Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het lerarentekort en de omikronvariant
Verslag
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik wil graag beginnen met een stukje voor te lezen uit een mail die ik dinsdag kreeg doorgestuurd. “Juf Nele had zondagochtend symptomen, testte positief op corona en zal heel de week afwezig zijn. Morgen en donderdagmiddag neem ik de klas voor mijn rekening. Op donderdag zal juf Betty de klas opvangen en vrijdag juf Liesbeth. Juf Valerie heeft vandaag positief getest. Juf Erica zal morgen tot en met vrijdag vervangen in de klas. Juf Annelies had vandaag een hoogrisicocontact op school. Hierdoor moet ze in quarantaine. De stagiaire zal verder lesgeven in de klas. Juf Heleen en Selma zullen afwisselend aanwezig zijn in de klas.”
Minister, de scholen zijn maandag opnieuw opengegaan. Daar zijn we natuurlijk allemaal heel erg blij om, maar dit zijn de mails die ouders op dag twee al in hun mailbox krijgen. Omikron is aan een razende opmars bezig. De bezorgdheid bij ouders, directies en leerkrachten is vandaag al heel groot. Ik vrees dat we toch op een onhoudbare situatie dreigen af te stevenen. Uiteraard willen we allemaal dat de scholen maximaal open blijven maar dan moet er natuurlijk ook wel een leerkracht zijn om voor de klas te staan. Intussen hangt er nog altijd niet in elke klas een CO2-meter en staat de ventilatie nog niet in elke school op punt. Dus blijft het virus rondgaan, ook op school, en blijven leerkrachten besmet raken en in quarantaine gaan waardoor je naar een situatie gaat waarbij in verschillende scholen in week één directeurs al amper weten hoe ze de puzzel moeten leggen.
Die hele uitval komt nog eens boven op het feit dat we met een structureel lerarentekort zitten waardoor ons onderwijs in een soort van perfecte storm terecht dreigt te komen, waardoor je enerzijds een structureel lerarentekort hebt en nu ook nog eens die uitval door corona. Het gevolg is dat ik vrees dat we opnieuw afstevenen op situaties zoals in november en december: chaos in ons onderwijs, scholen die moeten sluiten, kinderen die in quarantaine zitten, met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit van ons onderwijs en voor de onderwijsongelijkheid. Ik denk dat we dat op geen enkele manier mogen laten gebeuren. Vandaar mijn vraag aan u, minister: liggen er noodplannen klaar om ervoor te zorgen dat onze scholen in ieder geval maximaal kunnen openblijven, ook als de besmetting met de omikronvariant blijft stijgen?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, minister, het gemeenschapsonderwijs hield begin december een bevraging bij hun scholen. Men schat het lerarentekort binnen het gemeenschapsonderwijs op ongeveer tweeduizend voltijdsequivalenten. Hetzelfde horen we trouwens bij de andere onderwijsverstrekkers. Men schat het lerarentekort eigenlijk in op ongeveer tienduizend voltijdse lesopdrachten. En er wordt inderdaad gevreesd voor chaos de komende maanden en weken, omdat er zoveel besmettingen zijn, omdat er mensen in quarantaine moeten, omdat er gewoon een tekort is aan leerkrachten.
We hebben hier al heel vaak over gediscussieerd, collega’s. Naar aanleiding van het actualiteitsdebat hebben we een motie goedgekeurd waarbij we u de opdracht gaven om werk te maken van gerichte maatregelen op de korte en lange termijn om het lerarentekort aan te pakken, om in overleg te gaan met de onderwijsverstrekkers, de onderwijspartners, en om terug te koppelen naar het parlement in de commissie Onderwijs.
Ik ben heel benieuwd naar dat overleg, minister, want de druk op de scholen is ongelooflijk groot. Vanuit onze fractie hebben we altijd al gezegd dat de leerkracht ertoe doet, zeker als we het hebben over de kwaliteit van ons onderwijs. Wat ons betreft zijn er concrete acties nodig op korte termijn, maar zeker ook op lange termijn. We hebben dat hier ook al heel vaak herhaald. Het moeten acties zijn die inzetten op vertrouwen, op flexibiliteit.
