Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Hannes Anaf bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Caroline Gennez, Andries Gryffroy, Tinne Rombouts, Steven Coenegrachts en Jeremie Vaneeckhout over ventilatie en filtratie in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, ik spreek in naam van alle collega’s en mede-indieners van dit voorstel. We denken dat het belangrijk is dat de strijd voor een betere binnenluchtkwaliteit snel wordt beslecht. We hebben daarvoor ook een gezamenlijk voorstel van resolutie geschreven. Waarom willen we dat met spoed behandelen? Door de covidpandemie is met één klap duidelijk geworden hoe urgent de strijd voor een betere binnenluchtkwaliteit is. In het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht worden er middelen vrijgemaakt voor publieke infrastructuur, en ook die willen we graag mee oriënteren naar ventilatie-investeringen. We zouden het voorstel van resolutie dus graag vandaag bespreken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Caroline Gennez, Andries Gryffroy, Tinne Rombouts, Steven Coenegrachts en Jeremie Vaneeckhout over ventilatie en filtratie in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Caroline Gennez, Andries Gryffroy, Tinne Rombouts, Steven Coenegrachts en Jeremie Vaneeckhout over ventilatie en filtratie in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, ik wil alle collega’s bedanken, voor het goedkeuren van de spoedbehandeling, maar ook voor het vele werk dat werd geleverd voor de totstandkoming van dit voorstel van resolutie voor een betere binnenluchtkwaliteit in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht.
Collega’s, binnenluchtkwaliteit is zeer belangrijk. U ziet het ook weer op onze mooie koepel: het regent. Zelfs in zomertijd zitten wij met zijn allen vaak binnen in dit land. De strijd voor goede buitenlucht staat al heel lang hoog op de politieke agenda, en dat is een goede zaak, maar binnenluchtkwaliteit is dus minstens even belangrijk. Ze is belangrijk voor onze gezondheid op korte en lange termijn. De covidpandemie heeft heel duidelijk aangetoond wat het belang van binnenluchtkwaliteit kan zijn. Willen we ons publieke leven duurzaam heropenen en het aantal covidincidenties zo klein mogelijk houden, dan is investeren in ventilatie en luchtfiltratie zeker belangrijk. Ook ons welzijn vaart wel bij betere binnenluchtkwaliteit. Drie commissies uit ons parlement hebben hoorzittingen gehouden: de commissie Welzijn, de commissie Economie en de commissie Leefmilieu. Daar kwamen specialisten van allerlei slag toch wel aangeven dat het welzijn, de productiviteit, de leerprestaties eigenlijk alleen maar worden bevorderd als de kwaliteit van de binnenlucht beter is.
Voor degenen die zich vroeger ooit zorgen hebben gemaakt dat ze wat slaperig werden in een klas: dat lag niet alleen aan de soms wat saaie leerstof. Of voor mensen die in een vergadering soms moeite hebben om de ogen open te houden: het heeft vaak gewoon te maken met te weinig ventilatiedebiet en te weinig goede binnenlucht. Die proberen te verbeteren heeft dus alleen maar voordelen. We vragen met zijn allen gerichte investeringen in publieke en publiek toegankelijke gebouwen omdat we denken dat zowel de economie als het maatschappelijk leven dringend nood heeft aan zuurstof, in dit geval letterlijk.
Wat zien we vandaag in Vlaanderen? Uiteraard hebben we al regelgeving en die is best streng, maar niet altijd voldoende op elkaar afgestemd. Er is de Codex over het welzijn op het werk, de energieprestatie en binnenklimaat (EPB)-regelgeving en het Binnenmilieubesluit. Je ziet daar verschillende normering. Het is goed om die maximaal en integraal bij elkaar te laten aansluiten.
We zien ook dat de kwaliteit van de binnenlucht in de publieke infrastructuur vandaag nauwelijks gemonitord wordt. Waar dat incidenteel gebeurde, bijvoorbeeld door studies van onder andere de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), zien we dat de binnenluchtkwaliteit bijvoorbeeld in de scholen heel pover en heel slecht is. De luchtvochtigheid en de CO2-concentraties liggen vaak veel hoger dan de aanbevolen 800 tot 900 parts per million (ppm) per persoon per uur. We willen er toch voor zorgen dat onder andere de studenten en leerlingen, maar ook de cultuurgangers, de ambtenaren en de horecabezoekers zich ervan bewust zijn hoe een betere luchtkwaliteit het leven gezonder en aangenamer kan maken.
