Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Wij zullen het ontwerp van decreet steunen. Het uniek loket is bevorderlijk voor de klantvriendelijkheid en het bundelt zoveel mogelijk premies die gericht zijn op energiebesparing en renovatie. Maar het is natuurlijk geen zaligmakende oplossing. Het is een begin, het is een stap, maar we moeten naderhand toch zien dat we dat evalueren, en dat we het ook duidelijk aan de mensen uitleggen. Het zal sowieso een stap sneller zijn naar een grote energetische renovatie, maar nogmaals: het moet voldoende geëvalueerd worden.
Het is voor heel veel mensen nog steeds simpelweg onbetaalbaar om een woning te renoveren. We moeten dus zorgen dat we iedereen mee hebben. In de commissie werd ook meegegeven dat het breed is, en er zijn ook doelgroepen omschreven, maar doelgroep 3 – dat zijn de laagste inkomens – wordt mijn inziens toch wel serieus benadeeld.
Het Vlaams Belang zal ook steeds blijven benadrukken dat er naast het uitreiken van premies, naast het uniek loket, ook voldoende begeleiding moet zijn. Dat is niet alleen zo voor de lagere inkomens. Die zitten natuurlijk met de vraag hoe ze dat betaald krijgen. In de meeste gevallen is het antwoord dat ze dat niet kunnen. Maar er zijn natuurlijk ook mensen die daar absoluut niet mee begaan zijn, die niet weten waar ze mee bezig zijn, of wat ze zouden moeten doen. Ook die mensen moeten begeleid worden, zodat ze de goede oplossingen en de goede materialen gebruiken, en ze ook optimaal te werk gaan voor de toekomst.
Ik heb in de commissie ook gevraagd of het voldoende ‘future-proof’ is. Op die premie staat nu een bedrag, maar we zien allemaal op het nieuws dat de materialen duurder worden, en geen klein beetje. De prijzen worden duurder, en de lonen zullen ook wel iets hoger worden, maar niet in die mate dat ze de prijsverhogingen van de materialen en dienstverleningen gaan volgen. Ook daar ijveren wij ervoor dat de premies zelf meegaan met de levensduurte.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, we hebben het hier al wel een paar keer gehad over klimaat en duurzaamheid. Iedereen weet dat we in Vlaanderen een verouderd huizenpatrimonium hebben, dat dringend aan renovatie toe is. De ambitie is om tussen de 60.000 en 90.000 woningen per jaar gerenoveerd te krijgen. Daarmee boeken we enorme winst voor het klimaat, en ook voor de portemonnee van de bewoners van die huizen, omdat het energieverbruik drastisch naar beneden gaat. Maar we weten ook dat renovaties geld kosten. Koken kost geld, letterlijk en figuurlijk. Daarom het stelsel van premies en leningen.
Mevrouw de minister, wij zijn zeer verheugd met de beweging naar een veel klantvriendelijkere overheid. Het is moeilijk, wanneer je al de moeite wilt doen om je huis te renoveren, om dan nog eens door de talrijke bladzijden op de pagina’s van de Vlaamse overheid te surfen om te zoeken waar de premies en de ondersteuning te vinden zijn. Een eengemaakt lokaal loket, dat bovendien eigenaars kan bijstaan bij een zo efficiënt mogelijke renovatie en het verkrijgen van de nodige en gerechtigde subsidies, is een belangrijke stap voorwaarts, om op die manier van de lokale Energiehuizen drijvers van klimaat en economische vooruitgang te maken voor de huiseigenaar.
Een performante overheid die alles bundelt en een uniek aanspreekpunt heeft voor burgers is iets waar een liberaal natuurlijk achter staat. Wij juichen dan ook de installatie van dit ontwerp van decreet toe.
Wat de bezorgdheden van de heer Pieters betreft, denk ik dat het eerder een bezorgdheid zal zijn om het geld volledig uitbetaald te krijgen en om, met andere woorden, de renovatiegraad te bereiken, eerder dan dat er te weinig geld zou zijn voor eventueel stijgende kostprijzen. Maar uiteraard zullen we dat moeten evalueren, minister, en bekijken wat kan en wat nodig is.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik wil ook namens onze fractie de uitdrukkelijke steun uitspreken voor dit ontwerp van decreet. Dit is een bijzonder belangrijke stap om de grote doelstellingen te verdrievoudigen en om de vereiste renovatiegraad in Vlaanderen te bereiken en in te vullen. We steunen vanuit de Vlaamse overheid al vele jaren het renoveren, het energetisch optimaliseren van de woningen. Met dit ontwerp van decreet en met dit systeem zullen we dat op een veel efficiëntere manier kunnen doen en zullen we ook het bereik hopelijk drastisch kunnen verhogen, zodat meer Vlamingen zullen renoveren op een haalbare en betaalbare manier.