Eén concrete actie wil ik alvast voorleggen, minister. Het is een voorstel dat ik ook hoorde van een directeur, die aangeeft dat leerkrachten momenteel enkel vervangen kunnen worden vanaf het moment dat ze tien dagen afwezig zijn. Ik doe een grote oproep om dat flexibeler te kunnen maken, en om bijvoorbeeld al vanaf dag één die vervanging mogelijk te maken. Is dat iets wat u onderschrijft?
Maar ik ben ook zeer benieuwd naar het overleg dat u had met alle onderwijspartners, met de onderwijsclub. Ik ben benieuwd naar de acties die daaruit voortkomen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we ook als onderwijssector, zoals zovelen, en zoals zowat alle sectoren, bezorgd zijn over een personeelstekort. Dat geldt niet specifiek voor het onderwijs; dat is zo voor alle sectoren. Maar ik wil alles in het werk stellen om de scholen maximaal open te houden, maximaal veilig, zoals steeds.
Ik wil even ingaan op de problematiek van het personeelstekort. Ik wil niet de discussie herhalen die we hier al hebben gevoerd, namelijk over de maatregelen die we treffen voor de lange termijn. Laat ons eens focussen op hetgeen we kunnen doen, of al hebben gedaan, voor de aanpak van het personeelstekort op korte termijn.
Ten eerste, wat doen we nu al? We zorgen ervoor dat de veiligheidsmuren, de verdedigingsmuren zo hoog mogelijk worden opgebouwd, enerzijds door strenge veiligheidsmaatregelen. Ik denk niet dat er andere sectoren of andere werkplekken zijn waar alles zo streng en zo veilig wordt georganiseerd als in het onderwijs. Maar anderzijds zijn daar ook middelen aan gekoppeld. Ook in het onderwijs zorgen we ervoor dat men middelen krijgt voor veiligheidsmatregelen, voor CO2-meters, voor zelftesten. Ten tweede zorgen we er ook voor dat de leerkrachten zelf maximaal beschermd zijn. En het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar we hebben wel voorrang kunnen krijgen voor de booster, voor de derde prik voor de leerkrachten. Daar was wel wat tegenstand, maar we zijn er wel in geslaagd.
Om het doenbaar en haalbaar te maken, en ervoor te zorgen dat leerkrachten toch zo lang mogelijk hun job kunnen blijven uitoefenen, is er een versoepeling van de tests en de quarantaine. Wat in dezen belangrijk is, is dat we ook mogelijk hebben gemaakt dat ook leerkrachten die een hoogrisicocontact hebben gehad, maar die niet symptomatisch zijn en volledig gevaccineerd zijn, wel kunnen blijven lesgeven. Dat is toch wel belangrijk. Het scheelt een slok op de borrel. Er is vandaag al de mogelijkheid om te voorzien in kortere vervangingen en om gebruik te maken van het lerarenplatform.
Wat doen we nog extra? Boven op de reguliere middelen die de scholen krijgen, krijgen ze nu nog, in dit kalenderjaar, 10 miljoen euro per maand om extra personeel te kunnen aanwerven tot het einde van het schooljaar. We gaan ook zorgen voor de korte vervangingen. Nu is het inderdaad zo dat je enkel kunt voorzien in korte vervangingen in geval van een afwezigheid van tien dagen en meer. Wel, we gaan dat nu doen vanaf dag één. Je moet ze natuurlijk nog altijd vinden, maar je kunt nu wel onmiddellijk voorzien in vervanging.
Maar misschien nog belangrijker is dat we het mogelijk maken dat onderwijsinstellingen vandaag financiële middelen krijgen om leerkrachten, mensen met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs aan te werven. We maken het ook mogelijk dat ze die middelen ook kunnen gebruiken om andere profielen in te zetten wanneer ze niet voldoende leerkrachten vinden. Die andere profielen zonder een pedagogisch bekwaamheidsbewijs kunnen ervoor zorgen dat de leerkrachten worden ontlast van administratieve taken, toezicht en dergelijke zodat zij zich meer kunnen concentreren op hun kerntaak, lesgeven.
