Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het geplande Franse windmolenpark voor de kust van Duinkerke
Verslag
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister-president, twee Franse energiebedrijven zijn van plan om op slechts een tiental kilometer voor de kust van Duinkerke, dus op de grens met De Panne, een megawindmolenpark te bouwen. Het gaat om 46 windmolens van bijna 300 meter hoog. Dat is bijna even hoog als de Eiffeltoren. De huidige inplantingsplaats van dit offshorepark zal onnoemelijk veel schade aan Vlaanderen bezorgen. Zo zal dit park onder meer de zeevaartroutes naar onze havens van Nieuwpoort en Oostende belemmeren of zelfs onmogelijk maken. Het zal ook het laatste ongerepte open zeezicht aan de Westkust doen verdwijnen. Ook het vliegverkeer naar onze luchthaven wordt verstoord.
Deze Franse bedrijven zijn niet bereid om gevolg te geven aan de zeer ernstige en toch ook wel pertinente bezwaren vanuit ons land tegen dit project. Ook de vraag om het Franse park verder in zee te bouwen, met minder hoge molens, zodat het zou aansluiten op het nieuwe geplande Belgische offshorepark, wordt genegeerd. Meer nog, vorige maandag stelde de bevoegde minister Barbara Pompili in de persconferentie in Duinkerke heel expliciet – en ik citeer haar: “Het windmolenpark zou in 2027 in werking moeten kunnen treden en zou zeker dertig jaar uitgebaat worden. De Franse regering is vastbesloten om al die projecten tot een goed einde te brengen.” Overleg tussen de Franse en de Belgische regering heeft tot op vandaag niets opgelost.
Minister-president, als Vlaanderen zijn Westkusttoerisme, zijn kusteconomie, zijn omgeving en zijn scheepvaartmobiliteit wil vrijwaren, dan lijken enkel nog juridische stappen vanuit Vlaanderen tegen dit Franse initiatief mogelijk.
Minister-president, welke initiatieven neemt de Vlaamse Regering om dit megalomane project, dat onze Vlaamse belangen bedreigt, nog tegen te houden? Zal de Vlaamse Regering in dit kader een juridische procedure opstarten?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister-president, mijn collega schetste het al. Het gaat hier over zo’n typisch project waarbij mensen die buitenstaander zijn denken: ‘Och, ja, dat is wat zichtbelemmering voor de kustbewoners.’ En daar stopt het dan. Maar neen, er is veel meer aan de hand. Er is ook een groot risico op milieuschade, maar zeker ook op economische schade. Dan gaat het over de havens. Het windmolenpark komt pal in een historische vaarroute tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk te liggen. Deze vaarroute wil onder andere de haven van Oostende opnieuw leven inblazen. Het heeft ook een grote impact op de visserij en op de pleziervaart, die nu die vaargeul gebruiken. Het is met andere woorden een groot probleem, niet alleen voor de kustbewoners en de toeristen maar ook voor onze Vlaamse bedrijven en economie.
Ik heb de vraag al een paar keer gesteld aan minister Peeters. Ik weet dat er diplomatiek overleg is onder leiding van minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne. Maar dat overleg leidt voorlopig tot niets. Het leidt niet tot gunstig resultaat. Er is geen enkele beweging aan Franse kant. En nu de twee toekomstige exploitanten duidelijk aangeven te willen doorgaan met het project op die locatie, ‘bougeert’ de Franse regering helemaal niet. Nochtans zijn er alternatieven denkbaar: dieper in zee bijvoorbeeld. Voor de haven van Oostende is 500 meter opschuiven al genoeg. Eventueel is er zelfs de mogelijkheid dat België samen met Frankrijk een nieuw project lanceert, verder en dieper in de Noordzee. Het zou een goed voorbeeld zijn van Europese samenwerking. Voorlopig is er dus geen beweging aan Franse kant en is er vooral zicht op de grote nadelen voor Vlaanderen.
Minister-president, welke stappen nemen u en de Vlaamse Regering om de belangen van Vlaanderen in dit dossier maximaal te vrijwaren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, deze vraag werd al een aantal keren in de commissie en ook schriftelijk gesteld. Ik heb dan steeds gezegd dat we in eerste instantie via diplomatieke weg tot een akkoord willen komen met Frankrijk. Tijdens de publieksbevraging in Frankrijk werd door België een alternatief plan voorgesteld. Aangezien dit dossier bevoegdheidsoverschrijdende belangen heeft, werken we in dezen samen met het federale niveau.
