Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de indijking van nieuwe virusvarianten
Actuele vraag over de Indiase variant van het coronavirus
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De voorbije dagen werden we opgeschrikt door schokkende beelden vanuit grootsteden in India, waar ziekenhuizen worden overstelpt met patiënten die met covid besmet zijn. De boosdoener is een nieuwe variant, de zogenaamde Indiase variant, die nog maar eens besmettelijker zou zijn dan de al eerder gekende varianten. Ook in ons land kregen we er al mee te maken. Eerder bleken er een aantal Indiase studenten besmet te zijn. Ook deze week kregen we er melding van, onder meer vanuit Borsbeek, waar in een woonzorgcentrum vijf besmettingen werden vastgesteld van personeelsleden en bewoners, maar ook vanuit Antwerpen en gisteren nog vanuit Oostende.
Minister, we staan aan de vooravond van versoepelingen waar iedereen echt reikhalzend naar uitkijkt. We moeten echt alles op alles zetten en ons niet meer laten verrassen door nieuwe varianten die opnieuw een heel grote impact zouden kunnen hebben.
Minister, noopt de opgang van die Indiase variant tot specifieke maatregelen, zoals het bijsturen van de teststrategie en de contactopsporing, om verdere verspreiding tegen te gaan, maar ook om het binnenkomen van eventueel andere varianten te voorkomen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Naast de Britse, de Braziliaanse en de Zuid-Afrikaanse variant, waarschuwt de World Health Organization (WHO) nu ook voor de Indiase variant. Die zou blijkbaar minstens zo besmettelijk zijn als de Britse variant. We weten nog niet of ons vaccin ons voldoende zal beschermen tegen die nieuwe variant. We hadden inderdaad eerst die studenten die uit India naar hier waren gekomen en die positief waren getest. We hadden ook het woonzorgcentrum in Borsbeek, waar er een uitbraak is. En nu zijn er blijkbaar twee besmettingshaarden in Oostende. Dat bleek dan een familie te zijn die ook uit India kwam na een familiebezoek, maar die zich blijkbaar niet aan de quarantaineregels had gehouden. Waarschijnlijk gaan we toch nog met heel wat meer besmettingen zitten in onze maatschappij.
We weten dat reizigers die terugkomen uit een rode zone zich verplicht moeten laten testen en ook in quarantaine moeten gaan. Die cijfers zijn sterk verbeterd. We weten dat acht op de tien terugkerende reizigers zich laat testen. Maar dat cijfer moet natuurlijk omhoog. De experten en het agentschap vragen dat ook. We moeten ervoor zorgen dat we de opflakkeringen van die nieuwe varianten zoveel mogelijk tegengaan. Er gaan natuurlijk altijd achterpoortjes zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die met de wagen ons land binnenkomen, of mensen die de controles proberen te omzeilen door via een luchthaven in Nederland te reizen. Het is echt heel belangrijk dat we die terugkerende reizigers veel strikter opvolgen.
Minister, vindt u zelf dat de opvolging van het verplichte testen en de quarantaine voldoende adequaat is om die nieuwe varianten zoveel mogelijk uit ons land te houden?
De heer Anaf heeft het woord.
Kunnen we in ons land de switch maken van een acuut risicobeheer naar proactief risicobeheer? Dat is de vraag die hier vandaag voorligt. We hebben gisteren het stappenplan gezien dat het Overlegcomité heeft afgesproken. Dat is een mooi vooruitzicht voor de zomer. Maar het geeft ons allemaal een heel duidelijke verantwoordelijkheid. Proactief risicobeheer zal echt wel noodzakelijk zijn. Pedro Facon heeft daar gisteren nog zeer helder over gecommuniceerd. Dat is simpel gezegd, maar niet snel gedaan. Als we het gewone leven willen oppikken zonder daarbij extra risico’s te lopen, ligt er een verantwoordelijkheid voor ons allemaal, zowel op Vlaams als op federaal niveau. Enkel als we samenwerken gaan we uit deze crisis komen. Hoe meer we het hier bij ons op orde hebben, hoe crucialer het wordt om de bedreiging van buitenaf buiten te houden.
