Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
De blokperiode is net begonnen net als de vijfde coronagolf. Ik krijg al heel veel berichtjes van studenten die examens missen omdat ze een coronabesmetting hebben.
Dat zorgt natuurlijk voor heel wat stress, boven op alle stress die examens al met zich meebrengen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een besmetting vandaag gelijkstaat met een onvoldoende of een tweede zittijd. Die studenten vragen mij één ding: ‘Geef ons de mogelijkheid om een inhaalexamen te doen in de eerste zittijd.’ De garantie op zo’n inhaalexamen is er vandaag niet. De regels en procedures zijn overal anders. En waar er inhaalexamens mogelijk zijn, vinden die allemaal op één dag plaats. Maar gezien de duur van een isolatie missen de studenten vaak twee of drie examens. Als je dat allemaal op één dag moet inhalen, is dat natuurlijk ook geen oplossing.
Overal is het beleid een beetje verschillend. Bij de ene moet je naar de prof, bij de andere naar de ombudsman, bij de laatste is het de decaan die moet beslissen. Dat zorgt voor veel onzekerheid en stress. Niet alleen voor studenten. De voorzieningen, de hogescholen hebben het niet gemakkelijk. Er komt een enorme piek aan met personeel dat uitvalt en studenten die niet naar de examens kunnen komen. Dat vraagt heel veel aanpassing, heel veel vermogen om flexibel te zijn. Dat begrijp ik.
Ik zie dat er heel veel goodwill is. Veel hogescholen en universiteiten zijn al aan het versoepelen. Ze maken het gemakkelijker om een examen in te halen. Ze verlengen de periode voor inhaalexamens. Maar het blijft ‘plikplok’, er zit weinig lijn in. Minister, ik denk dat u als minister van Onderwijs ervoor moet zorgen dat de neuzen in dezelfde richting staan en dat iedereen door die examenperiode raakt.
Daarom heb ik een heel duidelijke vraag voor u: wilt u de inhaalexamens voor elke student garanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil altijd uitgaan van het beginsel dat studenten twee volwaardige kansen moeten krijgen. Anderzijds moet het ook haalbaar en te organiseren zijn voor de hogeronderwijsinstellingen. Je kunt natuurlijk alles op flessen trekken. Het is een zaak om een inhaalexamen te organiseren op om het even welk moment, een andere zaak is het om eenieder op allemaal verschillende momenten een inhaalexamen te laten afnemen. Er is inderdaad goede wil. Er is een wettelijke autonomie. Afspraken daaromtrent moeten worden vastgelegd in het reglement, dat ook wordt ondertekend door de studenten. Ik wil er mij daarmee niet vanaf maken. Je moet maximaal dat beginsel trachten te respecteren. Vroeger werden er helemaal geen inhaalexamens georganiseerd. Vandaag gaan de meeste hogeronderwijsinstellingen daar wel mee aan de slag.
In een vorige coronaperiode was de problematiek er eigenlijk ook niet echt – of ik heb er toch geen of amper melding van gekregen. Nu is er omikron en verwachten we wel problemen. Vandaar dat ik de hogeronderwijsinstellingen vraag om dat beginsel maximaal te respecteren. Samen met de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) probeer ik, waar er goede wil is, daaromtrent afspraken te maken. Ik vraag een beetje souplesse. Er is absoluut goede wil. Het is iets anders om het altijd en overal georganiseerd te krijgen. Ik zou in dezen niet spreken in absolute termen, maar we moeten wel het maximaal mogelijke doen om ervoor te zorgen dat we dat beginsel respecteren, namelijk dat alle studenten recht hebben op twee volwaardige kansen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik ben blij dat u het principe van de twee volwaardige kansen onderschrijft. Het is inderdaad een bijzonder uitzonderlijke situatie. De meeste studenten hebben al vier bloktijden in corona meegemaakt, zes als ze een onvoldoende haalden en een tweede zittijd hebben gehad. Maar de hoeveelheid besmettingen vandaag is inderdaad ongezien. Dan is het inderdaad nodig om extra maatregelen te nemen.
