Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het steunmechanisme voor evenementen
Actuele vraag over de steunmaatregelen voor de evenementensector en het nachtleven
Actuele vraag over de eventuele nieuwe steun aan getroffen sectoren
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, de vierde coronagolf hakt er helaas stevig in. Er zijn meer dan 15.000 besmettingen per dag en meer dan 600 mensen op intensive care. Het is dan ook logisch dat het overlegcomité beslist heeft om maatregelen te nemen. Het Covid Safe Ticket (CST) en de mondmaskerplicht in publieke ruimtes en op events zijn evident, om mensenlevens te redden. Maar die maatregelen redden helaas niet alleen levens, minister, ze maken ook slachtoffers. Er zijn slachtoffers bij onze ondernemers en bij de vele medewerkers in de horecasector, in de eventsector, in de cultuur en in het nachtleven. Vandaar dat we nu al moeten vaststellen dat de eventsector – in de eerste plaats – maar ook de horecasector al aan de alarmbel trekt. Er zijn 40 procent minder klanten op de Leuvense Oude Markt. Bedrijfscateraars en lunchrestaurants zijn slachtoffer van het telewerk, omdat er in bedrijfsbuurten niet meer samen geluncht wordt. De eventsector ziet al 40 procent van de geplande events tot en met het einde van het jaar afgelast worden. Dat zijn schrijnende cijfers, schrijnende toestanden.
Onze vraag is dan ook heel concreet, minister: wat gaat de Vlaamse Regering doen om deze sectoren mee overeind te houden, om de bonafide ondernemers te steunen, zodat ze ook deze vierde coronagolf doorkomen?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, collega’s, volgens experten hebben we de piek van de vierde golf nog steeds niet bereikt. De cijfers blijven maar de negatieve kant opgaan en de druk op de ziekenhuizen wordt steeds hoger. Het is dan ook niet meer dan normaal dat het overlegcomité opnieuw verschillende coronamaatregelen implementeert.
Een van die maatregelen houdt in dat mondmaskers opnieuw verplicht zijn op alle evenementen, terwijl dat in dancings of discotheken niet zo is, wanneer er aan de ingang met zelftests wordt gewerkt. Voor overige evenementen, die dus niet doorgaan in een dancing of discotheek, blijft de mondmaskerplicht steeds gelden, zelfs indien men met zelftests aan de ingang werkt. Feesten kunnen doorgaan, maar het mondmasker is steeds verplicht. Alleen als men snel iets wil eten of drinken, dan mag het masker even af. In de praktijk is het voor organisatoren echter onmogelijk om hier stevige controles op uit te voeren. Ook voor hen zou een zelftestdorp een ideale oplossing geweest zijn. De regels lijken ons dus op dit vlak nogal arbitrair gekozen. Sommige fuiven of feesten, waarbij het verloop niet veel anders is dan in een discotheek of in een dancing, zagen zich gezien de huidige maatregelen dan ook verplicht om hun event niet te laten doorgaan. Dat brengt uiteraard de nodige kosten met zich mee. Ondertussen is gisteravond ook bekend geraakt dat de provincie Oost-Vlaanderen een maandlang fuiven en feesten zal verbieden.
Mijn vraag, minister: komt er een vorm van compensatie voor organisatoren die zich genoodzaakt zien hun event af te lasten omwille van de veiligheid?
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, collega’s, de nieuw opgelegde dwangmaatregelen dwingen onze horeca en evenementensector bijna de facto tot een economische sluiting. Vandaag raakte bekend – het is hier al gezegd – dat 40 procent van de geplande evenementen voor dit jaar ofwel wordt verschoven naar een andere datum volgend jaar, ofwel wordt afgelast. Alsof dat allemaal nog niet genoeg was – en ik weet dat jullie dat hier niet graag horen – zijn ook onze provinciale sheriffs weer in actie geschoten.