We hebben al varianten gehad uit Brazilië en Zuid-Afrika. De Indiase variant is toch wel heel bedreigend. Ingeënte mensen worden alsnog ziek. Ingeënte mensen kunnen alsnog overlijden. Dat is toch een risico. Dat is ook wat in Borsbeek is gebeurd, waar helaas iemand overleden zou zijn aan die nieuwe Indiase variant. In een woonzorgcentrum in Deurne zouden op die manier 22 mensen besmet zijn en moesten er ook een aantal mensen naar het ziekenhuis.
Ik denk dat we ons geen illusies moeten maken: er is geen enkel grensrecht dat het virus zal kunnen tegenhouden. Maar we zullen met slim beleid wel de risico’s moeten proberen in te perken. De variant is hier inderdaad al. In Oostende en in andere delen van West-Vlaanderen zou die variant ondertussen echt voet aan de grond gekregen hebben. Onze collega Bart Tommelein heeft ook al aangegeven dat de contactopsporing daar toch niet zo’n goede rol heeft gespeeld, en dat mensen dingen verzwegen zouden hebben ten aanzien van de contactopsporing.
Collega’s, we hebben niets aan paniek. Daar pleit ik zeker niet voor. Maar we zullen wel heel waakzaam moeten blijven om het rijk van de vrijheid, dat nu effectief lonkt, niet opnieuw in gevaar te brengen.
Daarom mijn concrete vraag, minister: welke maatregelen zal de Vlaamse Regering nemen om de verspreiding van de Indiase variant tegen te gaan?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, er zijn inderdaad een aantal besmettingen met de zogenaamde Indiase variant bekend in een woonzorgcentrum. In Deurne, in Boterlaarhof, ging het niet over de Indiase maar over de Braziliaanse variant. Maar dat maakt op zich niet zoveel uit, er zijn natuurlijk verschillende varianten die in ons land binnenkomen. Wanneer dat gebeurt – zoals in het woonzorgcentrum waarover sprake, met de Indiase variant – dan wordt nagekeken en ontrafeld vanwaar die besmetting komt, wat de herkomst ervan is. Dat is dan het luik van de contactopsporing. In dit concrete geval heeft men zelfs van die Indiase variant twee subtypes ontdekt, waarvan er één allicht uit een ziekenhuisopname is gekomen. Men is dan ook naar dat ziekenhuis geweest, maar daar is eigenlijk niet duidelijk geworden hoe het mogelijkerwijze zou binnengekomen zijn.
Dit maar om te zeggen dat, wanneer men dat vaststelt, er wordt gekeken naar de testen. Dat is een eerste belangrijk element: men moet kunnen blijven testen. Met de PCR-testen kunnen we ook zien wat de geschiedenis is, wat de verschillende varianten zijn. Dat is een eerste belangrijke opstap. Wanneer we daartoe komen, dan zitten we een fase verder, bij de contactopsporing. We doen dan eigenlijk een dubbele contactopsporing. Dat wil zeggen dat er een tweede keer contact wordt opgenomen wanneer er een ernstig vermoeden van besmetting is, om nog eens heel expliciet van alle regels die er zijn – het gaat niet alleen over nieuwe regels – te zeggen waarom die regels er zijn, en waarom isolatie of quarantaine opgevolgd moeten worden. Er gebeurt dan een tweede contactopsporing, er wordt een tweede contact opgenomen met de betrokkene, om dat te doen.
Het is ontzettend belangrijk – en laat me van deze gelegenheid gebruik maken om dat nog eens te onderstrepen – dat zelfs mét vaccinaties, wanneer je besmet geraakt, dat je dan de regels absoluut moet naleven, dat quarantaine opgevolgd moet worden, dat isolatie moet opgevolgd worden. Dat is van een ontzettend groot belang. De handhaving door de burgemeesters moet gebeuren, daar hebben we hebben we samen het kader voor uitgewerkt. Maar dat kan natuurlijk enkel gebeuren wanneer de mensen zich daar ook van bewust zijn.
