Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Brecht Warnez, Nadia Sminate, Tom Ongena, Paul Van Miert, Katrien Partyka en Kris Van Dijck tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005, wat het digitaal en hybride vergaderen betreft.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we een open deur intrappen als we zeggen dat we sinds maart 2020 in een andere wereld leven. Dat is ook voor bestuurders zo. Alleen al als we hier in de plenaire even rondkijken, is dat zo. We hebben andere wegen gezocht om te werken, en digitaal werken hoort daar ook bij, uiteraard.
Net voor het zomerreces hebben we decretaal digitale vergadermogelijkheden gegeven aan de lokale besturen om hun Gemeenteraadscommissie, hun college van burgemeester en schepenen digitaal of hybride te organiseren. Dit voorstel maakt dit eigenlijk ook gewoon mogelijk voor de provincies.
Ik wil er tegelijkertijd toch ook wel op wijzen dat we het er in de commissie unaniem over eens waren dat voor iedereen de regel nog altijd is om fysiek te vergaderen. Als we een echt democratisch debat willen voeren kunnen we elkaar toch beter recht in de ogen kijken, en dat is uiteraard ook bij de provinciebesturen zo.
Ik dank de collega’s voor de steun die in de commissie werd gegeven, want het is daar unaniem goedgekeurd. En ik hoop dat de regering dit voorstel met bekwame spoed verder uitvoering zal geven.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik houd het heel kort, want in de commissie zijn we na twijfel tussen onthouding en voor stemmen finaal toch gevolgd, omdat we inderdaad denken dat de intentie van dit voorstel van decreet heel goed zit. We zijn het daar eigenlijk mee eens. We hebben afgelopen zomer inderdaad dezelfde keuze gemaakt rond de lokale besturen.
Eerst was onze bezorgdheid dat fysiek vergaderen uiteraard democratisch altijd een grote meerwaarde heeft – ik ben blij dat collega Warnez het meteen ook expliciteert in de toelichting. En op momenten dat dat mogelijk is moet dat zeker zo blijven. We geven hierbij een stuk het mandaat aan de regering om ook een aantal minimumvoorwaarden op te leggen. Wat ons betreft is dat dus een zeer minimalistische interpretatie, dat het enkel in uitzonderingssituaties kan. Dat staat ook zo in het voorstel van decreet. Maar die invulling moet natuurlijk wel in die geest blijven, vandaar dat ik het belangrijk vind om dit hier nog eens in te brengen. Maar wij zullen dit voorstel van decreet inderdaad ook hier steunen.
De heer De Loor heeft het woord.
Ook bij Vooruit klinkt hetzelfde geluid. Wij zijn ook voorstander van het feit dat provincies digitaal en hybride kunnen vergaderen, en dat de regeling die reeds getroffen is voor gemeenten, nu ook mutatis mutandis wordt overgezet naar de provinciale werking.
Met dit voorstel van decreet, dat we zullen steunen, geven we vanzelfsprekend geen vrijbrief om over te schakelen op honderd procent digitaal en hybride vergaderen. Ook in normale omstandigheden moet dat effectief de uitzondering blijven. Dus het is belangrijk dat die fysieke vergadering het uitgangspunt blijft, en dit zowel in de provincie als in de gemeente, maar ook hier in dit Vlaams Parlement. De democratie en de dynamiek van die discussie is nog altijd gebaat bij een fysieke vergadering.
We willen toch nog eens die extra bekommernis uiten, collega’s, we hebben dat ook in de commissie gedaan. We moeten ervoor zorgen dat bij geheime stemmingen de anonimiteit en de geheimhouding worden verzekerd. Onder die omstandigheden keuren wij graag dit voorstel van decreet mee goed.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1019/3)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 5.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het voorstel van decreet houden.