In Oost-Vlaanderen schaft men alle evenementen af en komt er gewoon een verbod. In West-Vlaanderen overrulet een niet-verkozen gouverneur een verkozen burgemeester voor het organiseren van een kerstmarkt – enfin, de christendemocraten noemen dat vandaag blijkbaar een ‘winterfeest’; de tijden kunnen verkeren. Het principe is natuurlijk volledig fout. Een gouverneur zonder mandaat van de kiezer waant zich keizer. En daarom gaat hij dan maar openluchtevents verbieden. Op basis waarvan? Welke cijfers zijn er die aantonen dat openluchtevents verantwoordelijk zijn voor besmettingen? Die zijn er niet.
Als ik dat setje aan maatregelen zie dat aan het nachtleven wordt opgelegd, dan stel ik me toch de vraag hoelang het geleden is dat iemand van het Overlegcomité of u, minister, nog eens fysiek een voet in dat nachtleven hebt gezet. Testen aan de deur, een QR-code laten zien aan uw medeburgers, mondmaskers op de feestvloer, dat zorgt voor twee dingen. Eén: dat de maatregelen gewoon niet kunnen en zullen worden nageleefd. En twee: dat de klanten wegblijven. En dat boven op de kosten die onze horeca-uitbaters al extra hebben, zoals extra personeel dat aan de deur moet ingezet worden om die QR-codes te controleren. Het is ongelooflijk. Als u de vrijheid van ondernemen aan banden legt, dan moeten daar ook financiële compensaties tegenover staan.
Mijn vraag aan u is heel duidelijk: welke maatregelen zult u nemen op korte termijn, dus zo snel mogelijk, om onze evenementensector en ons nachtleven financieel te compenseren? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, ik zoek naar het grassprietje dat nog overeind staat en dat nog niet is afgemaaid door mijn voorgaande collega’s.
Het is inderdaad zo dat het Overlegcomité nieuwe beperkingen heeft opgelegd. Men heeft getracht om zoveel mogelijk open te houden – wat een goede zaak is – maar men kon natuurlijk niet naast de cijfers kijken. Na de klimaatontkenning hebben we hier nu ook de coronaontkenning.
Men heeft nieuwe maatregelen moeten opleggen die voor het nachtleven – laat ons eerlijk zijn – een serieuze last vormen. De danscafés en de discotheken zien daar meteen de gevolgen van. Er zijn veel minder bezoekers. De effecten gaan veel verder. We lezen de berichten in kranten en we horen het ook dat er vaak uit voorzorg – hoewel het eigenlijk wel nog zou mogen – evenementen afgelast of doorgeschoven worden. En dat brengt natuurlijk een enorme kost en een enorme last met zich mee voor de eventsector, maar ook voor de toeleveranciers die vaak in horeca en andere sectoren actief zijn. Daarom rekent men erop, minister, dat er opnieuw steun wordt opgezet nadat we dat in de vorige lockdown met succes gedaan hebben. Er werd toen 2,5 miljard euro gegeven aan 190.000 bedrijven. Men hoopt natuurlijk, minister, dat er opnieuw zoiets kan worden opgezet. Daarom ook mijn vraag: bent u van plan om opnieuw een steunmechanisme uit te werken voor de getroffen sectoren?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil me eerst even richten tot collega Brusselmans. Hoelang is het geleden dat u op intensive care op bezoek bent geweest? Hoelang is het geleden dat u in de zorgsector bent gaan luisteren naar wat er allemaal aan de hand is in Vlaanderen? (Applaus bij de meerderheid en van Stijn Bex).
Beste collega’s, als u denkt dat het Overlegcomité een paar dagen geleden met plezier beslist heeft om opnieuw een aantal beperkende maatregelen in te voeren, dan vergist u zich schromelijk. De zorg staat werkelijk op kraken. En het wordt nog elke dag erger. Dus, collega’s, als u het erg vindt – of sommigen het erg vinden – om weer met een mondmasker te lopen of aandacht te hebben voor ventilatie of een aantal veiligheidsvoorschriften na te leven, dan vind ik dat een heel kwalijke zaak.
