Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Katrien Schryvers, Lorin Parys, Freya Saeys, Elke Sleurs, Maaike De Rudder en Koen Daniëls tot wijziging van artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot verlenging van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van het centrale contactonderzoek door een samenwerkingsverband van externe partners, het lokale contactonderzoek door lokale besturen of zorgraden en tot organisatie van de COVID-19-teams in het kader van COVID-19.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, ik geef graag een korte toelichting bij dit voorstel van decreet. Begin 2020, bijna twee jaar geleden, werden we allemaal geconfronteerd met corona en COVID-19. We hebben toen een aantal maatregelen moeten nemen. We hebben hier, in dit parlement, een aantal decreten goedgekeurd, onder meer een om een decretale basis te geven voor de contactopsporing. We dachten of hoopten toen nog allemaal dat corona iets zou zijn van relatief beperkte duur, en we hebben de einddatum van dat decreet toen gesteld op 31 december 2021. Helaas weten we intussen wel beter. Maatregelen zullen nog een hele tijd nodig zijn. Daarom willen we vandaag een verlenging daarvan voorleggen tot eind 2022.
Dan zijn er ook enkele bepalingen die wijzigingen aanbrengen met betrekking tot het testbeleid. Vorig jaar voerden we in het Preventiedecreet in Vlaanderen artikel 47/1 in, specifiek gericht op COVID-19, onder meer over quarantaine. Er zijn enkele wijzigingen die we vandaag voorstellen, onder meer wanneer mensen in quarantaine moeten. Er is ook opgenomen dat mensen die in een hoogrisicogebied zijn geweest een test moeten ondergaan. Tot op vandaag staat er decretaal bepaald dat ze dat onmiddellijk moeten doen. We zouden dat willen wijzigen naar ‘op een moment door de Vlaamse Regering bepaald’. Dat maakt het gemakkelijker om het hele testbeleid af te stemmen. Het is natuurlijk wel duidelijk dat men ondertussen in quarantaine moet. Hetzelfde geldt ook voor de hoogrisicocontacten.
Naast de vraag wanneer iemand getest moet worden, anticiperen we ook wel op de vraag waar en door wie iemand getest moet worden. Momenteel is opgenomen dat testing gebeurt in een COVID-19-centrum, in een triagecentrum of door een behandelende arts. We willen toch graag al mee de mogelijkheid creëren dat het door de apotheker kan gebeuren. Nu voeren apothekers enkel de snelle antigeentesten, nog geen PCR-testen. Het kan zijn dat in de toekomst, zeker in functie van de nodige testcapaciteit, het wel nodig zou zijn dat een apotheker een PCR-test uitvoert, of dat we een snelle antigeentest als voldoende beschouwen. In dat geval kunnen apothekers daarvoor ingeschakeld worden. Dat is momenteel vanzelfsprekend nog niet aan de orde. Dat vraagt interfederale besprekingen en beslissingen en dergelijke meer, maar door hier nu decretaal de mogelijkheid daarvoor te voorzien geven we aan de Vlaamse Regering de mogelijkheid om, indien nodig, kort op de bal te spelen. Dank u wel.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De collega heeft de zaken natuurlijk al toegelicht. Ik denk dat we deze keer toch gekozen hebben voor een aanpassing van ons Preventiedecreet die hopelijk duurzamer zal zijn. In casu machtigen we de Vlaamse Regering om het moment te bepalen waarop een risicocontact of iemand die terugkeert uit een hoogrisicoland, zich moet aanmelden voor een test. Als de teststrategie op dat vlak wijzigt, dan zullen we het Preventiedecreet niet meer hoeven aan te passen. De regering kan dan zelf bij besluit de nodige aanpassingen doorvoeren.
Normaal gezien zouden de huidige maatregelen inderdaad aflopen op 31 december van dit jaar. Nu, ik denk dat het wel logisch is dat we die maatregelen verlengen met een jaar. We zitten namelijk nog altijd in die vierde golf en we worden geconfronteerd met de opkomst van de omikronvariant, die toch wel een pak besmettelijker is dan de deltavariant en die tegen eind dit jaar al de dominante vorm zal aannemen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor dit voorstel van decreet. Wij steunen wat daarin is opgenomen. Het zijn logische keuzes die afgestemd zijn op alle beslissingen op alle niveaus, zeker wat betreft het flexibel inspelen op een eventueel aangepaste teststrategie en de impact daarvan.
We willen wel een bemerking maken. We gaan het voorstel van decreet ten gronde ondersteunen, maar onze ondersteuning voor de verlenging van de contactopsporing met een jaar, dat is op dit moment een logische keuze natuurlijk, wil niet zeggen dat we business as usual ondersteunen. We hebben hier vorige week nog een zeer stevig debat gehad, er loopt onderzoek bij het Rekenhof naar het contactonderzoek, zowel naar het fraudeluik als naar de effectiviteit ervan. We vinden dat het geen zegen is zoals we vandaag bezig zijn. We blijven van oordeel dat de contactopsporing ondermaats is en te weinig impact heeft op het beheer van de crisis en het beheersen van het virus in onze samenleving. We denken dat een andere, meer lokaal ingebedde aanpak noodzakelijk is, daarom wilde ik deze opmerking hier formuleren. Uiteraard, dat er contactopsporing moet zijn volgend jaar, lijkt ons zeer logisch. We gaan ervan uit dat we hier in de commissie en de plenaire vergadering het debat voeren over de bijsturing van de contactopsporing.
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, twee opmerkingen van mijn kant. Wat de collega’s gezegd hebben, klopt natuurlijk allemaal, daar sluit ik me bij aan.
