Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het uitblijven van een definitief stikstofkader
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik kan mij voorstellen dat een aantal collega’s hier – en uzelf misschien ook – zeggen of denken: ‘Daar zijn ze weeral met een vraag over het stikstofdossier.’ Ik kan mij dat best voorstellen. Ik was eigenlijk van plan om u daarover te ondervragen tijdens de begrotingsbesprekingen, maar u was toen in quarantaine. Ik heb het toen dan maar gedaan met minister Crevits, collega Vandaele.
Maar ik sta hier vooral om opnieuw de vraag te stellen. Ik heb daar een aantal argumenten voor. Het was natuurlijk de belofte van de Vlaamse Regering om voor eind 2021 – ondertussen is dat gepasseerd – een oplossing te vinden voor het stikstofdossier. U hebt zelf altijd gezegd dat dit een van de belangrijkste dossiers is van deze legislatuur.
U en minister Crevits hebben gezegd dat u momenteel in de eindfase zat en dat er enkel nog wat knopen door te hakken waren. U hebt ongeveer een maand geleden trouwens gezegd dat de documenten klaarlagen en dat u enkel nog hoefde te tekenen.
Maar ondertussen zijn we weer een paar weken verder. De industrie en de landbouw smachten echt naar rechtszekerheid. Minister, ik hoop dat de kerstsfeer u en minister Crevits wat dichter tot elkaar heeft gebracht, want ik denk dat het kalf vooral daar gebonden ligt – om die uitdrukking te gebruiken – en ook in de pers circuleren deze berichten nog steeds: namelijk dat er nog altijd een serieuze onenigheid is tussen enerzijds de N-VA, u als minister van Omgeving, en anderzijds minister Crevits van Landbouw.
Wat is de stand van zaken in dit dossier? Kunt u eindelijk rechtszekerheid bieden aan de industrie en de landbouwers? Ik dank u.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, collega’s, het was al jaren aangekondigd, maar vorig jaar is die stikstofbom effectief ontploft. We hebben intussen twee stikstofarresten aan ons been. Vlaanderen zit in de feiten op slot. De landbouwers kunnen geen vergunningen meer krijgen zolang er geen definitieve regeling is. En de bedrijven kunnen er in principe wel een krijgen, maar in de praktijk zien we dat dat alleen maar lukt als het dossier uzelf of uw partijgenoten aanstaat. Het zal dus met andere woorden niet lang meer duren vooraleer ook de bedrijven geen vergunningen meer krijgen. De rechtszekerheid is ver zoek. De rechtszekerheid voor onze natuur is al lang ver zoek.
Het is duidelijk: we moeten echt gaan naar een definitieve en rechtsgeldige oplossing voor onze feitelijke vergunningsstop.
Minister, u beloofde inderdaad een oplossing tegen de zomer. Dit parlement vroeg op 16 juni aan de Vlaamse Regering een oplossing uit te werken tegen het einde van vorig jaar. We zijn nu 12 januari, 322 dagen verder, en er ligt nog altijd geen oplossing op tafel. Minister, ik vraag u dan ook: wanneer komt u met een rechtsgeldig stikstofkader?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de vraag. Ik had die gisteren in de commissie verwacht, maar daar was ze blijkbaar ingetrokken. Ik moet jullie niet vertellen dat we sinds februari een stikstofarrest hebben dat het voorlopige kader van 2016 aan diggelen heeft geslagen. We hebben dan ook onmiddellijk een instructie gemaakt. Ik heb mijn verantwoordelijkheid opgenomen om vergunningen mogelijk te maken. Collega’s, ik moet jullie de situatie in Nederland niet uitleggen. Enkele jaren geleden, toen er de facto een vergunningsstop was, kon men zelfs niet bouwen. Woningen werden niet meer gebouwd, meer dan tienduizend vergunningen werden geschorst. Er werd gewoon niets gedaan. En dat was ook de reden waarom we die instructie hebben gemaakt.
Collega’s, er kan nog worden vergund, maar er moet inderdaad een passende beoordeling zijn. Intussen is er hard gewerkt aan een definitief kader. Er zijn veertien scenario’s berekend door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Vervolgens hebben wij gezegd dat één scenario passend kan worden beoordeeld. Op basis van dat ene scenario hebben zowel mijn dienst Stikstof als mijn raadgevers en mijn administratie een omvattend pakket van maatregelen voorgesteld. Het gaat over maatregelen voor de reductie van de uitstoot, over flankerende maatregelen en ook over natuurherstel – denk maar aan grondwaterherstel, aan plaggen, ploegen enzovoort. Je kunt dat natuurherstel niet bereiken met vrijwilligers alleen.
