Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, we hebben het er in het verleden ook al over gehad in de commissie. Het is een realiteit dat onze kinderen vandaag meer en meer aangewezen zijn op streamingdiensten. Die diensten, zoals bijvoorbeeld Disney+ en Netflix, nasynchroniseren steeds meer en meer anderstalige content enkel nog in het Nederlands-Nederlands, en niet meer in het Belgisch-Nederlands, of het Vlaams.
Het belang van Belgisch-Nederlands gedubde content op streamingplatformen is nochtans niet te onderschatten, zeker voor kinder- en jongerenprogramma’s. De taal waarin onze kinderen en jongeren hun televisieaanbod te zien en horen krijgen mag niet te ver van hun dagelijkse realiteit, hun dagelijks gebruikte taal liggen. De bedoeling van dubbing is om anderstalige of moeilijk te begrijpen zaken net wél begrijpelijk te maken voor de kijker.
Met het oog op het steeds groter wordende deel van de Vlaamse mediagebruikers die streamingplatformen gebruiken, is het gebrek aan Belgisch-Nederlandse versies een probleem. Daarnaast is er trouwens ook het risico van meer en meer Nederlands-Nederlandse dubbing voor de Vlaamse dubbingsector. Daar hebben we in het verleden inderdaad al over gesproken, omdat deze veel minder gevraagd wordt.
De Acteursgilde, de Vlaamse belangenvereniging van professionele acteurs, roept in een petitie – gericht aan u – op om werk te maken van Belgisch-Nederlandse spreektaal op kindertelevisie. De initiatiefneemster van de petitie is een psychologe die in haar praktijk merkt dat kinderen die naar Nederlands-Nederlands gedubde content kijken, meer moeite hebben om zich uit te drukken en hun emoties te verwoorden in hun eigen taal.
Disney stelde eerder dat het gebrek aan Belgisch-Nederlands gedubde content slechts een technische kwestie is die zo snel mogelijk opgelost zal worden, maar dat is tot op heden nog niet het geval. Een van de zaken die naar voren komen is bijvoorbeeld dat ze het wél doen voor de bioscoopreleases, maar vervolgens dan toch niet op het moment dat het op de streamingplatformen komt.
In uw eerder antwoord op een parlementaire vraag over deze problematiek hebt u aangegeven dat u in gesprek zou gaan met de betrokken streamingdiensten en het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF).
Mijn vraag is dan ook: welke initiatieven zult u verder nemen om ervoor te zorgen dat streamingdiensten hun content gedubd in het Vlaams – het Belgisch-Nederlands – blijven aanbieden?
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, collega De Gucht. Het feit dat u er al verschillende keren over bent tussengekomen duidt op het belang dat u eraan hecht. U weet dat ik ook heel veel belang hecht aan de audiosector in Vlaanderen, aan alles wat geluid betreft, en dus ook aan dubbing.
In het kader van de beheersovereenkomst van de VRT hebben we bijvoorbeeld heel sterk ingezet op de externe productieverplichting, om die ook uit te breiden richting audio en geluid. Dat is een heel sterk engagement van ongeveer een half miljoen euro per jaar. Ook het Vlaams Audiovisueel Fonds gaat daar meer aandacht aan besteden. We zijn op dat vlak bezig met een onderhandeling over hun beheersovereenkomst, en dat zal er ook prominent in aan bod komen.
Concreet, wat dubbing betreft: u weet dat de Nederlandse Taalunie zegt dat het ideaal is voor kinderen om een combinatie te horen, niet alleen van Belgisch-Nederlands, maar ook van Nederlands-Nederlands. Het is een toegevoegde waarde voor Nederlanders om regelmatig Belgisch-Nederlands te horen, en ook voor Vlaamse kinderen en jongeren om regelmatig Nederlands-Nederlands te horen. De combinatie is het beste. Ik ben het er wel mee eens dat het belangrijk is dat er meer Belgisch-Nederlands beschikbaar zou zijn. Maar, bijvoorbeeld, een decretale verplichting invoeren om dat ook systematisch te doen, daar ben ik geen voorstander van, dat weet u.
Wat gaan we nog extra doen? Ik heb natuurlijk, samen met mijn kabinet, al heel wat gesprekken gehad, onder meer met de streamingplatformen, en ook met Vlaams Audiovisueel Fonds. Volgende week zien we ook de Acteursgilde en de personen naar wie u verwees. Heel concreet: we hebben in het traject van Vlaamse Veerkracht, het relanceplan van de Vlaamse Regering, 35 miljoen euro voorzien voor de mediasector, waarvan verschillende projectoproepen ten belope van 21,5 miljoen euro. Het is heel uitdrukkelijk voorzien dat innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het vlak van ‘text-to-speech’, maar ook op andere vlakken die te maken hebben met audio, in aanmerking komen voor betoelaging. Ik kijk dus ook uit naar innovatieve projecten op dat vlak.
De heer De Gucht heeft het woord.
