Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de communicatie naar de lokale besturen met betrekking tot de verlenging van de vaccinatiecentra
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, lokale besturen zijn boos, en terecht. Zij hekelen de onduidelijke en laattijdige communicatie over het openhouden van de vaccinatiecentra. Aanvankelijk was er gezegd dat zij op 15 oktober de deuren mochten sluiten. En nu wordt er beslist om ook de 65-plussers te vaccineren met een derde prik. Dat zijn 1,4 miljoen mensen. Daarom wordt er besloten om de vaccinatiecentra toch open te houden tot eind dit jaar.
Dat geeft natuurlijk wel heel wat problemen op het terrein. Enerzijds hebben heel wat lokale besturen hun eigen locaties vanaf 15 oktober weer ter beschikking gesteld van hun verenigingen. Anderzijds moeten diegenen die locaties hebben gehuurd, nu opnieuw gaan onderhandelen met de eigenaar of op zoek gaan naar een andere locatie.
Een tweede probleem is dat je opnieuw de mensen moet vinden die zich tot eind dit jaar willen inzetten. Want zeg nu zelf, het afgelopen jaar hebben die mensen door hun harde werk en door hun inzet er mee voor gezorgd dat de vaccinatiecampagne echt een succes is geweest.
Elke week worden er andere aankondigingen gedaan. Eerst waren het de immuungecompromitteerden, dan waren het woonzorgcentrabewoners, dan zijn het de 65-plussers. En we weten eigenlijk ook dat het daar waarschijnlijk niet bij gaat stoppen. Zorgverstrekkers en de mensen onder de 65 jaar met risicofactoren worden nu onderzocht, dus de kans is groot dat die vaccinatiecentra nog langer open zullen blijven.
Minister, wanneer gaat er een duidelijke communicatie komen naar de lokale besturen, zowel op het vlak van logistiek als op het vlak van het vinden van het nodige personeel?
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister Somers – ik heb in eerste instantie u aangesproken in mijn vraag – en minister Beke, we konden vorige week in de pers een aantal verklaringen lezen. In die zin wil ik mijn collega’s statement toch een beetje nuanceren. Ik denk niet dat het alleen de verklaringen vanuit de Vlaamse Regering zijn, maar dat er ook vanuit de pers, vanuit de eerstelijnszone, met een aantal betrokken artsen en mensen die regelmatig hun statements op onze samenleving loslaten, heel wat dingen gezegd en geschreven zijn. In die zin, minister Somers, denk ik dat er ook al een aantal goede argumenten naar voren zijn gebracht, op advies van de Hoge Gezondheidsraad.
U hebt bijvoorbeeld al aangekondigd welk budget u gaat gebruiken. Ik dacht een kleine 37 miljoen euro voor het medische op zich, en dan nog meer dan 22 miljoen euro voor logistiek en kosten voor de infrastructuur. We weten dus al heel veel. Maar ook van mij uit is er wel bezorgdheid dat we goed moeten communiceren naar onze lokale besturen. Er is een mooi traject gereden. Ik denk dat het aan de Vlaamse Regering is, in combinatie met de lokale besturen, om het goede traject dat tot nu toe gereden is, verder te zetten. Van daaruit sluit ik me wel aan bij de vraag van mijn vriendelijke collega voor een goede communicatie de volgende weken, zodat iedereen – zowel de lokale besturen en de vrijwilligers als het medisch personeel dat betrokken is – weet waarop en waaraan.
Minister Somers heeft het woord.
Ik wil de vraagstellers bedanken, maar laat me beginnen met te zeggen dat ik vooral de lokale besturen en de vrijwilligers wil bedanken. Zij hebben de voorbije maanden een wezenlijk verschil gemaakt. Ik herinner me het debat, hier in het parlement, over de bezorgdheid of we op tijd de vaccinatiecentra geopend zouden krijgen. Zij hebben dat op twee weken tijd gedaan. Ze hebben met heel veel mensen samengewerkt om Vlaanderen zowat de hoogste vaccinatiegraad van de wereld te bezorgen. Wij hebben een enquête gedaan, met 1200 gebruikers, en 98 procent van de Vlamingen heeft daarop geantwoord dat ze heel tevreden waren over die vaccinatiecentra, en dus over het werk van de lokale besturen. Zij verdienen, met andere woorden, een dikke pluim, en een dikke merci. Niemand had dat in hun plaats kunnen doen. Ik ben hun daarvoor ongelooflijk dankbaar.