Wat vragen we heel concreet? Het probleem wordt uiteraard in kaart gebracht. Maar we vragen vooral een globale en geïntegreerde strategie om die binnenluchtkwaliteit duurzaam te verbeteren met de focus op drie stappen: natuurlijke en mechanische ventilatie, waarvan de mechanische de beste resultaten heeft op de binnenluchtkwaliteit, en aanvullend meer specifiek in de strijd tegen COVID-19 en waar heel snelle aanpassingen niet mogelijk zijn, ook de installatie van mobiele luchtreinigers waar nodig en CO2-meters waar wenselijk.
Het tweede punt waar we het roerend over eens zijn en dat ook zeer belangrijk is, is vooral de bewustmaking van de gebruikers van publieke gebouwen en van gebouwenbeheerders evenals een plan van aanpak dat heel erg gefocust is op de verschillende sectoren. In een woonzorgcentrum zijn er vaak andere noden dan in een café of een restaurant of in een school. We vragen aan de gebouwenbeheerders dat ze een plan van aanpak uitwerken met specifieke richtlijnen hoe de binnenluchtkwaliteit duurzaam en maximaal kan worden verbeterd, ook in het oude – vaak te oude – patrimonium, maar zeker ook in nieuwbouw waar de problemen minder urgent zijn omdat er daar al strenge normen gelden.
Ook belangrijk is dat we echt in kaart brengen wat de kwaliteit is in de verschillende publieke infrastructuren, dat we die beter monitoren dan vandaag het geval is en dat we de Vlaamse gebouwenbeheerders op die manier beter kunnen laten controleren.
We pleiten voor investeringen in sectorale ventilatieplannen. Ook in het kader van Vlaamse Veerkracht staat er heel wat nieuwe infrastructuur op stapel, net zoals binnen de bestaande fondsen: het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI), AGION in onderwijs, de investeringen in sportinfrastructuur en de investeringen of subsidies aan onze ondernemers in het kader van opstartleningen en overbruggingskredieten. Daar vragen we specifieke aandacht voor investeringen in ventilatie.
Tot slot vragen we in het kader van de strijd tegen covid die promotie van CO2-meters en mobiele systemen. Uiteraard, zonder mensen geen goed beleid. Vandaag zijn heel wat gebouwenbeheerders en -gebruikers niet op de hoogte van hoe die systemen werken, hoe ze aan en uit te schakelen, hoe ze te onderhouden. Dus ook opleiding en vorming voor technische profielen die het onderhoud van de mechanische ventilatiesystemen kunnen doen, vinden we noodzakelijk.
Ik wil alle collega’s heel hard danken voor de goede samenwerking. Ik hoop dat ons voorstel van resolutie kamerbreed gesteund kan worden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik kan de woorden van collega Gennez bijtreden. We hebben hier samen aan gewerkt met alle partijen samen. Het was een boeiende samenwerking. We zijn vanuit de hoorzittingen vertrokken, hebben daar heel wat uit geleerd, maar hadden andere interpretaties over de technische aspecten. We zijn toch tot een gemeenschappelijke tekst gekomen. Dat is het belangrijkste.
Ik kan daar niet veel meer aan toevoegen, want u hebt het verhaal al uitgebreid gedaan. Voor ons was heel belangrijk dat de ventilatie waar we nu over spreken, eigenlijk hygiënische ventilatie is. Dat is al veel langer een bekend probleem. Vandaar dat het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) er is. De hygiënische ventilatie is een onderdeel van de EPB-regelgeving (energieprestatie en binnenklimaat) voor alles wat nieuwbouw betreft. Dat is duidelijk genormeerd.
Dat gaat inderdaad om de nieuwere gebouwen en niet over gebouwen van tien à vijftien jaar oud. Daar is niet altijd voldoende hygiënische ventilatie aanwezig, met alle gevolgen van dien. Het is raar om te zeggen, maar door corona is dit probleem nog meer naar boven gekomen. Het is inderdaad belangrijk. Heel veel administraties en gebouwen vechten daarmee.
