Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het versneld toedienen van het boostervaccin
Actuele vraag over het vaccinatieschema voor de boosterprik
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, collega’s, gisteren heb ik mijn derde prik gekregen, net zoals vele anderen, dankzij de Vlaamse campagne, minister, en ook dankzij die duizenden vrijwilligers elke dag in al die vaccinatiecentra.
Sinds enkele weken loert de extreem besmettelijke omikronvariant om de hoek. We hebben er vanmorgen in de commissie een hele gedachtewisseling met professoren over gehad. Er is veel dat we hierover nog niet weten.
Waar wetenschappers het echter wel over eens zijn, is dat we ervoor moeten zorgen dat volwassenen zo snel mogelijk een derde dosis krijgen.
Minister, al in oktober riep u op tot die veralgemeende derde prik, maar toen moesten we temporiseren, was het wachten op de nodige adviezen, onder meer van de Hoge Gezondheidsraad. Ondertussen zijn de vaccinatiecentra daar wel volop mee bezig, maar veel mensen kunnen momenteel nog niet worden uitgenodigd omdat die minimumtermijn sedert de tweede prik, of sedert de eerste prik als het over Johnson & Johnson gaat, nog niet is verstreken. Het interval is dus nog niet voorbij. In heel wat landen is ondertussen beslist om dat interval te verkorten. Vorige week heeft het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) ook geoordeeld dat het veilig is om na drie maanden een derde prik te geven. Ook nu is het weer wachten op het advies van de Hoge Gezondheidsraad. Eerlijk gezegd, ik vind dat heel moeilijk te begrijpen. Ook voor de vaccinatiecentra is het nu immers afwachten. Er wordt al heel veel flexibiliteit van hen gevraagd, en ze weten niet hoe ze zich moeten organiseren voor de volgende weken, terwijl de klok tikt en we weten dat elke prik telt.
Minister, vandaar mijn vragen: wanneer zal er duidelijkheid zijn over de inkorting van het interval? Hoe zult u de boostercampagne versnellen?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, collega’s, er komt inderdaad een muur van besmettingen op ons af, en die heet ‘omikron’. Om dat tegen te gaan, of alleszins af te remmen, is het belangrijk dat we een aantal dingen doen. Eerst en vooral is het heel belangrijk dat we onze eerste lijn versterken en ondersteunen. Als de these immers bewaarheid wordt dat dit een variant is van het virus die veel besmettelijker is, niet noodzakelijk zieker makend, dan zal de eerste vloedgolf onze eerste lijn, namelijk onze huisartsen, treffen. Minister, ik zou graag hebben dat u daar samen met uw federale collega werk van maakt, om ervoor te zorgen dat zij die vloedgolf ook daadwerkelijk aankunnen.
De tweede dijk die we moeten bouwen, is uiteraard die van de derde prik. Mijn collega heeft er daarjuist al naar verwezen. We weten dat iemand die drie keer is gevaccineerd, een betere weerstand heeft tegen de omikronvariant. Minister, de wachttijd is nu zes maanden. In het Verenigd Koninkrijk, in Ierland, in Denemarken, in Nederland wordt die op drie of vierenhalve maand gezet. Wat gebeurt er bij ons? Op 9 december was er het advies van het Europees Geneesmiddelenagentschap dat het veilig is om de derde prik na drie maanden wachttijd te geven als je een Moderna- of een Pfizervaccin hebt gehad. Bij ons komt er dan een interministeriële conferentie bijeen. Die vraagt dan aan de Hoge Gezondheidsraad om een advies te geven. Die Hoge Gezondheidsraad geeft dan ten vroegste vandaag een advies, en in de planning stond dat we dan maandag pas zullen beslissen, samen met de acht andere ministers van Volksgezondheid in dit land, om die derde prik daadwerkelijk na vijf maanden te kunnen geven.