Gecombineerd met de uitbreiding van de energieleningen, die we vorige week nog bespraken in het kader van het Klimaatplan, en met de ontzorging die onder andere via de renovatiecoaches wordt voorzien, zijn wij ervan overtuigd dat we op deze manier straks veel meer Vlaamse gezinnen uitzicht kunnen geven op een betaalbare en energiezuinige woning. Vandaar de volmondige steun van onze fractie voor dit belangrijke ontwerp van decreet.
De heer Tobback heeft het woord.
De Vooruitfractie zal tegen dit ontwerp van decreet stemmen om een punctuele reden die, jammer genoeg volgens ons, de illustratie is van een breder probleem. Op zich vinden wij dat het ontwerp van decreet van een aantal goede principes vertrekt en zijn wij zeker niet tegen de eenmaking van een aantal premies en al helemaal niet tegen een uniek loket, dat inderdaad een stap vooruit is. Ik hecht eraan om dat hier uitdrukkelijk te zeggen. Er zitten in dit ontwerp van decreet een aantal dingen die een noodzakelijke en nuttige stap vooruit zijn, en ik hoop dat ze zullen werken.
Aan de andere kant wordt in het artikel 2 een wijziging aangebracht aan het huidige Energiedecreet, in die zin dat dat Energiedecreet vandaag voorziet in premies die 20 procent hoger liggen, verhoogde tegemoetkomingen zijn, voor diegenen die als beschermd afnemer zijn gekenmerkt. Dat betekent dat er in de huidige decreetgeving minstens een poging is om aan diegenen voor wie de drempel naar de renovatie het hoogst is de tegemoetkoming, de premie, de lening ook hoger te maken. Het artikel 2 van dit ontwerp van decreet schaft die regeling af. We vinden dat een fout signaal. De regering heeft in de bespreking in de commissie weliswaar toegezegd om een equivalent te zullen ontwikkelen en dat het niet de bedoeling is dat de meest behoeftigen erop achteruit zullen gaan. Maar zoals uw collega daarstraks bij een andere vraag al opmerkte: ten eerste is het verschil tussen de meerderheidspartijen en de rest van de bevolking dat de meerderheidspartijen vertrouwen hebben in de regering. (Opmerkingen)
Toch in deze regering. Ten tweede zien wij vanuit Vooruit niet de nood om een blanco afschaffing van het voordeel in te voeren als men toch van plan is om het te behouden. Het had perfect gekund dat men een beter inzicht had gegeven in wat er dan in de plaats moet komen. Sowieso is er met wat vandaag ter stemming voorligt geen garantie dat de groep die inzake renovaties, zelfs kleine renovaties, de hoogste drempel moet overwinnen ook de meeste steun zal behouden en ook meer steun zal krijgen dan vandaag.
Dat is het globale probleem. We komen daar keer op keer terug en ik zal daarop blijven terugkomen. Dit ontbreken is daarvan een symptoom. Er is ook geen enkele garantie dat de middelen die uiteindelijk beschikbaar zullen zijn via premies en leningen, überhaupt diegenen die het het moeilijkst hebben, zullen helpen om de drempel te overwinnen. Ook uit de bespreking in de commissie blijkt immers dat zelfs als je alle premies bij elkaar telt, je nog niet aan de helft van het bedrag komt dat er nodig is voor een grondige renovatie. Dat betekent dat voor de heel grote groep van eigenaars, voornamelijk vaak oudere eigenaars, voornamelijk vaak eigenaars met lagere inkomsten, die renovatie een illusie zal blijven en niet zal gebeuren, zelfs niet met wat er hier wordt voorgesteld.
Dat is niet goed voor onze klimaatambities, voor de staat van het woningenpark en van het patrimonium en ook niet voor de mensen zelf. We moeten daarin krachtdadiger optreden en voorzien in betere instrumenten en een stap verder gaan. Wat hier voorligt, is een vereenvoudiging, maar een vereenvoudiging van het bestaande systeem verandert op zich niet veel aan dat systeem en aan zijn tekortkomingen. Vooruit vindt dat niet voldoende en zal het ontwerp van decreet niet goedkeuren. Al was het maar om duidelijk te maken dat we zullen blijven aandringen op stappen die verder gaan.