De bedoeling was dat dit verhaal zou eindigen op 15 oktober, maar de Hoge Gezondheidsraad heeft heel recent gezegd: ‘U moet een derde vaccin toedienen aan de 65-plussers.’ We zijn aan het vechten tegen een virus met heel veel onbekenden, met voortschrijdend inzicht. Daarbij is de politiek ook afhankelijk van nieuwe inzichten van deskundigen. Men heeft ons daar enkele weken geleden mee geconfronteerd, en we hebben rondgekeken. Dat zijn 1,3 miljoen extra spuiten. De normale structuren – het reguliere zorgcircuit – kunnen dat niet aan. Als je dan als regering rondkijkt naar wie die opdracht wel kan vervullen, dan kom je opnieuw terecht bij de enigen die echt de manpower, de wendbaarheid en het voluntarisme hebben om dat te doen. Dat zijn onze lokale besturen. Ik ben zelf titelvoerend burgemeester, en ik begrijp dat het overrompelend is, en frustrerend, om op zo’n korte termijn die informatie en die vraag te krijgen. Maar in tegenstelling tot mevrouw Saeys is mijn aanvoelen dat heel veel lokale besturen beseffen dat zij die verantwoordelijkheid op zich moeten nemen, en dat er een grote bereidheid is om dat te doen.
We hebben maandag, samen met collega Beke, een webinar georganiseerd. We hebben daar al heel veel informatie gegeven. Ik heb aangevoeld dat heel veel lokale besturen zeggen: ‘Oké, het is een zware taak, en we krijgen de informatie laat. We begrijpen dat je die niet vroeger kon geven. We gaan daar onze schouders onder zetten.’ Zowel collega Beke als ikzelf zullen zorgen voor voldoende financiering.
Ik geef nu graag het woord aan collega Beke, die zal zeggen hoe die financiering juist verloopt.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, misschien toch eerst het goede nieuws, zoals minister Somers gezegd heeft: 91,4 procent van de Vlamingen van 12 jaar of ouder is gevaccineerd, waarvan meer dan 90 procent dubbel gevaccineerd is. Dat is een ontzettend hoog cijfer. Dat is de belangrijkste dijk die we tegen dit virus kunnen opwerpen.
Ja, natuurlijk begrijp ik de frustratie van lokale besturen en eerstelijnszones die zeggen: ‘Had je dat nu niet een beetje vroeger kunnen vertellen?’ De waarheid is dat wij half augustus reeds gevraagd hebben aan de Hoge Gezondheidsraad om ons advies te geven rond die derde prik. We hebben tot nu toe altijd gehandeld op wetenschappelijke basis, op basis van advies van experten. Het vertrouwen in onze vaccinatiecampagne is mede daarop gestoeld, omdat we niet handelen uit politieke motieven maar op basis van wetenschappelijke inzichten.
Op het ogenblik dat de Hoge Gezondheidsraad ons op een vrijdagavond een advies heeft gegeven over het vaccineren van 65-plussers, heb ik tijdens dat nieuws – er was een regeringsvergadering over de begroting aan de gang – aan mijn collega’s gezegd dat we de vaccinatiecentra langer zouden moeten openhouden. De dag nadien ’s morgens – nauwelijks geslapen – hebben we een interministeriële conferentie (IMC) bijeengeroepen om over dit advies te spreken. We hebben toen besloten dat we dat principieel zouden doen.
Hadden we dat vroeger willen weten? Ja, absoluut. Dat had ons veel miserie bespaard en dan hadden we sneller kunnen handelen. Maar de wetenschappelijke adviezen van de Hoge Gezondheidsraad zijn van fundamenteel belang.