Wil dat nu zeggen, collega’s, dat er geen problemen zijn nu in een aantal sectoren? Absoluut. Ik erken zeker dat het niet gemakkelijk is voor onze discotheken. Bovendien hebben ze al zo lang zwarte sneeuw gezien, want ze zijn meer dan een jaar gesloten geweest. Zo erg. Is er een probleem met de eventsector? Absoluut. Want ondanks het feit dat in theorie veel evenementen nog kunnen doorgaan, zijn het niet de ondernemers die afgelasten maar worden er enorm veel evenementen uitgesteld naar een later moment. En kun je dat de eventorganisatoren verwijten? Helemaal niet. Zij kunnen er niets aan doen, integendeel. Zij hebben de knowhow om coronaveilig en coronaproof te organiseren. Maar wat baat het als zaken geannuleerd worden? Dan moeten die uitgesteld worden en dan derven ze natuurlijk een pak inkomsten.
Dus collega’s, het antwoord is ja. Ik heb vorige vrijdag op de ministerraad een eerste situatieschets gebracht nadat ik de dag voordien zowel met de verantwoordelijken van de discotheken als met de eventsector een digitaal overleg had. Gisteren en vanmorgen hebben we aanvullende cijfers gekregen omdat we nu in een evolutie zitten. Vrijdag was de situatie nog anders dan maandag en vandaag. We hebben binnen de regering afgesproken om de situatie deze week te evalueren en zeer goed cijfermateriaal op te vragen. Volgende vrijdag is er dan opnieuw een bespreking.
Wij willen de ondernemers absoluut niet loslaten in deze crisis, maar wanneer we maatregelen nemen, moet dat wel correct gebeuren. Ik heb daarover een aantal zorgen.
Ten eerste willen we enkel de gezonde ondernemingen steunen.
Ten tweede heeft de ervaring met de vorige crisis me geleerd dat steun geven, puur op verklaringen, dus zonder stavingstukken, een moeilijke zaak is. Het schept ook nadien wat problemen met terugvorderingen. We hebben het daar ook al over gehad. We moeten dus een ander systeem zoeken.
Ten derde moeten we nauwkeurig kunnen afbakenen wie we steun geven. Vergeet immers niet dat ook de federale overheid nog een steunpakket heeft dat op dit moment in voege is, met name de tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht voor zelfstandigen.
Die puzzelstukken worden nu samengelegd, en ik hoop dat we zeer binnenkort, ook in diepgaand overleg met de sectoren, een juist pakket aan maatregelen kunnen nemen.
Gisteren was er ook overleg met de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), de werkgevers en de vakbonden, waar we de situatie op het terrein nog eens hebben bekeken. Collega’s, vandaag kan ik nog niet concreet zeggen voor wie precies we wat kunnen doen en hoe, in aanvulling op de federale maatregelen. Dat hangt een beetje af van de evolutie van de cijfers. Maar ik kan u wel zeggen dat ik diep onder de indruk ben van het aantal annulaties. Ik ben er absoluut van overtuigd dat we voor de heel zwaar getroffen ondernemers een vorm van steun zullen moeten voorzien.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, vorige vrijdag zei u al dat er iets moest worden voorzien, dat u erop rekende dat dit pakket de volgende vrijdag rond zou zijn. Dat moet inderdaad zeer gericht zijn. We hadden een Vlaams beschermingsmechanisme dat een link had met de omzet van een organisatie. Ik pleit er dus voor om daar opnieuw gericht op in te zetten.
Ik denk ook dat een noodfonds voor cultuur wenselijk is en dat een nieuwe bankendeal nodig is. Immers, in de eventsector worden alle events afgelast, waardoor er geen geld binnenkomt om de coronaleningen te kunnen aflossen. Ik roep dan ook op om vanuit de overheden opnieuw te onderhandelen met onze Belgische banken.