Het staat maar kort in de tekst, maar heel belangrijk vind ik de link met het energiebeleid. Een hygiënisch ventilatiesysteem kost energie. Er moet een motor voor draaien; die vergt elektriciteit. Er wordt lucht naar buiten gebracht en naar binnen. Men probeert dan een deel warmte te recupereren en naar binnen te brengen via de binnenkomende lucht, maar dat vraagt energie. Men moet daar rekening mee houden. Men moet geen nodeloze systemen plaatsen die dan weer energie-inefficiënt gaan werken. Daarom is het goed dat in een evaluatie is voorzien die spreekt van energie- en ventilatieadvies. Het Vlaams Energiebedrijf zal dat doen voor de woonzorgcentra. Er is specifiek gevraagd om bij het bekijken van de energie-efficiëntie van een gebouw het ventilatiesysteem mee te nemen. Dat is logisch. Men kan bekijken of er overal afdoende hygiënische ventilatie voorzien is. Daar kunnen dan maatregelen uit voortkomen. Het laaghangend fruit kan tot meer structurele maatregelen leiden.
Het knelpunt zal blijven – hoe men het ook draait of wil – voldoende bekwame vakmensen te vinden die de apparatuur kunnen programmeren, bedienen en advies leveren.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil eerst en vooral ook alle collega’s danken voor de fijne samenwerking, om uiteindelijk inderdaad tot één gedragen tekst te kunnen komen. Dat is ook belangrijk als signaal vanuit dit parlement, dat we hier eensgezind zijn over het belang van ventilatie van onze binnenlucht, om op die manier ook tot een gezonde binnenluchtkwaliteit te kunnen komen.
De collega verwees er al naar dat dit natuurlijk geen volledig nieuw thema is, allesbehalve. Er is hier in het verleden ook al heel wat over gedebatteerd en heel wat wetenschappelijke kennis samengebracht. Er is ook heel wat normering rond opgesteld. Maar de coronacrisis heeft het voorbije jaar heel wat zaken scherper gesteld en heeft ook dit element, de ventilatie, sterker op de radar van het politieke beleid en van eenieder op het terrein gezet.
De laatste maanden is de rol van ventilatie door de coronabesmettingen alleen maar duidelijker geworden en zijn mensen ook vatbaarder voor de boodschap om daar inderdaad ook meer aandacht voor te hebben. Dat is op zich al een heel belangrijke stap, om de aandacht bij iedereen zeker te kunnen aanscherpen. Ook vanuit de World Health Organization (WHO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en dichter bij huis ook de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), is gevraagd om daar meer attent voor te zijn en er aandacht voor te hebben.
Om de kennis in dezen, ook bij onszelf, aan te scherpen, hebben we inderdaad heel boeiende en uitgebreide hoorzittingen gehad. Wat ik daar opvallend vond, was dat er een heel duidelijke eensgezindheid was over onder andere normering en het feit dat de normen die gesteld zijn, op een juist niveau gesteld zijn. Dat is op zich al heel belangrijk. Maar omgekeerd kwamen er ook wel een aantal hiaten naar boven. In dezen lijkt de hamvraag te zijn hoe we ervoor gaan zorgen dat iedereen voldoet aan de reeds vooropgestelde normen. Want daar wringt het schoentje zeker nog wel.
Eerst en vooral blijkt dus dat er inderdaad nog heel wat potentieel ligt om de binnenluchtkwaliteit te gaan verbeteren, in eerste instantie voor onze semipublieke of publieke gebouwen. Daarvoor zijn, zo is ook heel duidelijk naar boven gekomen, heel wat investeringen nodig, vandaar ook de vraag dat binnen de relancemiddelen die worden vrijgemaakt, heel wat middelen worden vrijgemaakt om te investeren in infrastructuur, zowel nieuwe als renovatie. Er zijn vandaag reeds heel wat infrastructuurinstrumenten die ingezet worden om heel bewust aandacht te hebben voor ventilatie. En de collega verwees er ook al naar dat men binnen het opleidingsaanbod van technische profielen, zoals verwarmingsinstallateurs, architecten en aannemers, nog meer aandacht moet hebben voor de nodige aanpassingen op maat voor ventilatie.