Twee, we vinden het erg belangrijk dat dit voorstel van decreet de mogelijkheid geeft aan de regering om de teststrategie aan te passen bij besluit. Waarom is dat zo belangrijk? We weten bijvoorbeeld dat er een nieuw geneesmiddel op de markt is – Paxlovid – dat werd goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap. Wie symptomen heeft en dit geneesmiddel binnen de eerste vijf dagen na het uitbreken van die symptomen neemt, beperkt de kans op een ziekenhuisopname in zeer grote mate. Er wordt zelfs gesproken over 89 procent. Dat is heel belangrijk.
Het is ook heel belangrijk dat de teststrategie is afgestemd op de toediening van de medicatie in de eerste vijf dagen van de manifestatie van symptomen. Dit zorgt voor meer wendbaarheid. De Vlaamse Regering kan sneller optreden. We hopen dat dit zal gebeuren en dat ze bijvoorbeeld Paxlovid op een goede manier kan inzetten als een van de instrumenten om COVID-19 proberen in te dijken.
Collega’s, wat we hier doen, is ervoor zorgen dat je een COVID-19-test kunt ondergaan als je in een hoogrisicogebied bent geweest of een hoogrisicocontact hebt gehad. Je kunt de test ook bij een apotheker ondergaan om te voldoen aan de testverplichting. Dan is er momenteel wel een probleem. Als je een positieve sneltest aflegt, die bij een apotheker is afgenomen, krijg je geen herstelcertificaat. Dat is iets waar we dringend aan moeten verhelpen. Het feit dat de apothekers een stukje van de testcapaciteit op zich nemen, zorgt voor een afname van de druk op onder andere onze huisartsen. Waarom is er geen herstelcertificaat na een positieve sneltest bij de apotheker? Dat heeft te maken met een Europese verordening die alleen maar spreekt van PCR-testen (polymerase chain reaction) voor het bekomen van een herstelcertificaat.
Maar de EU heeft natuurlijk niets te zeggen over het binnenlands gebruik van het herstelcertificaat. Nederland heeft bijvoorbeeld wel een certificaat na een sneltest bij de apotheker. Mijn oproep is dat de apotheker effectief kan worden ingeschakeld, dat we ervoor zorgen dat mensen die een sneltest hebben ondergaan na een tijdje ook een certificaat kunnen krijgen.
Dat zijn twee belangrijke opmerkingen vanuit mijn fractie. We gaan met plezier dit voorstel van decreet ondersteunen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik wil even kritisch ingaan op artikel 4, over de organisatie van het centrale contactonderzoek. Ik vind het straf dat we intussen meer dan anderhalf jaar discussiëren over contactonderzoek, over de manier waarop we dit contactonderzoek moeten voeren, over de terechte kritieken op het contactonderzoek, met recent nog een grote fraude. Na al die uren discussie is de enige verandering aan de organisatie van het centrale contactonderzoek dat het jaartal 2021 zal worden vervangen door het jaartal 2022. Sterk, sterk werk, duurzaam, inspelen op de veranderende uitdagingen die de pandemie ons stelt. Ik vind het echt ontstellend.
Deze pandemie zou ons moeten leren dat investeren in preventie cruciaal is. In landen waar er al meer werd geïnvesteerd in publieke preventieve gezondheidscentra, zoals bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland, kon men meteen van bij het begin van de pandemie die publieke gezondheidscentra inzetten in het contactonderzoek. Ze zijn veel sneller van start kunnen gaan om het contactonderzoek uit te bouwen. We hebben er heel lang mee getalmd en zijn er uiteindelijk in geslaagd door een consortium van callcentra uit te bouwen, maar zowel de kwaliteit als de duurzaamheid vormen toch wel een probleem.
Wij zullen ons dus om deze redenen voor dit voorstel van decreet onthouden. Wij denken dat de pandemie een basis zou moeten zijn voor de uitbouw van echte preventieve gezondheidszorg. Er wordt vandaag 2 tot 3 procent besteed aan preventie, in tegenstelling tot curatie waarin veel meer wordt geïnvesteerd. Het zou echt naar 5 of zelfs 10 procent moeten evolueren. Het is bijzonder jammer dat deze Vlaamse Regering er niet in wil investeren.
Het is ook een probleem dat de contactonderzoekers zelf met laagbetaalde flexibele contracten moeten werken, terwijl het een job is die heel erg veeleisend is. Het is niet gemakkelijk om mensen te vragen naar hun doen en laten van de laatste dagen. Het is ook niet gemakkelijk om de juiste vragen te stellen, om het vertrouwen te kunnen winnen van mensen. Als men preventieve gezondheidscentra zou uitbouwen, kan men vast personeel aanwerven dat zich kan specialiseren. Ook om deze redenen zullen wij ons onthouden.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, ik wil kort reageren. Ik heb gezegd dat het decreet van vorig jaar een decretale basis voor contactonderzoek geeft en meer bepaald om gegevens te delen. Het is natuurlijk die bepaling die we met een jaar verlengen. Het gaat niet over de manier waarop het contactonderzoek is georganiseerd, waar u nu op inspeelt. Vandaar dat we dit op deze manier voorleggen om het te verlengen voor een jaar.
Zoals u weet, is er naar aanleiding van de misbruiken die hier zijn gemeld, een audit gevraagd door de Vlaamse Regering. Die is bezig. Het parlement heeft ook een motie goedgekeurd over enerzijds de efficiëntie van de contactopsporing en anderzijds de manier van factureren, van controle enzovoort. We zullen afwachten wat de resultaten zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1042/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 5.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het voorstel van decreet houden.