Verslag plenaire vergadering
Verslag
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed over het verzoekschrift over terugvordering van vaste kosten voor studentenhuur tijdens code rood.
Mevrouw Claes, verslaggever, heeft het woord.
De commissie Wonen en Onroerend Erfgoed heeft het verzoekschrift grondig behandeld. Het verzoekschrift werd op 1 februari ingediend in het Vlaams Parlement. Er werd gevraagd een regeling uit te werken voor de eventuele terugvordering van vaste kosten gemaakt door studenten die een studentenkamer huren en ook naar analogie met de regeling van de Vlaamse Regering die ze heeft uitgewerkt tijdens de eerste lockdown.
Op 11 maart heeft de commissie dit verzoekschrift een eerste keer besproken. Na een kort debat werd besloten om een reactie te vragen aan Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele. Het antwoord werd ontvangen op 30 maart. Het verzoekschrift werd een tweede maal besproken tijdens de commissie van 22 april van dit jaar.
Tijdens de eerste lockdown van vorig jaar – dat was het voorjaar van 2020 – besloot de Vlaamse Regering een regeling uit te werken voor het terugvorderen van de vaste kosten, zoals elektriciteit, internet en water. Dit betekende dat, indien de studenten ervoor kozen om die strenge lockdown thuis door te brengen, ze een terugvordering konden vragen van de vaste kosten die gebonden zijn aan de huur van een studentenkamer.
Tijdens de tweede lockdown, in het najaar van 2020, was deze regeling niet van toepassing, omdat studenten ook niet meer verplicht waren om één vaste verblijfplaats te kiezen. De verzoeker stelde dat vele studenten naar huis trokken, maar dat zij nog steeds de huur en de gebonden vaste kosten moesten blijven betalen. De verzoeker vroeg dat studenten die vaste kosten ook konden terugvorderen indien er geen water, elektriciteit of internet werd verbruikt.
De N-VA-fractie stelde dat de situatie tijdens de tweede lockdown helemaal anders was dan tijdens de eerste lockdown, omdat de studenten namelijk niet verplicht waren om één vaste verblijfplaats te kiezen. Uit de eerste lockdown werden er namelijk ook lessen getrokken. Er werd zelfs een protocol met verschillende scenario's uitgewerkt voor studenten die een studentenkamer huren. Uit een schriftelijke reactie van de minister bleek ook dat het Overlegplatform Private Huur - Studentenhuisvesting duidelijk stelt dat er geen nood is om een wijziging of afwijking te voorzien op het Vlaams Woninghuurdecreet.
De N-VA-fractie, de CD&V-fractie en de Open Vld-fractie sloten zich aan bij de argumentatie en het antwoord van Vlaams minister Matthias Diependaele. De Vooruit-fractie was het eens met de verzoeker en steunde het verzoek.
Hier eindigt mijn verslaggeving.
De heer Veys heeft het woord.
Het klopt wat mevrouw Claes aangaf: wij waren de enige fractie die het verzoekschrift steunde, omdat voor Vooruit de situatie niet helemaal anders was. Er was nog altijd een code rood. De keuze moest nog altijd gemaakt worden en die eerste lockdown was nog niet verteerd. Dus voor heel veel studenten die het moeilijk hebben, die hun studies zelf betalen, kan dit echt wel een slok op de borrel schelen. Het is ook een gemakkelijk systeem, via een mailtje naar de verhuurder. Wij zien geen redenen om het verzoek niet te steunen. Ik was het enige lid van de oppositie dat tussenkwam, maar ik stel voor dat de collega’s toch op de juiste manier stemmen en de studenten die het moeilijk hebben een hart onder de riem steken.
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over de conclusies van de commissie.
De volksvertegenwoordigers die de conclusies wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de conclusies niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het Vlaams Parlement neemt de conclusies van de commissie aan. Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.