Voor de overheid zelf ligt er ook een prioritaire uitdaging bij de gesubsidieerde infrastructuur en het volledige overheidspatrimonium. We moeten in dezen zeker ook naar onszelf kijken. En ook dat is opgenomen. In die zin roepen we de Vlaamse Regering ook op om beheerders van deze gebouwen gecoördineerd te informeren en te begeleiden bij de uitvoering van hun ventilatieplannen. Een gecentraliseerde database met alle hygiënische ventilatiesystemen in semipublieke gebouwen in Vlaanderen kan daarbij ook een belangrijk hulpmiddel zijn.
CO2-meters, een element dat hier in het parlement al verschillende keren aan bod is gekomen in verschillende discussies, zullen in ventilatieplannen ook een belangrijke rol krijgen. Ze zijn als het ware de 21e-eeuwse versie van de kanarie in de koolmijn. Het gebruik van die CO2-meters kan dan ook actief gepromoot worden. Dat moet dan vanzelfsprekend wel gepaard gaan met sensibilisering over de te nemen acties bij mogelijke overschrijdingen van de luchtkwaliteitsdrempels.
Ik heb daarnet al gezegd dat er over de hoogte van de normering in principe eensgezindheid is en dat daar dus niet de discussie ligt, wel over de afstemming, verantwoordelijkheden en handhaving. Daar moet er zeker een gecoördineerde aanpak zijn en kunnen de verschillende regelgevingen nog eens naast elkaar gelegd worden, om te zien hoe er naar meer gecoördineerde win-wins kan worden gezocht in bijvoorbeeld zo'n handhaving. Dat is zeker wel een zaak die nader bekeken moet worden, vandaar dat we in het voorstel van resolutie de Vlaamse Regering oproepen om dat te evalueren en na te gaan hoe eventuele contradicties kunnen worden weggewerkt.
Voilà, het belang van ventilatie ook na de coronacrisis is duidelijk. Het is tijdens de coronacrisis meer op de radar gezet. Maar ook na de coronacrisis zal het relevant zijn om daar aandacht voor te blijven hebben. Het kan helpen om de verspreiding van nieuwe virussen te voorkomen. Het is ook goed voor ons welbevinden in het algemeen en prestaties kunnen ook structureel worden verbeterd. Daarom roep ik iedereen op om het voorstel van resolutie breed te steunen.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ik dank op mijn beurt alle collega’s om hieraan mee te werken. Het is een heel belangrijk signaal aan de samenleving dat we met meerderheid en oppositie, schouder aan schouder, het belang onderstrepen van een goede binnenluchtkwaliteit. Want daar gaat het over. De kwaliteit van onze binnenlucht is altijd iets en soms veel minder dan de kwaliteit van de buitenlucht. Dat heeft gevolgen. Collega Gennez verwees er al naar: concentratieproblemen en slaperigheid. Ik besef nu pas dat mijn slaperigheid vroeger in de klas niet werd veroorzaakt door de avond ervoor maar door de slechte verluchting in het klaslokaal. Dat was tijdens de hoorzitting een aangename ontdekking.
Dit voorstel van resolutie focust inderdaad sterk op de mechanische ventilatie, op de aandacht die we daaraan moeten besteden. We moeten gebouwenbeheerders daarover informeren en sensibiliseren. Er is natuurlijk een groot patrimonium dat pas in de toekomst zal worden gerenoveerd of waar pas in de toekomst tot nieuwbouw zal worden overgegaan, waar dus ook pas in de toekomst mechanische ventilatie zal geïnstalleerd worden. De vraag is dan wat je doet in bijvoorbeeld schoolgebouwen zonder ventilatiesystemen. Dan kun je werken met CO2-meters. Het is heel belangrijk dat we daar benadrukken dat de protocollen nodig zijn om actie te ondernemen wanneer een bepaalde grens wordt overschreden. Het is natuurlijk heel interessant voor een leerkracht om te weten dat de norm is overschreden. Maar wat doet hij dan? Is het genoeg om de ramen open te zetten? Of moet hij de les onderbreken en de kinderen even op de speelplaats laten spelen terwijl de klas kan verluchten? Ik denk dat we al deze zaken het best uitschrijven en dat we daar richtlijnen voor meegeven. Collega Rombouts verwees daar ook naar. Ik vind dat een heel belangrijk element om aan te stippen. CO2-meters en ventilatiesystemen zijn zeer goed, maar je moet weten wat je ermee kunt en moet doen om de binnenluchtkwaliteit op peil te houden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, als ik zie hoe wakker en actief we hier allemaal zijn, kan ik alleen maar vaststellen dat in deze Koepelzaal de ventilatie alvast geen enkel probleem vormt. Dat is trouwens ook zo besproken op het Bureau, mevrouw de voorzitter.
