Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Uit de jaarlijkse barometer van de FOD Economie blijkt dat e-commerce een stijgende trend, een groei is. In het coronajaar 2020 kochten drie op de vier burgers online en dat is een toename met 7 procent. We zien wel dat het aandeel in de omzet van onze kmo’s is gedaald. In 2018 was dat 15,5 procent, in 2020 was het 13,8 procent. Slechts een van de vier van onze kmo’s verkoopt ook online. We zien dus dat we niet de vruchten plukken van die groeiende tendens in de e-commerce maar dat er voornamelijk wordt gekocht bij buitenlandse webwinkels, meer zelfs dan het Europees gemiddelde.
Het verstarde arbeidsrecht met weinig flexibiliteit rond avondwerk en weekendwerk zorgt ervoor dat we heel moeilijk, zelfs onmogelijk, kunnen concurreren met die buitenlandse webwinkels. De verwachtingen van onze consumenten kunnen we ook om die reden niet inlossen. Dit is een materie die op federaal niveau moet worden afgehandeld en opgelost. We zullen daar hier vandaag dan ook niet verder over debatteren. Maar Vlaanderen kan ook zelf heel wat initiatieven nemen en doet dat ook, om ondernemers te stimuleren en te ondersteunen bij die e-commerce.
Minister, hoe evalueert u de initiatieven die momenteel lopen rond e-commerce en hoe zult u ervoor zorgen dat we op dat vlak toch de kansen kunnen grijpen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik dank u voor de vraag. Corona heeft er, zeker vorig jaar toen handelszaken moesten worden gesloten, voor gezorgd dat het e-aanbod steeds belangrijker werd. En de cijfers zijn er ook wel naar. Met de e-scan hebben we 3780 ondernemingen bereikt. Het gaat om heel recente cijfers, en dus is dat best wel oké.
Er hebben heel wat infosessies plaatsgevonden via de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) met handelaren, met duizenden deelnemers. We hebben ook gezien dat heel veel kleinere zaken effectief de sprong hebben gemaakt naar de digitalisering. We zien dat aan de cijfers. Het is een ander cijfer dan het cijfer waar u naar verwijst maar ik wil toch meegeven. Er is een heel recente studie van SafeShops waaruit blijkt dat in 2020, 20.000 kmo’s in ons land een webshop hebben opgestart en dat ze ook steeds vaker de weg vinden naar onze consument. 16 procent van het transactievolume komt uit het buitenland. Dat betekent dat het buitenland ook bij ons zal komen en dat stemt overeen met 1,4 miljard euro aan bestedingen.
We zien dus dat onze inspanningen van vorig jaar hebben gerendeerd, dat er heel veel webshops zijn bij gekomen en dat ze een aanzet maken om mensen uit het buitenland aan te trekken. Langzaam maar zeker zijn we dus een beetje competitiever aan het worden. Bovendien loopt nu ook het actieplan ‘Bedrijvige Kern’ waarbij we proberen om zelfs de allerkleinste kmo de sprong naar het digitale en bij uitbreiding naar het fygitale aanbod – fysieke winkel en een aanbod online – te laten maken.
