Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verplichte gemeenschapsdienst voor werkzoekenden
Actuele vraag over de gemeenschapsdienst
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik sta hier om u hulde te brengen vandaag, niet alleen voor uw fantastisch mooi mondmasker, maar vooral ook voor de conceptnota die u hier vorige week, samen met de hele Vlaamse Regering, hebt bekendgemaakt.
Wij hebben hier in dit parlement in Vlaanderen een heel mooie traditie waarbij we mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, willen versterken. Dat zijn werkzoekenden die een uitkering hebben als werkloze, of die langdurig ziek zijn, of leefloner, of die zelfs niet uitkeringsgerechtigd zijn. We willen hen versterken met opleiding, met stages, met werkervaring, met sollicitatietraining.
Er ontbrak nog een sluitstuk, namelijk voor hen die meer dan twee jaar werkzoekend zijn en geen job vinden op de markt, noch publiek noch privaat. Aan hen gaan we – als ik de conceptnota goed begrijp – na twee jaar de mogelijkheid kunnen bieden om gemeenschapsdienst te doen. Dat zijn een aantal taken, vooral in de publieke sector, waarbij men arbeidsritme en de link met de arbeidsmarkt behoudt, en waarbij men vooral vermijdt dat de kloof met de arbeidsmarkt groter wordt.
Ik vind eigenlijk dat dit een zeer sociale maatregel is, een goede maatregel, die ook competentieversterkend is, en die mensen helpt richting werk. Ik vind het ook een noodzakelijke maatregel omdat we vandaag met een ongezien personeelstekort zitten en dat we alle reservoirs moeten aanspreken, ook die van chronisch langdurig werkzoekenden.
Mijn vraag is redelijk eenvoudig, namelijk: op welke basis gaan we nu, samen met VDAB, uitmaken aan wie van hen die langer dan twee jaar werkloos zijn, dat traject zal worden aangeboden?
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, kent u Harry uit Den Haag nog? Harry werkte voor de stad als straatveger. Hij werd ontslagen wegens besparingen. Er was helaas geen werk meer voor hem omdat men moest bezuinigen. Maar er was crisis, en Harry vond geen nieuwe job. Via het systeem van verplichte gemeenschapsdienst, dat in Nederland al langer bestaat, werd hij opnieuw tewerkgesteld, en wel opnieuw als straatveger. Het was exact dezelfde job, maar met 400 euro minder loon. De argumenten die gebruikt werden om Harry opnieuw de straat te laten vegen, waren eigenlijk exact dezelfde argumenten die u gebruikt, minister, om hier de verplichte gemeenschapsdienst in te voeren: werkervaring opdoen, en opnieuw in het ritme komen. Harry werd geïnterviewd, en hij zei: ‘Werkervaring opdoen en opnieuw in het ritme komen? Ik doe dit werk al meer dan twintig jaar. Welke ervaring wilt u dat ik nog opdoe? Ik wil een goede job met een fatsoenlijk loon.’ Dat was zijn antwoord.
En nu, minister, gaat u ook in Vlaanderen dit systeem invoeren van verplichte gemeenschapsdienst voor mensen die twee jaar zoeken naar een job, en dat voor een aalmoes van 1,3 euro per uur.
Eigenlijk – dat zeggen de specialisten, dat zijn niet mijn woorden – is dat dwangarbeid. Jarenlang heeft CD&V zich verzet tegen dat systeem en nu voert u het in. Natuurlijk klinkt dat goed: voor wat hoort wat, zo kunnen die mensen ook iets terugdoen enzovoort. Bij onderzoek naar het systeem in het buitenland blijkt dat die argumenten louter ideologisch zijn, want het aantal jobs dat die mensen in dwangarbeid doen, het aantal jobs dat erbij komt, is zeer beperkt. Er is geen stijging voor die mensen. Dit systeem vernietigt volwaardige jobs, zoals we gezien hebben bij Harry.