Dank u wel. Het is een heel goede zaak dat u maximaal inzet op die audiovisuele sector. Ik volg u als u zegt dat het Belgisch-Nederlands samen met het Nederlands-Nederlands eigenlijk het optimale is. Daar ben ik mee akkoord. Maar de vraag is: op welke manier gaan we daarvoor zorgen? Dat mag natuurlijk niet zijn door zelf te beginnen met betalen. De bedoeling moet zijn dat men daar ook bij die streamingdiensten de meerwaarde van inziet.
Ik heb zelf twee kinderen, van 5 en 7. Het is een realiteit dat men op Nickelodeon en dergelijke meer, alleen maar Hollands, Nederlands-Nederlands dus, hoort. Dat is echt geen goede zaak. Ik wil echt wel pleiten voor die rondetafel die u wilt organiseren. Betrek daar ook het parlement bij. Ik denk dat de commissie daar zeker en vast graag bij betrokken zou zijn, om dan stappen voorwaarts te zetten en de streamingdiensten te overtuigen van het belang van dat Belgisch-Nederlands, Vlaams, in onze streamingdiensten.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik ben het niet echt eens met de goede collega De Gucht die lijkt te pleiten voor het verankeren van de Belgische variant van het Nederlands. Hij treedt daarmee in de sporen van – horresco referens – Guido Gezelle. Die wilde dat ook. Het is hem niet gelukt.
Minister, we hebben er alle belang bij om vast te houden aan een Nederlandse standaardtaal, geen Hollands en geen Vlaams, maar een standaardtaal voor al wie Nederlands leert, ook voor nieuwkomers bij ons en de tienduizenden in het buitenland die de moeite doen om Nederlands te leren en die behoefte hebben aan een norm, niet aan varianten. Alleen zo kunnen wij de status van het Nederlands behouden om als volwaardige taal te overleven, anders zal dat niet lukken. We hebben, zoals u al zei, met opzet daarvoor een Taalunieverdrag afgesloten tussen Nederland en Vlaanderen.
Varianten zullen er natuurlijk altijd zijn. Ik ben niet tegen varianten, maar we moeten die niet verankeren, niet als het ware officialiseren.
De heer Slootmans heeft het woord.
Het valt mij op dat de partij die zich opwerpt als de grote bestrijder van de reglementitis, vandaag pleit voor meer reglementitis.
Ik heb het nu over de inhoud. Wij hebben jarenlang gestreden voor het Nederlands als standaardtaal, waarbij zowel Noord- als Zuid-Nederlanders, want dat zijn wij tenslotte, elkaar zouden begrijpen. Het zou bijzonder zonde zijn mocht dat vandaag worden tenietgedaan door contraproductieve wetgeving in het Mediadecreet.
Mocht de taalgevoeligheid bij de liberalen even groot zijn in de Vlaamse Rand, waar we niet moeten opboksen tegen het Hollands-Nederlands maar tegen het Frans en het Arabisch, dan zaten we vandaag niet in de situatie waar we in zitten, met klasjes van 80 percent anderstaligen. Dat heeft een veel nefastere invloed op de taalontwikkeling dan Hollandse dubbing. Mijnheer De Gucht, als u toch zo bekommerd bent om de taalontwikkeling van onze kinderen, wees dan consequent en sta dan ook wat dat betreft samen met ons op de barricaden. Maar daarover hoor ik u tot nader order nooit. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, als klein meisje keek ik elke dag naar De Fabeltjeskrant. Ik moet toegeven dat het Nederlands-Nederlands van toen nog wat verstaanbaarder was. Ik heb ook niet de indruk dat mijn generatie er een Nederlandse tongval aan heeft overgehouden.
Ook in de vorige legislatuur hebben we hier een aantal keer discussies gehad over het al dan niet opzetten van een Ketnet junior voor de hele kleintjes, de kleuters en de peuters. Een van de argumenten was dat ze toch wel overspoeld werden door in Nederlands-Nederlands gedubde series die steeds meer onverstaanbaar worden voor een gemiddelde Vlaming. De kinderen namen een aantal woorden over. Ik begrijp dus voor een stuk de bekommernis van collega De Gucht.
Aan de andere kant pleiten wij toch wel voor het gebruik van zoveel mogelijk Nederlandse standaardtaal, eenheidstaal. Maar men kan dat moeilijk opleggen. Men kan dat moeilijk in decreten verankeren. Het is goed dat u daarover overleg verderzet, zoals u hebt beloofd naar aanleiding van de vraag die in februari is gesteld. Misschien zou de Vlaamse en de Nederlandse dubbingsector beter kunnen samenwerken en meer afspreken om samen de grote Disneyfilms en dergelijke meer te dubben zodat er zowel Vlaamse als Nederlandse acteurs kansen krijgen en de kinderen met een mooie mix worden geconfronteerd.
De heer Anaf heeft het woord.
Ook vanuit Vooruit willen we natuurlijk niet dat we in Vlaanderen voortaan allemaal Hollands gaan spreken. Ik woon zelf heel dicht tegen die taalgrens. Maar het is vooral belangrijk – en een aantal collega’s hebben het al gezegd – dat we de standaardtaal, het Nederlands, behouden en koesteren, uiteraard in al zijn varianten, want taal leeft en verandert constant.