Tot slot denk ik dat ook in het bijzonder voor de horeca een verbeterde handelshuurlening absoluut nodig is. De overheadkosten moeten in al die sectoren kunnen worden gedekt, want het water staat al die ondernemers en in afgeleide vorm al hun medewerkers tot aan de lippen. (Applaus van Hannes Anaf)
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het mag absoluut niet de bedoeling zijn dat de eventsector opnieuw het slachtoffer wordt van deze vierde golf. Lege agenda’s waren maandenlang schering en inslag in deze sector, en ook nu lijkt het alsof ze opnieuw tussen de mazen van het net zullen vallen, aangezien de regel van zelftesten enkel geldt in dancings en discotheken.
Minister, het mag niet zijn dat we binnen eenzelfde eventsector voor tweespalt zorgen. Daarom wil ik u bijkomend vragen of de Vlaamse Regering de anomalie in de nieuwe regels zal aankaarten op het Overlegcomité en bij de federale collega’s.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, wat u doet, is bijzonder kwalijk. U probeert niet alleen te scoren op kap van de zorg, u creëert ook een valse tegenstelling tussen de druk op de zorg enerzijds en het openen of heropenen van het nachtleven anderzijds, zonder daar enig bewijs voor te hebben.
Want wat blijkt uit brononderzoek in Nederland? In Vlaanderen doen we dat niet, want dan zou uw beleid meteen volledig doorprikt worden. Uit dat Nederlands onderzoek blijkt dat 3 procent van de besmettingen uit de eventsector komt. Dus neen, de druk op de zorg is niet de schuld van de horeca. Een deel van de oorzaak zijn de besparingen die u op de zorg hebt doorgevoerd. De druk op de zorg is niet de schuld van de horeca die de regels niet naleeft, het zijn de regels die niet kloppen en geen effect hebben. Het probleem zijn niet de mensen, het probleem is uw beleid.
Gaat Vlaanderen eindelijk het standpunt van gezond verstand innemen op het volgende overlegcomité en maatregelen die geen aantoonbaar effect hebben, van tafel vegen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het uitdrukkelijke engagement om opnieuw maatregelen te willen nemen. De eventsector en de andere sectoren die getroffen zijn, zullen dat toejuichen. Het is wel belangrijk dat, als er een steunmechanisme wordt uitgewerkt, het opnieuw heel gemakkelijk toepasbaar is. Dat mag toch ook eens worden gezegd. Als je gaat luisteren bij veel Vlaamse werkgevers en ondernemingen, dan blijkt dat men de manier waarop het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) die steun heeft toegekend, enorm apprecieert: heel eenvoudig, heel gemakkelijk, heel snel het geld op de rekening. Dat verdient een pluim. We mogen die mensen daarvoor bedanken. We hopen dat het opnieuw een mechanisme wordt dat even eenvoudig en even snel toepasbaar is. We rekenen daarvoor op u, minister.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Het is ook belangrijk dat we enkel de gezonde bedrijven ondersteunen. Tijdens de vorige steunoperatie werd gekeken naar de omzet en de cijfers van eind 2019. Zult u opnieuw zoiets inbouwen, waardoor we er toch op letten dat we enkel gezonde bedrijven ondersteunen en de ongezonde niet onnodig lang in leven proberen te houden?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik had het gevoel dat we net terug aan het rechtkrabbelen waren met de veerkracht van de Vlaming, zoals we die goed kennen, maar dat we nu terug met ons hoofd onder water worden geduwd door de realiteit die ons inhaalt. Sommige gouverneurs geven er nog een duwtje bij. Die wirwar aan communicatie, dat haantjesgedrag hebben we nu echt niet nodig. Laat ons dan ook steunen wat coronaproof, met de professionele knowhow van bijvoorbeeld de evenementensector, kan doorgaan.
Niettemin is de situatie ernstig, zeer ernstig. Daarom moeten we de sectoren steunen met slimme, selectieve en zeer specifieke maatregelen. De handelshuurregeling werd daarnet al vermeld. Maar we kunnen ook de nodige psychologische steun geven. We weten dat veel ondernemers het ook op dat vlak moeilijk hebben. Dynamiseren van Zelfstandige Ondernemers (DYSO) is in dezen op dit moment een partner. Laat ons daar dan ook gebruik van maken, zodat de ondernemingen terug met de lippen boven de waterlijn uitkomen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U had een studie besteld over de afgelopen maanden. Is die studie er al? Zijn de resultaten gekend? Op welke manier zal rekening worden gehouden met de studie in de beslissingen die u ter ondersteuning zult nemen?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, we zullen het straks nog met minister Beke hebben over het coronabeleid zelf, want daar is nog heel veel werk aan.
