Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, na deze lange, maar boeiende dag van sprankelend en hoogstaand debat is het moment aangebroken om de geslepen messen nog enkel te gebruiken om er de kalkoen mee te lijf te gaan, een kalkoen die we nog moeten opvullen. De collega’s die hier vandaag niet fysiek aanwezig konden zijn, hebben hun kalkoen natuurlijk al lang klaar. Het is alom bekend dat het op afstand volgen van plenaire zittingen perfect combineerbaar is met opvullen van kalkoenen.
Voorzitter, het is traditie dat het parlement u bedankt voor de wijze waarop u de vergadering leidt. Ik heb mij uiteindelijk laten overhalen om die traditie in ere te houden. (Gelach)
Wel heb ik even de wenkbrauwen gefronst, voorzitter, toen u vanmorgen een van onze partijstandpunten met de voeten hebt getreden. U zou toch moeten weten dat het de laatste week voor kerst de week hoort te zijn om verhalen voor te lezen. Toch hebt u de collega van het Vlaams Belang vanmorgen de mond gesnoerd toen hij dat in de praktijk wilde brengen door een brief voor te lezen. (Gelach)
Ik wil ook de leden van de regering bedanken voor hun onverdroten inzet. Wij zitten straks met z’n allen fijn bij het knetterende haardvuur te genieten, zolang dat nog mag van de collega’s van Groen, maar niet zo voor de ministers. Zij gaan enthousiast verder met het leggen van spannende puzzels zoals daar zijn: het stikstofdossier, het mestactieplan, de betonstop, de regiovorming. Dat alles uiteraard in de sfeer van vrede en hoop die zo typerend is voor deze regering. (Gelach)
Het heeft me trouwens verbaasd dat de oppositie tijdens het begrotingsdebat niet echt aandacht heeft besteed aan de nochtans belangrijke thema’s die ik net heb genoemd. Het is mij althans niet opgevallen.
Een bijzonder dankwoord gaat naar de medewerkers van ons parlement. Zonder die medewerkers zijn wij, collega’s, reddeloos verloren. Zij verbeteren taalfouten in onze teksten – of beter in jullie teksten –, zij geven ons te drinken en te eten, en troosten ons als we het even niet meer zien zitten, zoals collega De Bruyn nadat hij ten prooi was gevallen aan collega Sintobin. (Gelach. Opmerkingen)
Ik besluit: dank dus aan allen en laat het iedereen gegund zijn om zich straks een paar dagen met knusse pantoffels terug te trekken in de luie zetel naast de kerstboom. Ik dank u. (Applaus)
Ik sluit mij graag aan bij de woorden van de heer Vandaele vanuit de regering. In naam van elk lid van de regering wil ik in de eerste plaats de diensten van het parlement danken voor de ondersteuning van onze werkzaamheden. Dat gaat van de poetsvrouw tot de griffier, en iedereen die daartussen zit. Ik denk dat dit parlement zich altijd van zijn beste kant laat zien wat de ondersteuning van de parlementsleden en het debat in het algemeen betreft.
Ik wil zeker ook de collega’s bedanken. We laten het graag eens kletteren, en dat mag ook, dat hoort ook zo in een democratie, maar het fijne is: ook al gaan we allemaal weleens uit de bocht – en ik ben daar zeker niet vrij van –, dan kunnen we wel nog allemaal door dezelfde deur. Ook dat moet kunnen, want als we uiteindelijk akkoorden willen sluiten, als we uiteindelijk de samenleving in de goede richting willen sturen, dan moeten we ook samenwerken. Ik wil jullie daarvoor bedanken en ik wens jullie ook heel fijne kerstdagen en een beetje tijd voor jezelf en de familie.
Hopelijk wordt 2022 beter dan 2021. Dank u wel. (Applaus)
Dank u, mijnheer Vandaele, voor uw speech. Ik vond hem zelfs heel grappig. (Gelach)
Hij was echt heel geslaagd. Ik sluit mij volledig aan bij uw woorden ten aanzien van het personeel, de diensten, de collega’s en ook de regering, min of meer. Ik wens in ieder geval iedereen een fijn kerstfeest. En wie weet zien we elkaar hier nog wel terug in de kerstvakantie, je weet nooit. Maar toch een prettig kerstfeest! (Applaus)