Minister, dat is onbegrijpelijk voor de mensen. Ik snap ook niet waarom wij altijd de slimste van de klas moeten zijn, maar ook de traagste als het gaat over het inwachten van adviezen en het nemen van beslissingen. Mijn vraag aan u is: als u het advies vandaag hebt, wilt u ook vandaag nog beslissen om die wachttijd in te korten van zes naar vijf maanden?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, er is een nieuwe variant aangespoeld in ons land, omikron. Die blijkt drie keer besmettelijker te zijn dan de deltavariant. We hebben vanmorgen in de commissie ook gehoord dat die een verdubbelingstijd van tweeënhalve dag heeft. Dat zou dus betekenen dat die tegen Nieuwjaar verantwoordelijk is voor 90 procent van de besmettingen. Of die zieker maakt, dat weten we nog niet. Daar is nog wat onduidelijkheid over. Het is echter wel heel duidelijk dat er een nieuwe besmettingsgolf op ons afkomt, terwijl de druk op de eerste lijn en het zorgpersoneel van de ziekenhuizen nog steeds zeer groot is. Die mensen zijn moe, heel moe. Nu we zien dat dit er weer bij gaat komen, dan heb ik daar vragen bij, en dan denk ik dat wij heel weinig marge hebben.
Ik denk dus dat het heel belangrijk is dat we die derde prik zo snel mogelijk zetten. We zien immers dat we met twee prikken onvoldoende beschermd zijn.
Die derde prik zal onze immuniteit opnieuw een beetje ophogen. En dat is natuurlijk de bedoeling. Die derde prik is, samen met de preventieve maatregelen, het belangrijkste wapen tegen deze omikronvariant. Het zal erop aankomen om zo snel als mogelijk te versnellen om ons maximaal te beschermen. Minister, het zal dus vaccineren, vaccineren en vaccineren zijn.
Momenteel is het interval voor mensen die het Pfizer- of het Modernavaccin hebben gehad, inderdaad zes maanden. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) zegt dat we dat zouden kunnen inkorten tot drie maanden. Ik hoop dat daar heel snel een beslissing over valt, net zoals over de vaccinatie bij de 5- tot 12-jarigen. Ik weet dat de vaccinatiecentra het logistiek wel aankunnen, maar daar zijn mensen ook zeer moe. Er zijn al vaccinatiecentra die zeggen dat ze in de kerstvakantie een week gaan sluiten om hun vrijwilligers tot rust te laten komen. De vraag zal zijn wie wij gaan kunnen inschakelen om die versnelling te kunnen doorvoeren. Wanneer gaat die versnelling eraan komen en op welke profielen gaan wij daarvoor een beroep doen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben vanochtend inderdaad met de experten gesproken over de bedreiging van de omikronvariant. Dit is inderdaad een ongelooflijke nieuwe uitdaging. We hebben daar vanuit Vlaanderen ook niet op gewacht. Ik heb begin deze week het initiatief genomen om in overleg te gaan met onze vaccinatiecentra om ons klaar te maken voor een versnelling van onze vaccinatiecampagne.
Ik zou eerst en vooral willen zeggen aan diegenen die denigrerende beelden hebben opgeroepen van onze vaccinatiecentra, van ‘Kijk eens aan, tussen Kerstmis en Nieuwjaar gaan ze sluiten. Ze beseffen zeker niet dat het oorlog is?’, dat ik dat totaal, maar dan ook totaal misplaatst vind. (Applaus bij de N-VA en CD&V)
En waarom is dat totaal misplaatst? Omdat onze vaccinatiecentra op het ogenblik dat we een toelating kregen voor die derde prik, ongelooflijk hard gewerkt hebben. Meer dan 95 procent van de Vlamingen wier interval verlopen is, is geprikt of heeft een uitnodiging gekregen. Het heeft geen enkele zin om een vaccinatiecentrum open te houden als er niet kan worden geprikt. Dat is ook de reden waarom wij samen met collega Vandenbroucke vorige week, toen het Europees Geneesmiddelenagentschap gezegd heeft dat het interval kan worden ingekort, het advies gevraagd hebben aan de Hoge Gezondheidsraad. Ik heb daarover gisteren en vanmorgen ook contact gehad met collega Vandenbroucke. En we zullen vanavond nog een interministerieel overleg bijeenroepen. Om halfzes zal er een taskforce plaatsvinden. En als dat advies positief is, zullen wij daar morgen ook mee aan de slag gaan met onze vaccinatiecentra.
