Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verplichte vaccinatie van zorgpersoneel
Actuele vraag over het verplichten van vaccinatie voor zorgpersoneel
Verslag
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, collega’s, de vaccinatiecampagne tegen COVID-19 loopt in Vlaanderen als een trein. Maar natuurlijk hebben we nu weer een nieuw aspect dat voor zware discussie zorgt en dat leidt tot bepaalde moeilijke ethische kwesties. Ik heb het over de verplichte COVID-19-vaccinatie voor het zorgpersoneel. Ondertussen hebben Frankrijk en Griekenland deze verplichting opgelegd. Dat doen zij natuurlijk vanuit de bezorgdheid dat een voldoende percentage van het zorgpersoneel zich zou laten vaccineren.
Bij ons in Vlaanderen en België hebben de overkoepelende ziekenhuiskoepel en de werkgeversorganisatie maar ook het UZ Brussel opgeroepen tot een verplichting. De Vlaamse Regering heeft al van dag één gezegd dat we het zouden houden bij sensibilisering. Anderzijds moet voor een verplichting de federale wetgeving worden aangepast. Maar, minister, om de nodige 90 procent en de groepsimmuniteit te bereiken is een verplichting misschien noodzakelijk.
Minister, wat is uw standpunt ten aanzien van een al dan niet verplichting van de vaccinatie van het zorgpersoneel?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Laat ons beginnen met het goede nieuws: de vaccinatiecampagne gaat heel snel vooruit. Je zou denken: eindelijk! De tijd van de herwonnen vrijheid komt eraan. Maar jammer genoeg is het risico nog niet geweken. We zien dat de besmettingscijfers opnieuw aan het stijgen zijn. De deltavariant is volop in omloop en is zeer besmettelijk. Nieuwe studies zeggen dat er een noodzaak is om te komen tot een vaccinatiegraad van 90 procent.
De vaccinatiegraad bij de zorgverstrekkers bedraagt ongeveer 73 procent. Maar er zijn enorme verschillen, zowel qua regio als qua beroepscategorie. Vlaanderen doet het vrij goed. Maar in Brussel zien we toch wel grote problemen. Slechts 49 procent van de zorgkundigen daar zijn gevaccineerd. Dat betekent dat zij een risicofactor vormen voor nieuwe uitbraken in onze zorginstellingen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Italië heeft ondertussen een vaccinatieplicht bij de medewerkers in de zorg. Griekenland en Frankrijk volgen dat voorbeeld. Blijkbaar heeft dat een positief resultaat. De Belgische zorgkoepels en de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) zijn alvast gewonnen voor het idee van de verplichte vaccinatie bij zorgverstrekkers. Hepatitis B is ook verplicht bij hen.
Ik denk dat we moeten stellen dat het een kwestie is van solidariteit en verantwoordelijkheid. Je hebt solidariteit voor de hele maatschappij omdat wij een hoge vaccinatiegraad moeten bereiken om opnieuw de vrijheid te herwinnen, maar er is ook verantwoordelijkheid ten opzichte van onze meest kwetsbaren.
Minister, u hebt in de interministeriële conferentie (IMC) gezegd dat u niet wilt verplichten maar eerder wilt sensibiliseren en informeren. Mijn vraag is vrij eenvoudig: wat zouden de redenen kunnen zijn om toch over te gaan tot een verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel?
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, collega's, we hebben het al zo vaak gezegd: er is bijna geen enkele regio waar de vaccinatiegraad zo hoog is als in Vlaanderen. Vlamingen weten dat, als je een vaccin neemt, je jezelf beschermt maar ook de anderen in je omgeving beschermt. Dat geldt bij uitstek voor het zorgpersoneel. Het zijn mensen die in de frontlinie staan, nu al bijna anderhalf jaar, die mensen hebben zien lijden en mensen hebben zien sterven. Het is dan ook niet vreemd dat heel veel van hen zich hebben laten vaccineren. Ook daar scoren we goed, zeker tegenover andere regio's, ook in België.
En dat is maar goed ook, want zij worden als eersten blootgesteld aan nieuwe varianten en ze zorgen tegelijkertijd voor de meest kwetsbaren. Het is net die combinatie die maakt dat vaccineren, vooral in de zorgsector, echt essentieel is. In verschillende woonzorgcentra en ziekenhuizen ligt de vaccinatiegraad dicht bij de 100 procent, maar helaas is dat niet overal het geval.