Ik ben blij dat u het gesprek wilt aangaan en dat u daar initiatief voor wilt nemen. Ik hoop echt dat u de boodschap geeft dat binnen de mate van het mogelijke de eerste examenkans gegarandeerd moet worden. Ik begrijp dat het organiseerbaar moet blijven. Als iemand vijf examens mist… Maar het uitgangspunt moet zijn dat iedereen de kans moet krijgen om inhaalexamens te doen. Het uitgangspunt moet ook zijn dat, als het er meerdere zijn, dat niet op dezelfde dag kan gebeuren.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. De examens zijn een stresserende periode. Het recht op inhaalexamens is cruciaal. Daarom stelde ik vorig jaar in de commissie al dezelfde vraag. U hebt toen ook dat principe onderschreven. Hogeronderwijsinstellingen moeten flexibel zijn om de tweede kans te garanderen.
Beter dan een inhaalexamen is natuurlijk dat je niet ziek wordt en niet in quarantaine moet. Vaccinatie zal daarbij heel belangrijk zijn.
We zien al heel wat instellingen initiatieven nemen om on campus studenten te laten vaccineren, zoals in de KU Leuven gebeurt. Dat is een goede zaak. Is dat iets waar u als minister uw schouders mee onder wilt zetten?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, het probleem dat de heer D'Haese schetst, is bijzonder acuut. Veel studenten missen inderdaad examens omdat ze ziek zijn of in quarantaine moeten. Het is absoluut onhaalbaar om een, twee of drie examens op één dag in te halen. In het verleden hebben we ons in het parlement al eens eensgezind getoond om er samen voor te zorgen dat corona de toekomst van de studenten niet hypothekeert, dat ze daar het slachtoffer niet van worden. Herinner u onze beslissing die ervoor zorgt dat studenten hun leerkrediet niet verliezen wegens overmacht door corona. Ik hoop dat we hier aan hetzelfde zeel kunnen trekken.
Vandaag voeren hogescholen en universiteiten elk hun eigen beleid. Ondanks de goede wil heerst er soms toch wat willekeur en onduidelijkheid bij studenten over wat waar wel of niet kan. Daarom vragen wij om het recht op inhaalexamens decretaal te verankeren zodat we er zeker van zijn dat elke student op een haalbare manier zijn inhaalexamens kan afleggen.
De heer Schiltz heeft het woord.
De AP Hogeschool heeft haar inhaaldagen van één naar twee verlengd voor twee examens. De Karel de Grote Hogeschool heeft twee, drie of meer inhaaldagen ingesteld. De Thomas More Hogeschool is aan het bekijken om een aantal extra dagen toe te voegen. Universiteit Antwerpen doet hetzelfde. Universiteit Gent doet ook aan spreiding, zelfs voor studenten die een boosterprik moeten halen. Ze krijgen uitstel omdat ze nadien effecten kunnen hebben. De autonomie van de universiteiten werkt dus, elke universiteit doet wat ze enigszins kan voor het recht van studenten om hun examens in deftige omstandigheden af te leggen.
Minister, ik denk dat er geen initiatief van ons nodig is, maar u moet wel waakzaam zijn dat alle instellingen zich op dezelfde manier gedragen als degene die ik heb geciteerd. Daarbij is het aangehaalde principe van kapitaal belang: elke student moet een kans krijgen.
Daarbij is een duidelijke communicatie van groot belang. Gelet op de bijkomende stress en onzekerheid die er bij een aantal studenten omtrent deze problemen kan zijn, moeten universiteiten en hogescholen ook investeren in een heldere communicatie die hen in staat stelt om zich adequaat voor te stellen, uiteraard ook met aandacht voor het mentaal welzijn van de studenten dat zwaar onder druk komt in deze periode.
De heer Danen heeft het woord.
Ik zou in de eerste plaats de studenten alle succes willen wensen in deze periode, maar ook de mensen die instaan voor de examenplanning: heel veel goede moed. Ik heb contact gehad met een aantal universiteiten en hogescholen net zoals de heer Schiltz. Bij iedereen is het inderdaad alle hens aan dek om te proberen alle studenten de examenkansen te geven die ze verdienen.
Toch stel ik vast dat studenten heel veel stress ervaren en onzekerheid of het wel of niet lukt om een examen te doen, en dat komt erbovenop. Universiteiten en hogescholen waarschuwen ook voor het risico dat studenten die eigenlijk in isolatie zouden moeten zijn, die isolatie misschien doorbreken om toch maar hun examens te kunnen doen omdat er geen andere mogelijkheid is. Dat lijkt me onwenselijk. Het is misschien begrijpelijk, maar zeker niet wenselijk.