We hebben maandag, gisteren en vandaag opnieuw met onze vaccinatiecentra gesproken om te kijken wat er moet gebeuren en waar er eventueel tekorten zijn. En zij verzekeren mij dat er opnieuw ongelooflijk veel enthousiasme is om ook tussen Kerstmis en Nieuwjaar te prikken als zij kunnen prikken.
We zullen daar een aantal zaken voor moeten klaarmaken. We zullen daar bijvoorbeeld QVAX voor moeten klaarmaken, want het zal op die manier zijn dat mensen zich extra kunnen aanmelden. Ik wil dan ook oproepen dat als we die goedkeuring krijgen, de mensen zich via QVAX laten registreren.
Zijn er personeelstekorten? Hier en daar zou dat misschien kunnen. We zijn nu alles aan het bekijken om dat zoveel mogelijk goed te krijgen. Ik denk dat er heel wat mensen zijn die zich nog verder als vrijwilliger willen aandienen, ook tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Hen zou ik willen oproepen: ga ervoor. Wij zien op dit ogenblik dat er potentieel tekorten zijn aan specifieke profielen. Dat zijn medische en farmaceutische experten en lokaal verantwoordelijken. Als er mensen zijn die tussen Kerstmis en Nieuwjaar of in de komende weken daar mee hun schouders onder willen zetten, neem dan contact op met uw vaccinatiecentrum, zodat we die versnelling ook kunnen doen. Op die manier, voorzitter, hebben wij ons klaargemaakt om, als we vanavond die beslissing zouden kunnen nemen, daar ook mee aan de slag te gaan.
Ik ben mij zeer bewust van het feit dat vaccineren een onvoldoende maar wel een noodzakelijke voorwaarde is, ook tegen de uitdagingen van de nieuwe variant die aan onze deur staat te beuken. Maar nog eens: er is ongelooflijk hard gewerkt, bij die eerste prik, bij die tweede prik, en nu ook bij die derde prik. Wij zitten opnieuw bij de top van Europa, ook wat die boosterprik betreft. En als we kunnen en mogen versnellen, dan zullen we dat ook absoluut doen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, het is goed dat we heel snel duidelijkheid gaan krijgen, en dat u hier stelt dat er over amper een uurtje een taskforce is, en dat dan het advies wordt afgewacht. En als dat positief is, vindt er vanavond nog een IMC plaats, en dan zullen de nodige beslissingen genomen worden. En dat is nodig, want de klok tikt, en onze vaccinatiecentra wachten hier ook op. Want velen hadden inderdaad gepland om het tussen kerst en Nieuwjaar wat kalmer aan te doen, maar net vanwege het feit dat ze geen mensen meer konden uitnodigen vanwege dat interval. Ik denk dat het ook heel goed is dat u al op voorhand met hen in overleg bent gegaan, om te kijken welke noden er bijkomend nog zijn en hoe die versnelling daar georganiseerd kan worden. Ik ben er heel zeker van dat ze ook nu weer die switch zullen willen maken.
Maar we doen al bijna een jaar een beroep op die vrijwilligers, minister, elke dag weer. Er was bijna een stopzetting in september, in het najaar, en dan wordt er opnieuw opgestart. En er zijn ook veel vrijwilligers die moe worden. Dus ik denk dat het ook goed zou zijn dat we eens kunnen kijken hoe we die equipes kunnen verbreden. Vorig jaar hebben er heel veel mensen zich aangediend, meer dan er nodig waren. Dus mijn vraag is of er ook een hernieuwde oproep zal gebeuren om te zorgen dat die pool vrijwilligers voldoende is om die versnelling waar te maken.
