Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Weyts.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister ad interim van Cultuur, we mogen hier weer aan dit spreekgestoelte staan. Dat is heel fijn. Wat eigenlijk nog veel fijner is, is dat we ook weer evenementen mogen organiseren en bezoeken. Zo zijn er natuurlijk de talrijke kunstbeurzen die ons land kent. Ik was vorige week op de opening van the Belgian Art & Design Fair in Gent. De ‘talk’ of de beurs waren de positieve resultaten van Kunst Aan Zet.
Voor de collega's die Kunst Aan Zet niet kennen: dat is een renteloze kunstlening. Stel dat je naar een galerie gaat en verliefd wordt op een kunstwerk, dan kan je met een renteloze lening dat kunstwerk aankopen, tussen 500 en 7000 euro, gespreid over maximaal twee jaar. Dat is een heel mooi staaltje van aanvullende financiering. Het is geen win-win, maar een win-win-winsituatie. Het is een win voor de jonge kunstenaar die zo zijn werk aan de man of aan de vrouw kan brengen. Het is een win voor uiteraard de koper, die niet zomaar 7000 euro op tafel kan leggen. En het is een win voor de galerie die zo een heel nieuw publiek kan aanboren.
De resultaten zijn dus goed, de voorlopige evaluaties zijn zelfs nog beter. Het blijkt dat een op de drie voor het eerst een kunstwerk aankoopt via Kunst aan Zet. 88 procent van de kopers zou dat nooit gedaan hebben zonder renteloze lening. Het lijkt me noodzakelijk dat we de lening voortzetten.
Daarom deze vraag, want het wordt dringend. De beheersovereenkomst loopt binnenkort af. Is het de bedoeling van de Vlaamse Regering om dit succesvolle instrument voort te zetten? Kunt u hierover duidelijkheid geven?
Minister Weyts heeft het woord.
Kunst in Huis heeft in juni een uitgebreide evaluatie gemaakt van Kunst aan Zet met voortgangsindicatoren van het instrument en heeft een uitgebreide klantenbevraging gedaan, zowel bij kopers als bij galeriehouders. Uit de evaluatie blijkt dat het instrument stilletjes op gang gekomen is en daarna op kruissnelheid is gekomen. De opstart verliep traag, maar dat had te maken met de lange aanvraagprocedure bij de Financial Services and Market Authority (FSMA) die de financiële partner Hefboom moest doorlopen om een licentie te krijgen om de consumentenkredieten te verstrekken, en uiteraard ook door de coronacrisis. De galeries bleven lange tijd dicht en potentiële kopers waren met andere zaken bezig dan het aankopen van kunst.
Die periode is nu voorbij. Vandaag staat het instrument op de rails. Kunst in Huis heeft de nodige initiatieven genomen om het instrument bekender te maken. Zo ontwikkelde men onder andere een interactieve website die mensen warm maakt voor kunst. Het galerienetwerk kreeg een boost. De kunstenaars reageerden enthousiast. De return voor zowel de kunstmarkt als het brede publiek is duidelijk.
Een betere zelfredzaamheid van Kunst aan Zet is wel nog een uitdaging. Op dit moment bevinden we ons echter in een heel andere situatie dan bij de opstart. De minister-president begrijpt de vraag van Kunst aan Zet om duidelijkheid te krijgen. Tegen het einde van de maand wil hij, rekening houdend met de budgettaire impact en in het kader van het kerntakendebat, de gevraagde duidelijkheid geven voor Kunst aan Zet.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Spijtig, vandaag nog geen duidelijkheid. Ik begrijp het, maar ik wil toch benadrukken dat het heel duidelijk in ons regeerakkoord staat: de aandacht voor cultureel ondernemerschap versterken en de huidige instrumenten voortzetten en versterken. Ik wil oproepen om dit zeker te verlengen. We gaan zo de subsector van de beeldende kunsten beter ondersteunen. Het is een subsector die dit zeer erg nodig heeft. Ze kunnen met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Dat blijkt uit onderzoek. We hebben het recht om snel te weten waaraan en waaraf.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, dank u, mevrouw D’Hose, voor de vraag. De renteloze kunstlening is inderdaad een goede zaak voor de kunstenaars en de kunstgalerijen en mensen die anders misschien geen kunst zouden kopen. Ik deel uw bezorgdheid en ik ben ook voorstander van een voortzetting van het systeem.
