Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Beste collega's, de zomer waar we lang naar uitgekeken hebben, met jeugdactiviteiten, is van start gegaan. Verenigingen en organisaties hebben alles tot op het laatste moment piekfijn voorbereid, en dat volgens de geldende coronamaatregelen. Dat is geen evidente uitdaging, maar ze hebben het toch maar weer klaargespeeld.
In mei is er een grondige discussie gevoerd over onder welke omstandigheden en volgens welke protocollen de zomerkampen of -activiteiten zouden kunnen doorgaan. Verplichte testing is toen ook uitgebreid aan bod geweest. Er is toen, in overleg, de expliciete keuze gemaakt om dat niet te doen.
Collega's, de uitspraak van minister Vandenbroucke om dat wel te doen, op de dag dat 23.000 jongeren vertrekkensklaar staan, is dan ook bijzonder merkwaardig en eigenlijk ongelukkig. Het roept op zijn minst heel wat vraagtekens op. En misschien is het gedreven door berichtgeving dat kampen worden stopgezet omdat er een besmetting is, maar dat is net omdat die jongeren heel nauwgezet en heel strikt de protocollen opvolgen. Dat maakt het ook net zo cynisch. Het Chirokamp van Geel heeft zelfs bewezen, door vrijwillige testing, dat ook dat geen honderd procent garantie levert dat een kamp niet zou moeten worden stopgezet.
Scouts en Gidsen Vlaanderen reageerde dan ook meteen dat het organisatorisch bijzonder moeilijk is om deelnemers van jeugdkampen vooraf te testen. Het is niet alleen praktisch heel moeilijk haalbaar, maar er worden ook vragen gesteld bij de betaalbaarheid. En dan wordt het drempelverhogende effect nog buiten beschouwing gelaten, hoewel dat voor heel wat jongeren en gezinnen ook bijzonder belangrijk is.
Collega's, anderhalf jaar hebben we onze jongeren verboden om vrienden te zien, om te feesten, om te reizen of zelfs om naar school te gaan, en dat om uit solidariteit anderen te beschermen. Ze hebben ongelooflijk uitgekeken naar deze zomer. Ik denk dat wij hun dan ook ten volle het vertrouwen moeten geven en daarin alle respect en vooruitgang moeten kunnen bieden.
Daarom wil ik u de volgende vraag stellen, minister. Heeft minister Vandenbroucke contact met u opgenomen voor hij dit weekend zijn uitspraken deed over de verplichte testing? En hoe staat u daartegenover?
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt voor de vraag, collega Rombouts. Het belang van jeugdkampen en activiteiten is zeer groot. Voor heel veel kinderen en jongeren is dat een echt lichtpunt aan het einde van een moeilijke periode. Ik wil misschien nog even aan de grote cijfers herinneren. Het gaat over meer dan 23.000 activiteiten in heel de zomer. Het gaat over een miljoen kinderen en jongeren. Het gaat ook over 100.000 geëngageerde leiders, animatoren en vrijwilligers.
Omdat dat net zo belangrijk is, hebben we ook heel tijdig strikte protocollen opgesteld, samen met de jeugdsector en virologen. Die hebben werkelijk heel gedetailleerde regels over bijvoorbeeld deelnamevoorwaarden, over de groepsgrootte en de bubbelwerking, over het type activiteiten, over contacten met externen, over strikte hygiënemaatregelen, over een noodprocedure en ga zo maar door.
De plaats van testing is ook heel helder gesteld. We hebben daar ook twee keer over overlegd met het Overlegcomité, op 23 april en op 11 mei. Het Overlegcomité heeft toen ook heel duidelijk gesteld dat testing en pretesting geen verplichting zijn, maar dat het natuurlijk wel kan worden aanbevolen.
