Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot bekrachtiging van sommige bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021 tot erkenning van MIA-infrastructuurwerken als specifieke situatie inzake experimentregelgeving en regelluwe zone voor het wegwerken van verkeersonveilige situaties en de verbetering van fietsinfrastructuur.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, uiteraard kan onze fractie elk initiatief steunen dat de verkeersveiligheid ten goede komt en dat de aanleg van fietsinfrastructuur versnelt. Het is immers vandaag nog zeer moeilijk uit te leggen aan mensen dat je acht of tien jaar, en soms veel langer, moet wachten om ocharme een vrijliggend fietspad tussen twee dorpen van 4 of 5 kilometer aan te leggen. Vandaag dagen we onszelf in Vlaanderen uit om dat sneller en performanter te doen door een regelluw kader te installeren. Dat kunnen we dus natuurlijk alleen maar toejuichen. Ik heb daarstraks ook in een heel ander debat verwezen naar wat minder regels en wat regelluwte om te komen tot een meer performant beleid. Ik denk dus dat dat goed is.
In deze context kijken we ook echt wel uit naar het werk dat PXL zal doen om te bekijken hoe we de procedures binnen de Vlaamse administratie sneller en performanter kunnen maken om die broodnodige investeringen in verkeersveiligere infrastructuur en meer fietspaden te kunnen bewerkstelligen. We zijn dus heel hoopvol wat dit project betreft. We zien op het terrein al heel wat positieve resultaten op het vlak van kleine investeringen in fietsoversteekplaatsen, aanpassingen van rotondes, noem maar op. We zijn dus heel positief over dit ontwerp en hopen dat dit in de toekomst een uitrol over heel Vlaanderen kan krijgen.
De heer Keulen heeft het woord.
Dit raakt inderdaad eigenlijk de essentie van de politiek, namelijk daadkracht. Collega’s, de essentie van politiek is beslissen, ervoor zorgen dat de daad uiteindelijk bij het woord kan worden gevoegd. Zoals collega Brouns het eigenlijk mooi beschreef, mensen begrijpen niet dat projecten waarvoor het draagvlak bijna honderd procent is of zelfs de volle honderd procent bereikt, als het gaat over voetpaden, fietspaden, het verkeersveiliger maken van een buurt, van een omgeving, zulke procedures dan toch tien jaar kunnen aanslepen door problemen bij onteigeningen, door de overheid die zichzelf tegenkomt, de slang die in de eigen staart bijt, omdat de overheidsreglementering zo complex is en zeker de Vlaamse overheid ook zo verkokerd is georganiseerd dat de ene dienst eigenlijk de andere blokkeert, terwijl we zelf toch allemaal achter dat gezamenlijke doel staan, bijvoorbeeld de verkeersveiligheid. Daarover gaat het in dit concrete geval. Het moet dus mogelijk zijn dat we door mobiliteit innovatief aan te pakken en een soort regelluw kader te creëren, ervoor zorgen dat projecten voortgang maken, met een overheid die ‘lean and mean’ is. We moeten er inderdaad voor zorgen dat we geen windmakers zijn, geen belovers maar doeners, en op die manier toch aan mensen tonen dat we het verschil kunnen maken.
Ook hier denk ik dat het draagvlak voor dit ontwerp van decreet unaniem is.
De heer Bex heeft het woord.
De collega's hebben al veel gezegd en ook de Groenfractie zal dit ontwerp van decreet goedkeuren. Eigenlijk is het geen nieuw beleid, maar een omzetting bij decreet van een aantal dingen die u eigenlijk al bij besluit had willen regelen. Maar het is alleszins goed dat we een vereenvoudigd kader creëren in die twee proeftuinen om te werken aan verkeersveiligheid en om te werken aan veilige fietsinfrastructuur.