Ik herhaal dat het op zich een goede zaak is dat er wordt vereenvoudigd, maar er is veel meer nodig dan dat. Dit is een gemiste kans om dat ‘meer’ ook op tafel te leggen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik veronderstel dat het amendement straks komt.
Dat moet u toelichten, niet ik. Het gaat trouwens om twee amendementen.
Ik mag die nu dus toelichten.
We zullen het ontwerp van decreet uiteraard wel steunen omdat de twee systemen beter op elkaar worden afgestemd en klantvriendelijker worden gemaakt. Verder worden de inkomensgroepen van de twee gedefinieerde doelgroepen duidelijk opgetrokken. Voor bijvoorbeeld een gezin met twee kinderen kun je nog altijd tot maximaal 25 procent premie gaan bij een bruto jaarinkomen van 70.880 euro. Als je kijkt naar de gemiddelde inkomens van de mensen, dan betekent dat ongeveer 50 procent van de bevolking daar wel degelijk gebruik van kan maken. We vinden het een goede vereenvoudiging: de systemen zijn duidelijker op elkaar afgestemd, wat het ook klantvriendelijker maakt.
Er zitten ook een aantal goede zaken in. Het gaat niet alleen over woningen die ouder zijn dan 30 jaar, maar ook over woningen vanaf 15 jaar oud enzovoort. Ik zie alleen maar positieve elementen. Er zullen later nog details naar boven komen die beter of anders kunnen. Maar dat komt veeleer aan bod in de uitvoeringsbesluiten. Dit is een stap in de goede richting, zeker in het kader van het Vlaams Energie- en Klimaatplan dat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd, waarbij we willen inzetten op de renovatie van de woningen en waarbij het kafkaiaanse verschil tussen een renovatie- en een energiepremie duidelijk is weggewerkt met een uniek loket.
Er zijn twee amendementen ingediend die puur technisch van aard zijn. Op 22 oktober 2021 is er nog een decreet goedgekeurd. Dat decreet en dit ontwerp van decreet hebben elkaar gekruist en daardoor klopt de nummering niet. Daarom moet de nummering aangepast worden in amendement x en in amendement x plus 1. De twee voorliggende amendementen zijn dus enkel bedoeld om ervoor te zorgen dat de nummeringen op decretaal vlak juist zijn.
De heer Aerts heeft het woord.
Dit is een stap in de goede richting. We zullen het glas als halfvol beschouwen want een woning renoveren is sowieso al een grote uitdaging: plannen en keuzes maken, eventueel een architect aanspreken, een aannemer zoeken of zelf de handen uit de mouwen steken. De nachtmerries van mijn eigen verbouwperiode komen nog terug.
Los daarvan kwam er telkens nog een tweede zoektocht bij. Welke premies zijn er allemaal? Welke voorwaarden gelden daarbij? Welke moet ik op voorhand aanvragen en welke achteraf? Een premie aanvragen voor renovatie of voor energiebesparende maatregelen – ik hoorde het onlangs nog in mijn vriendenkring – was bij momenten het beoefenen van hogere wiskunde. Het is dus alleszins een goede stap dat dat nu vereenvoudigd wordt tot een loket en een premie. Daarom zei ik dat we dit ontwerp van decreet zullen steunen. Ik heb dat ook in de commissie gezegd. Ik zei ook dat we dit beschouwen als een halfvol glas, omdat er nog gigantische uitdagingen zijn. Tegen 2050 95 procent van onze Vlaamse woningen renoveren: dat is een gigantische uitdaging voor ons als samenleving om dat gedaan te krijgen, om de Vlamingen zo ver te krijgen, om dat zo goed mogelijk te begeleiden, maar zeker ook voor al die gezinnen om effectief die stappen te zetten. Dan heb je de gezinnen die bemiddeld zijn en die met die premies in de juiste richting gestimuleerd zullen worden en op die manier hun energiefactuur kunnen verlagen, de gezinnen die in staat zijn om die investering te doen. Dat is een belangrijke voorwaarde. Er zijn vandaag echter nog altijd heel veel mensen – een op de vijf gezinnen – in energiearmoede. Dat zijn mensen die op het einde van de maand moeten kijken of ze rond komen en die dus niet de mentale, laat staan de financiële, ruimte hebben om investeringen te doen waarvoor ze nadien wel een lagere energiefactuur krijgen, wat goed is, waarvoor ze nadien een premie kunnen krijgen. Maar zij kunnen die investering niet aan. Om die mentale ruimte te creëren, hebben we dat ontzorgen nodig. Om die financiële ruimte te creëren, zullen we voor die groepen een systeem moeten oprichten van prefinanciering, vrees ik. Dat is een ander systeem dan datgene dat hier voorligt. Maar het is wel een systeem waarmee mensen die in financiële nood zitten, er echt toe worden aangezet om hun woning te renoveren. Dat zou voor hen heel veel helpen.