In de zorg kan men natuurlijk geen 1,5 meter afstand houden. Men moet vaak contact maken met mensen en men wordt geconfronteerd met mensen met de zwakste gezondheid. Vaccineren moet er echt de norm zijn om zichzelf, maar ook de patiënten, te beschermen.
Die urgentie leeft bij heel veel zorginstellingen, maar net om ervoor te zorgen dat we voor iedereen een veilige omgeving kunnen garanderen, legde de minister van Volksgezondheid vandaag een gezamenlijk actieplan voor aan de IMC om in nauw overleg met de zorgsector, ook uiteraard met de verschillende regio's, de vaccinatiegraad bij het zorgpersoneel nog omhoog te krijgen.
In eerste instantie is dat opnieuw een oproep aan het moreel appel van mensen en is het een bijkomende sensibilisering. Het biedt ook vooral transparantie voor patiënten en families over de vaccinatiegraad van de zorginstelling waarvan ze afhankelijk zijn. Mensen hebben recht op die informatie. Die impact van zorgverleners is heel groot en schept enorme verantwoordelijkheden. Vandaar dat minister Vandenbroucke gisteravond een verplichting ook niet helemaal uitsloot.
De collega's hebben dezelfde vraag al wel gesteld. Minister, wat is het standpunt van de Vlaamse Regering over een eventuele vaccinatieverplichting voor het zorgpersoneel?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, zoals u zelf onderstreept hebt, loopt de vaccinatiecampagne in Vlaanderen goed. Op dit ogenblik heeft 72 procent van alle Vlamingen een eerste prik gekregen, 88 procent van de volwassen bevolking. Het is vandaag ‘quatorze juillet’. Het is niet voor niets dat president Macron eergisteren zijn aankondiging heeft gedaan want hij had beloofd dat op 14 juli 70 procent van alle volwassen Fransen hun eerste prik zou hebben gekregen. Hij klopt af op 67 procent. Uiteraard moet je dan met ‘quatorze juillet’ voor ogen inspanningen aankondigen, wat hij ook heeft gedaan. Blijkbaar met succes, want er liggen negen miljoen vaccins in de Franse koelkasten en er zijn intussen anderhalf miljoen Fransen bij die zich toch willen laten vaccineren. Hoe meer mensen in Vlaanderen, in België, in Europa, in de wereld gevaccineerd zijn, hoe beter het is.
We hebben er vanmorgen op de IMC inderdaad over gesproken, en dat is niet de eerste keer. We hebben al vaak over het vaccineren gesproken, ook over het vaccineren van het zorgpersoneel. We zijn in het begin begonnen met bewoners en zorgpersoneel. De cijfers die Sciensano heeft gegeven, zijn mee aanleiding geweest voor dit debat. Ik kom er dadelijk op terug.
Er zijn een paar woorden gevallen die ik volledig kan onderschrijven: solidariteit en verantwoordelijkheid. De meeste zorgverleners doen dit ook. Het is een grote pluim aan de helden van de zorg die zich in het begin van de campagne lieten vaccineren, toen de vaccinatietwijfel nog veel groter was dan vandaag. In januari en februari waren er veel meer vaccinatietwijfelaars en argumenten die op dat moment ook deze groep hebben beïnvloed. Ik heb vele voorzieningen bezocht. Men zei toen – en mevrouw Saeys zal dit kunnen bevestigen vanuit haar praktijk – dat jonge vrouwen veel risico's zouden kunnen lopen als ze zwanger waren of wilden worden. De Hoge Gezondheidsraad heeft nadien het advies gegeven dat het risico voor zichzelf en de foetus bij een besmetting veel groter is dan bij een vaccinatie. Het maakt dat toen veel mensen hebben geweigerd die zich vandaag wel willen laten vaccineren.