Jullie eigen coronabeleid op orde krijgen lukt niet, maar nieuwe regeltjes verzinnen voor de mensen is blijkbaar geen probleem. Die regels voor de danscafés, minister, daar zit toch gewoon geen logica in? Dat gaat over danscafés, niet over de salsa-initiatie van de seniorenbond of zo. En nu hebben we een nieuwe regel. In Oost-Vlaanderen mag je binnenkort wel fuiven in een dancing of een nachtclub, maar niet op een chirofuif. Alsof het coronavirus allergisch is voor gratis drankbonnetjes voor vrijwilligers of zo. Daar zit toch gewoon geen logica in, minister?
Het kan zeker zijn, en het is waarschijnlijk nodig, dat er maatregelen worden genomen in de eventsector en in de horeca en de cultuur. Maar het moet logisch zijn, het moet begrijpelijk zijn, het moet bevattelijk zijn. Dat is het vandaag niet. Er is inderdaad steun nodig, ook voor een specifieke categorie: de niet-professionelen, de sportclubs, de jeugdverenigingen, enzovoort, die spaghettiavonden en fuiven organiseren om hun werking te financieren. Dat kunnen ze niet meer zien doorgaan en ze zitten nu met een gat in hun begroting.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, collega’s, er lijkt hier om de zoveel weken een opbod te zijn van verschillende partijen om de spreekbuis te zijn van een of andere sector die het heel moeilijk heeft. In dat opbod worden er altijd valse tegenstellingen gecreëerd.
Want de simpele waarheid is dat het virus overal is. Wat we nu nodig hebben, in tegenstelling tot de politieke en maatschappelijke polarisatie, is solidariteit. Als we de zorg willen vrijwaren, als we willen dat zo weinig mogelijk mensen overlijden, dan moeten er maatregelen worden genomen.
Ik ben het eens met collega D’Haese: de maatregelen moeten logisch zijn, en dat zijn ze vandaag niet altijd. Dat moet worden rechtgetrokken.
Als we solidariteit verwachten om de zorg te vrijwaren, moeten we ook solidair zijn met die evenementensector en met de culturele sector en ervoor zorgen dat er compenserende maatregelen zijn. Er moet zo snel mogelijk – wat ons betreft volgende week – duidelijkheid zijn rond de compensatiemaatregelen. Dat moet niet enkel financieel zijn, minister, want ondanks het feit dat veel mensen uit die sectoren zich zorgen maken over de financiën, is er ook een ongelooflijke mentale druk. Ook daar moet over worden nagedacht. Ook daar moet steun komen, zowel financieel als mentaal, zodat als deze crisis eindelijk voorbij is, ze een doorstart kunnen maken en niet terugkijken op een slagveld. (Applaus van Stijn Bex en Jeremie Vaneeckhout)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, wat het steunmechanisme zelf betreft – voor sommigen moet het volgende week in orde zijn, voor anderen misschien zelfs al vorige week –, moeten we alles wat we willen doen, door Europa laten goedkeuren. Die mechanismen moeten worden aangemeld. Dat moet ook nu gebeuren, dus zo snel zal het niet lukken. Ik heb trouwens zelf – collega Annouri, u zegt het zelf, iedereen voelt zich de spreekbuis van iets – de dancings, de eventsector, Horeca Vlaanderen, UNIZO en sociale partners gesproken. Voor hen is het geen enkel probleem dat we de tijd nemen om na te gaan wie wat nodig heeft, hoe we iets – bijna – fraudeongevoelig maken, en wat we precies gaan doen. We willen net vermijden dat we steun geven aan mensen die het niet nodig hebben. Dat vraagt tijd. Als dat op kwartaalbasis kan, is dat goed. We nemen nu de tijd om iets gecibleerds en goeds uit te werken. Dat doen we nu. Ik neem dat zeer ernstig, net zoals de vorige keer.