Het was ook in de Koepelzaal dat we de zeer boeiende hoorzitting hebben gehad die de grondslag was en het gevolg van het initiële voorstel van resolutie van de collega’s van Vooruit, om hier over de partijgrenzen heen verder over na te denken. Collega’s, die hoorzittingen waren belangrijk, maar het waren vooral de ervaringen van het voorbije anderhalf jaar die echt toonden hoe centraal het gezondheidsperspectief moet staan in de benadering van een aantal problemen. Dit moet een van de lessen zijn die we moeten trekken uit de grote crisis waaruit we komen. Nu is het momentum, en we moeten dat grijpen om het gezondheidsperspectief centraal te stellen, samen met het bewustzijn dat we er niet zomaar zullen komen. Ook niet door een voorstel van resolutie te schrijven. Dit is echt een fundamentele omslag.
Jullie weten dat wij met onze fractie al rond de paasvakantie een voorstel van resolutie hadden ingediend over ventilatie, specifiek in het onderwijs. Wij zijn toen niet op dezelfde positie uitgekomen samen met de collega’s van de meerderheid. Morgen staat in de commissie Onderwijs eenzelfde voorstel van resolutie richting september opnieuw op de agenda. Wij roepen dus hier op om actief over dat deelthema te blijven nadenken.
Ik zal het relatief kort houden want mijn collega’s hebben al veel gezegd en dat is maar goed ook. Een paar dingen nog.
Wij vinden het belangrijk dat in dit voorstel van resolutie een link wordt gemaakt naar de buitenlucht. Collega Coenegrachts zei het al: buitenlucht is nog altijd de gezondste lucht die je kunt vinden. Als we het hebben over luchtkwaliteit, moeten we altijd die boodschap geven: probeer waar het kan, ook in niet-covidtijden, zaken in de buitenlucht te doen. Het is niet alleen aangenaam, het is ook gezond.
De link naar investeringen hebben we op papier gezet. De komende maanden en jaren zal er zeer veel werk zijn om dat ook in de praktijk om te zetten en echt naar verandering te leiden. Het mogen dus niet alleen woorden zijn, het moeten ook daden zijn. De gevolgen moeten daar met de nodige snelheid aan verbonden worden. Wij zullen dat zeer nauw en enthousiast opvolgen in de verschillende commissies: de commissie Welzijn, de commissie Economie en alle andere betrokken commissies.
Ik wil afsluiten met mijn appreciatie uit te drukken over de goede samenwerking over de partijgrenzen heen. En, ere wie ere toekomt, wil ik vooral collega Gennez en alle medewerkers achter de schermen hulde betuigen om deze problematiek van ventilatie zeer proactief aan te grijpen, die hier op de agenda te plaatsen en de andere collega’s en fracties de kans te geven om mee op die kar te springen en die te trekken. Laten we dat samen blijven doen.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat het intussen algemeen aanvaard is dat goede ventilatie en kwaliteitsvolle binnenlucht van groot belang zijn bij de aanpak van bijvoorbeeld een gezondheidscrisis. De significante rol van aerosolen in de transmissie van het coronavirus is het voorbije anderhalf jaar lange tijd ofwel genegeerd, ofwel geminimaliseerd. Dus denk ik dat we daar inderdaad beter rekening mee houden bij het maken van toekomstige beleidskeuzes. En dus is investeren in ventilatie om aerosolbesmettingen te voorkomen inderdaad noodzakelijk om onze bevolking te beschermen.
Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten kunnen inderdaad heel wat preventieve maatregelen worden genomen en daarvan vind ik er een heel aantal terug in dit voorstel van resolutie. Niettemin zijn er ook een aantal minpuntjes in mijn ogen. Wat bijvoorbeeld met het kostenplaatje? Hoe moet de uitvoering van deze resolutie worden gefinancierd?
