Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, vorige week kregen we een eerste voorsmaakje van hoe deze zomer er jammer genoeg maar hoogstwaarschijnlijk weer zal uitzien. Warm weer, en onze recreatiedomeinen bijgevolg zwart van het volk. Jongeren die amok maken. Het aloude recept van zonnige dagen en allochtone heethoofden zullen dus ook deze zomer terug te vinden zijn in ons mooie Vlaanderen en Brussel.
Het begin van deze relzomer zagen we dus afgelopen woensdag in het recreatiepark en -domein de Blaarmeersen, waar een vechtpartij ontstond waarbij twee personen verwondingen opliepen. We mogen blij zijn dat niemand het leven liet, want ik weet niet of u de beelden gezien hebt, maar de geweldplegers schopten gewoon door terwijl de slachtoffers op de grond lagen en ze bleven schoppen op de hoofden alsof ze waren onreine dieren in hun ogen, u weet wel, een varken en zo.
Waar ik mogelijks nog meer van walgde dan van dat filmpje, minister, dat was van uw uitspraken. U zei daags daarna in Terzake dat de oorzaak van dit allochtoon geweld te vinden is bij “het gebrek aan recreatieruimte in Brussel”. U verklaarde nog dat als die brave jongeren een job hadden, ze dat toch allemaal niet zouden uitsteken. U begrijpt natuurlijk dat ikzelf, mijn fractie, heel veel Vlamingen met mij, en zelfs enkele partijgenoten van u die zich net niet expliciet hebben gedistantieerd van uw uitspraken op sociale media, ontzet waren. We zouden graag eens horen of dat echt uw mening was, of dat u misschien te lang in de zon gezeten had, en vooral of dat de mening was van de voltallige Vlaamse Regering.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u voorzitter, en mijnheer Brusselmans voor de vraag.
Wat gebeurd is in het recreatiedomein de Blaarmeersen vorige week – en de laatste dagen waren er nog incidenten – kan uiteraard niet door de beugel. Het is pijnlijk om vast te stellen dat op een moment dat gezinnen, kinderen, jongeren en ook oudere mensen verkoeling zoeken in zo’n domein, ze lastiggevallen worden. Er zijn mensen, vaak jongeren, die daar niet komen om zich te amuseren maar om te pesten en geweld te plegen. Dat kan alleen maar veroordeeld worden.
Het stadsbestuur van Gent en de lokale politie hebben daar daadkrachtig tegen opgetreden. Ik ben in contact met mijn collega in Gent. Het is klaar en duidelijk dat dit stevig moet worden aangepakt door de politiediensten zoals dat ook gebeurd is in Gent, en dat desgevallend Justitie moet optreden.
Ik heb inderdaad gewezen op de zeer grote verantwoordelijkheid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in dezen. Het gewest heeft een verantwoordelijkheid om met structurele oplossingen te komen voor problemen die in Brussel aanwezig zijn. Een daarvan is de afwezigheid van recreatieruimte in de hoofdstad. Met name de afwezigheid van de mogelijkheid om buiten te zwemmen in openluchtzwembaden of recreatiedomeinen in het Brusselse is stuitend voor de hoofdstad van Europa en van Vlaanderen en voor een bevolking van 1,2 miljoen. Vanuit Vlaanderen proberen we daaraan bij te dragen. We hebben daar deze morgen in de commissie Brussel trouwens nog een discussie over gehad.
Tweede punt, de structurele verantwoordelijkheid gaat effectief ook over de sociale problematiek en de situatie van de jeugdwerkloosheid en inactiviteit in Brussel. Ook daar moet het Brusselse Gewest een tandje bijsteken om ervoor te zorgen dat meer Brusselaars aan de slag gaan, in het bijzonder jonge Brusselaars.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, allochtone jongeren die onze recreatieparken en -gebieden, onze speelpleinen terroriseren, is geen probleem dat plots vandaag de kop opsteekt. Dat is iets dat elke zomer, en tegenwoordig zelfs elk seizoen, terugkomt. U probeert u in alle bochten te wringen en elk mogelijk excuus te verzinnen om dat toch maar te kunnen verklaren, om de echte oorzaak natuurlijk niet te moeten benoemen, terwijl de bevolking en zelfs uw eigen partijgenoten u bijna staan uit te lachen. Zij weten echt wel beter.
Als er zich opnieuw zulke vechtpartijen voordoen deze zomer, en dat zal jammer genoeg gebeuren, omdat er niets verandert, weet dan dat dit ook uw verantwoordelijkheid is. Dat u zelfs durft te zeggen dat er daadkrachtig is opgetreden! Weet u wat er is gebeurd na het incident? De politie heeft de mensen uit elkaar gedreven en zelfs enkele jongeren richting station gedreven, op de trein naar Brussel. Weet u wat ze toen hebben gedaan? Ze zijn in eerste klasse gaan zitten, hebben een sigaret opgestoken en zijn amok beginnen maken met het treinpersoneel. Dat is ons gemeld door Securail en de treinbegeleiders. Als u dat daadkrachtig optreden noemt, dan denk ik echt dat u heel ver verwijderd staat van de maatschappij.