Er is ook een ontwerp voor een nieuw vergunningskader voorgesteld, net als een handhavingssysteem voor monitoring, borging enzovoort. De afgelopen maanden is er ook enorm afgestemd met Nederland en de andere buurlanden.
Op basis van al die documenten hebben wij heel vaak en heel veel vergaderd, overlegd enzovoort. Ik had inderdaad gehoopt – ik heb dat ook meermaals gezegd, zowel in de commissie als hier – dat we voor het kerstreces een akkoord zouden bereiken, maar gezien de complexiteit van het dossier lagen de standpunten ook ver uiteen. We hebben dan gezegd dat we tijdens het kerstreces met de minister-president verder zouden werken aan een oplossing. We zullen ons werk ook verderzetten in de komende weken en maanden.
Eén ding is wel duidelijk: de oplossing die we uitwerken, moet een oplossing zijn die juridisch robuust is, geen halfslachtige oplossingen, maar een oplossing waarmee we de komende jaren rechtszekerheid kunnen bieden, niet alleen aan landbouwbedrijven, maar ook aan onze industrie. Want het gaat tenslotte wel over de welvaart, collega's. Geen vergunningen betekent ook dat er niet meer kan worden ondernomen in dit land. En dat betekent ook geen jobs, geen welvaart, niets. Daarom is het van groot belang dat het definitieve kader rond stikstof voldoende juridisch robuust is.
Waarom zeg ik dat ook? We moeten ook leren uit het verleden. Het voorlopige kader is tweemaal aan diggelen geslagen door de Vlaamse rechtspraak. In Nederland hebben we ook rechtspraak gehad. Op Europees niveau heeft het Hof van Justitie daar ook al een aantal uitspraken over gedaan. Men kijkt met een vergrootglas. In het belang van eenieder en van alle sectoren is het essentieel dat we een oplossing uitwerken die rechtszekerheid kan bieden voor alle sectoren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, over één zaak zijn we het eens, en dat is dat er inderdaad rechtszekerheid moet komen en dat er oplossingen moeten komen. Maar ik heb in deze plenaire vergadering en ook in de commissie waarschijnlijk al een tiental vragen gesteld over het stikstofdossier en ik krijg telkens hetzelfde antwoord. Ook vandaag krijg ik van u een opsomming van wat er allemaal gebeurd is in dit dossier. Veertien scenario’s zijn gereduceerd tot één scenario. Er worden een aantal maatregelen opgesomd, maar er komt eigenlijk geen oplossing. U zegt dat u tijdens het kerstreces nog wat verder gewerkt hebt met minister-president Jambon en mevrouw Crevits en dergelijke, maar u bent nog niet tot een oplossing gekomen. Dat is nu een antwoord dat ik al een half jaar krijg.
Ik denk dat dit zo niet meer verder kan. Ik besef dat het een complex dossier is, maar u komt daar telkens mee af. Ik krijg nooit antwoord op de vraag wat nu in godsnaam de knelpunten zijn tussen jullie beide partijen. De stem van Open Vld hoor ik weinig in dit dossier. Ik veronderstel dat het vooral gaat tussen uw partij en de partij CD&V. Ik vraag het nogmaals: wat zijn de knelpunten, wat zijn de moeilijkheden, wat zijn de discussiepunten? Ik zou dat nu toch graag eens willen weten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, een van de eerste vragen die ik in dit Vlaams Parlement stelde, ging net over dit stikstofprobleem, nog voordat die stikstofbom ontplofte. We weten al jaren dat deze problematiek op ons afkomt. En jaren hebben deze Vlaamse Regering en de vorige Vlaamse Regering hun kop in het zand gestoken. U hebt nu een jaar de tijd gehad. U hebt 322 dagen de tijd gehad om eindelijk naar een scenario te gaan. En het enige antwoord dat we hier vandaag krijgen, is nog maar eens: ‘We zijn van veertien scenario's vertrokken en we eindigen op één scenario.’ Wauw, zou ik zeggen. Wauw, wat een vooruitgang!