Ik betreur dan ook dat er de afgelopen dagen onduidelijkheid over is ontstaan, zonder overleg met de sector. Mijn ervaring, collega's, is dat het een sector is die zeer nauwgezet de regels opvolgt en die dat vooral ook doet omdat er naar hen geluisterd wordt. Er wordt naar hen geluisterd wanneer het gaat over de modaliteiten van maatregelen. Er wordt naar hen geluisterd wanneer zij met bezorgdheden komen, bijvoorbeeld over de toegankelijkheid van het jeugdwerk voor alle kinderen en jongeren, in het bijzonder de meest kwetsbaren onder hen.
Collega’s, het is op die manier, dankzij de inzet van al die vrijwilligers, dat die jeugdactiviteiten en kampen deze zomer op een veilige manier kunnen doorgaan.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Het klopt dat u in het verleden ook altijd heel veel aandacht hebt besteed aan het overleg. Het naleven van de vooropgestelde protocollen is belangrijk en is daar eigenlijk de start van. Ik hoop dat dit in de toekomst kan worden doorgetrokken en ik betreur dan ook dat andere berichtgeving, zonder overleg, de wereld wordt ingestuurd. In een dergelijke crisissituatie zijn samenwerking en duidelijkheid de sleutelwoorden voor succes.
Minister, in welke mate worden de cijfers over het aantal besmettingen en het aantal stopgezette kampen nauwgezet opgevolgd? Wanneer dan toch nog zaken de kop zouden opsteken, moet er volledige transparantie zijn en overleg met de sector, voor er eventueel andere bijsturingen of uitspraken gebeuren. Wilt u dit mee bewerkstelligen en garanderen?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega, ik dank u voor de vraag.
Minister, u hebt in het verleden al meermaals gesteld dat de protocollen werken en hun deugdelijkheid vorige zomer al hebben bewezen. Ze zullen dat nu opnieuw doen. We zien trouwens dat bij georganiseerde jeugdkampen – we spreken onder meer over de jeugdbewegingen – de cijfers binnen de verwachtingen liggen. Of is het nog te vroeg om de vergelijking te maken met de vorige kampzomer?
Tegelijk zien we ook een bevestiging van wat collega Van Werde in de commissie al heeft gezegd, namelijk dat ongeorganiseerde activiteiten meer gevaren inhouden. Daar ligt de besmettingsgraad een pak hoger, tot 50 procent. We kunnen alleen stellen dat mensen zich verstandig en verantwoord moeten gedragen.
Wij willen er in elk geval voor zorgen dat beide types van jongerenvakanties niet door elkaar worden gehaald. Daarvoor is er vanuit het jeugdwerk te hard gewerkt aan deze protocollen. Zij mogen dus zeker ook niet het slachtoffer worden van de losser georganiseerde reizen. En al zeker is het uit den boze om nu jongeren met de vinger te wijzen. Zij mogen niet het slachtoffer worden van het feit dat zij als laatsten in de rij stonden voor de vaccinatie.
Een ander aspect van de zomerkampen is natuurlijk iets op heel korte termijn, dat de kampen heel erg hypothekeert, namelijk het noodweer.
Uw vragen alstublieft.
In de paasvakantie werden er al een aantal kampen geannuleerd. Minister, ziet u mogelijkheden om de jeugdbewegingen en de kampen die door het noodweer worden gehypothekeerd, te helpen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, mijn fractie kan zich helemaal vinden in het antwoord dat u hebt gegeven. Ook voor ons was het van belang dat het jeugdwerk in al zijn vormen en organisaties kon doorgaan. Er is ook maanden gewerkt aan die protocollen die gemaakt zijn in overleg met de virologen en met de sector om al die jeugdorganisaties toe te laten op een veilige manier hun activiteiten te organiseren. In die zin vinden wij het belangrijk dat die afspraken worden gehonoreerd.
Wij zien een verplichte testing zoals voorgesteld, om praktische redenen niet zitten. Ik kan me niet voorstellen dat een speelpleinwerking elke dag alle deelnemers zou testen. Mijn fractie is voorstander om de afspraken waar maanden aan gewerkt is en die hun nut hebben bewezen, voorlopig ten volle te steunen en te volgen.