We moeten onder ogen zien dat er ongetwijfeld gebruik zal worden gemaakt van de mogelijkheid om klassen te sluiten en desnoods ook om scholen te sluiten, op grond van de overweging dat de veiligheid in het gedrang komt, namelijk wanneer er te veel besmettingen of clusterbesmettingen zijn of wanneer de onderwijskwaliteit in het gedrang komt. Wanneer men enkel een beetje opvang organiseert en geen onderwijs geeft, kan men die beslissing ook nemen. Daarvoor hebben we het ook mogelijk gemaakt dat afstandsonderwijs wordt gefaciliteerd, dat er bijstand is via ons centrum maar dat er ook middelen zijn. In december hebben de scholen 85 miljoen euro gekregen voor het digitaal uitrusten van de leerkrachten zodat zij het afstandsonderwijs veel beter gestalte kunnen geven.
Het blijft zweten en zwoegen voor de leerkrachten, de directies en het beleid maar we zullen wel opnieuw proberen om die scholen maximaal, zo veilig mogelijk en zo lang mogelijk open te houden.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord maar ik heb toch opnieuw het gevoel dat het u aan sense of urgency ontbreekt. Wat we vandaag echt nodig hebben, is een noodplan rekening houdend met omikron. Ik verwachtte van u dat u al lang afspraken had gemaakt met lerarenopleidingen, dat u misschien met gemeenten al had bekeken wat mogelijk was, dat er een vervangingspool in het leven was geroepen. We hebben immers nu onmiddellijk extra handen in de klas nodig wanneer we de scholen maximaal willen openhouden.
Het is eigenlijk altijd een beetje hetzelfde liedje. U weet al lang dat het lerarentekort de onderwijskwaliteit bedreigt maar u doet daar te weinig aan. U wist al van voor het kerstreces dat omikron op ons afkwam en wat ons betreft, is het onderwijs niet klaar voor die besmettingsgolf. U blijft herhalen dat de scholen maximaal open moeten blijven maar ik zal blijven herhalen dat ik vind dat u daar te weinig voor doet. U zegt hier dat u de veiligheidsmuren zo hoog mogelijk hebt ingezet. Met alle respect, maar er hangt nog altijd geen CO2-meter in alle klassen en er is nog altijd niet in alle scholen geïnvesteerd in een deftig ventilatiebeleid.
En nu weigert u ook, hoor ik u in de pers zeggen, om te investeren in zelftests voor leerlingen in het onderwijs. Er wordt aan ouders gevraagd, nogal vrijblijvend vind ik, om hun kinderen elke week te testen maar vervolgens stelt u daar niets tegenover en wordt de verantwoordelijkheid doorgeschoven naar die ouders. Ik vind dat het de verantwoordelijkheid is van de minister van Onderwijs om daar ook iets aan te doen. Dat gebeurt in bepaalde gemeenten. In Kortrijk, waar u mee in de coalitie zit, wordt vandaag een beleid uitgerold waarbij iedereen, ook de ouders die niet zomaar elke week tientallen euro’s kunnen uitgeven aan zelftests, die zelftests kunnen krijgen. Dus, wilt u dat niet doen?
Mevrouw Goeman, ik wil er trouwens op wijzen dat een deel van de vraagstelling ook aan bod komt in de commissie. Dat is ook de reden waarom de vraag van de heer D’Haese hierover niet ontvankelijk is verklaard.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, u startte uw antwoord met de boodschap dat we vandaag niet zouden focussen op de langetermijnoplossingen. Ik blijf uitkijken naar die langetermijnoplossingen, naar die oplossingen om het lerarentekort structureel aan te pakken. Maar hier heb ik geprobeerd om een kortetermijnoplossing aan te bieden. Ik dank u om daar op in te gaan. We moeten blijven focussen op flexibiliteit en op de nood aan vertrouwen.