Heel deze tussenkomst ging tot dusver over mensen die een woning bezitten. Er zijn natuurlijk ook nog de mensen die geen woning bezitten. Ook hen mogen we niet vergeten. De mensen die een woning huren, zijn een bijzonder belangrijke groep. Daarvoor moeten we de verhuurders aanspreken. Want als een verhuurder gaat investeren in zijn woning, dan is het uiteindelijk de huurder die dat op het einde van de maand voelt. Maar de verhuurder die niet investeert in zijn woning, zorgt ervoor dat zijn huurder met een hogere energiefactuur geconfronteerd blijft worden. Die huurders hebben dan veel te weinig sleutels in handen. Daarom zeg ik dat het glas halfvol is: omdat de uitdagingen voor de politiek nog zeer groot zijn, omdat de uitdagingen voor de individuele gezinnen nog zeer groot zijn, zowel voor diegenen die huren als diegenen die verhuren.
We zullen dit ontwerp van decreet steunen omdat het alvast een stap in de goede richting is dat de frustraties bij het aanvragen van energiepremies of renovatiepremies verdwijnen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, bij een dergelijk ontwerp van decreet hoort natuurlijk ook een uitvoeringsbesluit, waarvan de eerste principiële versie op de site van het Vlaams Parlement terug te vinden is. Daar kun je zien welke verdeling van de budgetten er gemaakt wordt. Er wordt inderdaad, collega Tobback, afgestapt van de beschermde afnemer. Maar let wel: de derde doelgroep, die maar liefst 35 procent van de factuur terugbetaald krijgt, is uitgebreid tot 1,1 miljoen mensen. Dus zeggen dat dit een sociale kaakslag is, lijkt me toch wel een beetje vergaand.
Een tweede punt gaat over de huurders. Het is net door de eigenaars te stimuleren om hun huis te renoveren, dat de huurders beter af zijn. Collega Aerts, u hebt dus gelijk: we moeten aandacht hebben voor de huurders, waar vaak de meest kwetsbare mensen zitten, die het meest te kampen hebben met energiearmoede en er dus het meest gebaat bij zijn dat het huis waarin ze wonen gerenoveerd wordt. Ik ben zelf geen verhuurder, maar als er een ding is waarvan ik hoor dat verhuurders ermee worstelen, is dat de administratieve rompslomp. Het is dus goed als een lokaal energiehuis hen kan zeggen: voor dit budget kunt u deze renovatie uitvoeren, en u kunt dat beter nu doen want de Vlaamse Regering is bezig met het opstellen van verstrengde normen. Als u dat binnen tien jaar niet gedaan hebt, zult u dat dus voelen. Het is nu dus uw kans: ofwel springen, eraan verdienen en begeleid worden, ofwel wachten en uiteindelijk de stok voelen.
Ik denk dus dat de Vlaamse Regering een vrij coherent renovatiebeleid aan het opbouwen is, met een grote focus op de lokale component, want de ene stad of gemeente is niet dezelfde als de andere. Dat vraagt soms een wat andere aansturing.
Maar er is alleszins een sociale component, waarbij de minder begoede huiseigenaars een groter stuk van hun factuur terugbetaald krijgen en waarbij we het voor alle eigenaars gemakkelijker maken om te renoveren zodat de huurders er finaal ook beter van worden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Op basis van de opmerking van collega Aerts, wilde ik graag nog het volgende meegeven. Men heeft beslist om de registratierechten te verlagen. Daarnaast werden er ook rentesubsidies ingevoerd en is er de uitgebreide 0 procentlening. Dit komt er allemaal bovenop. Er is dus al heel wat, als ik het zo mag uitdrukken.