Dat is een goede zaak. Ik ben het ermee eens dat vaccineren de norm moet zijn in heel Vlaanderen, maar zeker voor de mensen in de zorg. Bij het overgrote deel van de mensen is dat ook het geval. Is dat voldoende? Nee. Daarom gaan we sensibiliseren, mobiliseren. Vorige week heb ik al gezegd dat de mensen een tweede kans krijgen. Degenen die zich toen manifest hebben uitgeschreven, die kunnen zich nu inschrijven. Intussen zijn er ook al duizenden mensen die dat gedaan hebben, wat een zeer goede zaak is. Ik roep ook de voorzieningen op, ik roep de werkgevers op, iedereen op het terrein, om de sensibilisering en de mobilisering, die we ook in januari gedaan hebben, nu te herhalen. De arbeids- en bedrijfsgeneeskundige diensten, bijvoorbeeld. Zorg ervoor om degenen die nog niet overstag zijn gegaan, die nog niet gevaccineerd zijn, effectief te laten vaccineren.
We zullen daar ook oproepen tot transparantie. We zullen daar met het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ) over spreken. Maar ik vind dat we intussen niet moeten wachten. Voorzieningen kunnen vandaag al de cijfers op hun website bekendmaken. Doe dat, het kan alleen maar een aansporing zijn voor degenen die nog twijfelen om deze stap ook te zetten. We zullen ook bijkomende campagnes voeren, want er is ‘no time to waste’, zeker voor degenen in de zorg die nog niet gevaccineerd zijn.
We hebben ook gesproken over het Sciensanorapport. Ik heb het Sciensanorapport naast onze eigen cijfers gelegd, en ik heb moeten vaststellen dat er toch wel een onderrapportage is, bij sommigen een grote onderrapportage. Als ik bijvoorbeeld zie dat men, wat de diëtisten betreft, in het Sciensanorapport spreekt over nauwelijks 55 procent, terwijl wij komen aan 93 procent, als we bij de kinesisten spreken over 92 procent bij ons, in plaats van over 84 procent, dan is het toch wel zaak om heel goed te kijken naar deze cijfers. Zijn er problemen, en waar zitten die problemen? Dat moet uitgeklaard worden. Dat is een tweede zaak die we naar voren hebben gebracht, – naast het mobiliseren en sensibiliseren, en het transparant maken –: dat zijn de juiste cijfers en becijferingen.
Het derde wat we gezegd hebben, is – u hebt het de ‘lender of last resort’ genoemd, denk ik, collega Anaf – wat betreft de verplichting. Ik heb daar geen taboes over. Ook in de interministeriële conferentie (IMC) is gezegd: laat ons dat huiswerk maar maken. Wat betekent dat? Dat betekent, ten eerste, met de zorgverstrekkers in overleg en dialoog gaan. Ten tweede, want daar moet ook federale wetgeving voor aangepast worden, is er overleg tussen werkgevers en werknemers nodig. Ten derde zullen we de perimeter moeten afbakenen. Over wie gaat het, als we dat willen doen? Hoe breed gaan we daarin gaan? Is dat het personeel, zijn dat ook de zelfstandigen, is dat iedereen die een of andere medische activiteit verricht in een voorziening? Hoever gaan we daarin? Ten slotte ook: wat betekent dat dan, verplichten? Met andere woorden: wat zijn dan de sancties voor wie het niet doet? Wat ga je als repercussie opleggen voor het eventueel niet sanctioneren? Dat zijn een aantal belangrijke vraagstukken die we vanmorgen besproken hebben, en waarvan we gezegd hebben dat we dat allemaal onder de loep gaan nemen, dat we dat gaan bestuderen.
Intussen gaan we wel niet afwachten. Integendeel, we gaan mobiliseren, sensibiliseren en iedereen die het nog niet gedaan heeft, oproepen om zich te laten vaccineren.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik denk dat de verdere sensibilisering inderdaad belangrijk is. We mogen toch niet vergeten dat het zorgpersoneel een enorme voorbeeldfunctie heeft. Door zichzelf als zorgverstrekker niet te vaccineren, legt men ook een druk op zijn collega’s, en dat geeft heel wat stress op de werkvloer. Ik denk dat het goed is dat er verder gemobiliseerd en gesensibiliseerd wordt. De transparantie is een absolute noodzakelijkheid, denk ik, die u zeker verder moet toepassen. En ook het verschil in de cijfers tussen de verschillende regio’s is belangrijk om in het oog te houden. In Vlaanderen scoren we inderdaad goed. Maar wat is uw timing? Hoelang denkt u nog verder te sensibiliseren? Wat is uw uiteindelijke doelstelling, vooraleer over te moeten gaan tot meer drastische middelen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik vind dat individuele vrijheid stopt waar de vrijheid van iemand anders wordt geschaad, laat staan iemands gezondheid in gevaar wordt gebracht. Als zorgverstrekker vind ik het persoonlijk onverantwoord en onethisch om je als zorgverstrekker niet te laten vaccineren want je brengt niet alleen jezelf, maar vooral onze meest kwetsbaren in gevaar. Het is juist zo belangrijk dat je op je werk andere mensen beschermt. Er is bovendien al een verplichte vaccinatie voor Hepatitis B.