Maar we hebben nog altijd geen concrete oplossing. Eigenlijk vind ik het onwaarschijnlijk dat wij met de rechtszekerheid, met de onzekerheid die we nu bieden aan onze landbouwers en onze bedrijven en onze natuur, aan het spelen zijn. Ik vraag het u dan ook nog eens, minister. Uw ene scenario dat nu op tafel ligt en waar nu de discussie over gaat, zal dat een combinatie zijn van de afbouw van de veestapel, een reconversieplan voor de landbouw en voldoende natuurherstelmaatregelen? En welke budgetten zult u daartegenover plaatsen?
De heer Anaf heeft het woord. (Opmerkingen van Steven Coenegrachts. Gelach)
Excuseer, mijn fout. (Opmerkingen)
U komt niet overeen met de foto die ik hier voor mij heb, als ik het zo mag uitdrukken. (Gelach. Opmerkingen)
En dan nog een mondmasker, dan wordt het helemaal moeilijk. (Opmerkingen)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, collega Sintobin, er is een heel handige zoekfunctie op de website van het Vlaams Parlement. U mag de tussenkomsten van mijn fractie over stikstof altijd eens opzoeken als u niet de moeite hebt gedaan om op te letten tijdens de vergadering.
Minister, u hebt gelijk: we hebben nood aan een zeer robuust kader. We mogen daar geen fouten in maken, dat is belangrijk voor de rechtszekerheid. Maar we hebben ook nood aan snelheid. Het gebrek aan rechtszekerheid verlamt de investeringen, de werkgelegenheid of jobcreatie en de verdere verduurzaming van de landbouwsector. Als een landbouwondernemer niet kan investeren, investeert hij ook niet in nieuwe, betere technieken. De snelheid is belangrijk omdat de huidige onzekerheid het investeringsklimaat opnieuw verlamt. Die werkt opnieuw onduidelijkheid in de hand en opnieuw hypothekeert de jobcreatie. Snel en robuust is de boodschap van Open Vld, mijnheer Sintobin.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, als we het over één ding eens zijn, is het wel dat we snel tot een oplossing moeten komen. Het is een complex dossier, bijzonder technisch, waar een evenwicht moet worden gezocht tussen ecologie en economie. Daarom is het bijzonder belangrijk dat we beslissingen kunnen nemen op basis van de nodige feiten en cijfers om de milieu-impact te kunnen berekenen en te kennen, maar eveneens om de gevolgen in te schatten voor zowel industrie en landbouw als voor de gezinnen en bedrijven. Het gaat immers over hun inkomen en leven. De oplossing moet voor een positieve rechtszekere toekomst op lange termijn leiden voor alle betrokkenen.
Minister, wij kunnen u alleen maar oproepen om binnen de Vlaamse Regering de oefening met de nodige urgentie verder te zetten om tot haalbare oplossingen te komen met de nodige en voldoende budgetten.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, in Nederland heeft men hetzelfde probleem, zoals u zegt. Men heeft dat opgelost, tenminste in het regeerakkoord, door het maken van duidelijke keuzes, duidelijke pistes en engagementen over wat kan en niet kan, en hoe men ervoor zal zorgen dat degenen voor wie het niet kan, worden vergoed. In Vlaanderen zit het dossier nu al meer dan een jaar, samen met de bouwshift, vast in de Bermudadriehoek van de belangengroepen, met aan de ene kant de bouwlobby aan de andere kant de landbouwlobby en aan de derde kant de industrielobby. Zij houden deze Vlaamse Regering in de tang. Ze maken het onmogelijk om beslissingen te nemen in het algemeen belang.
Ik wil u oproepen om daartegen in te gaan met deze Vlaamse Regering, die eigenlijk al een jaar bewijst lak te hebben aan dat algemeen belang en technische oplossingen zoekt om tegen niemand ‘neen’ te moeten zeggen, die beweert dat alles kan, en ‘de pot op met het algemeen belang’. Dat overstijgt deze Vlaamse Regering niet. Het is nochtans de taak van een regering om dat te overstijgen.
Ik wil u absoluut oproepen – u en de hele Vlaamse Regering – om keuzes te maken voor de toekomst, want ook die individuele ondernemers – landbouwers, bouwers of wat dan ook – hebben meer baat bij duidelijkheid dan bij deze vage belofte dat alles mogelijk zal blijven en dat men er wel een mouw aan zal passen. Daarmee draaien we in Vlaanderen keer op keer in de soep. Stop daarmee, maak duidelijke keuzes, maak duidelijk wat kan en niet kan en handhaaf dat dan duidelijk.
De heer Vandaele heeft het woord.