Ik wil hier alleen nog een vraag stellen die ik ook heb gesteld tijdens de commissievergadering maar waarop geen duidelijk antwoord kwam. Het gevaar van zulke proeftuinen en procedures is altijd of er nadien effectief ook iets mee zal gebeuren en of ze omgezet zullen worden in daadwerkelijk beleid. De proeftuinen lopen af in het najaar van 2024. Dan is er misschien een nieuwe regeringsmeerderheid, misschien een andere minister van Mobiliteit. Ik denk dat het belangrijk is dat we toch proberen om ook nog deze legislatuur voldoende lessen te trekken uit wat er zich in die proeftuinen afspeelt. Voorziet u om ook al voor de verkiezingen, tijdens deze legislatuur, te proberen beleidslessen te trekken uit wat er in die proeftuinen te leren valt?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Met het oog op de Vision Zero tegen 2050 juicht onze fractie elke verbetering van de verkeersveiligheid in Vlaanderen toe. Als Limburgse kijk ik natuurlijk uit naar de uitrol van de proeftuin in Limburg eens het decreet is aangenomen. Ik denk – ik heb dat ook al verschillende keren in de commissie gezegd – dat het zeer goed is dat lokale besturen meer armslag krijgen, dat ze nauwer betrokken worden, meer autonomie krijgen om de verkeersveiligheid op lokaal niveau te verbeteren. Zij kennen het veld en zijn het beste geplaatst om verbeteringen te kunnen aanbrengen. Daarom staat de N-VA achter dit ontwerp van decreet en zullen we het mee goedkeuren.
De heer Verheyden heeft het woord.
We hebben het al gezegd dat de bedoeling van dit MIA-decreet is om procedures en werkwijzen, waar mogelijk, te versnellen en te vereenvoudigen, en dan vooral dat van kleinere infrastructuurwerken, zoals het aanleggen en verbeteren van fietspaden en veiligheidsbevorderende maatregelen. De bedoeling is om dit versneld uit te voeren en de werken dan uit te voeren binnen een regelluw kader.
Verkeersveiligheid en het optimaliseren van het Vlaamse fietswegennetwerk zijn inderdaad twee samenhangende prioriteiten, ook in het relancebeleid. Het relancebeleid beoogt de versnelling en vereenvoudiging van procedures en werkwijzen. In dat kader wordt dus binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken het MIA-decreet uitgerold als bestuurlijke aanpak.
Het is belangrijk dat men met dit experiment kortere doorlooptijden van procedures en werkwijzen en de versterking van de samenwerking met lokale besturen kan bekomen. Ook de mogelijkheden inzake het gebruik van experimentregelgeving en regelluwe zones om projecten tijdig te kunnen bijsturen en in te spelen op plots wijzigende omstandigheden op het domein van kleine infrastructuurwerken die verkeersveiligheid en de veiligheid van fietsers in het bijzonder kunnen bevorderen, zijn toch wel heel belangrijk.
Er zijn twee proeftuinen opgezet in Limburg en West-Vlaanderen. Na een eventueel positieve evaluatie is er uitbreiding gepland naar de rest van Vlaanderen.
Minister, het is een goede zaak dat de lokale besturen nauw betrokken worden bij deze werken en meer autonomie krijgen om de verkeersveiligheid op het lokale niveau te verbeteren, want ik denk dat ze hiertoe het beste geplaatst zijn. Lokale besturen die ook vinden dat ze niet over de nodige kennis beschikken, kunnen aan het Vlaamse Gewest toelating geven om gemeentelijke gronden te onteigenen en zo het proces te versnellen.
Alhoewel MIA als doel heeft een aantal knelpunten te regelen en we dit enkel kunnen toejuichen, verdient de onteigeningsregeling toch wel onze aandacht. Alhoewel de Raad van State geen negatieve opmerking heeft omtrent het waarborgen van de burgers vinden we toch dat, wanneer men dat instrument zou gebruiken, de nodige omzichtigheid vereist is. Desalniettemin steunt onze fractie elk initiatief om verkeersonveilige situaties weg te werken en elk initiatief om bijkomende fietsinfrastructuur te creëren, zeker met het oog op Vision 2050. Onze fractie zal dus ook dit ontwerp van decreet goedkeuren.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie andermaal voor de steun voor dit ontwerp van decreet, dat een aantal elementen uit ons MIA-besluit (Mobiliteit Innovatief Aanpakken), een besluit dat we in mei van dit jaar hebben gelanceerd, bekrachtigt en dat zorgt voor een decretale basis voor een aantal elementen uit ons MIA-besluit.
Ik schets nog even kort waarom ons MIA-besluit een andere bestuurlijke aanpak is. Niet langer dan vanmorgen had ik nog een gesprek – en ik zal geen namen noemen – met een burgemeester, die me andermaal de vraag stelde waarom de aanleg van een fietspad zo lang duurt. Dat is een vraag die ik heel vaak hoor, op onze verkeersveiligheidstafels die we over alle provincies hebben georganiseerd, maar ook van burgers, onder meer via het meldpunt. Ook de Ombudsdienst krijgt veel daar vragen en bedenkingen over. Men moet maar slachtoffer zijn of geweest zijn van een verkeersongeval en één, twee tot zelfs tien jaar later nog altijd op dezelfde plaats passeren en geconfronteerd worden met het feit dat er niets gebeurd is. Dat kan uiteraard niet, dat kunnen we heden ten dage niet tolereren.