Ik wil graag nog twee concrete zaken meegeven die ik hoor op het terrein. De eerste gaat over de anciënniteit. Daar zijn al stappen in gezet maar mensen die als zijinstromer in het onderwijs willen instappen, mochten nog geen enkele ervaring of opdracht hebben binnen het onderwijs. Dat zijn soms mensen die een school uit de nood hebben geholpen en die nu vaststellen dat ze hun anciënniteit verliezen. Kunnen we daarover spreken?
Ten tweede, en ik haalde het ook al aan, geloof ik heel sterk in het verhaal van de proeftuinen waar we in een regelluw kader gaan zoeken hoe we op een zeer moderne manier onderwijsbeleid en personeelsbeleid kunnen voeren. Hoever staat u daarmee? Hebt u daarover gesproken met de onderwijspartners?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, het zal u niet verbazen dat ik het standpunt van enkele weken en maanden geleden opnieuw bovenhaal.
Om de acute nood te lenigen is het cruciaal om voor een deel in te zetten op digitalisering. Kwalitatieve digitalisering, geen voorgelezen lesjes maar pakketten die een educatieve werking hebben. U werkt daaraan, doe zo voort, zou ik zeggen. De turbo zal ingedrukt moeten worden. Maar daarnaast is er ook het werken met tijdelijke gastsprekers. Dat zijn mensen die, zoals collega Vandromme aanhaalt, even de handen uit de mouwen willen steken, een paar weken verlof willen nemen om in een school bij te springen waar ze kunnen. Dat hoeven niet altijd permanente zijinstromers te zijn. Het kunnen ook tijdelijke gastsprekers zijn die een aantal uren per week kunnen missen. En tot slot, wil ik het nog hebben over twee punten die al vaak zijn aangehaald. Er is geld vrijgemaakt voor de luchtkwaliteit in de scholen, dat hebt u aangekondigd, en dat is terecht. Dank om de luchtkwaliteit in de scholen te verbeteren, de CO2-meters, de luchtverversing… maar hoever staat het met de plannen van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) om daar ook de turbo in te duwen? En dan het allerlaatste: de vakbondsvrijstelling van driehonderd leerkrachten. Is het nu echt niet mogelijk om op de pauzeknop te duwen en die mensen ook in te schakelen op het moment dat leerkrachten niet meer weten naar welke klas eerst te vliegen?
De heer Danen heeft het woord.
De vraag omvat vele aspecten en we zullen morgen in de onderwijscommissie verder ingaan op een aantal ervan. Ik wil u het volgende voorleggen, minister.
U hebt een lerarenplatform voor het basisonderwijs voorgesteld. Dat betekent dat mensen die pas in het onderwijs beginnen zeker zijn van een jaar onderwijsopdracht of van een jaar loon. Want we stellen vast dat het voor beginnende leerkrachten, zeker in het secundair onderwijs, heel moeilijk is om een jaar lang les te geven, ondanks het tekort. Dat klinkt heel ongeloofwaardig maar het is wel zo. Er zijn heel wat mensen die lesgeven en leerkracht zijn en die heel regelmatig thuiszitten omdat ze van school naar school moeten hoppen. Dat is heel oninteressant voor mensen die les willen geven, zeker in deze krappe arbeidsmarkt. Mijn vraag is de volgende. Als oplossing voor het lerarentekort in het secundair onderwijs zou zo’n lerarenplatform een oplossing kunnen zijn. Bent u bereid om daar het komende jaar werk van te maken? Want we kunnen op die manier zeker gaten opvullen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, het onderwijs opent in de opgang van de vijfde golf. We hebben het er al over gehad. Dan is de vraag of de dijken in orde zijn. Dat is ontegensprekelijk niet het geval. De ventilatie is in onze scholen vandaag nog altijd niet in orde. We zijn bijna twee jaar na het begin van de pandemie. U vraagt aan ouders om hun