Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, laat me starten met een duidelijke stelling: een volgende kinderlockdown kan niet. We hebben het elke keer horen zeggen, maar we hebben het elke keer ook weer zien gebeuren. De cijfers stijgen en de besmettingshaarden zien we vooral bij kinderen die jonger zijn dan 12 jaar. Die haarden moeten we indijken, daarover is iedereen het eens.
In het verleden leidde dat tot de beslissing om jeugdactiviteiten op te schorten. Nochtans kunnen we ons op dit moment de vraag stellen of dergelijke strenge maatregelen nu ook nodig zijn. De vaccinatiegraad in Vlaanderen is heel erg hoog. De impact van het coronavirus op kinderen is dan weer heel laag. Het ligt binnen de verwachtingen dat kinderen besmet raken als laatste leeftijdscategorie die niet werd gevaccineerd.
Minister, u, de Vlaamse Jeugdraad en de Kinderrechtencommissaris hebben allemaal al opgeroepen om een kinderlockdown maximaal te vermijden. Mijn steun hebt u daarbij al zeker. Minister, hoe hebt u op structurele wijze het overleg met het lokale niveau – waar de beslissingen en de grendels eigenlijk liggen – georganiseerd om bij de bestrijding van het coronavirus de kinderrechten zoveel mogelijk te vrijwaren?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega, laat me heel duidelijk zijn, vanuit de Vlaamse Regering hebben we altijd het belang van kinderen en jongeren in de coronacrisis centraal willen stellen. We hebben natuurlijk allemaal een zeer zware periode achter de rug, maar voor kinderen en jongeren is dat des te meer het geval. Hun mentaal welzijn is de laatste tijd op een bijzondere manier op de proef gesteld.
Voor hen is onderwijs natuurlijk zeer belangrijk, de klassen openhouden, de scholen, maar als minister van Jeugd hecht ik ook bijzonder veel belang aan de vrije tijd, want die is voor hen uitzonderlijk belangrijk. Zichzelf kunnen zijn, ook buiten de schoolpoorten, contacten met vrienden, dat is ongelooflijk belangrijk voor hen.
Het Overlegcomité heeft gisteren beslissingen genomen om alle activiteiten vooral te kunnen laten plaatsvinden op een veilige manier. Dat moet ook zo zijn voor kinderen en jongeren, zeker ook voor hen die jonger zijn dan 12 jaar en nog niet gevaccineerd zijn, maar wel heel zelden ernstig ziek zijn en in ziekenhuizen belanden.
Lokale besturen regelen natuurlijk wat ze zelf kunnen doen, ze nemen daar de verantwoordelijkheid en kennen de situatie ook het beste. Ze moeten natuurlijk proportioneel optreden. Ik heb verschillende overlegmomenten met hen georganiseerd. Naast wat door minister Somers wordt georganiseerd, bijvoorbeeld met de gouverneurs of via de communicatie van de Coördinatie- en Crisiscentra van de Vlaamse overheid (CCVO’s), heb ik een jeugdsectoroverleg gehad waar ook Bataljong aan deelneemt. Ik heb ook vier keer een rechtstreeks overleg georganiseerd met de schepenen van Jeugd.
Mijn boodschap daar is altijd dezelfde en laat dat ook vandaag mijn oproep zijn aan de lokale besturen: neem proportionele beslissingen. Het is vandaag geen goed idee om scholen te sluiten of om vrijetijdsactiviteiten stop te zetten. Kinderen mogen vandaag niet het slachtoffer zijn van volwassenen die zich niet laten vaccineren. Ook hun leven moet kunnen doorgaan.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
In het begin van de coronacrisis was het zaak om de oudere generaties te beschermen tegen het coronavirus en nu is het zaak om de jongste generatie te beschermen tegen coronamaatregelen, zo lijkt het. De logica van het Overlegcomité was om gerichte maatregelen te nemen om sluitingen te voorkomen.