Er zijn nog een aantal andere maatregelen die we moeten nemen. U weet dat wij met de Vlaamse Regering beslist hebben, na bespreking in het Overlegcomité, om reizen uit India onmogelijk te maken, tenzij u als Belg naar ons land wil komen. Diplomaten zijn daarvan uitgezonderd, maar die moeten dan ook wel in quarantaine gaan, enzovoort. Er zijn dus verschillende maatregelen genomen om te zorgen dat die nieuwe varianten vertragen. Maar maak u geen illusie: het verhinderen, het totaal voorkomen, is een quasi onmogelijke opdracht. Het is een onmogelijke opdracht in een Europa waar er vrij verkeer is, en in een land als België, dat in het centrum van dat Europa zit en waar dat vrije verkeer een belangrijk element is. Dus, vertragen: ja. Kort op de bal spelen: zeker, absoluut. Maar totaal voorkomen is een andere zaak.
Ik wil even nog een woordje zeggen over de vaccinaties. Vele mensen denken dat als men gevaccineerd is, dat men dan totaal immuun is. Dat is niet zo.
Gisteren hebben we in de commissie Welzijn een heel debat gehad over de bezoekregeling in de woonzorgcentra. We zullen die bezoekregeling na het Overlegcomité van gisteren opnieuw aanpassen zoals afgesproken, maar er moeten wel nog altijd een aantal voorzichtigheidsmaatregelen in acht worden genomen zoals het dragen van mondmaskers en andere bij kwetsbare mensen. We vragen dat omdat zelfs een vaccinatie de mensen bij die nieuwe varianten niet volledig immuniseert. Het zorgt er wel voor dat de mensen minder ziek worden en dat de klachten mild of onbestaand zijn, maar het zorgt er niet voor dat het volledig weg is.
We beschikken over verschillende rapporten van de Stanford University School of Medicine en het Vaccine Research Center in Bethesda waaruit blijkt dat de vaccins die we vandaag ter beschikking hebben wel een immuniserende kracht hebben maar niet per definitie – en dat heb ik ook in de commissie al meermaals gezegd – de transmissieketen doorbreken. Daarom moet nog enige voorzichtigheid aan de dag worden gelegd. Het kan dus zijn dat je zelf niet ziekt bent of slechts milde klachten hebt maar dat betekent niet dat je andere mensen niet kunt besmetten. Bij de ene variant blijkt dat meer te kunnen dan bij de andere.
Gisteren is er een belangrijke stap gezet waarbij de vaccins en de vaccinatie een eerste hoeksteen zijn. Een tweede belangrijke hoeksteen is het naleven van de regels. De huidige regels moeten worden nageleefd tot en met 9 juni, dan is er de volgende opstap tot begin juli en dan nog een opstap in de zomervakantie. We moeten ons daar allemaal aan houden, niet omwille van de regels maar omdat er nog altijd onzekerheid is over de verschillende varianten. We kunnen die pas de baas wanneer we de hygiëneregels ten volle blijven respecteren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We zien dat op verschillende plaatsen in de wereld het coronavirus echt woekert en we moeten nu echt heel alert zijn, zeker voor die nieuwe varianten. Dat betekent dat we heel sterk moeten inzetten op die testing, op contacttracing en op opvolging van al wie hier binnenkomt. Onze lokale besturen hebben daar inderdaad een grote rol voor wat de handhaving van de quarantaine betreft. We hebben dat zelf mee georganiseerd vanuit het parlement.
Ik las dat er sterker zou worden ingezet op de opvolging van reizigers die uit een specifieke, heel gevaarlijke zone komen. We weten dat het aantal mensen dat binnen mag heel beperkt is omdat er in principe een verbod is maar de vraag is op welke manier de lokale besturen daar natuurlijk van op de hoogte kunnen zijn.
Minister, in sommige landen wordt gewerkt met een hotelquarantaine. Zo is men natuurlijk heel zeker dat wie binnenkomt en misschien zelfs geen vaste verblijfplaats heeft, die quarantaine ook echt opvolgt. Wat is uw standpunt daarover?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Vanmorgen hadden wij een hoorzitting over de contactopsporing. De heer De Wolf van het agentschap Zorg en Gezondheid zei daar dat terugkerende reizigers strikter moeten worden opgevolgd om heropflakkeringen te vermijden. Die testing en die quarantaine zijn dus heel belangrijk.