Het ergste wat men een ondernemer kan aandoen, is niet een aantal beperkingen opleggen, maar hem niet meer te laten werken, alles gewoon sluiten. Dat willen we niet. Daarom zijn een aantal beperkingen opgelegd om de reden die ik vernoemd heb. Ik stel vast dat bijna iedereen die een beperking opgelegd krijgt, zegt dat hij niet de oorzaak is. Hij is zelf geconfronteerd met het verplichte telewerk en één terugkomdag. Wat denkt u dat al die bedrijven zeggen? Het is niet bij hen gebeurd, ze zijn niet de oorzaak. Hetzelfde geldt voor de dancings. Ook al zijn mensen daar boven op elkaar aan het dansen, ze zijn niet de oorzaak. Niemand is de oorzaak. We moeten daar ook geen stenen gooien naar elkaar. We moeten gewoon de viruscirculatie proberen in te perken en dus een aantal basisregels volgen en waar het nodig is een extra laag bescherming toevoegen.
Collega Vanryckeghem, ik ben tot veel bereid, maar ik zag dat minister Weyts hier ook al is. De ene laten we zelftesten doen, de andere niet. Ik ben bereid om dat nog eens te bespreken. Wat is de meerwaarde daarvan? Ik heb het zelf meegemaakt naar aanleiding van een besmetting in de Vlaamse Regering – een zelftest staat natuurlijk nergens gerapporteerd. Je moet een antigeen- of PCR-test doen om geregistreerd te geraken. Ik ben zeker bereid om de extra mogelijkheden te bekijken. Ik denk niet dat de discotheekuitbaters zo enthousiast waren. Het is hier aangehaald: dat is voor hen een hele administratie erbij. De ene vindt het een goede manier van werken en uitbreiden, de andere vindt het minder goed. In elk geval hebben de discotheken aan mij gezegd dat ze dat zeker willen uitproberen, als ik maar begrip heb voor hun moeilijke situatie.
Het klopt dat heel veel bedrijven net aan het rechtkrabbelen waren na een heel moeilijke periode. We zitten nu weer in de problemen. Dat is ook de reden waarom we met zeer veel zorg begeleiden en vooral heel veel spreken met de sectoren om te zien wat er aan het gebeuren is. We kunnen hen misschien inzetten – ik denk aan de eventsector – om net een aantal zaken coronaproof te organiseren. Die gesprekken worden op dit moment gevoerd.
We hebben met het Overlegcomité maatregelen genomen. Er is verwezen naar de extra maatregelen die de gouverneur van Oost-Vlaanderen heeft getroffen. Ik vind het bijzonder spijtig – dat zeg ik hier heel open – dat er provinciale maatregelen worden genomen waardoor men maar over de provinciegrenzen moet stappen om in een andere situatie terecht te komen. Persoonlijk vind ik dat geen goede zaak.
Er is op het Overlegcomité ook gevraagd dat er geen extra provinciale maatregelen zouden komen. Ik zie dat het toch opnieuw gebeurt. Dat vind ik zelf spijtig. Het is beter om een pakket maatregelen te hebben dat overal hetzelfde is. Daarmee zouden we al een stap voorwaarts hebben gezet als het gaat over de helderheid om alles uit te leggen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Wat we nodig hebben, zijn logische coronamaatregelen die over het hele land gelden en waarbij de verschillende overheden samenwerken om die helder te communiceren en te handhaven.