kinderen preventief te testen maar u voorziet wel geen testen om dat te doen. Wat is het gevolg? Dat amper 8 procent van de ouders van plan is om zijn kinderen te testen. Dat is een slag in het water. Vooruit stelt hieromtrent terecht de vraag dat u dat moet voorzien. Ondertussen vindt hun eigen minister Vandenbroucke niet dat hij dat moet doen. Er wordt beslist met ministers van Onderwijs en Welzijn samen en iedereen wijst naar elkaar en er gebeurt helemaal niets. Dus, minister, als wij dat virus uit het onderwijs willen halen hebben we een hoge deelname aan preventieve testing nodig. Dat gaat ook met speekseltesten zodat je de kleine kindjes geen stok in hun neus hoeft te duwen. Mijn vraag is of u toch niet wilt overwegen om op school gratis preventieve testen te voorzien.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik denk, collega’s, dat we twee zaken uit elkaar moeten houden. Het lerarentekort dat vandaag groter is, is vandaag niet ontstaan. Het is door de tijden heen ontstaan en maatregelen, zoals de bijsturing van het M-decreet, maar ook het ervoor zorgen dat leerlingen Nederlands spreken zodat ze de leerkracht verstaan, zijn belangrijk. Daarnaast luisteren we ook naar de ondersteuningsnood van de leerkrachten in het kleuteronderwijs en worden er extra kinderverzorgsters ingezet. Maar dat is op de lange termijn.
Wat de korte termijn betreft, stel ik vast dat de basisscholen drie weken dicht zijn en dat we vandaag opnieuw al met leerkrachten zitten die besmet zijn. Dat is natuurlijk een besmetting die niet op school is opgelopen. Omikron grijpt om zich heen in onze maatschappij. Als ik dan hoor dat maar 8 procent bereid is om zelftesten te doen, dan kun je ze wel gratis in de boekentas steken, maar als maar 8 procent zegt ‘ik wil daar iets mee doen’ dan zal het niet gebeuren. Anderzijds denk ik niet dat de ouders bereid zullen zijn om toe te staan dat de leerkrachten die zelftesten op school doen.
Wat die speekseltesten betreft, daar zijn toch wetenschappelijk nog wel wat vragen rond. Maar ik heb nog één vraag, minister. In de zorg overweegt men om asymptomatische, besmette personen, met de nodige zorg, toch te kunnen laten werken. Tyl Jonckheer, de voorzitter van de Belgische beroepsvereniging van Kinderartsen, pleit daar ook voor. Is dat iets dat iets wat in geval van nood en als laatste redmiddel ook in het onderwijs zou worden overwogen?
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u niet zomaar een blik leerkrachten kunt opentrekken op het moment dat wij nu zeer veel korte vervangingen moeten oplossen. Dat is inderdaad onmogelijk, maar we moeten kijken naar de rest van het schooljaar. Ik denk dat we nu toch een aantal maatregelen op stapel moeten zetten om de directies gerust te stellen. We hebben drie vragen.
Ten eerste zijn er de junivervangingen. Normaal gezien mag er in juni geen vervanging gebeuren. Ik denk dat het belangrijk is dat we nu al duidelijk zouden maken dat dit opnieuw zou kunnen. Zodoende kunnen scholen op dat ogenblik nog een stuk van de achterstand, die ze zeker gaan oplopen, kunnen inhalen.
Twee: we hebben toen ook al het schooljaar verlengd met een paar dagen om deliberaties in het begin van juli mogelijk te maken. We zouden graag zien dat die mogelijkheid ook gecreëerd wordt, zodanig dat scholen waar de achterstand echt te groot is toch een aantal extra dagen zouden kunnen lesgeven.
Ten derde is er de Bijsprong-operatie die u opgezet hebt. Dat is een goede zaak, maar dat zouden we misschien ook moeten intensifiëren in maart, april, mei, de paasvakantie en zo verder, wanneer de viruscurve weer gunstiger zou evolueren. Gaat u daar werk van maken?