Het feit dat we er via die Taalunie voor zorgen dat we één grammatica en het Groene Boekje hebben, is niet alleen van groot cultureel, maar ook van groot economisch belang. Ook al zijn er taalvarianten of accentverschillen, we moeten blijven beklemtonen dat het om één taal gaat, het Nederlands. Wij willen ons dan ook aansluiten bij die oproep om een rondetafel te organiseren binnen de schoot van de Nederlandse Taalunie om te kijken hoe we die taal nog kunnen versterken, ook als het gaat over dubbing.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de extra opmerkingen.
Ik ben het uiteraard eens met diegenen hier die zeggen dat we heel veel belang moeten hechten aan onze Nederlandse standaardtaal, die eigen is aan alle gebieden waar Nederlands wordt gesproken, in het bijzonder Vlaanderen en Nederland.
Tegelijkertijd heb ik heel veel begrip voor de vraag van collega De Gucht, die zegt dat we hier ook interessante stemmen hebben, acteurs die daarmee bezig zijn. Voor bepaalde animatiefilms is het bijvoorbeeld echt wel een toegevoegde waarde dat dit ook in het Belgisch-Nederlands wordt ingevuld. We hebben heel veel getalenteerde mensen die daarmee bezig zijn, een hele sector. In die zin denk ik dat een standaardtaal zeker niet haaks hoeft te staan op de ontwikkeling van een Vlaamse dubbingsector, wel integendeel.
Ik heb effectief al gesproken met verschillende platformen. Met Netflix heb ik een zeer goed gesprek gehad. Netflix heeft een sterke aanwezigheid in Vlaanderen en is zich ook zeer goed bewust van die noodzaak om ook in het Belgisch-Nederlands te werken. We hebben hen daar ook extra op gewezen. Mijn kabinet heeft ook een gesprek gehad met de mensen van Disney en zij konden ons melden dat Disney+ tegen het einde van het jaar ook heel wat zaken zou lanceren in het Belgisch-Nederlands. Die contacten zijn dus ook wel succesvol, in die zin dat ze helpen om die platformen erop te wijzen dat het in de Vlaamse markt belangrijk is om dat óók te doen – niet uitsluitend, maar ook.
Het stopt trouwens niet bij streaming. Het gaat ook over onze televisieomroepen of andere digitale toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan Siri, Alexa of Google Assistant, die niet altijd beschikbaar zijn in het Belgisch-Nederlands. Het zou misschien leuk zijn om Michael Pas als Siristem te hebben, waarom niet. Ook daarrond werken we. In die zin verwijs ik opnieuw naar wat we gaan doen in het kader van Vlaamse Veerkracht, die projectoproepen rond innovatie die we plannen: text-to-speech is daar een belangrijk element in en ik verwacht wel dat we op dat vlak ook projecten kunnen krijgen, maar dat zal afhangen van de sector; de sector moet dat zelf doen en moet naar partners zoeken. We zullen het dan kunnen beoordelen, maar ik ben ervan overtuigd dat dat een grote toegevoegde waarde kan zijn voor animatiefilms, voor onze kinderen en jongeren, maar ook voor andere digitale toepassingen.
Hartelijk dank voor de vraag. Ik denk dat we hier nog heel interessante dingen rond zullen zien.
De heer De Gucht heeft het woord.
Hartelijk dank voor uw uitgebreid antwoord. Ik kijk uit naar de evoluties.
Voor alle duidelijkheid, ik heb op geen enkel moment gezegd – dat is niet naar u gericht, minister – dat ik tegen de standaardtaal ben. Ik ben een groot voorstander van de standaardtaal. Maar de realiteit is dat het Nederlands-Nederlands vandaag zeker en vast niet de standaardtaal is; het is eerder vergelijkbaar met een West-Vlaamse invulling van het Belgisch-Nederlands. Dat is wat u vandaag hoort in het Nederlands-Nederlands, als je naar Nickelodeon en dergelijke kijkt. Je moet daarvoor echt al het Nederlands-Nederlands kennen om daar enigszins wijs uit te raken. Ik geef dat gewoon mee. Dat is zeker niet de standaardtaal. En voor zover ik weet, zit ik in het Vlaams Parlement, niet in het Nederlands parlement, waar ik zou kunnen zeggen dat ze beter de standaardtaal zouden gebruiken bij het dubben. Ik breng het hier naar voren.
Daarnaast, wat betreft het onderwijs, denk ik dat ik daarnet duidelijk ben tussengekomen, voorzitter: de kennis van het Nederlands op school is ongelooflijk belangrijk en we moeten daar maximaal op inzetten. U zou het ook zo kunnen zien, beste heren flaminganten: het is een goede zaak dat ook Franstalige kinderen Nederlands willen leren op school, want dat betekent dat er meer mensen het Nederlands machtig zijn.
De actuele vraag is afgehandeld.