Voorzitter, ik wil nog een slotbemerking maken als het mag. We handelen op basis van wetenschappelijk inzicht. Ik heb gisteren het advies van het Europees Geneesmiddelenagentschap gezien. Ik was daar eerlijk gezegd in ontgoocheld. Er zijn landen die om politieke motieven iedereen willen vaccineren, los van de vraag of dat zinvol en nodig is. Voor wie moeten we dat doen? Met welke tijdsintervallen moeten we dat doen? Ik denk niet dat het verstandig is om dat te doen om politieke inzichten.
Maar de hele vaccinaankoop is gebeurd op Europees niveau. Het Europees Geneesmiddelenagentschap liet gisteren weten dat elk land vrij was om daar inzichten over te verwerven. Ik vind dat Europa hierin abdiceert. Ik vind dat het Europees Geneesmiddelenagentschap niet alleen in de aankoop van de vaccins, maar ook in de wetenschappelijke adviezen en hoe daarmee om te gaan een coördinerende rol zou moeten spelen. Dat heeft het nu opnieuw niet gedaan. Ik vind dat erg; ik vind dat ontgoochelend. Ik heb dat vanmorgen gezegd op de IMC. Wij doen dat op basis van evidencebased elementen. Wat zegt men dat er moet gebeuren, en dan handelen we daarnaar. Dan laten we daar geen politieke lacunes over bestaan
Minister, kunt u afronden?
Dan handelen we daar onmiddellijk naar. Het zou goed zijn dat Europa op die manier de coördinerende rol die het denkt te moeten spelen, ook opneemt.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben het absoluut eens met minister Somers als hij zegt dat de lokale besturen schitterend werk hebben geleverd. Het zijn de lokale besturen, de zorgraden en de talrijke vrijwilligers die deze campagne echt tot een succes hebben gemaakt.
Ik begrijp absoluut die frustraties. Ik begrijp waarom ze boos zijn. Ze hebben zich gedurende heel de vaccinatiecampagne in allerlei bochten gewrongen om dit op een goede manier af te handelen. Ze krijgen dan het bericht dat ze op 15 oktober moeten sluiten, terwijl we derde en nu zelfs vierde prikken hebben aangekocht. Er is een advies gevraagd. Men had toch al een beetje vooruit kunnen denken en zeggen tegen de lokale besturen: ‘Misschien gaan we na 15 oktober de vaccinatiecentra openhouden.’
Dat betreur ik ten zeerste. Maar goed, het is wat het is. Ik kijk vooral vooruit nu, en ik hoop vooral dat er nu duidelijk gecommuniceerd wordt met de lokale besturen, hoe het verdere verloop zal zijn, en hoe ze logistiek en op het vlak van personeel maximaal ondersteund gaan worden.
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik zou het woord frustratie niet in de mond willen nemen namens de lokale besturen. Het is vooral daar dat het kalf gebonden ligt. De vrijwilligers: dat komt wel in orde. Die zijn nog gemotiveerd. Ze hebben een nieuwe sociale kring opgebouwd. Die krijgen we wel terug in het gareel.
Ik moet u wel onmiddellijk bijtreden – ik had de vraag niet aan u, minister Beke, maar aan minister Somers gesteld – in verband met de langetermijnvisie. We horen over een derde ronde voor iedereen. Ik weet niet of dat waar is; ik ben geen arts of specialist.
U leeft ook bij gratie van die Gezondheidsraad als het dan gaat over die beslissingen. Maar we zouden, nu de grote druk van de ketel is, vanuit Vlaanderen en de lokale besturen, die in deze coronacrisis een voortreffelijke rit hebben gereden, toch kunnen nadenken over hoe we de lokale besturen kunnen helpen bij het ontwikkelen van een langetermijnvisie. Sporthallen opendoen, dichtdoen, dingen huren, dingen niet meer huren: dat kunnen we niet meer aan. En als die derde prik voor iedereen er komt, en eventueel die vierde, waarover we nu toch ook al in de wandelgangen horen, dan zou ik toch graag hebben dat Vlaanderen het voortouw neemt en zorgt voor de langetermijnvisie voor de openbare lokale besturen.