Minister, hoe gaat u zorgen voor volwaardige jobs voor die 70.000 langdurig werkzoekenden die geen werk vinden? (Applaus bij Jos D’Haese)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, collega De Witte zei het net al, 70.000 mensen in dit land, in Vlaanderen, zijn langdurig werkzoekend. Ik plaats daar een ander cijfer tegenover: 73.000 openstaande vacatures waarvan de helft zonder diplomavereisten. Kortgeschoolden kunnen quasi onmiddellijk aan de slag in tienduizenden vacatures in Vlaanderen. Toch is er een mismatch op de arbeidsmarkt en heeft VDAB instrumenten te kort om mensen te ondersteunen en te begeleiden naar werk. Zeker de langdurig werkzoekenden hebben het moeilijk om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. Daar moeten we iets extra’s, iets meer voor doen. Ik heb al veel kritiek gehoord op het voorstel dat u hebt gedaan. Ik heb nog niemand, noch uit academische noch uit politieke hoek, gehoord die met een alternatief kwam om langdurig werkzoekenden aan het werk te krijgen, om de kloof op de arbeidsmarkt te dichten.
Ik wil meteen een aantal onwaarheden van de vorige spreker rechtzetten. Harry zou het niet appreciëren dat er leugens verteld worden in zijn naam. Het systeem dat in Rotterdam werd toegepast, is helemaal niet het systeem dat we hier voor ogen hebben. Hier willen we een instrument geven aan VDAB om langdurig werkzoekenden op maat van de betrokkene in te schakelen in de samenleving en op de arbeidsmarkt, competenties bij te brengen en inderdaad attitudes weer aan te leren, want na jaren werkloosheid is dat vaak het probleem bij de betrokkene, weer dat ritme te vinden om in te schakelen.
Dat is de bedoeling, wat ons betreft dan toch, van het systeem dat vandaag op de tafel ligt. Wat ons betreft, is er dan ook maar één eenvoudige vraag. Minister, op welke manier zult u ervoor zorgen dat het instrument van de gemeenschapsdienst werkt en effectief langdurig werkzoekenden weer naar de arbeidsmarkt brengt en hen een duurzame job kan bieden?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor de vragen. Ik ben eigenlijk bijzonder trots op het akkoord dat we in de Vlaamse Regering getroffen hebben om een belangrijke passage uit het regeerakkoord effectief vorm te geven: de gemeenschapsdienst. In het regeerakkoord staat niet dat we gemeenschapsdienst verplicht willen maken voor al wie meer dan twee jaar werkloos is. In het regeerakkoord staat dat het een instrument moet zijn, dat kan worden ingezet voor wie meer dan twee jaar werkloos is.
Ik heb in het parlement de voorbije weken en maanden al vragen beantwoord van meerderheid en oppositie. Wanneer komt u ermee? Wat gaat u doen? Wel, het is er nu, en we zijn niet over één nacht ijs gegaan. Voor mij is dit een instrument dat – zoals de heer Bothuyne zei – een hefboom geeft om perspectief te bieden aan mensen die langdurig werkzoekend zijn. Voor elke langdurig werkzoekende? Absoluut niet. Maar voor sommigen wel. Voor wie alle andere instrumenten onmogelijk blijken en voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt intussen zo groot geworden is dat het bijna onmogelijk is in de reguliere arbeid te stappen, moet dit een alternatief bieden.
Welke garanties zijn er ingebouwd? Ten eerste is de gemeenschapsdienst nooit onbeperkt in de tijd. Het zijn korte trajecten van zes maanden, wat moet verhinderen dat mensen in reguliere jobs terechtkomen voor een werkloosheidsuitkering plus een bonus. Ten tweede, en dat is superbelangrijk: het werk dat je levert, is niet gratis, je krijgt een kleine surplus boven op je werkloosheidsvergoeding. Ten derde, het wordt ingebed binnen VDAB bij de instrumenten inzake begeleiden, bij de instrumenten waar stages bij zitten.