Maar alles gaan prefinancieren… Ik weet dat het al vaker werd benadrukt door collega Tobback en nu ook door u. Prefinancieren betekent ook dat dit op een bepaald ogenblik moet worden terugbetaald. En dan is de vraag: ga je inderdaad nog meer prefinancieren via de overheid die ook moet worden terugbetaald of ga je eerder werken via een systeem met de bank waarbij er rentesubsidie wordt gegeven. In principe kun je de prefinanciering ook krijgen door een 0 procentlening aan te vragen. Dat is ook een vorm van prefinanciering. Als het gaat om een prefinanciering in functie van de gerealiseerde besparing, dan weet u evengoed als ik dat die gerealiseerde besparing achteraf zeer moeilijk te berekenen en te definiëren is en dat je dan soms vertrokken bent in procedures die administratief veel te omslachtig zijn. De prefinanciering zit niet hierin, maar in eerder genomen beslissingen, zijnde de rentesubsidie en de 0 procentenergielening.
De heer Pieters heeft het woord.
Ik verwijs naar het actualiteitsdebat van vorige week. Daarin werd duidelijk aangegeven dat het een renovatieverplichting is ten behoeve van het klimaatplan. Dat lijkt mij juist de verkeerde benadering naar het gros van onze inwoners. We moeten de mensen daartoe aanzetten voor hun eigen comfort, voor het eigen financiële voordeel dat ze eruit halen.
Er wordt hier gezegd dat die prefinanciering niet kan. Maar als de regering, als de meerderheid erin gelooft dat dat een financiële verbetering met zich kan meebrengen voor onze eigen inwoners – en daar geloof ik zelf ook in –, dan kan het toch geen probleem zijn om een systeem uit te werken voor die prefinanciering. Voor die 0 procentlening moet er eerst geld op tafel worden gelegd. En er zijn genoeg mensen die dat niet hebben. Als er een ander systeem wordt uitgewerkt, waarbij we ervan uitgaan dat dat toch wordt terugverdiend en dat wij hen daarbij helpen, dat zij daar zelf niet voor in de schulden hoeven te gaan, want dat kunnen en mogen ze dikwijls niet, dan is dat toch een serieuze surplus. Men moet de mensen begeleiden naar hun comfort en hun welzijn, en niet zozeer naar dat klimaatplan. Als dat daarvan een gunstig gevolg is, ‘so be it’, dan is dat mooi meegenomen. Maar het comfort en het welzijn van onze inwoners primeren.
Collega's, we gaan wel het debat van vorige week niet overdoen.
De heer Tobback heeft het woord.
Daarover ben ik het helemaal met u eens, voorzitter, en dat was ik ook niet van plan. Ik wilde heel kort twee dingen antwoorden.
Ten eerste, collega Schiltz, heb ik de term ‘sociale kaalslag’ niet gebruikt. Ik zal die ook niet gebruiken. Ik heb mijn ongerustheid uitgedrukt over het feit dat er een systeem met voordelen verdwijnt, waar op dit moment geen wettelijk bekrachtigd – want ook dat uitvoeringsbesluit is nog niet van kracht – alternatief voor is. Er is dus nog geen duidelijkheid over of, voor diegenen die het het meest nodig hebben, dat wat er in de plaats zal komen van wat er vandaag is – want het bestaande systeem was ook allesbehalve perfect – een verbetering zal zijn dan wel in het beste geval een status quo. En voor een status quo denk ik dat dit moment niet meer het moment is. Het is nodig om meer te doen. Maar ik heb de woorden ‘sociale kaalslag’ niet in de mond genomen. Als ik hyperbolen wens te gebruiken, ben ik over het algemeen niet gegeneerd om ze zelf te gebruiken. Als ik ze niet gebruik dan is dat omdat ik ze ook niet wens te gebruiken. Dan moet u het niet in mijn plaats doen.