Over die quarantaine maak ik me persoonlijk al geruime tijd zorgen omdat ik op het terrein zie dat die vaak niet wordt nageleefd. En aangezien we goed bezig zijn met de vaccinatie, vrees ik dat die quarantaine nog minder goed zal worden nageleefd. U hebt zelf ook al gezegd dat sommige mensen denken dat ze volledig beschermd zijn wanneer ze gevaccineerd zijn.
Aangezien die variant aanzienlijk besmettelijker zou zijn, zou ook onze groepsimmuniteit onder druk komen te staan, dat hebben experten ons aangegeven. Ik denk dan ook dat het heel belangrijk is om daar volop verder op in te zetten en mensen duidelijk te maken dat ze de regels moeten blijven opvolgen.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik heb het gevoel dat u het gevaar van die varianten wel erkent, maar ik mis een beetje de ‘sense of urgency’. Gisteren heeft collega Bart Tommelein gezegd dat ze het in zijn regio eigenlijk niet meer onder controle hebben met die nieuwe variant. Na de Britse, Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse is er nu opnieuw een nieuwe variant die erin slaagt om door de mazen van ons preventienet te glippen. Dat wil zeggen dat ons quarantainebeleid en de contactopsporing er niet voldoende in slagen om dit tegen te houden. Wij stellen daar bezorgde vragen over, vanuit de meerderheid en de oppositie, maar eigenlijk geeft u in uw antwoord alleen maar aan wat er momenteel al is. Ik ben er mij van bewust dat we pas helemaal veilig gaan zijn als nagenoeg heel de wereldbevolking gevaccineerd is, maar tot dan gaan er mogelijk nieuwe varianten blijven opduiken. Het zou wel eens kunnen dat onze vaccins daar geen resistentie tegen bieden, dus ik maak mij daar zorgen over.
Ik ben blij dat collega Schryvers verwijst naar de mogelijkheid tot hotelquarantaine. Professor De Maeseneer heeft daar deze morgen tijdens onze hoorzitting ook al naar verwezen. Dat is ook decretaal mogelijk; we hebben dat mogelijk gemaakt in Vlaanderen. Zult u daar ook werk van maken, zodat de volgende variant hier misschien minder snel kan doorbreken?
De heer Parys heeft het woord.
Collega’s, we komen in een nieuwe fase, een fase waarin we moeten leren leven met het virus. Dat betekent meer vrijheid, maar ook nog altijd het respecteren van de regels. We mogen dus niet stoppen met leven, maar we kunnen ook niet leven alsof het virus er niet meer is. Ik ben blij dat er gerefereerd is aan de vaccinatiecampagne: 40 procent gevaccineerde Vlamingen, dat remt de verspreiding af. Maar zoals de minister heeft gezegd: nul risico, dat bestaat niet, zeker niet als mensen gewoon niet in quarantaine gaan wanneer dat hun wordt opgelegd. En dus doe ik een warme oproep om zich effectief af te zonderen, wanneer hun dat gevraagd wordt.
Ik ben wel niet zo blij met de suggestie van hotelquarantaine. Het is waar dat daar een mogelijkheid toe bestaat, in een zeer gelimiteerd aantal gevallen. Ik zou niet willen dat we dat beginnen te veralgemenen, want ik vind dat veel te verregaand om dat als algemene maatregel op te leggen. Als uitzondering voor mensen die zich niet aan de regels houden, kan het eventueel overwogen worden.
De heer De Reuse heeft het woord.