Een zorgverstrekker heeft een voorbeeldfunctie. Veel mensen vragen ook hun advies. Ik denk dat zorgvertrekkers echt wel een voortrekkersrol moeten spelen. Mijn vraag is dan ook wanneer u gaat sensibiliseren en informeren. Welke doelstelling stelt u voorop en tegen wanneer? Als u die niet bereikt, wilt u dan eventueel wel overgaan tot verplichting van de vaccinatie? Welk exact resultaat wilt u behalen?
De heer Anaf heeft het woord.
Ik ben het helemaal eens met collega Saeys wanneer ze zegt dat individuele vrijheid stopt waar anderen in gevaar worden gebracht. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ook als het gaat over de voorbeeldfunctie van mensen die in de zorg werken. Er wordt effectief naar artsen, naar verpleegkundigen, naar mensen die werken in onze woonzorgcentra gekeken. Zorg verlenen is ook meer dan een goede opleiding en hard werken. Dat wil ook zeggen dat je jezelf en de patiënten waar je zorg voor draagt beschermt. Als je die kan beschermen door je tegen dit virus te laten vaccineren, dan is dat volgens mij ook een onderdeel van goede zorg.
Ik ben blij met uw antwoord, minister. Het is goed dat er geen taboes zijn. Ik ben ook blij dat er ernstig wordt nagedacht over hoe dat moet worden ingevoerd, over wat de eventuele consequenties zijn. Ik heb misschien nog één vraag. Is er zicht op wanneer die stap wordt gezet? Ik begrijp dat er een aantal dingen worden voorbereid. Vanaf wanneer zou het mogelijk zijn om eventueel tot een verplichting over te gaan?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, als het regent in Parijs, druppelt het in Brussel.
Onze partij is altijd voorstander geweest van een vrijwillige vaccinatie en we gaan dat ook blijven. We zijn enerzijds tevreden met de beslissing die vandaag is genomen, maar ik hoor u nu zeggen dat we mettertijd mogelijk toch tot een verplichte vaccinatie zullen overgaan. Daar zijn wij absoluut geen voorstander van. Wij vinden trouwens ook dat dit geen issue is in Vlaanderen. De cijfers zijn goed in Vlaanderen, ook in de zorg. De vaccinatiebereidheid is heel groot. Ik denk dat wij gemakkelijk de 90 procent en misschien meer zullen halen. Maar het probleem situeert zich natuurlijk in Brussel en Wallonië en in gemeenten rond Brussel. U zegt dat er transparantie moet komen en dat de juiste cijfers moeten bekend worden. Maar wij vinden ook dat de olifant in de kamer moet benoemd worden. Als men een probleem heeft, en men wil het oplossen, dan moet men het probleem ook erkennen.
Wat ons betreft is er vooral een probleem bij bepaalde bevolkingsgroepen, ook in de zorgsector, om zich niet te laten vaccineren. Kunt u dat bevestigen? Welke initiatieven worden specifiek genomen naar deze bevolkingsgroepen toe?
De heer Rzoska heeft het woord.
Laat mij eerst zeggen, minister, en ik heb geen enkel probleem om dat te erkennen, dat de vaccinatiecampagne zoals ze nu verloopt echt op een hele goede manier verloopt. Heel veel mensen laten zich vaccineren. Het is ook goed georganiseerd. Iedereen die zijn vaccin gaat ophalen ziet ook dat het ook wel goed werkt. De cijfers zijn sterk en laat ons hopen dat ze nog sterker worden. Maar ik maak me wel, en ik sluit mij aan bij de collega’s die de vraag hebben gesteld, wat betreft het zorgpersoneel een beetje zorgen. Niet veel, maar toch wel een klein beetje. Het zijn inderdaad mensen die in contact komen met kwetsbare mensen. We hebben ook al gezien dat mensen die gevaccineerd zijn, toch de ziekte nog altijd kunnen oplopen of zelfs verspreiden. U hebt u in deze ook in mijn fractie een bondgenoot om er toch voor te zorgen en genoeg druk te zetten, te sensibiliseren en te mobiliseren om mensen die in de zorg werken ook op te roepen om het vaccin te gaan ophalen.