De heer Keulen heeft het woord.
Dit item heet actuele vragen en ik denk inderdaad dat de collega die verwees naar het noodweer, helemaal de vinger op de wonde legt. Op dit ogenblik is het noodweer voor het jeugdwerk een grotere spelbreker dan covid. Ik ben zelf burgemeester van een gemeente in het oosten van het land en ik krijg nu permanent berichten van organisatoren met de vraag of ze mogen blijven, of ze mogen komen. In de provincies Namen, Luik en Luxemburg staat men vandaag met de voeten in het water en ik denk dan ook dat vandaag het jeugdwerk vooral op zoek is naar een signaal hoe het zit met de kampen op het vlak van het klimaat. Welke signalen geeft u daar, minister? Dit is immers de absolute actualiteit op dit ogenblik voor alles wat met kampen te maken heeft.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, minister, er zijn al verschillende kampen geannuleerd wegens besmettingen. Vorige zomer was dat op dit moment nog niet zo. Dat heeft deels te maken met het hoge aantal testen. Mevrouw Perdaens, afgelopen nacht – hopelijk niet komende nacht – is er ook nog om andere redenen afgezegd, hopelijk blijft dat binnen de perken.
Minister, u geeft aan dat u veel vertrouwen hebt in de jeugdorganisaties. Wij ook. Er zijn inderdaad goede en duidelijke protocollen voor de jeugdwerkzomer, maar er wordt ook gestimuleerd om preventief te testen. Het is niet verplicht, het wordt gestimuleerd. Wij hebben er vertrouwen in dat de jeugdorganisaties capabel zijn om testen uit te voeren bij kinderen en zeker de volwassenen die meegaan op kamp. Er zijn organisaties die dat tonen, die dat doen momenteel. Ze hebben natuurlijk wel testen nodig daarvoor. Ik zie verschillende lokale besturen die testen voorzien. Er liggen ergens nog veel testen van de Vlaamse Regering. Bent u bereid om die alsnog ter beschikking te stellen aan de jeugdbewegingen die er gebruik van willen maken?
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, er waren verschillende vragen over de cijfers. Professor Guy Hans communiceerde over zijn bevindingen, maar wij hebben rapportering over de volledige periode vanaf eind juni tot afgelopen maandag gekregen over 2539 activiteiten. Dat kan gaan over kampen van jeugdbewegingen, van vakantieorganisaties of speelpleinwerking of andere kleine initiatieven. Op die 2539 zijn er 52 gevallen gerapporteerd met een probleem van covidbesmetting. Dat is 2 procent. We hebben de afgelopen dagen en weken gezien dat veel van die gevallen in de pers komen. Er wordt heel veel aandacht aan besteed. Dat is wel begrijpelijk, het gaat over kinderen die plots naar huis moeten, niet op kamp kunnen vertrekken enzovoort. Maar over die 98 procent waar geen covidbesmetting is in de kampperiode, wordt natuurlijk niet gerapporteerd. Het is belangrijk om op te merken dat er in 98 procent van de activiteiten geen probleem is met covid en dat de kampen en de jeugdactiviteiten op een goede manier zijn kunnen doorgaan.
Dat is dankzij onder meer een strikt respect voor de protocollen die we hebben afgesproken, die de risico’s nooit tot nul herleiden, maar wel tot een minimum beperken. Natuurlijk, pre-testing kan het risico nog verder verminderen. Ik vind het wel belangrijk, mevrouw Rombouts heeft er ook naar verwezen, om erop te wijzen dat dit geen 100 procent garantie biedt. Er zijn verschillende gevallen gesignaleerd waar op voorhand pretesting is gebeurd en het kamp is stilgelegd omdat er toch nog besmettingen waren. Er is geen enkele methode die het risico herleidt tot nul.