De toekomst zal niet louter digitaal zijn, de toekomst zal niet louter fysiek zijn, we moeten naar een mixvorm van die twee. Dit programma loopt – dat weet u – bij heel veel lokale besturen op dit ogenblik. Daarmee wil ik ook een echte sprong vooruit maken.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Dank u, minister, voor die recente cijfers. Ik denk dat we positief mogen zijn over die nieuwe tendens. Ik denk dat er wel nog altijd heel veel inspanningen nodig zullen blijven. We zien dat we inderdaad meer kopen bij buitenlandse webwinkels. Dat zijn vaak Europese webwinkels, maar vaak gaat het ook om Chinese varianten. Er wordt volop bij Chinese webwinkels gekocht. Daar stellen we ons toch wel wat vragen bij. Wat is de kwaliteit van de producten die zij leveren? Zorgen zij inderdaad, als er hier hubs komen, voor extra tewerkstelling? Wat is hun economische meerwaarde? Die gigantische spelers zorgen er natuurlijk ook voor dat er een ongelijk speelveld gecreëerd wordt, dat er van ongelijke wapens gebruik gemaakt wordt. De consument krijgt niet altijd dezelfde kwaliteit geleverd. Wat kan Vlaanderen doen in dit verhaal, ook al is dat een Europees verhaal, om ervoor te zorgen dat er een gelijk speelveld is voor onze ondernemingen, zodat deze giganten onze economie niet drastisch verstoren of zelfs om zeep helpen?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
E-commerce gaat nooit meer weg. We moeten er inderdaad voor zorgen dat onze kmo’s, die hun mensen op een eerlijk manier tewerkstellen, daarbij een substantieel aandeel van de koek halen. Maar, minister, nog niet zo lang geleden hebben we hier in de plenaire vergadering een fundamenteel debat gehad over hoe onmogelijk het wordt voor kmo’s om te concurreren met die buitenlandse giganten, die aan onderaanneming doen, mensen kinderarbeid laten verrichten, mensen mishandelen – letterlijk – in de pakjesservice. Wat gaat u dus concreet doen om daarvoor oplossingen te voorzien en om de sociale inspectie te versterken zodat dwangarbeid in dezen niet meer op onze arbeidsmarkt voorkomt?
De heer Annouri heeft het woord.
Ik denk dat e-commerce – daar zijn we het kamerbreed over eens – een ongelooflijk belangrijk deel uitmaakt van onze economie en nog belangrijker zal worden. Als we naar andere landen kijken, zien we daar heel wat wanpraktijken: race to the bottoms, waarbij mensen worden uitgebuit in zeer mensonterende omstandigheden. Ik denk dat we er alles aan moeten doen opdat we dat hier niet hebben en dat we onze kmo’s moeten versterken om ervoor te zorgen dat zij mee kunnen concurreren.
Ik vroeg me terzijde het volgende af, minister. Als pakweg Harry online iets wil bestellen en terechtkomt op een website, wordt hij dan altijd voldoende geïnformeerd over de producenten waarmee die website samenwerkt? Ik stel die vraag, omdat er heel wat platformwebsites zijn – zoals Drankencentrale –, vertaalde websites waar je producten kunt kopen en waarbij je denkt dat je werkt met lokale handelaars. Dan blijkt echter dat je producten aan de andere kant van de wereld worden verscheept. Heel vaak heb je als consument niet de nodige informatie om te weten waar je dingen vandaan haalt, waar je die bestelt. Kan daar niet op ingezet worden zodat consumenten heel duidelijk weten wanneer ze bij kmo’s bestellen, wanneer ze met lokale producenten werken en wanneer ze dat niet doen?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, collega De Vreese, voor de interessante vraag. Die e-commerce is inderdaad een bijzonder groot aandeel van onze economie aan het worden. Ik heb even de cijfers opgezocht. Eigenlijk doen onze Vlaamse bedrijven het helemaal niet slecht. We scoren in de top drie van de Europese Unie op het vlak van het aantal bedrijven dat omzet maakt via e-commerce. De Vlaamse ondernemingen scoren zelfs dubbel zo goed – en dat zal collega De Vreese zeker appreciëren – als de Waalse ondernemingen inzake omzet via e-commerce. Ik denk dus dat de inspanningen die deze regering – en de vorige regering uiteraard – geleverd heeft om bedrijven mee te krijgen inzake e-commerce effectief renderen. Hopelijk kunnen we dit verder doorzetten en op die manier nog meer bedrijven overtuigen om op die digitale kar te springen.
Maar het zijn niet alleen de bedrijven, het zijn uiteraard ook de consumenten. We staan nu voor de kerstperiode. Er worden heel veel pakjes gekocht om straks met kerstmis of met nieuwjaar af te geven. Laten we hopen dat elke consument – en ik doe graag een warme oproep daartoe – lokaal koopt. Bol het niet af, maar koop lokaal, beste mensen! Dat is de beste ondersteuning voor onze economie.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega's, het is niet de eerste keer, maar als het over e-commerce gaat, hoor ik hier vaak dat er een wat zwartgallig beeld van wordt opgehangen: kinderarbeid, allerlei negatieve dingen. Als schepen van Lokale Economie in Diest – allemaal welkom om daar te komen shoppen voor de feestdagen – zie ik echter dat het verschil tussen digitaal en fysiek winkelen bij de lokale handelaars steeds kleiner wordt. Die lokale handelaars zijn mee met de e-commerce, ze leveren ook online, willen online verkopen, ze doen alle moeite van de wereld om de fygitale omwenteling – de combinatie van digitaal en fysiek – te omarmen. Ik vind het geweldig om te zien hoe zij hun uiterste best doen om klanten digitaal te bereiken, tegen de bol.coms en andere internationale digitale winkels in.