De heer Parys heeft het woord.
Het is positief dat er vanavond wordt geschakeld. Maar mag ik eens aan de collega’s een vraag stellen? Is er hier eigenlijk iemand die denkt dat de Hoge Gezondheidsraad een negatief advies zal leveren om de wachttijd van zes naar vijf maanden te verkorten, als het van het Europees Geneesmiddelenagentschap op drie maanden mag?
Minister, ik denk dat heel veel mensen naar die trein der traagheid van de besluitvorming in dit land kijken, en toch een beetje de indruk hebben alsof wij de strandstoelen op de Titanic aan het herschikken zijn, terwijl er een vloedgolf op ons afkomt. Minister, als daar iets aan gedaan kan worden, dan is er geen dag te verliezen, zou ik zeggen.
Minister, ik heb een heel concrete vraag. Als we die virusremmers gaan aankopen, waar professor Johan Neyts deze morgen in de commissie nog eens echt de nadruk op heeft gelegd, dan moeten we ook onze teststrategie aanpassen. Want die virusremmers zijn heel effectief als ze gegeven worden in de eerste vier, vijf dagen dat iemand symptomen vertoont. Maar als je pas op de derde dag getest kunt worden, en je krijgt bijvoorbeeld pas op de vijfde dag je resultaat, dan kun je dat extra wapen van die virusremmers niet inzetten. Mijn vraag is dus of u ervoor zult zorgen dat er vanavond wordt gesproken over de aankoop van die virusremmers, en over de aanpassing van de teststrategie. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik ben heel blij om te horen dat u straks al een IMC zult bijeenroepen, want ik denk inderdaad dat er geen seconde te verliezen is. Maandag pas samenkomen is eigenlijk onbegrijpelijk, gezien de situatie waarin we nu zitten.
Nu, we weten dat die variant heel besmettelijk is. En zoals ik daarstraks al zei, is de druk nog altijd zeer groot. Dus als er opnieuw heel veel besmettingen op ons afkomen, dan zal de eerste lijn, en zullen mogelijk ook de ziekenhuizen, opnieuw serieus overspoeld worden. De vraag is of u daar al een plan van aanpak voor hebt, niet alleen omtrent het testen, maar ook omtrent de contacttracing. Want dat zijn toch twee zeer belangrijke pijlers. Mijn vraag is dus of u daar ook al mee in onderhandeling bent op het terrein.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik ben blij dat de collega’s op het einde toch ook begonnen zijn over contacttracing en over het testen en isoleren van mensen. Want u hebt daarjuist vooral gesproken over het vaccin, minister, maar ik denk dat we ons er hopelijk toch allemaal bewust van zijn dat enkel het vaccin ons niet zal beschermen tegen de omikronvariant. We moeten die ernstig nemen, het is een besmettelijke variant, die meer mensen zal besmetten, en die mogelijk een snellere nieuwe golf kan vormen.
Ik denk echt dat het nodig is om een omikronplan te maken. Minister, het gaat niet enkel om vaccins, maar ook om het aanpakken van de contacttracing met veel snellere testresultaten, om veel korter op de bal te spelen met het contactonderzoek, om een toenemend aantal mensen dat aan contactonderzoek kan doen, maar ook om ventileren, ventileren in de gebouwen. Ik vind het problematisch dat men daar sinds het begin van de crisis mee blijft talmen en daarin niet vooruitgaat. Met deze omikronvariant moeten we daar echt wel stappen vooruit in zetten. Minister, hoe zult u concreet een dergelijk omikronplan vormgeven?
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, u hebt onze steun voor het versnellen van de boosterprik, het klaarmaken van onze vaccinatiecentra en het oproepen van andere mensen om mee te vaccineren om mensen zo goed mogelijk te beschermen, zeker ook tegen de nieuwe variant.