Antwoord nu eens op mijn vraag die ik daarjuist heb gesteld: is de voltallige Vlaamse Regering van oordeel dat die allochtone heethoofden komen relschoppen omdat er geen buitenzwembad in hun wijk is?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, als Brusselaar word ik enorm woest wanneer telkens opnieuw jongeren uit mijn stad amok gaan maken in andere delen van het land. In Gent, aan de Blaarmeersen, maar er zijn ook andere voorbeelden, aan de Vlaamse kust, in Huizingen. Wij kunnen dit niet tolereren. Hier zijn geen excuses voor. Minister, u hebt het over het aanpakken van de werkloosheid, u hebt het over het feit dat er onvoldoende recreatiemogelijkheden zijn in Brussel. Dat vind ik eerlijk gezegd een magere analyse. Uw partij, CD&V, heeft dertig jaar lang mee aan het stuur gezeten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De vraag die ik me hierbij stel is: waarom werd hier dan niets aan gedaan?
Minister, er kan pas een echte kentering gerealiseerd worden wanneer er eindelijk een einde komt aan de ‘laisser faire, laisser passer’-politiek, die er heerst in Brussel. De Brusselse beleidsmakers steken al decennialang de kop in het zand wanneer het gaat over onveiligheid en jeugdcriminaliteit.
Collega’s, wanneer straffeloosheid regeert, worden brandstichting, relschoppen en geweld inderdaad normaal. En ik wil besluiten, voorzitter, met een boodschap voor de Brusselse amokmakers: ‘grijp alstublieft de kansen die er zijn, en laat iedereen zien dat Brusselse ketten enorm veel in hun mars hebben’. Dank u wel.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik denk dat u 100 procent gelijk hebt: relschoppers moeten aangepakt worden, de politie moet haar werk doen, en ook de Brusselse overheden hebben hier een grote verantwoordelijkheid. Maar u hebt ook gelijk als u zegt dat die verantwoordelijkheid ook slaat op de Brusselse jongeren, en het feit dat zij aan het werk moeten raken. De Brusselse jeugdwerkloosheid is een gigantisch probleem. Er zijn 90.000 mensen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die geen job hebben, die werkloos zijn. 20.000 daarvan zijn jonger dan 30. En tegelijk schreeuwen Vlaamse bedrijven om extra mensen, extra handen om aan het werk te gaan. Ik wil u dus oproepen, minister, om ervoor te zorgen dat er meer Brusselse jongeren naar Vlaanderen gaan, met de trein of op een andere manier, maar om hier te werken, om knelpuntvacatures in te vullen, en op die manier mee verantwoordelijkheid op te nemen, zowel in Brussel als in Vlaanderen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, onze fractie wenst niet te leven in een Vlaanderen, of in een Brussel of een België, waar zulke situaties gebeuren, waar zulke gevechtstoestanden ontstaan. Onze fractie wenst niet te leven in een Vlaanderen waar publieke domeinen moeten worden afgesloten voor mensen van bepaalde steden of gemeenten, omdat zij een bepaalde naam meedragen. Maar onze fractie wenst wél te leven in een Vlaanderen waar een minister van Jeugd durft een breder kader te schetsen over hoe we een aantal grondoorzaken kunnen aanpakken. Dat is wat ons betreft wat de minister gedaan heeft. Hij heeft niets vergoelijkt. Hij heeft gezegd dat er een aantal grondoorzaken zijn die ook moeten worden aangepakt.
Dan ben ik eigenlijk ook wel fier om te durven zeggen dat deze Brusselse Hoofdstedelijke Regering de eerste is in decennia die de uitdaging van open recreatie – open waterrecreatie – aanpakt, en dat komende zomer voor het eerst in jaren in Brussel in openlucht zal gezwommen kunnen worden. Er is een eerste antwoord, ook de werkloosheid moet inderdaad aangepakt worden, en er ligt een antwoord op tafel. We mogen niet de fout maken, collega Brusselmans, – uzelf en ikzelf, we zijn allebei lid van de commissie Jeugd – om te doen alsof alle jongeren allemaal hetzelfde zijn. Want dat is de grootste fout die we hier kunnen maken.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende bemerkingen en vragen. En, collega Brusselmans, wanneer een regeringslid hier spreekt is het uiteraard namens de Vlaamse Regering.
