Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
In tegenstelling tot wat vorige sprekers laten blijken, doen wij met de regering en met dit Vlaams Parlement – of toch minstens met de meerderheid – veel inspanningen om ervoor te zorgen dat mensen investeren in bijvoorbeeld zonnepanelen. We ondersteunen dat ook via kaders. We hebben het decreet, de netflexibiliteit en het EMD-decreet (Electricity Market Directive). Dat is het bewuste decreet rond hernieuwbare-energiegemeenschappen.
En dan moet je vaststellen dat op de 600.000 gezinnen die zonnepanelen hebben, waarvan er een kwart vorig jaar werden geïnstalleerd, er een aantal, als er buiten veel zon is tijdens een zomerse dag, uitvallen. Volgens de artikels in de kranten gaat het om een 2500 gevallen. Dat is een half procent op de totaliteit. Het lijkt misschien weinig, maar voor mij is iedere installatie die uitvalt, er een te veel. Voor die mensen zijn het euro’s die als sneeuw smelten voor de zon. Dat kan niet.
Ik zie dan een reactie van de ombudsman, die zegt: ‘Je moet de gedupeerden een forfaitaire vergoeding geven.’ Dat zou een slechte boodschap zijn, want dan doe je eigenlijk aan symptoombestrijding. Je zorgt er dan voor dat die mensen inderdaad een forfaitaire vergoeding hebben, maar voor mij is dat maar het laatste redmiddel. Want die kosten voor die vergoeding zullen wel in het nettarief zitten. En dan kunnen we met ons beleid maar proberen om dingen uit het nettarief te halen, maar straks steken we er iets anders weer bij.
Je moet de basis van het probleem aanpakken bij de bron. En dat is het net. We moeten met andere woorden kijken hoe we het net kunnen verbeteren. Wie beheert het net? Dat is Fluvius. Vandaar mijn vraag aan u, minister: wat zult u ondernemen ten overstaan van Fluvius en zijn distributienetbeheerders om het probleem van uitvallende zonnepaneelinstallaties in de toekomst te vermijden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, die technische problemen bij installaties zijn niet nieuw. We hebben dat in april-mei dit jaar ook meegemaakt. Naar aanleiding daarvan heb ik samengezeten met Fluvius en heb ik gevraagd om de netten te versterken. Ze hebben een plan op tafel gelegd om de netten te versterken. Op dit moment lopen er achttien werven. Andere werven moeten nog opgestart worden. Dat is het probleem bij de bron aanpakken. Al die werven moeten worden uitgevoerd, maar soms duren ze natuurlijk wel lang, en dan kun je moeilijk aan de mensen zeggen dat ze nog een jaar geduld moeten hebben. In sommige gevallen kan de netversterking snel gaan; in andere gevallen is het complex en kan het wat langer duren. Om die reden vind ik het heel moeilijk om dan aan zonnepaneeleigenaars, en zeker met wat we hebben meegemaakt de afgelopen maanden, te zeggen: ‘Beste mensen, je gaat toch nog even moeten wachten.’ Ik vind dat, als het lang duurt, we het mogelijk moeten maken dat er een bepaald bedrag, een vergoeding wordt uitgekeerd. Ik zal een voorstel van besluit van de Vlaamse Regering (BVR) opstellen, zodat Fluvius de mogelijkheid heeft om dat te doen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik vind het goed dat u denkt aan zo’n systeem, maar anderzijds – en daarmee kom ik terug naar mijn eerste tussenkomst – is het, zoals u daarnet aangaf, niet leuk voor de mensen dat ze een jaar moeten wachten op een eventuele oplossing van hun probleem. Mijn eerste vraag is dan opnieuw: hoe kunnen we Fluvius overtuigen om dat veel transparanter te doen om de mensen niet in de kou te laten staan? En dan heb ik nog een tweede vraag. Deze voormiddag nog hadden we de discussie met de regulator. Een eenmansgesprek is een betere omschrijving. We hebben daar ook gevraagd hoever ze eigenlijk staan met de studie waarin we gaan kijken of het distributienet nog geschikt is voor de toekomst, voor pv, elektrische wagens, slimme batterijen … ja of neen?