Een uitdaging die nog niet benoemd is, is de slimme stadsmobiliteit: ervoor zorgen dat al die bestelwagens op een doordachte manier in onze steden en gemeenten terechtkomen. Ik vroeg me af, minister, of u op dat vlak nog bijkomende initiatieven plant. U hebt die projecten in Mechelen en Leuven al. Wilt u die ook uitrollen naar kleinere steden en gemeenten?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Bedankt ook voor alle vragen voor het federale niveau. U weet dat de reglementering op het arbeidsrecht niet mijn bevoegdheid is. Hetzelfde geldt, collega Annouri, voor de informatie naar consumenten toe op websites: op dat vlak gelden federale verplichtingen. Ik wil dat gerust aankaarten bij de collega's, maar ik heb een stil vermoeden dat men zich daar ook wel bewust is van de problemen die er zijn.
Daarom focus ik mij op de omgekeerde zijde, die van het aanbod. Ik pik daarvoor even in op wat collega Bothuyne en collega Vande Reyde zeiden. Wij kunnen als overheid onze ondernemingen en kmo's echt stimuleren om mee op die digitale trein te springen. Het gaat niet op om te zeggen dat mensen niet online moeten bestellen, want ze doen het toch, ze doen het graag en op zich is het ook geen slechte zaak. Als je online koopt, kun je echter bewust in je eigen regio kopen: je kunt bewust Vlaams kopen, je kunt bij platformen kopen waarvan je weet dat ze ook inkomsten genereren in ons land. Dat vraagt om een bewustmakingscampagne naar de consument toe – daar ben ik het absoluut mee eens –, maar dat vraagt ook om een intensieve ronde met onze lokale besturen. Daar zijn we nu mee bezig.
Ik weet dat u een warme liefhebber bent van ons plan naar die lokale besturen toe, mevrouw De Vreese, en we zetten daar de komende maanden ook heel sterk op in. Collega Vande Reyde, de duurzame logistiek zit daar ook in vervat. De eerste projecten zijn nu goedgekeurd. Er was onder andere sprake van Leuven, waar ik in de vorige plenaire vergadering al een voorbeeld van heb gegeven, maar ik hoop dat er de komende maanden nog projecten bij komen. We hebben relancebudgetten klaarstaan. Als er iets belangrijk is in het kader van die relance, dan is het natuurlijk om onze bedrijven mee op de kar te krijgen om zelf een dienst uit te bouwen.
Collega Gennez, ik heb de vorige keer toen u de vraag stelde, ook in die zin geantwoord. Ik wil niet in herhaling vallen, maar toen heb ik gezegd dat we die duurzame logistiek ook kunnen organiseren. Als je dan zoals in Leuven zeker bent dat je samenwerkt met lokale partners om aan huis te leveren op een goede wijze, dan vermijd je natuurlijk dat er allerhande uitbuitingssystemen uit de grond schieten of dat je ze ongewild aan het steunen bent.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, we zien inderdaad dat veel lokale besturen ondertussen ook zelf initiatieven nemen. Ik denk dat we hen daar zeker en vast verder in kunnen steunen. Ik kijk ook een beetje naar minister Somers, die toch goede contacten heeft met de verschillende besturen.
Er rest mij enkel nog een bijkomende oproep. De feestdagen komen eraan: koop bewust en koop lokaal, of dat nu digitaal of fysiek is. Het is zeer gezellig in onze winkelstraten, gezelligheid troef, maar als het regent, koop dan vanuit uw zetel aan de kerstboom, maar wees u ervan bewust bij welke websites en webshops u uw aankopen doet. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.