Dat betekent dat je verplicht wordt begeleid. Onder andere collega Ronse vraagt of er iets is om te begeleiden. Ja, sinds 1 december loopt een nieuwe oproep ‘Intensieve Bemiddeling Plus’, een nieuwe begeleiding voor heel moeilijke groepen die moeilijk aan het werk geraken. Er zijn de GLOW-partners (Groeien en Leren Op de Werkvloer). Dat zijn partners die inzetten op groeien en leren op de werkvloer, en die mensen begeleiden om hen een arbeidsattitude aan te meten. Die twee groepen gaan langdurig werkzoekenden die in gemeenschapsdienst terechtkomen, begeleiden. Mensen, kom hier niet spreken dat ik dwangarbeid van onbepaalde duur uitvind voor al wie langdurig werkzoekend is. Het zijn gemeenplaatsen die er zo gemakkelijk ingaan maar die volkomen onwaar zijn en in strijd zijn met het instrument dat we hebben uitgewerkt.
Collega's, ik was ook een beetje verbaasd om bepaalde collega's, zoals mijn PS-collega van Werk Dermagne, te zien tweeten dat men tegen verplicht werk was. 70.000 mensen in Vlaanderen zijn langdurig werkzoekend. Velen daarvan zijn intussen in armoede beland. Het is mijn verdomde plicht om er, samen met partners, voor te zorgen dat die mensen in een situatie terechtkomen waarin ze een job vinden. (Applaus bij de meerderheid)
Die gemeenschapsdienst is een nieuw instrument dat mensen daarin kan begeleiden en waar we ook meer nieuwe partnerschappen zullen afsluiten.
Kan ik het alleen doen? Neen. Kan VDAB het alleen? Neen. We hebben ook lokale besturen nodig die in een aanbod zullen moeten voorzien. Maar ik ben bijzonder tevreden dat we, samen trouwens met de collega's in de Vlaamse Regering, over het zo gevoelige thema van de gemeenschapsdienst een traject hebben gevonden dat we in Vlaanderen kunnen uitwerken. We zullen er met de vakbonden, sociale partners, werkgevers en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten de komende maanden heel zorgvuldig een actief instrument van maken. Het betekent een positieve incentive voor mensen die in Vlaanderen langdurig werkloos zijn.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u uw stem eventjes verheft want er zijn hier een aantal mensen die er wel een potje van maken. Ik heb het verhaal van Harry de straatveger net even gegoogeld en het staat al sinds 2016 op de website van de PVDA. Minister, voel u dus niet persoonlijk aangesproken, het gaat over 2016.
Wat men er vergeet bij te vertellen, is het volgende. In Nederland krijgt Harry 24 maanden werkloosheidsuitkering. In Vlaanderen zou Harry pas na 24 maanden worden aangesproken om via gemeenschapsdienst zijn arbeidsritme aan te houden en behoudt hij zijn werkloosheidsuitkering. De collega's van de PVDA zitten hier eigenlijk te bazelen dat men voor een hongerloon zou werken, maar dat is niet waar. Men krijgt een werkloosheidsuitkering en 1,3 euro erbovenop om een arbeidsritme aan te kunnen leren.
Minister, ik heb nog een bijvraag. Hoe staat het met het versnellingsplan dat de vorige legislatuur is ingezet om mensen in langdurige werkloosheid sneller en beter aan het werk te helpen?
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, u gaat volledig voorbij aan de vraag. Hoe gaat u zorgen voor jobs, voor volwaardige jobs?
Mijnheer Ronse, u mag het dan misschien een volwaardige job vinden voor 1,3 euro per uur, maar, in alle eerlijkheid, dat is geen volwaardige job. Dat is geen volwaardige job.
Er zijn heel heldere statistieken. Afgelopen maand waren er 89.000 kortgeschoolde werkzoekenden in Vlaanderen voor 33.000 openstaande vacatures. Dat zijn 2,5 werkzoekenden per openstaande vacature. Voor 65.000 middengeschoolde werkzoekenden waren er 16.000 openstaande vacatures. Dat zijn 4 werkzoekenden per vacature. Men moet dus niet zeggen dat er voldoende jobs zijn en dat het probleem bij de mensen ligt; dat is niet waar. De feiten hebben ook hun recht.