Eerst en vooral, wat de feiten betreft: ik heb effectief verwezen naar het optreden van het stadsbestuur in Gent en de lokale politie in Gent, die effectief op een correcte manier hebben gereageerd, denk ik. Ik wil ook wijzen op een brief die gericht is door het stadsbestuur van Gent aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest – in eerste instantie aan minister-president Rudi Vervoort – om deze zaak aan te kaarten. Dat is niet de eerste keer. En effectief, dit is een problematiek die niet nieuw is, en die ook al vorig jaar door het stadsbestuur is aangekaart. Daar is toen geen antwoord op gekomen. Ook deze keer is er – begrijp ik – nog geen antwoord op gekomen. Ik denk, om dit op een goede manier aan te pakken, dat het nodig is om zeker die vraag vanuit het stadsbestuur minstens te beantwoorden – dat is ook een oproep aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest – maar eigenlijk ook om samen te zitten, om te bekijken hoe dit zo goed mogelijk aangepakt kan worden. Ik denk dat dat de start is.
Ik heb geen wonderoplossing voor deze problemen, maar ik denk dat het evident is dat die pas opgelost kunnen worden wanneer de betrokkenen samenzitten. Daarom doe ik een heel duidelijke oproep – ik heb daarover ook contact gehad met de Brusselse collega’s – dat hier bijeengezeten zou worden tussen de Brusselse autoriteiten en het stadsbestuur om te kijken hoe dit nog beter aangepakt kan worden.
Ten tweede heb ik inderdaad verwezen naar de structurele problemen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die aangepakt moeten worden. Collega Tavernier, ik vind het ergens vreemd dat u verwijst naar wat CD&V al dan niet gedaan heeft in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Zelf ben ik verantwoordelijk voor wat de Vlaamse overheid doet. Ik voel mij in die zin op dat punt niet aangesproken. Oppositie tegen het gewest, wordt ook het best in het Brusselse parlement gevoerd. Vanuit de Vlaamse Regering neem ik zelf mijn verantwoordelijkheid ter zake.
Collega Bothuyne, effectief zijn er rond tewerkstelling nog grote opportuniteiten. De samenwerking tussen Actiris en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) is de afgelopen jaren fors verbeterd. Ik denk dat daar effectief, minstens gedeeltelijk, een oplossing is voor die problematiek. We hebben ongeveer 90.000 werkzoekenden in Brussel, voor wie u inderdaad verwees naar een groot aantal jonge mensen. Daarnaast is er ook de inactiviteit, want inactiviteit gaat breder dan alleen maar werkzoekenden. Op hetzelfde moment, en zeker post corona zal dat het geval zijn, zijn er tienduizenden vacatures in heel Vlaanderen en in het bijzonder ook in de rand rond Brussel, waar die jongeren absoluut naartoe geleid moeten worden. De versterkte samenwerking ter zake – minister Crevits zet daar ook mee haar schouders onder – is inderdaad een zeer belangrijk punt.
Tot slot is er een grote verantwoordelijkheid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Daar worden een aantal stappen gezet. Collega Vaneeckhout, ik denk dat men nog een versnelling hoger kan gaan. Vlaanderen neemt ook zijn verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld waar het gaat over openluchtrecreatie – die discussie hebben we deze morgen in de commissie Brussel gehad – nemen we ook onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld deze zomer in Anderlecht een mogelijkheid tot openluchtzwemmen zal zijn. Er is een partnership met een lokale vzw en Brusselse partners, en er wordt ook meegefinancierd vanuit de Vlaamse overheid. Dus wij reiken absoluut de hand naar het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om daar verder aan te werken. Collega’s, met andere woorden: belangrijk in dezen is een kordate aanpak van diegenen die het te bont maken in recreatiedomeinen als de Blaarmeersen, maar even goed moet er gekeken worden naar structurele oplossingen voor structurele problemen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en Vlaanderen is daar ook partner in.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, als u het probleem structureel wilt aanpakken, dan moet u het probleem ook erkennen. Als u zegt dat meisjes minder buiten spelen op speelpleintjes omdat die niet aangepast zijn aan hun leefwereld, dan bent u fout. Als u denkt dat jongeren ambulanciers aanvallen omdat ze een slechte relatie hebben met de politie, dan bent u fout. Als u denkt dat jongeren tegen elkaar tekeergaan, dat allochtoon tuig tegen elkaar tekeergaat op onze recreatiedomeinen omdat ze thuis geen buitenzwembad hebben, dan bent u fout. De oorzaak, en erken die nu toch eens, is de ongebreidelde en ongecontroleerde instroom in onze maatschappij en het straffeloosheidsgevoel bij barbaarse culturen met waarden en normen die haaks staan op die van ons. Dus stop toch met heel dat circus, met uzelf belachelijk te maken. Neem uw verantwoordelijkheid. Zeg waar het op staat en zorg ervoor dat onze jeugd een veilige zomer kan beleven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.