De heer Sintobin heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft de laatste weken niets anders gedaan dan de triomfklok luiden over de vaccinatiestrategie en de vaccinatiegraad – daarnet in jullie antwoorden ook nog eens. Maar het is zoals de coördinator van Brugge zegt: jullie hebben er opnieuw een knoeiboel van gemaakt. Want inderdaad, vele gemeenten en steden weten niet waar ze aan toe zijn, ze weten niet hoe ze het moeten oplossen. Niemand van jullie heeft een oplossing geboden aan steden en gemeenten die de zalen al opnieuw vrijgegeven hebben. De zalen zijn al opnieuw verhuurd aan evenementen en dergelijke. Vrijwilligers moeten opgetrommeld worden. Het is een echte knoeiboel. Bijvoorbeeld in Brugge gaat het over 34.000 mensen. Dat is een volledig nieuwe vaccinatiecampagne. Ik weet niet of jullie dat beseffen. Of neem het feit dat het agentschap Zorg en Gezondheid ook niet op de hoogte was van het feit dat het om alle 65-plussers gaat. Zij dachten dat het om alle 85-plussers ging. Er scheelt dus iets aan de communicatie rond dat hele gebeuren.
Een extra vraag kan zijn: hoe denken jullie in godsnaam al die mensen terug naar het vaccinatiecentrum te krijgen? Het is inderdaad zo dat de Vlamingen enorme inspanningen hebben geleverd. We zitten boven de 90 procent. Maar ik vrees er een beetje voor dat het moeilijk zal worden om al die mensen opnieuw naar een vaccinatiecentrum te krijgen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Heren ministers – ik zou hier eigenlijk liever zeggen ‘heren titelvoerend burgemeesters’, want daar schermen jullie graag mee, en dat mag ook –, dit is toch wel zeer frustrerend. Ik veronderstel dat jullie dat aanvoelen, dat er op lokaal niveau frustratie is. Jullie zeggen dat jullie het eigenlijk niet wisten en dat jullie last minute hebben moeten beslissen. Minister Beke, u zegt dat u half augustus hebt gevraagd wat we zullen doen met de 65-plussers. Twee weken later heeft de regering beslist dat dit wordt stopgezet vanaf 15 oktober. U hebt dus het antwoord van de Hoge Gezondheidsraad niet afgewacht. U hebt tegen de lokale besturen gezegd: ‘Sluit maar vanaf half oktober.’ Om dan twee weken voordat ze zouden sluiten, te zeggen: ‘We gaan ze toch openhouden.’ Dit is chaos die had kunnen worden vermeden door vooraf – en ik ben blij dat de collega’s ook geen blad voor de mond nemen – te zeggen dat we ze zouden openhouden om ze dan eventueel vervroegd te sluiten. Dat zou de omgekeerde weg zijn geweest. Op welke manier gaan jullie ervoor zorgen dat de chaos van verenigingen die al een locatie hadden geboekt, die al een zaal hadden gereserveerd die nu wegvalt, nu opgelost wordt? Hoe kan dit in de toekomst worden vermeden?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ministers, het succes van de hoge vaccinatiegraad is uiteraard te danken aan de vele lokale besturen en de vrijwilligers die elke dag opnieuw het beste van zichzelf hebben gegeven. In de webinar die maandag heeft plaatsgevonden, is gezegd dat er zal worden overgegaan naar minstens één vaccinatiecentrum per eerstelijnszone. Dat betekent natuurlijk wel dat we de bereikbaarheid van die vaccinatiecentra op punt moeten houden. Kwetsbare mensen zullen nu misschien wat verder moeten rijden, ze zullen misschien een beroep moeten doen op vervoer om er te geraken. Dat betekent dat mensen opnieuw verder zullen moeten rijden, maar ook moeilijker een parkeerplaats zullen vinden omdat er misschien een andere locatie is gekozen. Ik ben toch wel wat bezorgd over de hoge opkomst die we zullen hebben. We hebben die nu gehad, maar zullen we die ook hebben als mensen verder moeten rijden naar een andere locatie? Op welke manier kunnen we er ook de komende maanden voor zorgen dat de mensen vlot in de vaccinatiecentra zullen geraken voor een derde prik?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, we moeten eerlijk blijven in dit debat en het genuanceerd bekijken. Uiteraard is het frustrerend voor mensen die op het terrein bezig zijn – lokale bestuurders, mensen die in de vaccinatiecentra bezig zijn – dat er constant moet worden bijgestuurd. Maar tegelijkertijd – en daar geef ik de ministers wel gelijk – hebben we in heel deze crisis de vaccinatiestrategie afgestemd op de wetenschappelijke inzichten. Die evolueren uiteraard. Dan moet er worden bijgestuurd. Kan er soms sneller worden gecommuniceerd? Uiteraard. Ik snap de frustratie van de lokale besturen.
