Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, onze economie heeft een serieuze klap gehad. Dat is een understatement. Wat wel positief is, is dat we aan alles zien dat onze economie weer aan het ‘relanceren’ is. Er zijn meer vacatures, die trouwens ook moeilijk ingevuld geraken. We gaan, volgens mijn bescheiden mening, opnieuw naar een periode van goede hoogconjunctuur. Er zijn een aantal factoren die nog roet in het eten kunnen gooien. Ik denk aan de vaccinaties: zijn die voldoende bestand tegen corona? Wat met de grondstofprijzen? Hoe gaan die fluctueren? Wat met onze inflatie? Een eventuele nieuwe golf zou ook roet in het eten kunnen gooien.
Een aantal werkgeversorganisaties, zoals het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), hebben aangegeven dat ze die relanceplannen wel goed vinden. Maar we zijn nu al in relance. Naast relance hebben we ook transformatie nodig. We hebben een ingrijpende hervorming van ons arbeidsrecht nodig. U hebt zelf, ik denk eergisteren, een actie gedaan in Zuid-West-Vlaanderen rond de horeca, om te tonen dat het zeer moeilijk is om daarvoor mensen te vinden. Dit parlement neemt ook actie – dat komt straks nog aan bod – rond een aantal suggesties om federaal op het vlak van de arbeidsmarkt een aantal zaken te veranderen. Maar er zijn nog domeinen waar dingen zouden kunnen veranderen.
Op Vlaams niveau denk ik bijvoorbeeld aan vergunningen om investeringen versneld te laten lopen. Op federaal niveau zijn er ook nog wat domeinen als we kansen willen op het vlak van e-commerce.
Mijn vraag is dan ook: kan er naast het relanceplan, ook door Vlaanderen en door u als minister van Economie, gewerkt worden aan een echt transformatieplan waarin we kijken op welke manier in gelijk welk beleidsdomein de wetgeving veranderd kan worden om extra jobs te creëren?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Ronse, ik ben blij om u gezond en wel, maar nog lichtjes verkouden terug te zien.
Wat uw vraag betreft: ik was inderdaad gisteren in Zuid-West-Vlaanderen om een van onze grote transformaties in de economie een duwtje in de rug te geven, namelijk het recyclen, het circulair maken van onder andere textiel en textielondernemingen. De dag voordien was ik in Noord-West-Vlaanderen om de acties rond de horeca aan te kondigen. Voor de rest doe ik ook de rest van het Vlaamse land. Ik geef u die twee voorbeelden om aan te tonen dat de acties die wij met de Vlaamse Regering nemen, eigenlijk een drieledig doel hebben.
De eerste periode hebben we het productiepotentieel gevrijwaard. Dat betekent dat we ook veel directe steun hebben moeten geven om ervoor te zorgen dat ondernemingen kunnen blijven werken nadien. In een tweede fase hebben we gezegd dat we leningen en waarborgen moeten verstrekken. Die mogelijkheden bestaan nog altijd. Bedrijven die dat willen, kunnen nog altijd een beroep doen op een aantal van die financiële instrumenten. Ten derde waren wij de eerste regering van dit land die een relanceplan had, een relanceplan dat niet alleen bestaat uit financiële injecties, maar dat vooral – en dat is net wat u vraagt – ook bestaat uit noodzakelijke hervormingen. Onmiddellijk volgend op het relanceplan hebben we een arbeidsmarkthervormingsplan goedgekeurd met de sociale partners, ‘Alle hens aan dek’. Ik vind dat anderen daar wel een puntje aan kunnen zuigen. Er staan ook een heel pak zaken in waarvan we vinden dat ze noodzakelijk zijn om de arbeidsmarkt goed te kunnen laten functioneren.
Daarnaast zijn er ook zeer ingrijpende transformaties nodig in onze economie, u haalt dat zelf aan. Ik kan nog voorbeelden geven. Onze economie moet veel groener, veel duurzamer worden. Daarom is er die aandacht voor dat circulaire. We gaan dat ook doen via innovatiemiddelen. We moeten nog meer investeren in innovatie, maar niet zomaar om uit te vinden, maar om die duurzaamheidssprong te maken en zo ook tewerkstelling bij ons te houden.