Minister, ik denk dat u die logica ook wenst door te trekken. De sluiting van vrijetijdsactiviteiten is geen optie. Lokale besturen volgen die gedachtegang, zo lijkt het toch. Maatregelen met een impact op jongeren komen momenteel vooral uit noodzaak vanuit scholen en verenigingen zelf.
Het blijft natuurlijk wel belangrijk om lokale overheden bij te staan en het grotere plaatje te zien, het verschil te maken tussen besmettingen en de druk op het gezondheidszorgsysteem en het inschatten van de impact op jongeren.
U gaf al aan wat u in het verleden deed. Ik heb nog een extra vraag, minister. Heel wat lokale besturen hebben gewacht op het Overlegcomité en de beslissingen die daar genomen werden, om nu extra maatregelen te nemen. Hoe zult u hen ervan overtuigen dat het schrappen van activiteiten geen optie is?
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, collega Perdaens, we hebben inderdaad allemaal gezien wat er tijdens de lockdown gebeurd is. We hebben jongeren ook zelf komen laten getuigen in dit parlement om duidelijk te maken hoe zij dat beleefd hebben. Ik ben het er inderdaad helemaal mee eens dat een nieuwe lockdown absoluut geen goed idee is en dat we ook moeten proberen om zoveel mogelijk, als het op een veilige manier kan – dat hoor ik u ook zeggen – die vrijetijdsactiviteiten en zeker ook de schoolactiviteiten van de kinderen te laten plaatsvinden. Dat moet natuurlijk op een veilige manier kunnen. Dat wil soms zeggen dat we maatregelen moeten nemen die niet fijn zijn, maar die er wel voor zorgen dat ze dat op een veilige manier kunnen doen en dat ze op een veilige manier ook bijvoorbeeld hun grootouders nog kunnen zien. Want ik denk dat dat ook essentieel is. Ik hoor mensen pleiten om toch maar voorzichtig te zijn met de grootouders. Ik denk dat die band tussen grootouders en kleinkinderen ook een heel belangrijke band is. Ik denk dat we daar toch ook echt voorzichtig moeten zijn en dat we op een veilige manier zowel de vrijetijds- als de schoolactiviteiten moeten laten doorgaan, onder andere door in te zetten op die ventilatie – het is daarstraks al uitgebreid besproken – om ervoor te zorgen dat die band tussen grootouders en kleinkinderen niet verbroken wordt.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Mijn partij heeft zich altijd gekant tegen beperkingen op de vrije tijd van kinderen. Het is dan ook heel erg om te zien dat er lokale besturen zijn die de vrijetijdsbesteding in open lucht van kinderen aan banden leggen, terwijl sporten natuurlijk gezond is, maar dat niet doen voor volwassenen. Daar verzetten wij ons ten stelligste tegen. Bovendien zijn kinderen – ik heb het zonet ook al gezegd bij mijn vraag aan minister Weyts – het hardst getroffen door deze crisis terwijl ze er het minst ziek van worden. Mijn boodschap is dan ook: laat de kinderen met rust. Gun hen hun plezier.
Minister Dalle, u moet voor de kinderen opkomen, niet alleen in woorden maar ook in daden. Neem contact op met die lokale besturen die dergelijke kindonvriendelijke maatregelen nemen en praat ze alstublieft deze onzalige aanpak uit het hoofd.
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Minister, iedereen snakt naar vrijheid, en zeker de jonge mensen. En de weg naar vrijheid, dat is vaccineren maar ook ventileren. We weten dat de jonge mensen hun tijd heel vaak doorbrengen bij jeugdbewegingen in jeugdlokalen, en dat een aantal van die lokalen niet geventileerd zijn. Experts zijn het er nochtans over eens dat elk lokaal goed geventileerd moet zijn met een luchtfilter, zodat er een minimale overdracht is van het coronavirus. Want hoe meer lucht er circuleert, hoe minder die overdracht kan gebeuren.