Daarom is het goed dat we boven op de inspanningen van de universiteiten en hogescholen een decretaal initiatief nemen om die examenkans te garanderen. Ik verwijs naar wat we vorige keer hebben gedaan: een decretaal initiatief om bijvoorbeeld leerkrediet terug te geven. Dan ga je als het ware niet een examenkans binnen die periode organiseren, maar wel zorgen dat de punten niet verloren gaan en dat ze eventueel een volgende keer dat examen kunnen inhalen. Minister, staat u daarvoor open?
De heer Daniëls heeft het woord.
De N-VA-fractie heeft daar in het verleden al initiatieven, voorstellen van decreet, een coronadecreet voor genomen. Wij zijn het principe dat elke student twee volwaardige kansen moet krijgen absoluut genegen.
Daar komt natuurlijk de organiseerbaarheid bij. Stel dat we dit in een decreet schrijven en je hebt die momenten van inhalen georganiseerd en dan gaat het niet door, ja, dan krijg je een blijvende examenperiode. Voor de studenten in kwestie is dat niet wenselijk, ook niet voor de docenten en de mensen die het moeten plannen.
Dat instellingen hoger onderwijs nu initiatieven nemen en toch nog bijkomende dagen organiseren, is een goed initiatief. Dat moeten we steunen en aanmoedigen. Daarnaast moeten we opnieuw via een nooddecreet, een voorstel van decreet het initiatief nemen om als het niet lukt voor studenten ze hun leerkrediet kunnen terugkrijgen. Dat moeten we mogelijk maken om die stress toch een beetje weg te nemen. Als het niet lukt, dan kunnen ze het in elk geval nog meenemen. Minister, we steunen absoluut uw oproep om met de VLIR en de VLHORA in contact te treden om de goede praktijken naar voren te brengen en duidelijk te communiceren aan de studenten.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u wel. Ter illustratie van de goede wil van de hogeronderwijsinstellingen is er door de heer Schiltz een correct overzicht gegeven, met de focus op de Antwerpse context vanzelfsprekend. Het blijkt dat de meeste hogeronderwijsinstellingen ondertussen ook hun examenperiode verlengd hebben. Maar je moet die op een gegeven moment ook kunnen afsluiten. Laat ons in deze discussie niet uitgaan van absolute rechten want wat een recht is in dezen, is een plicht voor elke hogeronderwijsinstelling om op elk mogelijk moment voor elke individuele student een individueel examenmoment te gaan prikken. We zullen daar absoluut het evenwicht moeten zoeken. Er is veel goede wil. Er wordt flexibiliteit en soepelheid aan de dag gelegd in hoofde van onze hogeronderwijsinstellingen die vroeger geen inhaalexamens organiseerden en geen werk maakten van een verlengde examenperiode maar dat nu wel doen.
Er is ultiem in hoofde van de student natuurlijk ook altijd een beroepsmogelijkheid, zowel bij de lokale ombudsdienst als bij de commissie voor voortgangsbeslissingen. Maar laat het ons alsjeblieft niet zo ver laten komen en laten we op grond van overleg met de VLIR en VLHORA wel proberen zo maximaal mogelijk dat beginsel te respecteren, namelijk het recht op twee volwaardige examenkansen.
Tot slot denk ik wat betreft het leerkrediet dat we ook in dezen zullen moeten optreden met een nooddecreet om ervoor te zorgen dat wanneer men ten gevolge van de toestand die we kennen, wordt geconfronteerd met verlies aan leerkrediet, dat wordt teruggegeven en dat we op dat vlak onze verantwoordelijkheid nemen en decretaal ingrijpen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Dank, minister. Ik ben heel blij dat we nu wel op voorhand kunnen zeggen dat we dat leerkrediet zullen garanderen. Ik ben heel blij met de initiatieven die er zijn aan de hogescholen en universiteiten. Ik heb dat daarnet gezegd. Maar er zit weinig lijn in en het is niet overal in orde. Het is vaak op één dag en het is nog vaak tijdens de examenperiode waardoor de rest van de examenperiode gewoon nog veel drukker wordt gemaakt. Ik denk dat het goed is dat u daarover samenzit met de VLIR en de VLHORA. Ik hoop dat u aan hen een aantal duidelijke richtlijnen geeft over een inhaalexamen om te zorgen dat men het recht heeft op twee examenkansen en dat het doenbaar is voor de studenten.
De actuele vraag is afgehandeld.