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Goeman, ik had een beetje de indruk dat uw repliek al op voorhand geschreven was. Uw repliek is gewoon dat het te weinig is, en vervolgens verwijst u naar initiatieven om vrijwilligers in te zetten, en dergelijke. Ik heb u er net op gewezen dat we de scholen ook de middelen ter beschikking gesteld hebben. We stellen hen 10 miljoen euro per jaar ter beschikking, we gaan er ook voor zorgen dat men voor de korte vervanging sneller kan schakelen, en we maken het ook mogelijk dat men ook niet-leerkrachten kan inschakelen. Dat is allemaal ‘du jamais vu’. Het is nog nooit gezien, en dat voeren wij in: we proberen op korte termijn snel te schakelen. Niets is perfect, maar we doen het wel, met deze regering. We voorzien extra middelen en extra mogelijkheden voor de scholen om extra mensen te kunnen inzetten. Maar we weten ook, net zoals dat geldt voor alle andere sectoren, dat je die handen wel moet vinden, voor in de klas en daarbuiten. Maar we doen dat dus wel.
Wat de zelftesten betreft: dat hebben we beslist met elf ministers. Elf ministers van allerhande gezindten en allerhande kleuren: groen, rood, geel en vele andere schakeringen. Voor sommigen is ‘gratis’ het antwoord op alles. Gratis, als de factuur voor een ander is. Zo kan ik veel gratis maken. Ik kan voorstander zijn van heel veel gratis mogelijkheden, als een ander het betaalt. Maar kunnen we alstublieft zien wat we voor elkaar kunnen doen, en wat we samen met de Federale Regering zouden kunnen doen? Bijvoorbeeld, dat als we extra mensen inzetten zoals vrijwilligers of gepensioneerden, dat zij daarvoor fiscaal niet worden afgestraft. We moeten zorgen voor een vrijstelling, om te faciliteren en mensen aan te moedigen om in te springen als gepensioneerde, als bijklusser of bijverdiener, zodat ze daarvoor niet bestraft maar gestimuleerd worden. En als ik die vraag stel aan de Federale Regering, dan hoop ik ook om van die kant een positief antwoord te krijgen. Maar ik heb nog niets gekregen, integendeel (Applaus bij de N-VA).
Ik wilde gewoon terug prikken. Sorry, maar u hebt me daartoe uitgedaagd.
Dan is er die vraag betreffende de pediater. Dat is een pediater die ik goed ken, en die ook met hart en ziel altijd vecht voor het openhouden van de scholen en voor het belang van de kinderen. Er is het initiatief van de zorginstellingen en ziekenhuizen die zeggen dat ze zelfs personeel willen gaan inzetten in geval van een besmetting, als ze volledig gevaccineerd zijn en vanzelfsprekend als ze niet symptomatisch zijn. Maar je moet er toch mee opletten om dat volledig te transponeren naar ons onderwijs.