Minister, hoe gaat u zorgen voor volwaardige jobs voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en voor langdurig werkzoekenden?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mocht ik niet zijn opgestaan, voorzitter, dan was ik daarnet van mijn stoel gevallen toen collega De Witte het had over de waarheid die haar rechten heeft. Ik kan misschien een onwaarheid uit de wereld helpen die heel vaak geciteerd wordt in de pers en helaas ook door mensen uit dit halfrond. Werkzoekenden die straks gemeenschapsdienst gaan presteren, gaan dat niet doen aan 1,30 euro per uur. Dat is een toeslag die men krijgt boven op de werkloosheidsuitkering, die wat ons betreft een recht is dat niet zomaar in de tijd hoort beperkt te worden maar waar wel plichten tegenover staan. Tegenover het recht op een uitkering staan een aantal plichten, namelijk dat je verplicht bent om je in te zetten zodat je alsnog de weg kunt vinden naar de arbeidsmarkt, dat je onder andere verplicht bent, als VDAB vindt dat gemeenschapsdienst voor u een geschikt instrument is, om daarop in te gaan en mee te werken om ervoor te zorgen dat je opnieuw naar die duurzame job kunt schakelen. Die 1,30 euro gecombineerd met de uitkering komt neer op iets meer dan 8,50 euro per uur denk ik voor een gemiddelde langdurig werkzoekende. Ik hoop dat een duurzame job nog een opstap kan betekenen en dat die mensen effectief meer kunnen gaan verdienen.
Minister, u hebt een conceptnota neergelegd. U staat open voor debat op basis van waarheden, hopelijk niet op basis van studies uit het buitenland of een ander verhaal of concept. Op welke manier en binnen welke timing wilt u dit concept operationaliseren? Welk overleg voorziet u met de sociale partners?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega's, het verbaast me wat ik hier vandaag en de afgelopen dagen allemaal gehoord heb van de partijen langs linkerzijde. Collega's, wie kan werken, die moet werken. Er zijn in ons land meer dan 180.000 mensen die kunnen werken en die werkloos zijn. Daarvan zijn er 70.000 die al meer dan twee jaar werkloos zijn. Weet u, beste collega's langs de linkerzijde, hoeveel vacatures er het afgelopen jaar zijn bijgekomen? Er zijn meer dan 350.000 vacatures bijgekomen. Er is dus werk. We moeten de mensen gewoon aanzetten om te gaan werken. We zijn het enige land ter wereld, het enige land ter wereld waar je heel je leven lang werkloos kunt blijven, een uitkering kunt krijgen en daarna toch nog een pensioen. Iedereen beseft wel dat dat niet fair is, vooral tegenover de mensen die wel werken. Wij zeggen tegen die mensen dat als ze hun job verliezen, ze een vangnet zullen krijgen. Dan krijgen ze een uitkering tot zolang ze een nieuwe job vinden. Dat is fair. Dat is het vangnetmodel waar wij voor staan. Maar dat mag niet tot in de eeuwigheid duren. Dat mag geen hangmatmodel worden, waar de linkerzijde voor staat. Daar past die gemeenschapsdienst perfect in. Dat is eigenlijk gewoon tegen de mensen zeggen dat als ze meer dan twee jaar lang werkloos zijn en kunnen werken, dat ze iets moeten terugdoen voor de maatschappij, bijvoorbeeld werken voor de gemeente.
Minister, mijn bijkomende vraag daarbij is gelijkaardig aan die van collega Bothuyne: welke timing voorziet u daarvoor en hoe zult u het activerende aspect daarvan in realiteit omzetten?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega De Witte, dwangarbeid vind je in landen waar uw ideologie de plak zwaait. Ik denk niet dat wij daarnaartoe moeten.
Minister, ik moet u feliciteren. Ik vind dat het van moed getuigt dat u dit in het leven wilt roepen. Het is zeer goed dat we hierop gaan inzetten. Maar we moeten wel waken over een aantal zaken. We moeten zorgen dat die mensen goed begeleid worden want het doel is nog altijd om hen opnieuw te integreren in het arbeidscircuit. U hebt daar ook op gewezen, dus ik denk dat u zeker en vast die kaart zult trekken. We moeten er ook voor zorgen dat bedrijven er geen misbruik van maken of dat het geen probleem wordt van sociale dumping, waarbij reguliere werknemers worden vervangen door werklozen met gemeenschapsdienst.