Het is toch wel een beetje bizar: er zijn nog een heel aantal buurlanden waar we niet heen mogen vanwege code rood, niet-essentiële reizen worden ons nog steeds afgeraden, maar er komen wel mensen binnen in ons land van de andere kant van de wereld, waar de gezondheidssituatie zeer schrijnend is op dit moment. Dan zouden er eigenlijk grote alarmbellen moeten afgaan en zouden we dat toch allemaal veel beter moeten opvolgen. Eén, we moeten weten wie er binnenkomt. Twee, dan moeten de mensen getest worden. Drie, de quarantainemaatregelen moeten goed worden opgevolgd. En die worden misschien niet goed opgevolgd door de betrokkenen zelf, maar deze morgen hebben we ook gehoord dat ook onze overheid niet volledig vrijuit gaat. Ik wil dan ook een oproep doen, minister, om ook alle lokale overheden andermaal te wijzen op hun verantwoordelijkheid om daar werk van te maken en daar 100 procent voor te gaan. De verspreiding van de Indiase variant toont hoe belangrijk dat is.
Ik wil nog kort aansluiten bij de hotelquarantaine. Dat moet natuurlijk niet veralgemeend worden. Niet iedereen is van slechte wil, maar niet iedereen kan thuis gemakkelijk quarantaine organiseren, dus dat moet toch een mogelijkheid zijn die de overheid ter beschikking stelt.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dit is een zeer prangende problematiek waar we hier terecht over spreken in deze plenaire vergadering. Maar het is natuurlijk alweer een beetje na de feiten. We hollen opnieuw de feiten achterna. Dat is ons lot tijdens deze crisis, en dat is geen verwijt. Eigenlijk zouden we nu alweer moeten nadenken over de volgende variant en zouden we vandaag geen vragen moeten stellen over de Indiase variant, maar over wat er in de toekomst nog op ons af zal komen.
Professor De Maeseneer legde deze morgen inderdaad de nadruk op de mogelijkheid tot hotelquarantaine voor mensen uit specifieke gebieden en in een aantal uitzonderlijke situaties, zoals we nu al doen voor mensen in de zeevaart. En wat ook op tafel ligt – en ik vraag me af hoe u daarnaar kijkt – is dat we op dit moment eigenlijk maar van een beperkt percentage positieve testen in beeld brengen over welke variant het gaat. Daardoor hebben we een sterk onderschat beeld over de aanwezigheid van bepaalde varianten in onze samenleving. Ik denk dat het misschien interessant zou zijn, als de besmettingen dalen, om dat percentage omhoog te halen, zodat we beter kunnen monitoren, zeker richting september, wat er in de zomer gebeurt. Zo weten we wat er ons in het najaar nog te wachten staat en kunnen we sneller ingrijpen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, wat de hotelquarantaine betreft, het is u misschien onvoldoende bekend, maar we hebben een soort hotelquarantainemogelijkheid. Wij hebben akkoorden gesloten met de herstelverblijven om mensen die om een of andere reden niet zelfstandig in quarantaine kunnen blijven, naar een herstelverblijf te brengen. Ik denk dat dat een veel betere oplossing is, omdat je daar ook de omkadering van zorg kunt geven. We hebben dat dus wanneer dat nodig is. Daar is in het verleden ook al van gebruikgemaakt, minder dan van de capaciteit die we dachten te moeten inzetten, maar op zich is dat niet noodzakelijkerwijze een slechte zaak. We hebben dat dus. De hotelquarantaine waarvoor hier wordt gepleit, hebben wij vorig jaar al omgezet in herstelverblijfcapaciteit die we ter beschikking stellen wanneer dat noodzakelijk zou zijn.
Uiteraard zijn wij bezorgd over die verschillende varianten. Op het ogenblik dat die Indische variant is verschenen, heeft de Vlaamse Regering beslist, conform de afspraken die waren gemaakt binnen het Overlegcomité, om een reisverbod in te voeren. We hébben dat beslist, en als er nieuwe varianten zijn, dan zullen we dat opnieuw op die manier beslissen wanneer blijkt dat dat noodzakelijk is. Dat doen wij dus, absoluut.
Ja, daar moet opvolging aan worden gegeven. Daarvoor hebben we de instrumenten aan de lokale besturen en aan de lokale politie gegeven. Het is aan hen om daar op een goede manier mee om te gaan. De instrumenten zijn er dus absoluut: contactopsporing, testen, het in quarantaine plaatsen, in een herstelverblijf, een hotelquarantaine indien dat noodzakelijk is.