En kunnen we daar ook het gedeelte van de slimme batterij invoegen? Want voor mij zou een mogelijke oplossing ook zijn dat distributienetbeheerders, net zoals in Nederland, ook gaan investeren in batterijen bij de mensen thuis, en niet in een wijkbatterij. Dat zou ook een oplossing zijn. In welke mate heeft de regulator een globaal plan beloofd? Wanneer zal dat er komen? En wat zal daar allemaal in zitten?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, er ligt in Vlaanderen nog maar een fractie van de hoeveelheid zonnepanelen die er eigenlijk zou kunnen liggen. Er rijdt vandaag nog maar een fractie van het aantal elektrische wagens rond van wat er in de toekomst zal rondrijden. En vandaag al is ons net niet voldoende sterk. Het is dus nogal duidelijk wat het antwoord is op de vraag die ook collega Gryffroy stelt: het gaat niet zoals het nu is, er moet grondig in geïnvesteerd worden.
Ik denk dat we allemaal bereid zijn om te zoeken naar manieren en middelen om dat te doen, want het is nodig voor het comfort, voor de leefbaarheid en voor het klimaat, in alle eerlijkheid. Maar wat we niet moeten doen – en ik verwijs naar dezelfde discussie van vanochtend – is het volgende. We zijn nu aan het praten over iets als een capaciteitstarief. We krijgen hoe langer hoe meer mensen die meer en meer betalen voor hun net. Als de vergoedingen opnieuw in het net moeten worden meegerekend, ben ik in ieder geval niet bereid – zelf, maar ook niet om het aan anderen te vragen – om meer en meer te blijven betalen voor een net dat hoe langer hoe minder aangepast is aan de toekomst. Dus zoek een andere manier om dat net te financieren en maak dat het op een correcte manier toekomstbestendig is, want geen één van die twee voorwaarden is vandaag vervuld. En eigenlijk is dat een geweldig falen van de overheid.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk heel jammer dat mensen met zonnepanelen, ook al is het nog maar een opkomend probleem, niet continu gebruik kunnen maken van hun zonnepanelen doordat het net uitvalt. Dat is absoluut een terechte bekommernis.
Tegelijkertijd betekent dit dat we het net moeten versterken, zoals u aanhaalt. U spreekt over 18 investeringsprojecten, maar daarmee wordt natuurlijk maar een fractie van het aantal problemen opgelost. U verwijst ook naar alle geplande investeringen voor dit jaar. Op basis van het antwoord op mijn schriftelijke vraag ben ik erop uitgekomen dat er dit jaar 61 projecten gepland zijn. 61 projecten tegenover de meer dan 2000 klachten, dat is een druppel op een hete plaat. We zullen daar inderdaad een versnelling hoger moeten schakelen.
Mijn vraag is dan ook niet alleen hoe we dat gaan inzetten door het net te versterken. We moeten ook inzetten op flexibiliteitsdiensten, zodat mensen gestuurd worden in hun elektriciteitsverbruik. En dan denk ik dat wijkbatterijen, die veel kostenefficiënter zijn dan individuele batterijen, een zinvollere piste zijn.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, een mens vraagt zich soms af hoe vaak de goedgelovige Vlaming door zijn eigen regering bij de bok kan worden gezet. De voorbije ministers van Energie maakten allemaal publiciteit voor zonnepanelen. De Vlaamse Regering beloofde vervolgens 15 jaar rendement. En de Vlamingen hebben vervolgens inderdaad massaal zonnepanelen gelegd. En aan het eind van de rit, collega, worden ze belazerd. Het beloofde rendement bleek bedrog. De terugdraaiende teller moet verdwijnen. En tot overmaat van ramp blijken de zonnepanelen – het lijkt wel een Belgenmop – net op het moment dat ze het meest moeten renderen, met name als de zon veel schijnt, nutteloos te zijn en uit te vallen.
Minister, in tegenstelling tot iemand van uw eigen fractie, die u oproept om geen vergoedingen te geven, wil ik u vragen om wel in actie te schieten. Zorg ervoor dat deze mensen, die enkel het advies van hun overheid gevolgd hebben om te investeren in zonnepanelen, een schadevergoeding krijgen. Dat is, collega Gryffroy, geen symptoombestrijding. Dat heet: woord houden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, de uitbouw van ons net is natuurlijk cruciaal om heel de energietransitie mee te helpen dragen. En eigenlijk hebben we een net om trots op te zijn. Als we kijken naar de uitval van elektriciteit, dan scoort ons net bijzonder goed als we dat Europees gaan bekijken.