Mevrouw Gennez, u had het daarstraks over het relatief tot zeer oude publieke patrimonium waarover wij beschikken. Mechanische ventilatie voorzien in oude gebouwen bijvoorbeeld zal niet evident zijn, zal vaak niet efficiënt zijn en zal heel vaak heel duur zijn. Over het kostenplaatje dat hiermee gepaard gaat, vind ik niet zoveel terug in dit voorstel van resolutie.
Bovendien lijkt het me een typische compromistekst te zijn. Collega Vaneeckhout, de tekst die u morgen in de commissie Onderwijs voorlegt over de ventilatie en de betere luchtkwaliteit in de scholen, is wel wat forser en steviger en dus lijkt dit een typische compromistekst te zijn. Dat hoeft voor alle duidelijkheid helemaal niet negatief te zijn maar het maakt van de tekst die hier vandaag voorligt wel een nogal tamme, makke versie. Het is nogal vrijblijvend, het gaat over het evalueren van het huidige beleid, het vergroten van het bewustzijn, meer communiceren en meer bewustwordingscampagnes, meer aandacht hebben voor dit en dat, sensibiliseren, overleg organiseren. Kortom, dat is allemaal nogal vrijblijvend als u het mij vraagt.
Als we dan voor wat schoolgebouwen betreft, zien wat bijvoorbeeld Nederland en Ierland daar momenteel over zeggen en op het getouw zetten, dan gaat dat toch allemaal een heel stuk verder dan wat er hier vandaag voorligt.
Kortom, men kan er niet echt tegen zijn maar warm word ik er niet van. Overdreven doeltreffend lijkt het me ook allemaal niet te zijn en in de prakrijk zitten hier niet echt de grote veranderingen in. Dit zal mijn fractie dan ook leiden tot wat een nieuwe modieuze term is die door de heer de Reuse is gelanceerd, namelijk een positieve onthouding.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil antwoorden op de opmerkingen over de kosten van collega Janssens.
Ik denk dat het met deze resolutie juist de bedoeling was om, in plaats van gemakkelijk met getallen te gooien over wat je nodig hebt, en dan te gaan kijken waar je het geld vandaan haalt, als eerste taak de inventarisatie te doen. En die is nodig. De ventilatie is momenteel, in alles wat minstens vijftien jaar oud is, met moeite aanwezig.
Dat is het startpunt. Je moet eerst gaan inventariseren, gaan kijken hoe je het gaat aanpakken, kijken of je er de mensen voor hebt, enzovoort, enzovoort. Je moet de mensen ergens sensibiliseren, en dan denk ik dat je al heel veel problemen zult hebben opgelost. Maar blind geld steken in mechanische ventilatie, dat heeft totaal geen zin.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het goede nieuws is toch dat we het Vlaams Belang tot een ‘positieve onthouding’ hebben gedreven. Dat is misschien ook al vernieuwend.
In elk geval, collega’s, we verwijzen wel degelijk naar het belang van onze schoolinfrastructuur, en het belang van gezonde binnenluchtkwaliteit voor de schoolprestaties van onze leerlingen. En we verwijzen inderdaad naar de inspanningen in Nederland en in Duitsland, ook inzake investeringen.
De spoed is nu net zo belangrijk, omdat we ook in het relanceplan Vlaamse Veerkracht toch substantieel extra middelen vrijmaken voor onze publieke infrastructuur, en dat daar ook de focus komt te liggen op ventilatie en binnenluchtkwaliteit. Dat is zeker een belangrijke eerste stap.
Collega Janssens, er komen nog begrotingen, ook na deze. En laten we hopen dat ook met uw goedkeuring, deze resolutie – stel u voor – de aanzet kan zijn voor duurzame investeringen in onze publieke infrastructuur: in het onderwijs, in de welzijnssector, in de cultuur. Ik denk dat we daar met zijn allen, allemaal als één man en één vrouw, kunnen achterstaan. We kunnen er alleen maar, naar onze gezondheid en onze economie, wel bij varen.
Dus, van een positieve onthouding – zo ver bent u al – zou ik u toch nog wil oproepen om gewoon voor te stemmen, en samen de strijd voor die betere binnenluchtkwaliteit te voeren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.