Mijnheer Anaf, kunnen we de jeugdorganisaties nog extra ondersteunen bij pretesting? Ik heb daarnet nog heel de jeugdsector gezien met vertegenwoordigers van jeugdbewegingen, vakantieorganisaties en speelpleinwerking. Zij zijn unaniem in hun advies om niet verder in te zetten op pretesting. Het is een aanbeveling, het kan gebeuren door de organisaties die dat wensen, maar de sector zoals vertegenwoordigd in ons overleg, is daar niet voor.
We hebben natuurlijk verschillende methodes om dat te doen voor degenen die het wel willen doen. In een aantal gevallen is het ook aangewezen. Er zijn verschillende gevallen geweest van activiteiten die niet doorgingen omdat op voorhand een lid van de leiding bijvoorbeeld zich niet goed voelde, getest werd, en waarop de volledige leiding getest werd. Dat is natuurlijk een goede manier van werken. Er zijn verschillende methodes. Dat kan via de PCR-testcentra. Dat is de veiligste manier. Er zijn dankzij de federale overheid twee PCR-testen gratis. Het kan ook via antigeentesten. Daarvan zijn nog stocks beschikbaar. Deze testen moeten echter worden uitgevoerd via een bevoegd persoon. Eerlijk gezegd, mijnheer Anaf, ik pas voor een systeem waarbij de vrijwilligers dat moeten doen en die verantwoordelijkheid moeten dragen. Daar zijn we niet toe bereid.
Collega's, zoals gezegd, is de situatie te nuanceren. Maar we nemen dit natuurlijk ernstig. 2 procent besmettingen is niet niks. We moeten de situatie ook de komende weken blijven monitoren. We zullen ook zorgen voor monitoring eind juli, midden augustus en eind augustus. Heel belangrijk is dat iedereen de afgesproken regels op een goede manier respecteert. Daarom doe ik heel graag een oproep aan de ouders om zeker geen zieke kinderen mee te sturen op kamp, om kinderen die symptomen hebben gehad de dagen voor het kamp niet te laten vertrekken en natuurlijk om de quarantaine- en isolatieverplichtingen strikt na te leven. Ik doe ook een oproep aan de leiding, om te blijven doen wat ze goed doet, op een goede manier die protocollen na te leven, die regels heel strikt te respecteren. Tot slot misschien steek ik ook de hand in eigen boezem en doe ik een oproep aan de politici om zich te houden aan de afspraken. Hier zijn maanden voorbereidend werk aan voorafgegaan. We hebben keuzes gemaakt, strenge keuzes die een volledige zomer moeten meegaan. Daar moeten we nu niet op terugkomen. We wisten wat op ons ging afkomen. Dit is ingecalculeerd. Stick to the plan.
Het belangrijkste is dat de kampen kunnen doorgaan in veilige omstandigheden. Iedereen heeft hierin een rol te spelen. Alleen samen kunnen we dat doen lukken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor dit duidelijke antwoord. Collega’s, het klopt: het is misschien raar om een vraag te stellen over zomerkampen die misschien worden stopgezet door COVID-19, wetende dat er vandaag meer zomerkampen bedreigd zijn door het noodweer. Het zet het een en ander ook in perspectief. Minister, ik denk dat uw cijfer van 98 procent de discussie weer op scherp stelt, ook ten aanzien van verplichte testing.
Minister, u stelt voor om in overleg met de sector heel dit traject verder af te leggen. Alle partijen in dit halfrond hebben u daar al diverse pluimen voor gegeven in de commissie. Ik hoop dat u dit ook verder kunt zetten op deze manier.
Ik weet dat u ook hard geijverd hebt voor de paasvakantie, maar dat ook daar vertragingen werden bewerkstelligd. Nu wordt voorgesteld om de afspraken, de spelregels aan te passen tijdens het spel, zonder overleg. Dat lijkt een kwalijke gewoonte te worden. Ik hoop dat we die een halt kunnen toeroepen.
Minister, ik sluit me aan bij uw oproep en wens alle kinderen en jongeren een fantastische zomer toe.
De actuele vraag is afgehandeld.