Ik vraag wel om naar uw eerstvolgend overleg een aantal andere aspecten mee te nemen die ons kunnen helpen in het indijken van die nieuwe golf die al in januari op ons af zou komen, wat toch bijzonder snel is. Ik denk aan de suggesties van FFP2-maskers, zeker in zorginstellingen, ventilatie en een plan van aanpak daar, een aangepaste teststrategie die onontkoombaar is, gelet op het veelvoud aan besmettingen dat op ons af zou komen met die specifieke variant. Misschien kunnen we ook eens nadenken over de wijze van contactopsporing en bronopsporing en bekijken hoe we minstens de meest kwetsbaren onder ons kunnen beschermen via testing en tracing wanneer we worden overspoeld met mensen die een hoogrisicocontact hadden of bang zijn besmet te zijn.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, voor zij die nog niet overtuigd waren, werkte deze voormiddag helemaal verhelderend. We zullen de volgende golf meteen na deze golf krijgen, en dat is natuurlijk een groot verschil met eerdere fases. Er komt zelfs geen adempauze voor onze eerste lijn, voor al diegenen die in de vuurlinie staan, en we zullen dit als samenleving toch moeten oppakken.
Alle steun voor wat betreft de boosterprik en het versnellen ervan, maar het verbaast me toch een beetje dat er eigenlijk op dit moment – dat was ook mijn aanvoelen deze voormiddag – geen breder plan klaarligt – de collega's wezen er al op – met betrekking tot ventilatie, FFP2-maskers, testing en tracing, en een versnelling van de ventilatie-inspanningen.
Minister, deze voormiddag hebt u gezegd dat alle instrumenten van de voorbije golven klaarstaan en dat daarop verder zal worden gewerkt. De experten wijzen er nu al op dat er na deze golf waarschijnlijk een vierde vaccinatiegolf zal komen. Minister, wanneer zult u eindelijk werk maken van een duurzame preventiestrategie met betrekking tot dit virus in de brede zin? We zijn twee jaar ver en het wordt hoog tijd om daarin te handelen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik was een beetje verrast dat die vragen hier vandaag geagendeerd staan. Gisteren hebben we het in wel tien vragen gehad over de boosterprik. Deze ochtend was er een speciale commissie over de boosterprik en de omikronvariant, maar blijkbaar kan het in het Vlaams Parlement dat collega's vragen terugtrekken om ze dan te kunnen stellen in de plenaire vergadering. Tot daar aan toe.
Neen, neen, neen, zo is dat helemaal niet gegaan.
U was er niet want u was op de boerenbetoging. (Applaus bij de N-VA )
Laat mij even uitspreken.
Collega Parys zal niet bepalen waar ik wel of niet naartoe ga.
Neen, maar u zult ook niet bepalen wanneer ik mag spreken in het parlement waar ik voorzitter van ben. Ja?
Gisteren waren er vragen om uitleg geagendeerd aan de minister, maar niets over de boosterprik voor alle duidelijkheid. Vandaag was er een gedachtewisseling.
Het is wel tienmaal ter sprake gekomen.
Ja, maar ze stonden niet geagendeerd, meneer Sintobin.
Collega’s en de minister zullen het met mij eens zijn dat er bij tientallen vragen…
Het is ook niet dat u een vraag over dit onderwerp hebt.
Voor mij is het geen probleem dat die vragen hier gesteld worden.
Maar waarom maakt u er dan wel een probleem van?
Ik meld dat gewoon. Ik zeg dat gewoon. Misschien zou dat in ons geval niet aanvaard worden, wie weet. (Opmerkingen van Lorin Parys)
Alstublieft! Dat vind ik echt zo laag-bij-de-gronds. Ik behandel uw fractie net zoals ik alle andere fracties hier behandel.
Mijnheer Parys, u zult dat niet bepalen. U bent geen voorzitter. U moet niet continu op mijn kap zitten. Wat is dat nu. (Opmerkingen van Lorin Parys)
Maar jongen toch, alstublieft zeg.