Er is hier verwezen naar een eventuele derde shot voor de voltallige volwassen bevolking. Ik heb begrepen dat het Europees Geneesmiddelenbureau op zekere wijze het licht op groen heeft gezet. Ook is de Hoge Gezondheidsraad om advies gevraagd. Ik vraag me af of niet beter nu al aan de lokale besturen kan worden gecommuniceerd dat de vaccinatiecentra tot volgende zomer moeten openblijven, zodat we voor iedereen in een derde shot kunnen voorzien. Ik vraag me af of het niet beter zou zijn nu al in financiering daarvoor te voorzien. We kunnen achteraf altijd nog zeggen dat het niet nodig is. Het is misschien beter op die manier, zodat ze zich kunnen voorbereiden in plaats van op een bepaald moment te moeten bijsturen.
Minister Somers heeft het woord.
Om te beginnen, wil ik het pessimisme dat sommigen hier tentoonspreiden ten aanzien van de slagkracht van de lokale besturen ernstig in twijfel trekken. Het is voor de lokale besturen uiteraard zeer moeilijk om een vaccinatiecentrum op twee of drie weken tijd opnieuw te starten, draaiende te houden, samen te voegen of te verhuizen. In mijn eigen stad moet de Nekkerhal sluiten. Die wordt weer als een evenementenhal in gebruik genomen. We moeten naar een oud ziekenhuis migreren. Dat is niet gemakkelijk. Ik ken heel goed de moeilijkheden die dit op het terrein met zich meebrengt. Hier zitten nog verschillende burgemeesters, maar zij leven niet op een andere planeet. We weten dat onze inzichten in de omgang met het virus van dag tot dag veranderen en dat de beleidsmakers en de politici afhankelijk zijn van de evoluerende inzichten in de wetenschap. De enige manier om tijdens deze operatie houvast te hebben en om grond onder de voeten te hebben, is alles op basis van wetenschappelijke inzichten te doen.
Wat bieden we de gemeentebesturen aan? Afgelopen maandag hebben we een webinar georganiseerd waarbij veel gemeentebesturen waren betrokken. We hebben zorgvuldige en correcte informatie gegeven. We zorgen voor een stabiele en forfaitaire financiering per inwoner. Het gaat om 80 procent van het bedrag dat we de voorbije maanden hebben gegeven. We weten immers dat in het verleden ongeveer 1,3 miljoen spuiten per maand moesten worden gezet en dat nu maar ongeveer 670.000 spuiten per maand moeten worden gezet, waardoor we minder vaccinatielijnen nodig hebben.
We ambiëren een minimum van een vaccinatiecentrum per eerstelijnszone. Op basis van het inwonersaantal betekent dit een veelvoud van het aantal vaccinatiecentra in Wallonië, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, in Nederland, en zo kan ik nog even doorgaan. De nabijheid wordt gegarandeerd, maar we willen hier heel flexibel mee omgaan. Als de betrokkenen in een bepaalde eerstelijnszone twee vaccinatiecentra willen behouden, zullen we ons daar niet tegen verzetten. We zorgen voor een maximale doorstroming. Ik weet, bijvoorbeeld, al dat op een aantal plaatsen waar de problemen zijn opgelost en aangepakt twintig vaccinatiecentra hebben beslist tot tien vaccinatiecentra te fusioneren.