Vandaar mijn voorstel om zoveel mogelijk jeugdlokalen te voorzien van luchtfilters. Ik zou graag van u, minister, willen weten hoeveel er op dit moment zijn uitgerust met luchtfilters en of u een plan hebt om ervoor te zorgen dat al die lokalen uitgerust zijn en veilig zijn.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, we dreigen inderdaad – afgelopen weekend leek het er alvast op – een beetje in de omgekeerde wereld terecht te komen, waarbij diegenen die medisch het minst kwetsbaar zijn voor het virus, het hardst getroffen worden door maatregelen die daarrond genomen zouden worden. Ik denk dat we het inhoudelijk in dit parlement allemaal eens zijn. Ik had alleen verwacht, afgelopen vrijdag, dat u iets sneller zou ageren. We hebben gemeenten gehoord die alle jongeren hebben laten testen. We hebben gemeenten gehoord die activiteiten stopgezet hebben. Eigenlijk heeft het toch een aantal dagen geduurd vooraleer er een zeer duidelijk signaal kwam van u als minister of van de Vlaamse Regering. Ik vraag me dus af of u op dit moment al zeer concrete contacten gehad hebt met de betrokken besturen om daar een antwoord op te formuleren.
Ik wil afsluiten met een oproep om, bij de keuzes die nu gemaakt zullen worden om het onderwijs recht te houden, dat op een goede manier te doen die niet ten koste gaat van de vrije tijd van kinderen en jongeren. Want kinderen zijn inderdaad meer dan leerobjecten, objecten die enkel kennis moeten verwerven.
Het zijn mensen die van alles willen, kunnen en laten. Minister, wilt u daar uw engagement onder zetten de komende dagen? En wilt u er vooral op focussen om de komende dagen ook buitenspelen mogelijk te maken? Het is te absurd dat we voetbalploegen verbieden om nog buiten te komen als dat gewoon buiten op een veld is.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, vanuit onze fractie kunnen we uw standpunt alleen maar mee verdedigen en ondersteunen. Alle kinderen hebben recht op hun vrijheid en dus kunnen we een kinderlockdown niet aanvaarden. Ook mijn collega, Tinne Rombouts, pleitte er eerder al voor om voldoende aandacht te geven aan jongeren tijdens deze crisis. Kinderen onder de twaalf jaar hebben dan ook nog niet het recht of de kans gehad om zich te laten vaccineren en dus mogen ze niet de dupe worden van de crisis.
Ik wil ook nog eens vragen en verwijzen naar de goede protocollen die afgesloten zijn tussen de jeugdsector en de virologen. De jeugdsector heeft toch al bewezen dat het goed loopt. We moeten vertrouwen hebben in de deskundigheid van de begeleiders in het jeugdwerk. Dat is heel belangrijk. Mijn bijkomende vraag is dan ook of u de lokale besturen nog eens kunt oproepen en daarbij kunt verwijzen naar die protocollen, alvorens ze drastische maatregelen nemen en activiteiten annuleren.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik begin misschien met de vraag rond de staat van onze jeugdlokalen en wat dat betekent voor activiteiten die binnen georganiseerd worden, in slecht geventileerde ruimtes. Puur naar cijfers toe moet ik zeggen dat het grootste deel van de jeugdinfrastructuur in handen is van lokale verenigingen. Daarvan wordt niet centraal bijgehouden wie eigenaar is en hoe dat georganiseerd wordt. Cijfers heb ik dus niet bij me, maar ik zou ze ook niet kunnen bezorgen nadien.
Wat mij betreft ligt de focus erop dat we jongeren moeten aanmoedigen om buitenactiviteiten te blijven beoefenen, om zoveel mogelijk buiten te doen. In het kader van de relancemaatregelen hebben we ook net een oproep gelanceerd ten belope van 7,7 miljoen euro om jeugdinfrastructuur te renoveren en up to date te zetten. Een van de doelstellingen daar is om met name de ventilatie van jeugdlokalen te versterken. Dat is denk ik een belangrijk punt.