Het laatste dat ik daarover te zeggen heb aan de Vlaams Belangfractie is dat ik uw fractie behandel net zoals ik elke andere fractie van links tot rechts behandel in dit Vlaams Parlement. Als u nu echt van oordeel bent dat ik een soortgelijke vraag die van uw fractie afkomstig zou zijn geweest, zou hebben afgewezen, dan hebt u het compleet verkeerd. (Applaus bij de N-VA)
Maar zegt u dan nu misschien iets relevants over het thema.
Oei, excuseer hoor. Ik denk niet dat het de eerste keer is dat iemand een opmerking maakt over het agenderen van vragen. Ik denk dat andere collega's dat ook al hebben gedaan.
Ah ja?
Niet vandaag, maar op andere momenten. Ik denk bijvoorbeeld aan collega Rzoska. Die heeft dat ook al verschillende keren gedaan.
Kan ik me niet herinneren, maar bon. Zelfs de heer D'Haese doet dat niet.
Minister, er wordt nu veel gepraat over het tekort aan personeel en aan vrijwilligers in het vaccinatiecentrum. Ik wil alleszins niet denigrerend doen en daar opmerkingen over maken. Het is effectief zo dat er in bepaalde vaccinatiecentra een probleem is op het vlak van personeel en van vrijwilligers en dat een aantal vaccinatiecentra tijdens de kerstperiode een aantal dagen zullen sluiten. U probeert daarvoor een oplossing te zoeken, maar dat is natuurlijk een kortetermijnoplossing. Collega Vaneeckhout heeft ernaar verwezen: Geert Molenberghs heeft vanmorgen gezegd dat er in de herfst nagenoeg zeker een vierde prik komt. Er moet een structurele oplossing op lange termijn komen voor de vaccinatiecentra. We kunnen niet telkens opnieuw afschalen en opschalen. Dat is onwerkbaar. Is dat goed zo, collega Parys?
Mijn twee kinderen van 14 en 17 jaar gedragen zich meer volwassen, maar bon … (Opmerkingen van Stefaan Sintobin en Lorin Parys)
Minister Beke heeft het woord.
Collega Parys, u spreekt over de trein der traagheid. Ik betreur dat eerlijk gezegd. We waren met de eerste vaccinatiecampagne bij de top van Europa. We zitten daar nu opnieuw bij. We zullen moeten leren leven met één zaak: we zullen geen statische besluitvorming krijgen. We worden geconfronteerd met een virus dat het achterste van zijn tong niet laat zien, en dat voortdurend nieuwe varianten heeft en zorgt voor nieuwe uitdagingen. Dat vereist dat er op een dynamische manier beslist en geschakeld kan worden. Dat hebben we al ontelbare keren gedaan met de tachtig tot negentig vaccinatiecentra en met de duizenden mensen die daar werken.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft vorige week gezegd dat de intervaltermijn kan worden verkort. Ik ben blij dat u zoveel vertrouwen hebt in de Europese instellingen. We hebben aan de Hoge Gezondheidsraad een advies gevraagd. Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft voor verschillende virusremmers – waarvan u hebt gezegd dat we ze moeten aankopen –, nog geen Europese goedkeuring gegeven. Daar wordt er dus naar gekeken. Ik heb vandaag in de commissie, waarover er daarnet sprake was, gezegd dat we in overleg zijn met federaal minister Vandenbroucke. Er zijn al een aantal virusremmers aangekocht. Er is daar ook een taskforce voor opgericht. Dat zal moeten gebeuren door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Ik ben het er helemaal mee eens – dat is vanmorgen ook aan bod gekomen – dat ook de vaccinatiepil, het medicijn, een belangrijke rol speelt in het behandelen van mensen die besmet zijn met het coronavirus. Daar hebt u absoluut een punt, en daarin hebt u gelijk.