Wij hadden hier één bezorgdheid en een bedenking op voorhand. Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn dat mensen die vermogend genoeg zijn, met overheidsgeld gaan beleggen in kunst en een renteloze lening krijgen terwijl ze dat absoluut niet nodig hebben. Voor ons mogen de instrumenten nog scherper zodat het zeker om mensen gaat die zo’n kunstwerk anders niet zouden kunnen kopen. Dat is de doelgroep. We moeten ervoor zorgen dat die mensen gebruikmaken van de renteloze lening.
Uit de evaluatie blijkt dat de resultaten vrij positief zijn. Het zijn inderdaad mensen die anders geen kunst kunnen kopen en dat nu wel doen. Maak dat nog een beetje scherper, maak de randvoorwaarden nog wat scherper. Op zich zijn wij voorstander en hopen we dat het instrument kan worden voortgezet.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u voor de vraag, collega D’Hose. Het voorwaardelijke antwoord van de minister stemt mij ietwat ongerust. Zelf heb ik ervaren – en het blijkt ook uit de studie – dat dit project een zeer zinvol project is. Het is een win-win-win voor jonge kunstenaars, jonge kunstverzamelaars en de galerijen. Vanuit onze fractie steunen wij de oproep om Kunst aan Zet zeker voort te zetten, zij het dat we het volgende aandachtspunt willen meegeven.
Het is heel fijn dat blijkt dat 88 procent van de mensen die nu meedoen en die gebruikmaken van de regeling, geen kunst zouden hebben aangekocht indien dit niet bestond. Maar wij zouden graag hebben dat dit initiatief verder wordt uitgerold over de kleinere steden en de kleinere galeries, om op die manier nog meer mensen met kunst in aanraking te laten komen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega D’Hose, dank u voor de boeiende vraag. Deze kunstlening bereikt vooral een nichepubliek. Maar u stelt terecht dat het niet alleen is om dat nichepubliek van kunstliefhebbers te bereiken, het is ook een belangrijke bron van inkomsten en ondersteuning voor de galeriehouders en de vooral jonge kunstenaars. De jongeren maken maar een klein onderdeel uit van de aankopen van de potentiële kunstkopers. Kan dit niet bijgestuurd worden, om het aantal kopers te bereiken die de echte doelgroep zijn van deze kunstkooplening? Zijn daar, bij de verdere evaluatie, initiatieven toe gepland?
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik geef voor de goede orde mee dat ook onze fractie zeker voorstander is om dit voort te zetten. Ik was door wat collega Meuleman zei een beetje getriggerd om bepaalde dingen toch wat scherper te stellen. Ik snap de redenering, maar je moet het toch ook van de andere kant bekijken. Een van de redenen waarom dit initiatief bestaat, is om het kopen van kunst net opnieuw aantrekkelijker te maken. Als je bepaalde dingen te scherp afstelt, zou dat wel eens een negatieve impact kunnen hebben op net de jonge kunstenaar die van dit systeem profiteert. Voor mij maakt het niet zozeer uit wie er gebruik van maakt, maar wel dat er gebruik van wordt gemaakt, om de jonge kunstenaar te ondersteunen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik noteer de kamerbrede steun, hoewel er hier en daar toch wel wat bijsturingen worden voorgesteld. Maar, zoals gezegd, nog even geduld: het einde van de maand is nabij. We zijn de dertiende. De minister-president verschaft duidelijkheid. Die duidelijkheid is heel nabij tegen het eind van de maand.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
We zullen nog even geduld oefenen, minister.
Voorzitter, ik wil u danken omdat ik deze vraag heb mogen stellen. Het is immers zo dat Kunst aan Zet een trage opstart kende door corona, maar ook doordat het instrument nog niet voldoende bekend is. Bij dezen hoop ik dat ook onze collega’s ambassadeurs kunnen worden van dit mooie project.
De actuele vraag is afgehandeld.