We hebben met de verschillende overheden sectoren gered. We hebben daar goede maatregelen voor afgesproken, zoals het beschermingsmechanisme. Die zijn aangemeld bij Europa. Zorg dat die snel opnieuw van kracht zijn. Ik zou aan de sectoren willen zeggen: laten we vooral de moed niet verliezen. Ik denk dat je ondernemers en medewerkers er een plezier mee kunt doen dat ze hun job, die ze met veel overtuiging doen, kunnen blijven uitvoeren. Wij als politici moeten ervoor zorgen dat dat maximaal kan, en dat waar het niet kan, de nodige gerichte ondersteuningsmechanismen worden ontwikkeld die bonafide ondernemers ook door deze vierde golf leiden. (Applaus van Hannelore Goeman en Hannes Anaf)
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het weze duidelijk dat ook onze fractie absoluut geen voorstander is van strengere maatregelen per provincie. Het is echt geen goed signaal om in de ene provincie jeugdfuiven te verbieden en een paar kilometer verder in een andere provincie dan weer niet. Bovendien zal de anomalie tussen evenementen enerzijds en de discotheken en dancings anderzijds mogelijk aanleiding geven voor allerlei kerst- en nieuwjaarsfeesten. Dat is het allerlaatste wat wij hier willen.
We hopen dus met z'n allen dat dat in het volgend Overlegcomité op zijn minst zal worden besproken en hopelijk ook zal worden rechtgezet.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik heb zonet heel veel collega's horen zeggen dat het zeker nodig is om maatregelen te nemen in de horeca. Maar niemand, niemand hier kan aantonen dat de evenementensector de broeihaard is van deze vierde golf. Meer nog, nogmaals, in Nederland blijkt dat amper 3 procent van de besmettingen uit die sector komt. U bent dus opnieuw een sector die al anderhalf jaar enorm hard getroffen is, zeker het nachtleven, de zwartepiet aan het doorschuiven. U bent hen gewoon aan het uitlachen en u raakt niet alleen de sector, maar u raakt ook de mensen daarachter en hun klanten. Want wie zijn de klanten? Wie zijn weer het grootste slachtoffer van de rekening? Dat zijn de jongeren. Dat zijn de jongeren die niet naar de kerstmarkt kunnen, die niet naar de dancing kunnen, van wie de cantus is afgeschaft. In Oost-Vlaanderen zijn alle feesten afgeschaft, van de Chiro, van de scouts enzovoort. U bent hier een beleid aan het voeren dat u uit uw duim zuigt. U baseert dat op niets. Ik kan u zeggen dat veel mensen u dat enorm kwalijk nemen.
Ons standpunt is glashelder, al van in het begin van deze crisis: neem maatregelen om de druk op de zorg te verminderen, maar neem maatregelen die een aantoonbaar effect hebben. En dat is geen CST en geen extra pestbeleid voor de horeca. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Ongena heeft het woord.
Collega's, zondag zijn 35.000 mensen door de straten van Brussel gewandeld om zich te verzetten tegen vaccinatie. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Jammer genoeg is behalve schade aan politiecombi’s, de maatschappelijke schade die die houding veroorzaakt, enorm groot. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Collega Ongena heeft het woord!
Men hoort het niet graag, maar ik kom zo duidelijk tot bij jullie. Wees niet bang, ik kom nog. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De maatschappelijke kosten van die houding worden met de dag groter. We zien dat nu opnieuw. Dus, mijnheer Brusselmans en collega's van het Vlaams Belang, in plaats van hier hoog van uw toren te komen blazen, heb nu eens één keer politieke moed! Eén keer! Durf nu eens één keer in te gaan tegen al die mensen, de malcontenten van deze aarde! Ga nu eens één keer tegen die mensen zeggen: “Weet u wat de beste manier is om ervoor te zorgen dat onze horeca open kan blijven, dat onze zorg overeind kan blijven? Weet u wat het beste antwoord is: laat u vaccineren.” En stop nu met die mensen achterna te lopen! (Applaus bij CD&V en Open Vld. Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Collega Sintobin, uw mondmasker op, alstublieft. (Rumoer. Opmerkingen van Tom Ongena)
En u ook, collega Ongena, mondmasker op.
We zijn hier allemaal volwassen mensen die respectvol met elkaar zouden moeten kunnen omgaan. Ja?