Minister, welke signalen krijgt u van de lokale besturen en de partners over de wenselijkheid en de haalbaarheid van de verplichte gemeenschapsdienst?
De heer Annouri heeft het woord.
Misschien eerst een disclaimer. Ik ken Harry niet, maar ik heb wel wat vragen en bedenkingen bij het voorstel dat u doet, minister. Ik vraag me af wat het zegt over onze arbeidsmarktbemiddeling dat mensen die twee jaar intensief begeleid worden nog altijd niet toegestroomd zijn naar de juiste job, wat het zegt over onze arbeidsmarktbemiddeling dat als iemand twee jaar zijn uiterste best doet, toch de boodschap krijgt dat hij gemeenschapsdienst zal moeten doen. U geeft aan dat er een surplus is van 1,30 euro boven op de werkloosheidsuitkering. In veel gevallen is dat nog altijd onder de armoedegrens, dus gaat men mensen aan het werk zetten voor een loon dat onder de armoedegrens ligt. Ik vind dat fundamenteel en ideologisch onaanvaardbaar. Ik zeg het zoals het is, mijnheer Vande Reyde.
Bovendien is er ook nog het volgende vraagstuk. We zien in het buitenland dat dat niet werkt. Collega’s van de meerderheid, het klopt dat het in het buitenland een variant is, dat het niet exact hetzelfde is, maar we zien dat daar op termijn geen extra jobs bij worden gecreëerd, dat men eigenlijk gewoon aan vervanging en verdringing doet. Waarom bent u er dan zeker van dat dit voorstel wél extra jobs zal creëren? Dat zie ik immers niet, en de sociale partners die ik tot op vandaag heb gehoord, ook niet. Minister, mijn bijkomende vraag is dus: welk contact hebt u tot nu toe al gehad met de sociale partners? Wat hebben zij gezegd, en welk vervolgtraject zal daaraan worden gebreid?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega’s, voor ons sociaaldemocraten is werken het schoonste dat er is. Ja, voor wat hoort wat. Dat is een gezond principe voor een sterke sociale zekerheid. Collega Ronse, een ander fundamenteel principe voor socialisten is echter dat werken moet lonen. Met 8,5 euro per uur kunnen we niet van een menswaardig loon spreken.
Tot slot, uiteraard moet iedereen werken die kan werken, en staan tegenover rechten inderdaad plichten, maar onze oplossingen zijn echt fundamenteel. Collega Bothuyne, ik zal de alternatieven opsommen. De arbeidsmarkt staat in brand. Er zijn duizenden vacatures en te veel langdurig werklozen. Match die mensen met die jobs. Zorg ervoor dat ze een deftig loon betaald krijgen, en zorg er bovenal voor dat er voor mensen die de skills missen, jobs zijn in de sociale economie, basisbanen, maatschappelijk zinvol werk met een deftig loon. Stop met experimenteren ten koste van de allerzwaksten.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Ik wil een zeer interessant en lezenswaardig stuk van Ive Marx meegeven, dat deze ochtend is gepubliceerd. Daarin zegt hij dat plichten ook van links komen. Ik ben het daar eigenlijk wel mee eens. Hij schrijft ook: “Meer dan de helft van de langdurig werkzoekenden leeft ondertussen in armoede (...) mede dankzij socialistische ministers die andere dingen doen dan ze zeggen.” Dat behoeft weinig commentaar, denk ik.