Als je kijkt naar hoe het de afgelopen twee jaar is gelopen, is er altijd discussie geweest over de plaats van kinderen en jongeren. We moeten toegeven dat daar in de beginperiode onvoldoende aandacht voor was. Als het virus wild om zich heen slaat, als de mensen nog niet gevaccineerd zijn en als de risico’s zeer groot zijn, dan is dat natuurlijk ook begrijpelijk. We hebben toen heel moeilijke beslissingen moeten nemen. Ik herinner aan dezelfde periode vorig jaar, toen we alle activiteiten voor jongeren vanaf twaalf jaar hebben moeten stopzetten. Ik herinner me de beslissing begin dit jaar, toen we de groepen moesten verkleinen en de jeugdactiviteiten in belangrijke mate aan banden zijn gelegd, niet alleen voor plustwaalfjarigen, maar ook voor mintwaalfjarigen. Gelukkig zijn we daar nu van af. In die periode zijn er ook heel wat lokale besturen geweest die vrijetijdsactiviteiten hebben stopgezet, en op sommige momenten was dat toen verantwoord.
Vandaag is de situatie echter helemaal anders. Het virus is overal en ook bij kinderen circuleert het. Zij zijn niet de motor van deze vierde golf, maar ze raken wel besmet, al worden ze zelden ernstig ziek en zijn ze zelden asymptomatisch. Het is wel een realiteit dat het virus onder kinderen circuleert.
Vrijetijdsactiviteiten werd in het begin van de lockdown, begin dit jaar, nog verantwoord met: we mogen de schoolbubbels niet mengen. Op het moment dat het virus overal zit, lijkt dat me een redenering die niet meer opgaat, zeker niet als je weet dat de risico’s op zware ziekte dankzij vaccinatie ook heel erg beperkt zijn.
En effectief: de jeugdprotocollen hebben goed gewerkt. Op de website van ons departement kun je die vandaag nog altijd terugvinden. Die bieden houvast om activiteiten op een veilige manier te organiseren. Ik denk dat dat bijzonder belangrijk is.
Er zijn de afgelopen weken inderdaad gemeenten geweest die drastische maatregelen hebben genomen. Ik denk aan Hoeilaart, Wommelgem. Uiteraard zijn er dan contacten om te bekijken hoe dat moet gaan. Ik hoop dat daar waar maatregelen genomen zijn, die op heel korte termijn stopgezet kunnen worden. Ik stel met heel veel tevredenheid vast dat iedereen hier, kamerbreed, oppositie en meerderheid, het erover eens is dat we niet alleen de scholen moeten openhouden, maar dat we ook de vrijetijdsactiviteiten van kinderen maximaal moeten laten doorgaan.
Ik denk dat dit ook een heel duidelijk signaal is vanuit dit parlement in de richting van de lokale besturen. Collega Perdaens, u stelde ook de vraag hoe ik daar nog extra de aandacht op zou vestigen. Ik heb gevraagd aan de diensten van collega Somers, de CCVO, om die oproep ook nog eens heel duidelijk naar alle lokale besturen te bezorgen: dat wij willen dat het leven van kinderen en jongeren kan doorgaan, en dat wij niet wensen dat hun activiteiten worden stopgezet.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
De verspreiding van het virus indijken door te voorkomen dat scholengroepen elkaar aansteken via de vrijetijdsactiviteiten is een motivatie die we zien terugkeren bij de lokale adviezen. Zoals u aanhaalt is dat een logische redenering wanneer het alleen om haarden gaat, en het niet breed verspreid is. Nu, het mag sowieso niet ten koste van de activiteiten van deze kinderen zijn. U hoort mij al komen. U bent in een positie, in overleg met het lokale niveau en de jeugdwerking – wanneer het alleen om haarden gaat, en dus niet breder verspreid is in een ruimere regio – om het systeem van de klasbubbels te bekijken. Bij een lokale uitbraak in Hoeilaart, waar u al naar refereerde, is dat systeem met die klasbubbels onlangs met succes toegepast. Daardoor moesten vrijetijdsactiviteiten niet worden geschrapt. Minister, ik en de jongeren rekenen op u. Dank u. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.