Je werkt met kinderen. Ja, kinderen worden minder snel ziek, maar ze zijn anderzijds ook wel minder gevaccineerd, want ze hebben daartoe minder de kans gekregen. We willen leerkrachten natuurlijk ook niet verkleden als mensen die een maanlanding beleven en hen zo in de klas zetten. Dat willen we óók niet. In het geval van de zorg is het soms misschien een kwestie van leven of dood. Recht op leren is vanzelfsprekend essentieel. Dat heeft dan ook niks met de dood te maken. Ik wil dat dus absoluut wel bespreken, maar laten we er alles aan doen, laten we ervoor zorgen dat het uiteindelijk zo ver niet moet komen, dat we daartoe niet onze toevlucht moeten nemen. Als u dus constructieve voorstellen hebben die daarvoor zorgen ... De middelen zijn er, die de Vlaamse Regering ter beschikking stelt. Als we nog extra mensen kunnen aantrekken, graag, maar daarvoor doen de scholen vandaag echt het maximaal mogelijke. Laten we dus proberen om dit gezamenlijk aan te pakken en elkaar ter zake geen vliegen af te vangen, altijd uiteindelijk met deze overweging voor ogen: als we maatregelen nemen, dan moeten we altijd bekijken of de impact van de remedie in verhouding staat tot de impact van de kwaal. We moeten op bepaalde momenten ook durven te zeggen dat sommige remedies misschien nog erger zijn dan de kwaal en dat we die dus moeten vermijden.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, in deze coronatijden mag u mij altijd tegenprikken. Hoe meer er wordt geprikt, hoe beter, zou ik zeggen. Ik wil mij erbij aansluiten dat er inderdaad zo veel mogelijk moet worden samengewerkt, maar ik vind ook wel dat elke overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen in dezen. En wie is er eigenlijk bevoegd voor preventiebeleid, voor testen, voor vaccinatie? Dat is de Vlaamse overheid. Wie betaalt vandaag echter voor testen, voor vaccinatie? De federale overheid. Het enige wat ik dus vraag, is dat u voor onderwijs, een puur Vlaamse bevoegdheid, en voor preventie, een puur Vlaamse bevoegdheid, als minister van Onderwijs uw verantwoordelijkheid eens neemt en zorgt voor gratis zelftesten ter beschikking van scholen, zodat kinderen inderdaad één keer per week kunnen worden getest. Ik denk dat dat de beste garantie is, of een van de garanties, om er mee voor te zorgen dat de viruscirculatie op scholen wordt ingetoomd en kinderen zo lang mogelijk naar school kunnen blijven gaan.
Minister, weet u immers hoe leerkrachten uw beleid omschrijven? Als het TUP-beleid van Weyts, waarbij TUP staat voor ‘trek uw plan’. Leerkrachten gaan in quarantaine of komen niet opdagen, en directeurs moeten hun plan maar trekken en bekijken hoe ze het kunnen bolwerken en de school openhouden, of moeten zelf beslissen om die te sluiten. Dat is het gevoel dat heel sterk leeft. U vraagt aan ouders om hun kinderen te testen, maar uiteindelijk moeten ze zelf hun plan trekken om dat te bolwerken. Het motto was toch altijd dat Vlaanderen beter doet wat het zelf doet. Ik zie daar weinig van. Vandaag is het vooral: ‘Wat Vlaanderen zelf doet, doet het niet.’ (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er wordt hier vandaag heel veel geprikt. Als dat ons onderwijs of de samenleving ten goede komt, kan ik dat alleen maar beamen of onderstrepen of er blij mee zijn. Minister, u zegt dat het goed is dat er constructieve voorstellen worden gedaan, dat we elkaar daarin steunen. Ik hoop dan ook dat u ook mijn constructieve voorstel kunt meenemen dat die mensen die al een korte vervanging deden tijdens de coronatijd, hun anciënniteit zouden kunnen meenemen. De grote uitdaging voor ons onderwijs is immers het lerarentekort, maar ook de kwaliteit van ons onderwijs. U hebt wellicht ook gehoord dat de heer Van Damme zijn bezorgdheden heeft geuit. Hij wijst erop dat de scholen wel openblijven, maar vraagt zich af of we wel kunnen spreken van leerkansen: welke leerkansen bieden we onze leerlingen nog als ze meer dan vier uur per dag in de studie zitten?
Minister, er zijn al heel grote stappen gezet wat de digitalisering van ons onderwijs betreft, maar er zijn nog grote sprongen te maken, en u bent goed in sprongen maken. Met een laptop voor elke leerling komen we er niet. Er is nog veel meer nodig. Vandaar mijn oproep, naast de concrete voorstellen die ik vandaag ook deed, om een booster te geven aan de digitalisering van ons onderwijs, zodat, mochten we worden uitgedaagd om opnieuw te schakelen naar afstandsonderwijs, we daar nog meer klaar voor zijn dan nu. (Applaus bij CD&V)
De actuele vragen zijn afgehandeld.