Ten tweede, collega Gryffroy heeft een eeuwige uitleg over waarom prefinanciering des duivels is, niet gaat en niet mogelijk is. Ik kan alleen maar vaststellen, collega Gryffroy, dat in een aantal andere landen terugbetalingssystemen, nul op de meteir prefinanciering, wel worden gehanteerd en dat blijkbaar alleen in Vlaanderen zoiets a priori onmogelijk, onbespreekbaar en niet uit te werken is. Ik ben het daar niet mee eens. Ik blijf gewoon bij de simpele vaststelling dat voor een hele hoop mensen, zelfs met premies en leningen, het systeem dat we vandaag aanbieden niet aantrekkelijk is. Al was het maar omdat je bijvoorbeeld 0 procentleningen kunt hebben zoveel als je wilt, maar als je kijkt naar de gemiddelde leeftijd van een groot aantal eigenaars van slecht geïsoleerde, slecht onderhouden woningen, dan gaat dat over het algemeen over mensen die een vrij gevorderde leeftijd hebben en zelfs niet meer in aanmerking komen voor leningen in een gezonde economische overweging.
Daar moet je dus op een andere manier over beginnen na te denken, en ik blijf het er moeilijk mee hebben dat men die hele denkoefening zelfs niet wil doen, en blijft hangen in het almaar uitbreiden van leningen, waarbij we dan keer op keer moeten vaststellen dat die leningen er niet in slagen om het renovatiepercentage gevoelig op te drijven, omdat ze voor mensen blijkbaar niet overtuigend genoeg zijn.
U denkt met dit decreet die dam of die dijk te doorbreken. Als dat zo is, zal ik daar blij om zijn en zal ik dat ook erkennen. Maar vanuit Vooruit blijven wij ervan overtuigd dat, gezien het profiel van heel wat mensen die in slecht geïsoleerde woningen, in energie-inefficiënte woningen wonen, en daar eigenaar of huurder van zijn, dit systeem niet voldoende is om aan de snelheid te komen die we nodig hebben.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega Gryffroy, u verwees naar de 0 procentlening. Weet u wat heel veel mensen te horen krijgen als ze hun factuur niet kunnen betalen? ‘Neem geen bijkomende leningen meer aan.’ Dat is het advies dat zij altijd krijgen vanuit de hele sector: neem geen bijkomende leningen aan. Dus dat telt ook voor 0 procentleningen om je woning te renoveren. En net daarom moeten we toch gaan naar een systeem van prefinancieren voor die armste groep. Dat gebeurt al in het buitenland, maar dat gebeurt vandaag bijvoorbeeld ook al in Gent, waar met een rollend fonds de woningen van de kwetsbaarste gezinnen stuk voor stuk gerenoveerd worden. Pas nadien, bij de verkoop, wordt dat teruggevorderd. Dat lost meteen ook de lange termijn op van een aantal leningen voor mensen die al wat ouder zijn. Dat kan dus wel degelijk, en dat is absoluut een systeem dat we verder moeten onderzoeken. Want ik zeg het nog eens: heel veel mensen in armoede krijgen te horen dat zij er geen lening meer mogen bijnemen.
Daarom, om die mensen te helpen om hun woning toch energetisch in orde te brengen en te genieten van een lagere energiefactuur, moeten we dat blijven onderzoeken tot we hier in het Vlaams Parlement ook zo’n systeem kunnen uitrollen over heel Vlaanderen.
Minister Demir heeft het woord.
Ik ga het debat, dat we zeer uitgebreid in de commissie hebben gehad, niet opnieuw voeren. Maar ik wil misschien toch wel een aantal zaken beklemtonen. Ten eerste denk ik, of ik ben er zeker van, dat dit ontwerp van decreet zeer goed is. Ik ben ook zeer verheugd dat ook de collega's van Groen zeggen dat dit een eerste goede stap is. Ik besef ook heel goed – en ik heb dat ook in de commissie gezegd – dat er nog heel wat werk aan de winkel is en dat wij echt wel die stappen voorwaarts moeten zetten. Maar het is echt wel goed dat we volgend jaar dat uniek loket oprichten. Als we willen dat de mensen meer gaan renoveren, moeten we ze ontlasten van allerlei kleine regeltjes. Het is goed dat er een frontoffice is waar de aanvrager zijn aanvraag kan indienen en dat die zich voor de rest niet te veel moet aantrekken van wat er achter die frontoffice gebeurt. Dat is een heel belangrijke stap.
Ten tweede wil ik ook toch nog eens beklemtonen dat het net de bedoeling is dat we de doelgroep verruimen – collega Tobback, ik begrijp uw bezorgdheid – zodat er veel meer mensen een beroep kunnen doen op allerhande premies. Want dat was ook wel een van de zaken die tijdens verkiezingen heel vaak aan bod kwamen: mensen zeiden dat ze werken en dat ze een lager inkomen hebben, en dat het verschil met een werkloosheidsuitkering niet zo groot is, maar dat men wel uit allerlei voordelen valt die er zijn voor mensen die in een bepaald statuut zitten.
