Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Björn Rzoska bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van Björn Rzoska en Mieke Schauvliege houdende raadpleging van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed over het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, wij willen onze motie graag toelichten.
Wij hebben bij de bespreking van het ontwerp van decreet vastgesteld dat tot twee keer toe het advies van de Raad van State werd ingewonnen, maar dat het essentiële advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (SARO) ontbreekt. Dat begrijpen wij niet.
Het ontwerp van decreet, zoals het nu voorligt, heeft een heel grote impact op de gevolgen voor het milieu en de natuur. Wij beroepen ons op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 11.2.1, waarin enerzijds paragraaf 1 de opdracht van de Minaraad omschrijft en anderzijds paragraaf 2 aangeeft dat de Vlaamse Regering verplicht is om het advies te vragen voor voorontwerpen van decreet die een wezenlijke impact hebben op het milieu- en natuurbeleid.
Wij willen dan ook vragen om akkoord te gaan met bijkomend advies van de Minaraad, zodat we in dit verhaal alle argumenten meehebben, ook die van de Minaraad, om dit ontwerp van decreet tot een goed einde te brengen. Bij dezen vragen wij dus om bij de Minaraad en de SARO dat advies in te winnen.
De heer De Witte heeft het woord.
Wij steunen dit voorstel, voorzitter. Ik wilde tussenkomen over het decreet, maar dat is nu nog niet aan de orde, denk ik?
Neen. Maar u steunt dus het voorstel.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, wij zijn het niet eens met de stelling van collega Schauvliege dat die adviezen hier gevraagd moeten worden. Wij denken dat dat niet zo is. Het gaat hier vooral over procedures, en wij denken dat de raden die genoemd worden – SARO en de Minaraad – veeleer inhoudelijk met die dingen bezig zijn dan met die procedurele lijn. Als ik het goed heb, werd dit dossier een drietal keer besproken door de regering. De Minaraad en SARO krijgen de agenda’s van de Vlaamse Regering en hebben ook inzage in de dossiers, als ze dat willen. Noch de Minaraad, noch SARO heeft hier op een bepaald moment spontaan advies uitgebracht of gezegd dat te willen doen of belangrijk te vinden. Ook de Raad van State – want daar is het dossier wel twee keer voorgelegd – heeft niet gesuggereerd dat die adviezen gevraagd moesten worden. En dat is iets wat de Raad van State zeker zou doen, collega Schauvliege, als dat – zoals u zegt – noodzakelijk zou zijn.
Voor ons is eigenlijk in dit dossier – straks hebben we de inhoudelijke bespreking – vooral die visie van de Raad van State belangrijk, precies omdat het hier gaat over een thema waarover die raad bij uitstek deskundig is om te oordelen, denken wij, namelijk toegang tot de rechter, het garanderen van inspraak van de mensen. Dat is echt wel net een kolfje naar de hand van de Raad van State. Daar werden de dossiers dus twee keer voorgelegd zonder dat dat voor problemen heeft gezorgd. Voor ons volstaat dat.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega Vandaele, het klopt dat dit ontwerp van decreet twee keer besproken werd door de regering. Waar ik op alludeer, is dat, vanwege de impact die dit ontwerp van decreet heeft, de Vlaamse Regering advies had moeten vragen aan de Minaraad. U ontkent dit. U verwijst dan naar het advies van de Raad van State. Maar toch zegt de Raad van State, ook na de aanpassing die is doorgevoerd, nog heel wat bedenkingen te hebben bij het ontwerp van decreet. Alleen al om die bedenkingen weg te werken, om een grondig antwoord te kunnen bieden op het protest dat we nu horen bij die verschillende organisaties, was het verstandig om de Minaraad te betrekken en advies te laten verlenen. Ik begrijp absoluut niet waarom deze Vlaamse Regering dat niet heeft gevraagd. SARO heeft zelf een brief geschreven waarin ze aangeven dat ze betreuren dat ze niet betrokken geweest zijn bij dit ontwerp van decreet en geen advies hebben kunnen verlenen. Ik begrijp dus niet waarom we hier nu holderdebolder dit ontwerp van decreet moeten behandelen zonder dat essentieel advies van de Minaraad en SARO. Het zou getuigen van doordachtheid om op die oproep in te gaan.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik vind de formulering ‘zij hebben geen advies kunnen uitbrengen’ een beetje vreemd, want ze kunnen te allen tijde – en u weet dat, collega Schauvliege – spontaan advies uitbrengen. Zij krijgen de agenda’s van de Vlaamse Regering. Ze zien wat er daar passeert. Ze hebben ook inzage in de verslagen. Blijkbaar hebben die twee organisaties, die twee raden, het niet nodig gevonden om te reageren.
Ik vind het ook raar dat u zegt dat SARO betreurt dat ze niet betrokken zijn. Ze kunnen op eigen houtje, zonder dat iemand hen dat vraagt of oplegt, advies verlenen. En dat doen ze niet. En dan op het einde van de procedure – om het zo te zeggen – suggereert men dan om advies te vragen aan die raden. Let wel: wij hechten veel belang aan de adviezen van SARO en de Minaraad. Die zijn inderdaad op hun terrein deskundig en ze kunnen hun inbreng hebben in heel wat dossiers. Of dat hier precies het geval is, dat weet ik niet. Ik denk dat het hier vooral gaat om het procedurele. Wat ons hier vooral moet bekommeren, denk ik, is het gegarandeerd blijven van die toegang tot de rechter, de inspraak van de bevolking, ook volgens het Verdrag van Aarhus. Hier heeft de Raad van State geen problemen mee. En de Raad van State is voor ons, net op dit terrein, de doorslaggevende factor, meer dan de Minaraad of SARO, hoe deskundig die ook zijn.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega Vandaele, de Raad van State was heel kritisch en stelt dat het ontwerp van decreet dat ter stemming voorligt, nog voor heel veel interpretatie vatbaar is. Dat is meteen ook de kritiek die wij hier horen klinken. En de toegang tot de rechter wordt wel degelijk bemoeilijkt. Dat stellen zij zeer expliciet. Dat zijn toch wel zware argumenten die u zou moeten kunnen voorleggen aan die Minaraad en SARO om te kunnen zoeken naar een goede formulering en een goede oplossing om tegemoet te komen aan die opmerkingen. Ik vind het zeer jammer dat u daar niet op wilt ingaan en ik begrijp ook niet waarom u dit er op deze manier hebt willen doordrammen, als ik het zo mag zeggen. Als u zoveel waarde hecht aan het advies van de Minaraad en de SARO, dan lijkt het me eigenlijk een kleine moeite om dat advies alsnog te vragen zodat we daar een betere en meer doordachte beslissing over kunnen nemen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot aanvulling van de agenda.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot aanvulling van de agenda wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot aanvulling van de agenda niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot aanvulling van de agenda is niet aangenomen.
Het incident is gesloten.