voelt, daar niet op moet ingaan. Het is dus geen plicht. Je kunt niet opgeëist worden. Dat is een heel concreet antwoord op de vraag die u daarover gesteld hebt.
Help de helpers is ingekanteld in het platform van de vrijwilligers. Het cascadedocument is het document dat gaat over personeel en wat er bij uitval van personeel moet gebeuren in de verschillende mogelijke situaties – want er zijn vele situaties mogelijk daarin – en daarin is ook heel uitdrukkelijk de ondersteuning voor de vrijwilligers meegenomen in het vrijwilligerswerk. Ik heb het cascadedocument hier bij. Dat staat daar heel uitdrukkelijk in.
De realiteit is natuurlijk dat we in een andere situatie zitten dan bij de eerste golf, toen alles in lockdown was en vele sectoren gesloten waren. Vandaag proberen we zo weinig mogelijk sectoren te sluiten, en de sectoren die open zijn, dat in zo veilig mogelijke omstandigheden te laten doen. Dat maakt dat het reservoir van mogelijke vrijwilligers om in te zetten, een pak kleiner is dan in die eerste golf. Maar het maakt deel uit van het cascadedocument. Dat is dus zeker aan de orde.
Ook in de andere sectoren, de kinderopvang in de gemeenschapsinstellingen, zijn er een aantal draaiboeken voorzien bij uitval van personeel en zijn er ook een aantal maatregelen genomen.
De heer Parys heeft het woord.
Dank u wel, minister en collega’s, om allemaal dezelfde oproep te ondersteunen, en inderdaad met de nodige nuance.
Ik vind het belangrijk, minister, dat u in de volgende dagen en weken blijk geeft van creativiteit – u kunt bijvoorbeeld eens gaan kijken wat de Hospital Search Capacity Group voor de hospitalen voorstelt en of we daar nog een aantal dingen uit zouden kunnen leren – maar ook van nabijheid. Ik denk dat de sectoren u nodig zullen hebben om heel praktische oplossingen uit te dokteren en daar de nodige steun voor te krijgen. Daarvoor hebt u alvast onze steun.
De actuele vraag is afgehandeld.