Een aantal andere zaken, zoals FFP2-maskers, zijn ook aan bod gekomen. Collega Van den Bossche, we hebben een Vlaamse stock opgebouwd voor het zorgpersoneel. We moeten daarmee aan de slag gaan wanneer dat nodig is. Het is goed dat we die eigen stock hebben opgebouwd. We zullen ook daarover verdere adviezen vragen. Hetzelfde geldt voor de vraag hoe we zullen moeten gaan testen. Ik begrijp die vragen uiteraard. Hoe zal de teststrategie zich moeten verhouden tegenover die omikronvariant? Dat zijn heel terechte vragen. We verwachten daarover een advies van de Risk Management Group. Die zal op basis van die informatie een advies aan de ministers geven, en dan zullen we die bespreken en daarover beslissingen nemen voor een eventuele aanpassing.
Als we het hebben over de vraag hoe we ons tegenover die nieuwe variant zullen verhouden en wat de verschillende verdedigingslinies zijn, dan spreken we nu over de vaccinatie. Dat is de belangrijkste, maar niet de enige verdedigingslinie. Testen en tracen zijn een tweede belangrijk verdedigingslinie, maar er is nog een eerste verdedigingslinie, namelijk preventie. Hoe zullen we besmettingen voorkomen? Hoe zullen we zorgen dat de viruscirculatie zich niet verder opbouwt? We zitten vandaag in een tendens van dalende besmettingen. In vergelijking met een dikke maand geleden zijn er in Vlaanderen bijna 40 procent minder besmettingen. Dat is een goede zaak. Die daling is er niet zomaar gekomen, maar omdat er moeilijke en pijnlijke maatregelen zijn genomen in de verschillende sectoren, of het nu over de evenementen-, onderwijs-, jeugd- of een andere sector gaat. Daarover is er in dit halfrond al verschillende keren gesproken.
Het Overlegcomité zal volgende week samenkomen rond de vraag wat vandaag de toestand is in verband met de besmettingen en over hoe we naar de volgende periode kijken. Ik denk dat ze deze nieuwe situatie ook mee in rekenschap zouden moeten nemen, net als de mogelijke bedreigingen die voor ons liggen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat die mogelijke bedreigingen zoveel als mogelijk worden afgewend. Dat is de eerste verdedigingslinie die moet en zal kunnen worden opgebouwd.
Collega Sintobin, zijn alle vaccinatiecentra vandaag klaar? Neen, niet alle vaccinatiecentra. We hebben de voorbije drie dagen heel intens overleg gehad. Er zijn vaccinatiecentra die zeggen dat ze voor capaciteitstekorten en -problemen vrezen. Daarom is dat intern overleg zo belangrijk. We kijken nu of we dan binnen een eerstelijnszone niet een ander vaccinatiecentrum kunnen upgraden en daar meer capaciteit kunnen voorzien. Hier en daar zullen er wel wat problemen zijn en die proberen we op te lossen in goed overleg en in goede verstandhouding zodat wij er klaar voor zijn.
Ik denk dat die vierde prik er zit aan te komen. Dat heb ik ook al in uw commissie gezegd. We moeten daarvoor inderdaad verschillende scenario’s voorbereiden. Hoe die vierde prik er zal uitzien, zal een belangrijk element zijn en daarom hebben we grote, massieve vaccinatiecentra nodig. Wat bedoel ik daarmee? Vandaag hebben we nog een apotheek nodig omdat we van diepgevroren vaccins naar individuele spuitjes moeten gaan, die moeten worden opgetrokken en aangelengd. Dat betekent dus dat er farma-experts aan te pas komen. Dat is iets anders dan een griepspuit zoals u en vele anderen die al hebben laten zetten, waarvoor dank. Tegen degenen die ze nog niet hebben laten zetten, zou ik zeggen dat ze dat moeten doen. Als dit zou zijn zoals bij een gewone griepspuit, die niet meer moet worden behandeld of aangelengd, die niet uit een diepgevroren toestand, maar vanuit een kamer- of gewone koelkasttoestand komt, dan kunt u uw vaccinatiecampagne daaraan aanpassen.