Collega Anaf, de sense of urgency is mij wat dat betreft genoeg bekend. Ik heb maanden geleden al gezegd dat 2021 het jaar zal zijn van het vaccineren, maar ook nog voor een stukje van de voorzichtigheid. Waarom heb ik dat gezegd? Toen was er hier nog geen debat over de Indische variant, maar we wisten allemaal wel dat er mogelijkerwijze nieuwe varianten zouden kunnen opduiken, die maken dat datgene wat we vandaag nog niet zien, morgen plots wel op ons netvlies gebrand zal staan. Daarmee omgaan is dus absoluut een bezorgdheid van velen onder ons, van ons allemaal. Dan is het toch ook wel belangrijk om te bekijken in welke mate de vaccins die we vandaag hebben, daar ook voldoende bestand tegen zijn. Ik heb daarvoor naar een aantal wetenschappelijke studies verwezen. Ik zei dat we aan het nadenken zijn over een opvolgvaccin in het najaar, over hoe we dat gaan doen. We zullen daar waarschijnlijk volgende week ook een interministeriële conferentie over hebben, om daarover bijkomende beslissingen te nemen. Dat opvolgvaccin zal dus niet precies hetzelfde zijn als het vaccin dat we vandaag hebben. We rekenen erop dat de wetenschap en de farmaceutische bedrijven die daarmee bezig zijn, ons ook een opvolgvaccin kunnen geven dat ons nog meer bestand maakt tegen mogelijke nieuwe varianten, dus niet alleen om het een langere duur te geven, maar ook om ons meer bestand te maken tegen die mogelijke varianten. Dat is dus een benadering waarbij je niet één maatregel moet hebben, waarbij je inderdaad het hele scala moet weten te bevatten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, de vaccinaties draaien op volle toeren. We hebben het daar vaak over hier. Dat betekent dat we aan de poort van de vrijheid staan, dankzij die vaccinaties. We moeten er nu echt voor zorgen dat we die poort ook open kunnen houden. Een nulrisico is inderdaad niet mogelijk, maar die verschillende varianten baren toch wel zorgen. Daarom is het dus toch wel echt nodig dat we heel sterk inzetten op het opvolgen van mensen die uit zones komen waar die varianten circuleren. Dat betekent ook een goede opvolging van het testen, van de contactopsporing, van de quarantaine, om te voorkomen dat die varianten gaan circuleren. Minister, ik wil u daarom vragen om verder in te zetten op een strikt handhavingsbeleid en daar ook bij de steden en gemeenten op aan te dringen, zeker ten aanzien van mensen die binnenkomen uit zones waar die varianten circuleren.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, we moeten inderdaad komen tot een striktere opvolging van terugkerende reizigers. Door de strengere controles hebben we dit kunnen verdubbelen en laten nu acht op de tien teruggekeerde reizigers zich testen. We moeten dat aantal nog omhoog krijgen, want dat vertraagt het binnenkomen van nieuwe varianten.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, we hebben het geluk dat de vaccins voorlopig tegen alle varianten lijken te werken. Zo lang niet iedereen hier is gevaccineerd, blijven we met een risico zitten. Laat ons hopen dat er geen varianten komen waartegen de vaccins niet werken. Zo lang niet heel de wereld is gevaccineerd, blijft het risico bestaan dat er nog agressievere varianten zullen komen die ons echt weer in gevaar kunnen brengen.
Om die reden is het cruciaal dat we met betrekking tot de contactopsporing, het clusteronderzoek en de quarantaine voor terugkerende reizigers nog stappen kunnen zetten. De hotelquarantaine kunnen we echt niet gelijkstellen met de herstelverblijven. Uw eigen partijgenote is er zelf niet van overtuigd. We moeten nog stappen zetten en we moeten ervoor zorgen dat die agressieve varianten hier niet binnenkomen. Dat is een opdracht voor ons allemaal om het rijk van de vrijheid niet in gevaar te brengen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.