We weten allemaal dat het stikstofdossier bijzonder gevoelig en complex is, de heer Sintobin bevestigt dat. Dat geldt ook, mijnheer Tobback, voor de betonstop, voor het mestactieplan (MAP) en nog een paar dossiers. Onze partij wil hier uiteraard snel knopen doorhakken. Maar als er meer tijd nodig is, mevrouw Schauvliege, om tot een gedragen oplossing te komen, dan vinden wij die extra tijd goed besteed. In die zin gunnen we het de Vlaamse Regering om hier nog een tijd aan bezig te zijn tot we echt een gedragen oplossing krijgen waar rechtszekerheid mee gepaard gaat.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, we hebben het debat vaak gevoerd in de commissie, en als minister van Omgeving begrijp ik de ernst van dit dossier maar al te goed. Ik heb vanaf de eerste dag gewezen op het probleem en gezegd dat ik daarmee aan de slag ga, ook al merkte ik op het terrein dat velen zegden dat er geen stikstofprobleem is in Vlaanderen.
Wat de opmerkingen over het snel zijn betreft, heb ik alles gedaan wat ik moest doen. Sinds het arrest van 25 februari 2021 hebben we non-stop gewerkt. Ik denk niet dat het allemaal veel sneller zou kunnen gaan. We zijn vertrokken van acht tot tien scenario’s en daar zijn er een aantal bij gekomen omdat die misschien beter zouden kunnen zijn of passender beoordeeld zouden kunnen worden. Er zijn een aantal weken nodig om dat te laten berekenen. Zeggen dat het niet snel genoeg gaat: ik weet het niet. Sommigen vinden me te voortvarend en hier hoor ik nu dat ik niet snel genoeg ben. Ik stel alleen vast dat het dossier in Nederland ook nog niet is opgelost. Het Nederlandse regeerakkoord is vooral gebiedsgericht wat betreft stikstof: men stelt dat provincies met concrete plannen moeten komen tegen 2023. Ik had dat hier misschien ook kunnen doen, maar dat zal geen soelaas bieden voor het probleem, omdat er met het dossier veel belangen gemoeid zijn. Het gaat niet alleen over ecologische belangen, maar ook over economische.
Zoals sommige collega’s hier ook hebben gezegd: als minister van Omgeving zal ik sowieso het algemeen belang voorop moeten stellen, net zoals iedereen in de regering de ambitie heeft om dat te doen. Ik heb nog geen enkele collega in de regering gehoord die niet voor een juridisch robuuste oplossing zou gaan. De moeilijkheid in het hele dossier is dat er heel weinig onderhandelingsmarge is. Het moet juist zijn. Vlaanderen is ondertussen ook de arresten een beetje beu gelezen. We kunnen het ons niet veroorloven als we de rechtspraak van het Europees Hof en in Vlaanderen lezen, en als we de rechtspraak in Nederland volgen. Op 8 december 2021 was er in Nederland een ander stikstofarrest over een biomassacentrale. We volgen dat ook op de voet. Dat is de reden waarom we voor een juridisch robuuste oplossing moeten gaan, het liefst zo snel mogelijk. Maar die moet ook juist zijn, die moet elke toets doorstaan. Want eenmaal er een definitief kader is, zal men proberen om dat juridisch aan te vechten. Ik vind het van groot belang dat we een kader uitwerken dat de juridische toets kan doorstaan als men naar de rechtbank gaat.
Wat betreft de maatregelen ben ik ervan overtuigd en ik heb verschillende mensen hier ook gehoord … Voor mij zijn er geen taboes om dit dossier op te lossen. Ik wil benadrukken dat technologie alleen ons ook niet zal redden. Er zijn meerdere maatregelen nodig om het dossier op te lossen.
Sinds 25 februari 2021 was de grote bezorgdheid: ervoor zorgen dat er geen vergunningsstop zou komen, waardoor gezinnen zelfs niet meer zouden kunnen bouwen, er geen industrie meer zou kunnen komen enzovoort. Landbouwbedrijven kunnen vandaag nog altijd een vergunning verkrijgen, weliswaar aan een streng kader. Dat klopt, inderdaad. De tijd van voor 25 februari is voorbij. Het kader is nu even streng. De essentie is wel dat het stikstofbad vol zit, daar wil ik iedereen nog eens aan herinneren. Ik kan die tekening niet hertekenen, collega’s. Dat bad zit vol en als we de rechtspraak goed volgen, betekent dat ook dat je eerst het bad moet legen en de stikstof verminderen voordat je kunt vergunnen.