Tot slot, maar daar is minister Demir heel fors mee bezig, moeten we er ook in slagen om rechtszekerdere en snellere procedureafhandelingen te krijgen. Dus bij ons in Vlaanderen gaat de relance om veel meer dan budgetten alleen. Het gaat ook om diepgaande transformaties van de economie en de arbeidsmarkt.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil nog even ingaan op de steun aan ondernemingen, zowel federaal als Vlaams. In de eerste golf hebben we heel snel gereageerd. Dat betekende generieke steun. In de tweede golf hebben we onze steunmaatregelen wat slimmer gemaakt, ervoor gezorgd dat de steun meer toekomt bij wie het echt nodig heeft en minder bij wie het niet nodig heeft. Nu zijn we in een andere fase terechtgekomen. Wordt er nog wat in die steunmaatregelen gesnoeid of geknipt zodat we geen helikoptergeld meer dreigen uit te delen? Ik bedoel dat zeker niet slecht, we moesten snel schakelen in die tijd, maar de steun moet echt gaan naar wie het absoluut nodig heeft. Mogen we de komende weken of maanden ook daar nog een nieuwe koers verwachten?
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit me heel graag aan bij de vraag en de oproep van collega Ronse. Ik denk dat we deze crisis ook moeten gebruiken – zoals trouwens elke crisis – om behalve investeringen, ook volop hervormingen te doen, iets wat de Vlaamse Regering ook doet met haar relanceplan. Ik denk dat we naar het federale niveau moeten kijken, maar zeker ook altijd naar ons eigen niveau, naar Vlaanderen. Mijn vraag gaat specifiek over iets wat ook in het relanceplan staat en waar we als Vlaanderen toch nog een serieuze weg af te leggen hebben. Dat is het verhaal van de administratieve vereenvoudiging. Ik had daarover een vraag gesteld aan de minister-president. Hij had me gezegd dat er voor de zomer een eerste operatie van administratieve vereenvoudiging zou komen waarbij men alle procedures eens tegen het licht ging houden en zou kijken waar we die kunnen vereenvoudigen. Ik weet dat u niet de minister-president bent, maar u bent viceminister-president en het is toch ook belangrijk voor onze economische relance. Daarom wil ik eens bij u informeren of u een zicht hebt op de stand van zaken rond de administratieve vereenvoudiging. Ik denk dat dat vooral voor onze bedrijven zeer welgekomen is.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega’s, het is ondertussen iets meer dan een jaar geleden dat we hier in het parlement de resolutie rond de relance hebben goedgekeurd. De Vlaamse Regering heeft inderdaad heel snel geantwoord met een eigen plan, zowel voor de arbeidsmarkt als voor de economie. Als we nu kijken naar de stand van zaken, moeten we zeggen dat er hard en goed gewerkt is. Vorige week waren er nog de cijfers over onderzoek en ontwikkeling. Die 3 procentnorm, waar al bijna twintig jaar naar wordt gestreefd, is bereikt. Dus we innoveren ons uit de crisis.
We investeren ons ook uit de crisis. Op dit moment worden recordbudgetten vrijgemaakt voor zowel private als publieke investeringen, en vaak ook samen. Ook dat was onderdeel van onze resolutie. Tegelijk moet er werk worden gemaakt van diepgaande hervormingen, onder andere rond onze arbeidsmarkt. De werkloosheid is historisch laag en tegelijk is de knelpunteconomie terug volop aan de orde. Minister, wat is voor u de prioriteit om op het vlak van de arbeidsmarkt, toch een achilleshiel bij de ontwikkeling en groei van onze economie, te gaan hervormen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Collega Ronse, wat de steun betreft, is het op dit ogenblik zo dat er nog altijd een aantal beperkingen zijn. Je mag bijvoorbeeld niet dansen op een feest, wat betekent dat veel trouwfeesten niet doorgaan. Dus is het de logica zelf dat we de dancings en de horecazaken die leven van dansfeesten, verder steun blijven geven. Er zijn feestzaaluitbaters die op dit ogenblik opnieuw verplaatsingen van huwelijksfeesten zien. Dat is een heel vervelende zaak. Je zou kunnen zeggen dat dat later wordt ingelopen, maar mensen trouwen niet op weekdagen. Dat betekent dat er capaciteit van in de toekomst nu al wordt vastgeklikt.