Dus in die zin sluit ik mij daarbij aan. Mijn concrete vraag is: wat is voor u de grens die u daarbij wilt bereiken? Wat is het cijfer dat u daarvoor naar voren schuift om eventueel, als het niet anders kan, over te gaan tot de verplichte vaccinatie?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Vlaanderen staat aan de top van de vaccinaties en dat is ook zo voor het zorgpersoneel, zeker tegenover andere regio’s. Dat is ook heel belangrijk, aangezien het zorgpersoneel elke dag zorgt voor heel kwetsbare mensen. Uit de motivatiebarometer blijkt nog wel, minister, dat er ruimte is om mensen te overtuigen om zich te laten vaccineren. Veel vaccintwijfelaars, zijn geen vaccinweigeraars. Maar het zijn mensen die zich vragen stellen, bijvoorbeeld over vruchtbaarheid of over zwangerschap. Dus denk ik dat het goed is dat u nog verder wilt sensibiliseren en motiveren. Dat is ook een opdracht voor koepels en werkgevers. Een persoonlijk gesprek kan daar echt wel in helpen. Maar minister, ook wij zijn van mening dat als wij botsen op de grenzen van de vrijwilligheid, wij voor de solidariteit en de verantwoordelijkheid die verplichting moeten durven op te leggen aan het zorgpersoneel. Het is goed dat u daar nu al de voorbereidingen voor treft.
Minister Beke heeft het woord.
Ik voel aan dat er een zeer grote consensus is voor de stappen die wij nu gaan zetten. Wij hebben vandaag 88 procent vaccinnatiegraad. Ik heb dit weekend gezegd dat wij naar de 90 procent moeten gaan voor de volwassen bevolking. Wij willen dus zeker ook in de zorg die 90 procent halen, maar dat is voor mij niet voldoende. Ik denk dat wij met zijn allen absoluut met een stofzuiger door Vlaanderen moeten gaan om iedereen die nog niet gevaccineerd is, te vaccineren, te overtuigen. Inderdaad, collega Schryvers, zijn er meer vaccinatietwijfelaars dan -weigeraars. Welnu, intussen heeft 80 procent van de vaccinatietwijfelaars zich laten vaccineren. Dat werkt. De wortel werkt in Vlaanderen. Daarop moeten wij verder inzetten: op sensibiliseren, mobiliseren, argumenteren en zeker voor de mensen die werken in de zorg het waarom uitleggen. Nogmaals: het overgrote deel van de mensen in de zorg heeft zich ook laten vaccineren. Wij leven vandaag, in juli 2021, in volle overtuiging dat de vaccinatietwijfel is omgeslagen in vaccinatiehonger. Laat ons eerlijk zijn: toen wij begonnen met deze campagne en deze groep eerst hebben uitgenodigd, was er een grote vaccinatietwijfel. Ik heb het voorbeeld aangehaald van de jonge vrouwen. Er waren veel vragen over mogelijke problemen met de zwangerschap enzovoort. Die twijfels zijn weggevaagd, met overtuigende argumenten door onze eerste lijn, de huisdokters, de apothekers, de thuiszorg, door de campagnes die gevoerd zijn door de verschillende beroepsgroepen. Het Vlaamse Instituut voor de Eerste Lijn heeft daarvoor ongelofelijk veel werk gedaan samen met al zijn actoren, om de mensen te overtuigen. Dat is hetgeen dat wij nu gaan doen, op dit ogenblik. There is no time to waste. De campagnes die wij in januari begonnen zijn, gaan wij nu opnieuw doen om nu opnieuw de kans te geven aan degenen die toen geweigerd hebben. Daarin hebben wij nu geen tijd te verliezen. Dat gaan wij nu doen.