Dat is nu eenmaal het systeem, en het is op basis van dat systeem dat we voor een definitief kader zullen moeten zorgen. Er moeten, zoals ik heb gezegd, niet alleen flankerende maatregelen komen. Dat zal zeker belangrijk zijn, die maatregelen zullen de uitstoot verminderen. Maar het gaat ook over natuurherstel. We zullen moeten baggeren, plaggen, ploegen. Dat zal grote werken vereisen. Ook dat zit mee in het pakket. Er is ook het nieuwe kader rond vergunningen: welke drempels zullen we hanteren? U weet dat we van 5 procent komen. Naar welke drempel gaan we nu? Nu is dat 1 procent voor industrie. Voor landbouwbedrijven staat het de facto op 0. We moeten daar allemaal passende beoordelingen doen. Ook alles rond het monitoren is essentieel. Het is de bedoeling van de voltallige regering – en we werken heel nauw samen met de minister-president – om tot een definitief juridisch robuust kader te komen. Het is inderdaad complex. Ik had inderdaad gehoopt dat het er tegen eind december zou zijn. Maar omdat de standpunten nog uiteenliggen …
Collega’s, er zijn verschillende economische en ecologische belangen. Je moet water en vuur verzoenen. Ik ben ervan overtuigd dat we, als we dat met z’n allen willen – en dat is toch wel de bedoeling –, dat zullen moeten halen.
Ik heb, ten slotte, een afspraak gepland met de nieuwe minister in Nederland over wat zij willen doen. Zeker voor de grensregio’s is het van belang dat we samenwerken.
De heer Sintobin heeft het woord.
‘Gevoelig, complex, maar niet te snel gaan, het moet juridisch onderbouwd zijn’: ik ben het daar allemaal mee eens, maar wij zijn het natuurlijk niet die hebben gezegd dat er eind december een oplossing zou komen. Minister, als ik u bezig hoor, dan is het duidelijk dat er nog heel veel moet gebeuren. De standpunten liggen nog heel ver uit elkaar. Ik hoor u zeggen dat water en vuur nog moeten worden verzoend. Waar staan we dan met dit dossier? We staan waar we zes maanden geleden stonden.
Ik denk dat jullie niet begrijpen wat dat bij de mensen teweegbrengt. Ik wil u daarover een citaat brengen, over hoe landbouwers zich vandaag voelen en wat er gebeurt in onze landbouwsector. Ik citeer een tweet van gisteren van een melkveehouder uit Leffinge, West-Vlaanderen: “Net opnieuw moeten vernemen dat een collega-boer zich van het leven heeft ontnomen. Laat dit alsjeblieft geen constante worden. De druk op de landbouwersgezinnen is op dat vlak, op alle vlakken, onmenselijk zwaar. Zeg niet dat de politiek hier ook geen rol in speelt.”
Minister, ik vraag u, ik eis van u met aandrang: toon eindelijk eens daadkracht in dat dossier. Zorg ervoor dat er zo snel mogelijk een oplossing komt. Zorg voor rechtszekerheid voor de landbouwsector in Vlaanderen. Zorg vooral voor een toekomst voor de landbouwers, maar ook voor hun gezinnen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, deze Vlaamse Regering beslist keer op keer om niet te beslissen en om haar kop weg te draaien. Telkens opnieuw worden moeilijke keuzes niet genomen. Dit is een Vlaamse Regering die niet kan leiden, die geen perspectief biedt. Dat is zo in het stikstofdossier, maar dat is ook zo voor de betonstop, dat is ook zo voor de luchtkwaliteit, dat is ook zo voor de waterkwaliteit. We kennen het stikstofprobleem al jaren. Het stikstofarrest is niet van vorig jaar. We weten al jaren dat dit op ons afkomt. De enige minister die iets aan het probleem heeft gedaan, is minister Vera Dua, en alle regeringen nadien hebben hun kop in het zand gestoken en daarmee het probleem alleen maar groter gemaakt. (Opmerkingen)
Het is niet vijf voor twaalf, het is vijf over twaalf. U hebt jaren de tijd gehad om het nu eindelijk op te lossen. In plaats van te kibbelen vraag ik u om nu met een oplossing te komen. Kom nu met een rechtszekere oplossing: voor onze landbouwers, voor onze bedrijven en voor onze natuur. (Applaus bij Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.