We hebben toen met z’n allen, met alle politieke partijen en politici, gezegd dat dat toch eigenlijk niet kan, dat dat niet rechtvaardig is. Want het is goed dat mensen met een laag inkomen toch werken, en we mogen ze niet uitsluiten van bepaalde premies, klonk het. Wel, we doen dat. Hiermee doen we dat. Dat is die doelgroep 3, mensen met de laagste inkomens. Het is net heel goed dat ook zij een aanvraag kunnen indienen om een premie te verkrijgen.
Als je kijkt naar de bedragen – maximum 35 procent van de factuur – hebben we het over ongeveer 17.5000 euro op een totaalfactuur van 50.000 euro, en dat is mooi. Ik denk dat het net goed is dat die doelgroep enorm verbreed is, en dat heel wat Vlamingen die ook werken, daar een beroep op kunnen doen.
Ik hoop dat we u en uw fractie toch nog kunnen overhalen om deze stap in de goede richting mee te ondersteunen. Zoals ik eerder al in de commissie zei, is dit een eerste stap maar is het werk nog maar pas begonnen. We weten waar we naartoe moeten richting 2030 en 2050. Deze ondersteuning, zowel van de lening als van allerhande premies, weg van alle paperassen en drempels, is een heel grote stap in de juiste richting.
Minister Diependaele heeft het woord.
Jullie hebben het er al over gehad om de laagste inkomens te helpen. Ik ben ervan overtuigd dat we eigenlijk op alle domeinen van de overheid dergelijke systemen zouden moeten invoeren. Eenvoud en toegankelijkheid zijn heel belangrijk, net voor die doelgroep.
Mijnheer Tobback, het was een beetje voor u bedoeld. Het is net voor die doelgroep dat we dit eenvoudige systeem invoeren en dat is in de eerste plaats in hun voordeel. Ik denk dat dat op nog veel meer systemen of onderdelen moet worden toegepast. Ik probeer dat ook bij sociaal wonen ingang te doen vinden en daar een zeer eenvoudig, toegankelijk, laagdrempelig systeem in te voeren.
Mijnheer Pieters, u hebt op een bepaald moment een heel aantal zaken opgesomd die duurder worden maar heel doelbewust vermeldt u één zaak niet in uw rijtje. De betaalbaarheid van die zaken is voor ons primordiaal. We hebben daar altijd aandacht aan besteed en we denken dat dit van cruciaal belang is. Dat is evident, maar één zaak die u niet hebt vermeld, is ook duurder geworden en daarmee bieden we hier een gedeeltelijke oplossing of een tegemoetkoming voor de duurder geworden energiefactuur. Die hebt u in uw rijtje niet vermeld.
Het klopt inderdaad dat we nu een inspanning vragen, en dat is een beetje het debat van vorige week, maar we proberen die zoveel mogelijk te ondersteunen. Maar op lange termijn is dat een ondersteuning in het belang van die mensen zelf. Daar moet u maar eens naar kijken. Ik weet niet hoe het met uw energiefactuur gesteld is maar voor heel veel mensen is er een pak bijgekomen. En die renovatie moet daaraan verhelpen. We zullen voor die renovatie de nodige ondersteuning bieden.
Mijnheer Aerts, verhuurders die verhuren aan SVK’s komen sowieso in de derde categorie terecht waar de grootste ondersteuning geldt. We zorgen dat zij daar de hoogste premies voor kunnen krijgen.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister Demir, u hebt het over 2030 en over 2050 maar daarvoor moeten we het eigenlijk niet doen. Het gaat over het terugverdieneffect en over het comfort en welzijn van onze inwoners. Wanneer we in de toekomst naar een Vlaamse sociale zekerheid gaan, dan hebben we er alle voordeel bij dat er minder moet worden betaald aan onze inwoners omdat het beter is voor hun gestel en voor hun comfort.
Minister Diependaele, na mijn eigen renovatie heb ik mijn energiefactuur tot een vierde kunnen herleiden. Ik weet dus heel goed waar dat toe leidt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de verenigde commissies aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 915/3)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 en 2.
Er zijn amendementen op artikel 3 en 4. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 915/4)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 5 en 6.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen, de artikelen en het ontwerp van decreet houden.