Ook dit probleem is op dit moment nog een relatief beperkt probleem. 99,5 procent van alle zonnepaneleneigenaars ondervindt nooit problemen met het net. Nu, dat zou ten eerste 100 procent moeten zijn. En ten tweede moeten we ons natuurlijk voorbereiden op een grote transitie, een veel grotere transitie dan we vandaag hebben. Als uw beleid werkt – en daar gaan we van uit –, zullen er de komende jaren nog vele tienduizenden en honderdduizenden zonnepaneleneigenaars bij komen. En bovendien komen we straks met de grootschalige elektrificatie van het wagenpark ook nog eens met heel veel mensen met een elektrische auto, die hun auto op een slimme manier moeten gaan opladen op datzelfde net.
Het wordt dus druk op het elektriciteitsnet. Er moet ruimte zijn voor Fluvius om te investeren. Ik denk dat het noodzakelijk is dat u samen met de VREG, die de ruimte bepaalt, overlegt met Fluvius om het investeringsplan aan te passen en ervoor te zorgen dat elke Vlaming kan rekenen op het net, waarvoor hij betaalt.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, zoals jullie weten, zijn er dit jaar ongeveer 2500 klachten geweest over het uitvallen van omvormers. Dat zijn natuurlijk wel 2500 klachten te veel. Problemen moeten we inderdaad vermijden. Fluvius zegt ons wel dat de meeste klachten snel worden opgelost met kleine aanpassingen aan installaties of door fases om te wisselen aan de elektriciteitscabine.
Er zijn ook problemen die hardnekkig blijven. Dat betekent dat het net moet worden versterkt met nieuwe kabels, nieuwe cabines enzovoort. Soms kan dat snel gaan, maar dergelijke investeringen kunnen maanden en zelfs jaren duren. Daar biedt het Energiedecreet een aantal oplossingen. In het kader van technische flexibiliteit kan Fluvius bijvoorbeeld kijken of de wijkbatterij al dan niet een oplossing kan zijn. Er is ook de vergoeding. Als de oorzaak van een langdurige storing bij Fluvius ligt, moet men het wel mogelijk maken om een vergoeding te kunnen ontvangen.
In heel de energietransitie moeten wij zeker zijn dat de netten voorbereid zijn en dat de investeringen die Fluvius zegt te zullen doen, voldoende zijn. Om die reden heb ik opdracht gegeven aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) om te onderzoeken in hoeverre het bestaande distributienet met de investeringen die nog gebeuren, geschikt is voor de toekomst. Het heeft geen zin om een beleid te voeren rond zonne-energie, warmtepompen, elektrische wagens enzovoort als we daar niet op voorbereid zijn en als de netten uitvallen. Dat moet absoluut vermeden worden. Fluvius heeft een aantal investeringen vooropgesteld. Ik heb aan de VREG gevraagd om te onderzoeken of dat voldoende en toekomstbestendig is.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik denk dat de oplossing bestaat uit drie delen. In eerste instantie moet men zorgen dat de mensen beter geïnformeerd worden, al is het maar met persoonlijke mails of via de website. Zorg dat de mensen niet te lang geen nieuws ontvangen.
Ten tweede is er de beruchte bestelde studie over hoever we staan met het net en wat de meest kostenefficiënte oplossingen zijn. Ja, collega Tobback, dit zal gesolidariseerd worden, want anders moet het uit de algemene middelen komen. Als het gesolidariseerd is, doet iedereen daar zijn voordeel mee want dan heb je een kostenefficiënt slim net. Dat is de toekomst, daar kun je niet tussenuit.
Maar er zal ook moeten worden bekeken met welk type batterij je werkt. Een wijkbatterij kan een oplossing zijn, maar heeft andere Europese problemen. Voor mij is de vergoeding het laatste redmiddel en in deze situatie wel een symptoomvergoeding, want men kan dit maar geven voor een tijdelijke situatie, als er geen andere oplossing is en als je weet dat er een oplossing zal komen. Voor de rest is het inderdaad een symptoomvergoeding, collega Janssens.
De actuele vraag is afgehandeld.