De timing heb ik ook vanmorgen aan bod gebracht en ik heb de vraag gesteld wat de timing is die wij voor ogen kunnen houden. Dit zal nu door het coronacommissariaat – vermoed ik – op een tijdpad worden gezet. Dat vraag wel overleg. Het is federale wetgeving. Ik heb laten onderzoeken of wij vanuit Vlaanderen vanuit onze regelgeving dingen kunnen doen, maar er blijkt federale regelgeving voor nodig te zijn. Dat betekent dus dat er overleg moet komen tussen werkgevers en werknemers, omdat het gaat over wetgeving zoals over welzijn op het werk. Dat zijn arbeidsrechtelijke aspecten. De vraag naar de sancties, bijvoorbeeld, zijn zaken die op een goede manier moeten overlegd worden. Ik ben daar geen meester van, maar ik vind ook wel dat de timing duidelijk en helder moet zijn.
Wat de grond van de zaak betreft, kan ik wat hier door iedereen is gezegd alleen maar voor 200 procent mee onderschrijven. Voor iedereen, maar zeker voor mensen die werken in de zorg, geldt dat je je niet alleen voor jezelf laat vaccineren, maar ook voor de anderen. Dat is van ontzettend groot belang, zeker ook gezien de onzekerheden die we vandaag kennen. We weten dat er doorbraakinfecties zijn, wat wil zeggen dat er toch nog uitbraken zijn ondanks het gevaccineerd zijn. We weten nog niet wat varianten betekenen en wat eventuele toekomstige varianten kunnen betekenen. Er is, om Hans Kluge te citeren, maar één antwoord op: “Vaccineren, vaccineren, vaccineren.” Wat dat betreft, moeten we alles op alles zetten. Het is ook daarom dat ik heb gezegd dat er wat mij betreft geen taboes zijn daaromtrent. Ik vind onze aanpak tot nu toe echter nog altijd de beste aanpak: mensen motiveren, het vertrouwen winnen in plaats van te sanctioneren. Dat moet onze eerste stap zijn. Dat gaan we nu doen. Als blijkt dat dat niet voldoende is, dan zal ook de verplichte vaccinatie op tafel komen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik denk inderdaad dat de wortel in Vlaanderen werkt, maar we moeten naar die 90 procent vaccinatie gaan, en dan is er zeker de solidariteit, de voorbeeldfunctie, de individuele verantwoordelijkheid van de zorgverstrekker. Dus, blijven sensibiliseren. We moeten die laatste twijfelaars over de streep trekken, zeker wat specifieke groepen betreft, ook gezien de verschillen tussen de zorgverstrekkers. Ondertussen moet men de verplichting voorbereiden, maar die dient echt wel als een stok achter de deur.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De besmettingscijfers stijgen, en met de oprukkende deltavariant mogen we echt geen tijd verliezen. Zullen sensibiliseren en informeren genoeg zijn om daadwerkelijk die 90 procent te bereiken? Ik twijfel. Ik ben daar niet van overtuigd. Ik wil dan toch wel zeker zijn dat er op dit moment al wordt gewerkt aan een verplichting, zeker bij het zorgpersoneel, zodat we geen tijd verliezen. Het kan inderdaad niet de bedoeling zijn dat we nog alles moeten opstarten als we bijvoorbeeld over een paar maanden zien dat dat niet voldoende is. We moeten vandaag beginnen om echt zo snel mogelijk overal een hoge vaccinatiegraad te bereiken.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, als ik u daarjuist goed heb gehoord, en ik de terugkoppeling die ik van de interministeriële conferentie had gekregen ook goed heb begrepen, dan is die opdracht daadwerkelijk gegeven. Dan is men dat nu aan het uitzoeken. Dan hoeft er geen schrik te zijn dat dat nog een aantal maanden gaat duren.
Er werd terecht gezegd dat we naar 90 procent moeten proberen te gaan. Ik denk dat we in de zorgsector eigenlijk naar 100 procent zouden moeten gaan. Uiteraard moeten we dan in eerste instantie opnieuw kijken naar de individuele verantwoordelijkheid van mensen. We moeten mensen proberen te overtuigen van het belang van vaccinatie, voor henzelf, maar zeker ook voor de mensen voor wie ze dagelijks en vaak met heel veel liefde zorgen. Als het uiteindelijk echter niet anders kan, zullen we inderdaad die stok achter de deur moeten gebruiken en die vaccinatie moeten verplichten in de zorgsector. Ik ben blij dat de stappen worden gezet om daar klaar voor te zijn als het nodig zou zijn.
De actuele vragen zijn afgehandeld.