Het is evident dat we opnieuw een beroep op vrijwilligers moeten doen. Er is me gevraagd of we opnieuw evenveel mensen zullen kunnen mobiliseren. Ik heb geen glazen bol. Ik ben Madame Blanche niet, maar ik heb het voluntarisme van de Vlamingen gezien om zichzelf en anderen te beschermen door zich te laten vaccineren. Als we een campagne voor een derde spuit moeten voeren, ben ik ervan overtuigd dat veel Vlamingen bereid zullen zijn om hier opnieuw aan mee te werken. De lokale besturen zullen die mensen opnieuw motiveren. Dat is de enige manier om dit te doen. We hebben geen ander instrument. Aangezien ons regulier zorgsysteem al onder druk staat, kunnen we dat niet in de plaats van de lokale besturen doen.
Er is me een vraag over de langetermijnstrategie gesteld. De kans bestaat absoluut dat de lokale besturen na januari 2022 nog verantwoordelijkheid zullen dragen. We vertellen dat aan de lokale besturen, maar niemand kan dat nu met zekerheid zeggen. Niemand kan met zekerheid zeggen wat we na de zomer van 2022 zullen moeten doen. Het virus evolueert nog elke dag en we krijgen elke dag nieuwe inzichten. De Hoge Gezondheidsraad probeert zo snel mogelijk zo duidelijk mogelijke informatie te geven. Minister Beke is hiervoor verantwoordelijk. Er is een kans dat we het regulier zorgcircuit voor een vierde spuit of voor de vaccinatie van de hele bevolking kunnen laten zorgen, bijvoorbeeld als het vaccin gemakkelijker te bewaren valt. Als het vaccin niet meer onder moeilijke omstandigheden moet worden bewaard, kunnen huisartsen of anderen dit misschien doen. Dat is wat we nu moeten onderzoeken. We moeten elke dag blijven bijsturen, maar dat geldt niet enkel voor ons. Dat is overal het geval.
Maar ik heb zelf heel veel vertrouwen in die lokale besturen. We zorgen ervoor dat zij de financiële middelen hebben om dat te doen en we vragen hun medewerking. We hebben hen nodig. En de signalen die ik krijg, is dat een groot deel van onze lokale besturen absoluut bereid zijn om die inspanning te doen, dat die knarsetanden, dat zij knorren, zoals wij in de Vlaamse Regering knarsetanden en knorren, omdat we extra middelen moeten uitgeven, omdat we nog meer inspanningen moeten doen, zoals mensen op straat knarsetanden en knorren. Maar alleen door samen te werken geraken we daardoor.
Maar onszelf wijsmaken dat we nu al kunnen zeggen wat er in januari of februari moet gebeuren, of dat wij in de plaats kunnen treden van de Hoge Gezondheidsraad en dingen kunnen vragen aan lokale besturen die achteraf niet moeten worden ingevuld, dat is geen juiste manier van werken. Ik geloof erg in onze aanpak. Ik weet dat het heel moeilijk is voor lokale besturen, dat de informatie noodgedwongen heel laat was. Maar ik denk dat het de beste manier was en de beste weg is om opnieuw een beroep te doen op die lokale besturen en je goed te informeren, te financieren. En dan geraken we daardoor.
Minister Beke, u hebt nog welgeteld 46 seconden.
Dank u wel voor uw gulheid, voorzitter.
Ja, dat is door uw collega.
Kijk, au fond hebben we twee keuzes. Ofwel gaan we voor de maximale zekerheid, dan moeten we weten hoe lang het virus werkt, wat het interval is dat daarvoor nodig is enzovoort. Maar dan, indien we daarop hadden gewerkt, indien we die ingesteldheid hadden gehad, dan hadden we vandaag nog geen enkele spuit gezet. We hebben ervoor gekozen om snel te vaccineren, met de wetenschappelijke inzichten die we op dat ogenblik hadden en met de overtuiging dat we zouden moeten bijsturen. En we hebben al vaak moeten bijsturen, al vaak, maar wel in een richting die voor ons heel duidelijk was: zoveel mogelijk mensen maximaal vaccineren.