Collega’s, we moeten dus naar nieuwe recepten durven kijken, en dat is wat ik probeer te doen. Collega Annouri, bedankt voor de stijl – weerom – waarmee u uw vragen stelt. Ik besef zeer goed dat het woord ‘gemeenschapsdienst’ een zeer beladen woord is. Dat wisten we toen we dat in het regeerakkoord schreven. Ik heb echter vanaf het begin gezegd absoluut, absoluut te willen dat dit een versterkend, emancipatorisch traject kan worden. Ik besef óók dat de jobs in de gemeenschapsdienst geen gewone jobs zijn, die in bedrijven zullen worden uitgevoerd. Absoluut niet. Het gaat om gemeenschapswerk, werk bij lokale besturen, werk bij vzw’s. Als het van mij afhangt, maar daarover zal de Federale Regering dan ook haar zegen moeten geven, mag dat ook vrijwilligerswerk zijn, waarbij iemand die langdurig werkzoekend is, zich goed voelt. Als het maar zaken zijn waarbij de arbeidsattitude wordt versterkt. Bij die groep langdurig werkzoekenden zijn er immers mensen die dermate lang zonder werk zijn dat ze ook bang worden om naar de arbeidsmarkt te gaan, dat het bijna niet meer mogelijk is om hen die brug te doen maken. Dát is wat we met het nieuwe project willen doen. Het is een project, samen met lokale besturen, waarbij mensen een stage – geen job, eigenlijk, maar een stage – aangeboden krijgen. Dat zit bij de beroepsstages. Daarbij doen ze arbeidsattitudes op én worden ze begeleid door partners, die sinds december aan de slag zijn. Dat is dus het concept dat nu wordt uitgewerkt.
Collega’s, er waren ook timingvragen. Ik ga ervan uit dat we op 1 januari 2023 kunnen starten. We moeten regelgeving maken. We hebben ook een paar maanden nodig om alles goed door te spreken, ook met de lokale besturen. Ik heb van sommige heel positieve reacties gekregen. Ze staan eigenlijk klaar en willen daarin meegaan. Andere vragen dat we dat toch nog eens uitleggen. Ik maak dus een intensief traject met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Collega Annouri, daarenboven heb ik gisteren ook overleg gehad met de sociale partners om te vragen hoe zij dat zien, of ze daar mee over willen onderhandelen of er niks van moeten weten. Zij hebben zelf gevraagd om actief te worden betrokken. Dit is een concept dat zijn traject nog moet afleggen. Men heeft gisterenmorgen toch absoluut gezegd daarover te willen meepraten. Zal men het voor honderd procent eens worden? Dat weet ik niet. Er zijn commenteren van vakbondszijde, van werkgeverszijde gekomen. Dit is echter wel een instrument dat ik mee in de instrumentenkoffer van VDAB zal stoppen, om mensen te versterken en om inderdaad die attitude te verbeteren.
En dit hoeft voor mij geen jobs te creëren, collega’s. Het is een stage, het zijn geen jobs. Maar de jobs zíjn gecreëerd. Ik geef het cijfer nog eens mee. Vorige maand alleen al waren er 145.000 extra vacatures. Dat zijn enorme cijfers. De jobs worden dag na dag geschapen. Maar mensen moeten ook de kans krijgen om competenties te verwerven om erin te stappen.
En ik geef toe, collega's, – collega De Witte, u zult verbaasd zijn, het is niet allemaal verkeerd wat u zegt – dat er ook aan werkgeverskant werk aan de winkel is. Als ik zie welke competenties sommige werkgevers vragen, dan denk ik: ‘Neem toch iemand in dienst. U kunt een individuele beroepsopleiding geven op de werkvloer, maak daar toch iets vaker gebruik van.’ Ook daarop zijn we aan het werken.
Collega Ronse, het versnellingsplan zet ook daarop in. Het is mijn bedoeling – en VDAB is daar eigenlijk al mee gestart – om alle langdurig werkzoekenden opnieuw in te schalen, om een opfrissing te doen van waar ze precies staan, wat er is gebeurd. En dan kunnen we bekijken voor wie de gemeenschapsdienst echt een toegevoegde waarde kan zijn en voor wie niet. Het is dus geen instrument dat zal worden gebruikt voor iedereen die meer dan twee jaar werkzoekend is. Het zal voor sommige mensen zijn, voor een groep mensen voor wie het echt noodzakelijk is, en als competentieversterking.
Collega's, wondermiddelen ten opzichte van mensen die langdurig werkzoekend zijn, bestaan niet. Maar het is wel mijn verdomde plicht als minister van Werk om te zoeken en om nieuwe paden te bewandelen, die niet dezelfde zijn als de paden die in het buitenland niet zo goed geslaagd zijn, met als één doel: het versterken van mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Het concept zoals we dat willen vormgeven met de gemeenschapsdienst moet daar absoluut een onderdeel van uitmaken. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
De heer Ronse heeft het woord.