Ik had in september een plan klaar om via de eerstelijnszorg te kunnen werken, maar dan hebben we die stijgende besmettingen gehad en zagen we dat we met de boostercampagne massief, snel en op korte termijn moesten werken en dus konden we dat plan niet uitrollen.
Ik heb dus een aantal plannen waarin staat wat we in deze situatie en wat we in die situatie moeten doen. De uitrol daarvan zal bepaald worden door twee belangrijke variabelen: welk soort virus moeten we bestieren en welke vaccins zijn daarvoor beschikbaar? Zijn dat aan de ene kant vaccins die geüpgraded zijn om beter bestand te zijn tegen het virus en zijn dat aan de andere kant vaccins die on the floor makkelijker kunnen worden toegediend? We weten dat de bedrijven en wetenschappers daarmee bezig zijn om dat te onderzoeken en te exploreren. Vandaag zijn we nog niet zover en moeten we dus opnieuw beroep doen op onze vaccinatiecentra, waarvoor grote dank.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, een versnelling van die boostervaccinatiecampagne is uiterst belangrijk in de strijd tegen de omikronvariant, naast andere maatregelen, want ook mondmaskers blijven altijd belangrijk, net als de teststrategie.
Vanavond wordt daarover een beslissing genomen, minister, en eigenlijk twijfelt niemand er aan dat de intervaltermijn zal worden verkort. Ik wil u vragen om dan op het gaspedaal te duwen, samen met de vaccinatiecentra, zoals zij en u dat al zo vaak hebben gedaan tijdens de voorbije periode, want het is nodig. Elke dag telt, elke prik telt.
Ik weet dat het veel vraagt van de vaccinatiecentra. Ik heb er alle vertrouwen in dat zij ook nu opnieuw de nodige flexibiliteit zullen tonen die zij al zo vaak hebben opgebracht. Als er zijn die toch capaciteitsproblemen hebben, minister, dan denk ik dat het nodig is dat wij hier vanuit Vlaanderen mee naar oplossingen zoeken.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, wanneer ik het over de trein der traagheid heb, heb ik het niet over onze vaccinatiecampagne en over wat u hebt gedaan, maar wel over hoe lang het duurt vooraleer wij met alle overheden in dit land tot een beslissing komen. Als alle collega’s het inderdaad met mij eens zijn dat er werkelijk niemand is die eraan twijfelt dat wij een positief advies zullen krijgen van de Hoge Gezondheidsraad om die wachttijd in te korten, dan is het natuurlijk wel de vraag waarom we nu acht dagen hebben gewacht, in het midden van een storm, vooraleer we die wachttijd ook effectief hebben ingekort.
Dat is mijn punt. Daar wil ik toe komen, minister, namelijk dat we dat de volgende keer niet meer meemaken. Mijn fractie heeft in dit parlement een aanzet gegeven, een plan gemaakt dat binnenkort wordt besproken om vijf dijken op te werpen die ons in de toekomst moeten beschermen tegen verschillende varianten. Dat gaat over contacttracing. Dat gaat over de derde prik zetten. Dat gaat over de eerste lijn beter ondersteunen. Dat gaat over uw teststrategie aanpassen. Dat gaat over de antivirale middelen snel aankopen. We hopen dat we daar samen met u en met alle beleidsniveaus in dit land werk van kunnen maken.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, we zitten eigenlijk nog volop in de vierde golf. We zitten nog altijd op een heel hoog plateau. Er lijkt nu een vijfde golf op ons af te komen en we hebben eigenlijk bijna geen reserve. De druk op de eerste lijn en op de ziekenhuizen is heel, heel groot. Er zullen, naast een versnelling van de boosterprik of de preventieve maatregelen, ook plannen op tafel moeten liggen rond de testing en de contacttracing. Ons beste wapen nu om ons te beschermen is de vaccinatiecampagne versnellen en kijken naar de beperkende maatregelen. Ik hoop alvast dat de termijn niet van zes tot vijf maanden zal worden ingekort, maar van zes tot drie maanden.
De actuele vragen zijn afgehandeld.