En toen de Hoge Gezondheidsraad zei dat we de mensen met onderliggende immuniteiten moesten vaccineren, hebben we dat begin september gedaan. Toen de Hoge Gezondheidsraad dan twee weken later zei dat we de 85-plussers moesten vaccineren, heb ik onmiddellijk op de knop geduwd om die uitnodigingen de deur uit te krijgen. Toen men zei dat we de mensen in de woonzorgcentra moesten vaccineren, hebben we onmiddellijk actie gevoerd. En toen men dan een paar dagen later zei dat men op basis van nieuwe internationale inzichten uit Israël, uit het Verenigd Koninkrijk, oordeelde dat het beter was om nu ook de 65-plussers te vaccineren, hebben we ook niet geaarzeld.
En, mijnheer Van Eeckhout, was er dan op voorhand niet even nagedacht? Ja. Ik herinner mij nog, voorzitter, dat we twee weken voordien in de commissie een hele discussie hebben gevoerd over de vraag of we 65-plussers moesten vaccineren. Daarop heb ik voorgesteld om te wachten op de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad. Andere collega's vonden dat dat niet moest gebeuren, omdat eerst de derde wereld moest worden gevaccineerd. Wel, we hebben die adviezen gekregen en we hebben onmiddellijk gehandeld.
En ik had een plan neergelegd in de schoot van de Vlaamse Regering voor een fijnmazige aanpak voor de komende maanden, ook voor in 2022. Want wie denkt dat we in 2022 geen vaccins meer zullen zetten... Ja, dát weet ik wel, dat dat niet het geval zal zijn. En ik hoop dat we verder kunnen met die fijnmazige aanpak, maar als het moet, zullen we opnieuw oordelen. Maar wel, voorzitter, op basis van de wetenschappelijke inzichten die ons tot nu toe altijd het meeste vertrouwen in de hele vaccinatiecampagne hebben opgeleverd.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat deze coronacrisis niet evident is geweest, voor niemand, is wel heel duidelijk. Maar waar ik nu vooral naar kijk, is dat de Hoge Gezondheidsraad nu ook onderzoekt dat mensen onder de 65 jaar met risicofactoren eventueel ook een derde prik zouden krijgen, en de zorgverstrekkers eventueel ook.
Ik vraag om daarop te anticiperen, om te zeggen tegen lokale besturen: ‘Kijk, eind december is niet noodzakelijk de einddatum. Het kan zijn dat jullie langer moeten openblijven.’ Dat is heel belangrijk voor die lokale besturen.
Hetzelfde wat betreft de zorgverstrekkers: ik vind het heel belangrijk om ook daar kort op de bal te spelen. Want u zegt dat het zou kunnen dat we het in het reguliere zorgsysteem zullen inbrengen. Ik heb daar net dezelfde opmerking bij: zorg ervoor dat u op tijd die zorgverstrekkers informeert, zodat alles op een heel duidelijke manier kan gebeuren.
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik denk niet dat het een knoeiboel geweest is de afgelopen twee jaar. Integendeel. We hebben een prestatie neergezet. En ik denk ook dat we dit keer weer klaar zullen zijn voor de opdracht voor de 65-plussers. We zullen dat met 59 van de 94 centra tot een goed einde brengen. Maar ik blijf erbij dat ik het onverantwoordelijk vind dat de Vlaamse Regering en de verantwoordelijke ministers aan het touwtje hangen van een Gezondheidsraad die au fur et à mesure kan beslissen wat er gebeurt. Ook zij kunnen toch een beetje een langetermijnvisie ontwikkelen om de lokale besturen en de duizenden vrijwilligers die goed werk geleverd hebben bij te staan in volgende golven en in volgende vaccinaties. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.