Vandaar dat wij met MIA zijn gekomen, die andere bestuurlijke aanpak waar innovatie sowieso centraal staat maar ook de sleutelwoorden ‘sneller’, ‘samen’ en ‘alert’ centraal staan. We willen sneller tot actie overgaan, tot een realisatiegerichte uitvoering, tot een outputproces. We willen sneller resultaat zien op het veld en sneller verkeersveiligheidsmaatregelen uitgerold zien. We willen dat samen met alle partners doen.
Ik heb al meermaals in de commissie zegt dat de lokale besturen het best hun eigen grondgebied kennen. Ze zijn dan ook de beste partner om die verkeersveiligheid mee uit te rollen op het hele wegennetwerk. En ik denk dat zeker het verhaal van onze schoolroutes daar een heel goed voorbeeld van is. Voor de schoolroutes op gemeentewegen werken we samen met de lokale besturen door een subsidiereglement, op gewestwegen wordt de input van de lokale besturen ter harte genomen.
Ook het woord ‘alert’ is een sleutelwoord. We moeten continu blijven monitoren en de verkeerssituatie blijven opvolgen met alle mogelijke materialen, camera's, drones enzovoort, om proactief over te gaan tot meer verkeersveiligheid en niet wachten tot er meer verkeersslachtoffers vallen.
We hebben al twee proeftuinen gelanceerd waarbij we samen met het wetenschappelijk veld en met heel wat andere partners aan de slag zijn gegaan. Uiteraard is het de bedoeling, zoals de heer Bex vraagt, om te leren uit die proeftuinen. Het is de bedoeling te leren uit de uitrol van raamcontracten en bestekken en uit de samenwerking met aannemers, het wetenschappelijk veld, de universiteiten, Hogeschool PXL. Het is de bedoeling om met die partners een en ander uit te zetten en lessen te trekken over wat kan zorgen voor een versnelling van de procedures om dat onmiddellijk op brede schaal uit te rollen. Dat is alleszins de bedoeling. Het is zeker niet de bedoeling om het project na de proeftuinen in de koelkast te stoppen en er verder niets mee te doen.
Wat het voorliggende ontwerp van decreet betreft, is er een decretale basis vereist voor de onteigeningsproblematiek waar een aantal collega's naar hebben verwezen. Het is een vaak gehoord probleem. Een van de valkuilen blijkt altijd de onteigeningsproblematiek te zijn. Zeker wanneer we een kruispunt hebben van een gewestweg met een gemeenteweg, is de procedureslag over de onteigeningen vaak nog complexer. Een lokaal bestuur moet onteigeningen doen langs de gemeentewegen, het gewest moet onteigeningen doen langs de gewestwegen. Dat is waar we hier een decretale basis voor vragen, zodat het lokaal bestuur ook kan onteigenen voor gewestwegen en het gewest kan onteigenen langs gemeentewegen en er versneld kan worden overgegaan tot actie.
Tegelijk is er ook het verhaal van de bindende derde beslissing die we mee opnemen om sneller te kunnen overgaan tot realisatie of inname van de grond, uiteraard met erkenning van alle eigendomsrechten. Die drie elementen hebben nu specifiek een decretale basis nodig, daarom dit ontwerp van decreet.
Rond alle andere elementen in het MIA-besluit werken we heel naarstig voort. Opnieuw, verkeersveiligheid is voor ons allen van essentieel belang. We moeten blijven inzetten op een versnelde uitrol van meerdere ingrepen inzake verkeersveiligheid. Veilige infrastructuur daar staat en valt heel veel mee. Uiteraard blijft het gedrag van de weggebruiker zelf ook nog altijd essentieel. Daarvoor verwijs ik andermaal naar ons Verkeersveiligheidsplan dat zowel focust op de weggebruiker als op de wegbeheerder.
Collega’s, ik dank u allemaal voor de volmondige steun aan dit MIA-plan en de nieuwe bestuurlijke aanpak. Ik hoop alleszins dat we samen met jullie en alle lokale partners heel wat verkeersveiligheidsmaatregelen op die manier versneld kunnen uitrollen.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 928/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 3.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.