Collega's, ik ben toch ook serieus geschrokken, hoor. Ik dacht dat het hier een huldezitting zou zijn voor de minister. Wat we hier doen, is VDAB de mogelijkheid geven om twee jaar nadat iemand werkloos is, die persoon arbeidsritme te laten opdoen als dat nodig wordt geacht. Die verdient daar zelfs iets bovenop.
Ik hoor hier woorden als ‘dwangarbeid’, of, van collega Gennez, ‘experimenteren op kap van de allerzwaksten’. Ik schrik daar enorm van en ik ben er ook een beetje bang voor. En ik zal u zeggen waarom. Want wat u zegt, is de mening in het zuiden van het land. We zitten met een minister van Werk opgezadeld, minister Dermagne, van collega Gennez haar signatuur, die wordt opgejaagd door collega’s als collega De Witte, die verdorie verantwoordelijk is voor heel ons beleid rond werk: het versterken van langdurig zieken, het versterken van mensen in werkloosheid. En als die mensen op die manier kijken naar zo'n goedbedoelde maatregel om mensen te gaan activeren in een tijd waarin het personeelstekort zo hoog is, dan zeg ik u één ding: er is meer dan ooit tijd nodig voor het confederalisme, liever gisteren dan vandaag. Ik dank u. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, u spreekt over nieuwe recepten. ‘We moeten nieuwe recepten testen.’ Welnu, dat is net het probleem: het ís geen nieuw recept. Het is getest, op vele plaatsen. Er is een hele studie van de KU Leuven over waar het allemaal getest is. Beste collega's, ik zal jullie een recent voorbeeld geven – niet alleen van Harry, inderdaad vijf jaar geleden, zogezegd een eeuwigheid geleden – van vandaag in een rusthuis in Groot-Brittannië. Daar is het Britse Community Work Programme actief. Welnu, daar zijn twee helpers tijdens de middag, voor het begeleiden van bejaarden bij hun maaltijd: de helper uit het Community Work Programme, die nagenoeg niets krijgt, en de gewone werknemer. En wat is het resultaat, minister? Dat het loon van de gewone werknemer en de arbeidsvoorwaarden onder druk komen te staan. Dat staat zwart op wit in de studies die daarover gaan. Collega's, ik denk dan ook dat er wél een probleem is van verdringing.
Ten tweede, u spreekt over rechten en plichten. Natuurlijk zijn wij ook voor plichten. Maar er is een plicht om werk te zoeken en er is ook een plicht van de overheid om te begeleiden. En daar schort het ook, minister.
Bovendien schrapt u 419 mensen bij VDAB om langdurig werkzoekenden naar jobs te begeleiden. Maak daar werk van, investeer daarin. Ik dank u. (Applaus van Jos D'Haese)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega’s, die arbeidsmarkt staat in brand: een recordaantal openstaande vacatures, werkgevers die moord en brand schreeuwen om competent, kwaliteitsvol talent. Aan de andere kant hebben we een groep mensen, langdurig werkzoekenden die niet aan de bak geraken. We weten dat de instrumenten die we hebben op dit moment tekortschieten om die groep aan de slag te helpen. We weten ook dat er elders in Europa zaken zijn gebeurd die helemaal niet vergelijkbaar zijn met wat hier wordt voorgesteld. Laat ons het debat dan ook eerlijk voeren over het voorstel dat hier op tafel ligt, collega's, niet op basis van het etiket en wat dat eventueel bij u kan oproepen maar op basis van de inhoud van het voorstel. Dat voorstel zal ervoor zorgen dat mensen werkervaring kunnen opdoen, dichter bij de arbeidsmarkt komen, zelfrespect krijgen, respect krijgen in de samenleving en op de arbeidsmarkt en opnieuw een toekomst krijgen in onze economie, in onze samenleving, op onze arbeidsmarkt. Wat ons betreft, minister, is dat de bedoeling van het voorstel over de gemeenschapsdienst en hebt u uiteraard onze volle steun om dat organiseren. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.