Ik heb nog vragen gekregen van de toeristische winkels in cultuursteden, van de buschauffeurs en van de hotels op een aantal plaatsen. We moeten binnen de regering kijken of we ‘gecibleerd’ nog wat extra kunnen doen. Veralgemeende steun blijven toekennen tot de volgende drie maanden, wordt gevraagd door sommigen omdat Nederland dat op dit ogenblik doet en ook Frankrijk plannen in die zin heeft. De vraag is of dat wel zo verstandig is om dat te doen omdat je natuurlijk degenen die het echt goed doen en uit de crisis krabbelen niet meer steunt en anderen wel nog steun gaat geven. Die oefening zijn we aan het maken.
Collega Ongena, ik denk dat ik als minister van Economie de grootste administratieve vereenvoudiging heb gedaan tijdens de crisis. Ondernemers die steun nodig hadden, kregen die automatisch uitbetaald. Ik ben wel wat bezorgd over de resultaten van de controles. Voor mij is dit een ideale testcase over hoe ver je kunt gaan in administratieve vereenvoudiging. Maar alle beleidsdomeinen hebben de opdracht gekregen om screenings te maken. Wij hebben dat ook gedaan. Voor mij gaat het dan vooral over het dubbel overmaken van documenten naar verschillende diensten, dus het unieke loket. Daar wordt hard aan gewerkt. Ik ga ervan uit dat uiterlijk bij de Septemberverklaring onze minister-president daarover een stand van zaken zal geven.
Collega Bothuyne, voor mij is de oplossing glashelder. Maar de woorden zeggen is gemakkelijker dan de daden uitvoeren in dezen. Opleiden, opleiden, opleiden moet de nieuwe mantra zijn. Er zijn heel veel knelpuntvacatures. Er zijn ook mensen die willen veranderen van job en die geen job vinden. Die matching werkt niet perfect. Maar dat is niet alleen de taak van de overheid. Dat wil ik er ook bij zeggen. Dat is ook de taak van de werknemers zelf, en ook van de bedrijven die veel opener kunnen worden dan vandaag het geval is, om mensen bijvoorbeeld op de werkvloer op te leiden. We doen dat nu met de horeca. Dat is de campagne waar collega Ronse naar verwees. We zeggen aan de mensen dat ze moeten komen, ook al hebben ze geen ervaring, en we gaan ze opleiden op de werkvloer. Ik hoop dat dit succes heeft, maar het is een gezamenlijke inspanning van drie actoren die ertoe moet leiden dat de mismatch die er vandaag bestaat, opgelost wordt.
Om collega Ronse een plezier te doen zal ik ook maar zeggen dat ik van de federale overheid wat dat betreft ook wat tegemoetkomingen verwacht. Want als ik dat nu niet zou zeggen, dan zegt hij dat straks in zijn repliek.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, het is ongelooflijk lief van u. Ik ben u zeer dankbaar.
Neen, ik denk dat het nu het moment is om onze economie te vaccineren tegen het coronavirus. Vandaag leeft de economie opnieuw op. De grootste zorg hebt u inderdaad zelf gesignaleerd: bedrijven die geen mensen vinden om aan de vraag te voldoen. Dat remt onze economische groei fors af. In het parlement denken we samen met u mee hoe we dat kunnen oplossen. Daar is geen toveroplossing voor.
Tegelijk vind ik het goed dat u ook de ambitie uitdrukt om ook in andere beleidsdomeinen dan Economie en Werk, ook beleidsdomeinen die niet alleen onder de bevoegdheid van Vlaanderen vallen, na te denken over hoe we onze economie zo goed mogelijk kunnen vaccineren tegen dat coronavirus, zodat we hier met zijn allen deftig uit geraken en hopelijk in het voorjaar 2022 op het conjunctuurniveau zitten van eind 2019.
De actuele vraag is afgehandeld.