Tot op heden loopt dat intrafederale overleg in dit dossier vlot. Alle Vlaamse argumenten zijn integraal overgenomen in de gecoördineerde reactie op de Franse consultatieprocedure. Het federale niveau heeft ook een advocaat aangesteld om onze gedeelde belangen te verdedigen. Het doel van onze acties is om de ligging van het windmolenpark te verplaatsen, zoals hier gevraagd werd, waardoor bezwaren – tenminste die langs Vlaamse kant – weg zullen vallen.
De beslissing van 10 mei is een beslissing van een privébedrijf, en nog niet van de Franse overheid. De mogelijkheid om tegen die beslissing van de ontwikkelaar een beroep in te stellen wordt momenteel, in samenspraak met de betrokken actoren, onderzocht. Maar aangezien het nog niet om een beslissing van de Franse overheid gaat, is de diplomatieke piste die we tot nu toe gevolgd hebben, wat mij betreft, op dit moment nog niet dood en begraven. Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn en wel vaststellen dat onze bezwaren en onze bezorgdheden intussen genoegzaam bekend zijn bij de Franse autoriteiten, maar dat we op dit moment, eerlijk gezegd, nog geen duidelijke signalen ontvangen hebben dat deze ook op afdoende wijze in rekening zullen worden gebracht. Daarom wil ik ook duidelijk aangeven dat we alle opties openhouden, zeker met het oog op een formele beslissing vanwege de Franse overheid. Voor het geval dat onze diplomatieke inspanningen geen gehoor vinden aan Franse kant, heb ik mijn diensten alvast de opdracht gegeven om alle mogelijke juridische opties te laten onderzoeken.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor het antwoord. Het verheugt me wel om te horen dat u van plan bent om ook juridische stappen te ondernemen. De federale minister van Noordzee, Vincent Van Quickenborne, stelde zopas in de Kamer dat hij nu ook zelf juridische stappen overweegt, maar dat hij toch nog steeds verder wil blijven inzetten op het overleg met Frankrijk. Het politiek en diplomatiek overleg in dit dossier, dat voor Vlaanderen nochtans zeer belangrijk is, heeft zich tot vandaag steeds boven uw hoofd afgespeeld. In uw functietitel voert u echter ook de naam van Vlaams minister van Buitenlandse Zaken.
Minister-president, mijn tweede vraag luidt dan ook: kunt u ons even verduidelijken waarom u tijdens de vorige belangrijke topoverlegmomenten de kaas van uw bord hebt laten eten door de Federale Regering, en u zelf niet persoonlijk aanwezig was? Werd u dan niet uitgenodigd voor dat overleg? En waarom nam u dan zelf geen initiatief om toch aanwezig te kunnen zijn, zoals het een echte Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken zou moeten toekomen?
De heer Maertens heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister-president. Ik denk dat het goed en logisch is dat in allereerste instantie uiteraard de diplomatieke weg wordt bewandeld. Dat is de goede manier, denk ik. Maar tegelijk verheugt het mij wel dat u zeer duidelijk stelt dat er vandaag al wordt bekeken en voorbereid hoe we juridische stappen kunnen zetten op het moment dat dat nodig is. Ik vrees, zoals u zegt, dat het effectief nodig zal zijn, omdat er aan de Franse kant op dit moment geen enkele beweging is.
U weet dat ik een Vlaams-nationalist ben, en ik heb misschien iets meer vertrouwen in het handelen van onze Vlaamse diplomatie dan in een – vaak francofone – federale diplomatie. Daarmee wil ik niet zeggen dat zij de belangen niet ter harte zullen nemen. Maar mijn aanvullende vraag daarbij is wel: hebt u de Vlaamse diplomatieke contacten in het overleg tussen Vlaanderen en Frankrijk ook ingeschakeld in dit dossier? Op welke manier, en met welk resultaat?
De heer Schiltz heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw antwoord. Ik denk dat dat het enige juiste antwoord is in dezen. Het verheugt mij evenzeer als u dat de Vlaamse bezorgdheden in dezen volledig zijn opgenomen in de communicatie met de Franse overheid. U hebt aangegeven dat het vandaag nog een beetje te vroeg is om al met juridische procedures te komen aanzetten, maar dat de druk wel hoog gehouden wordt. Ik zou in dezen vooral willen oproepen tot kalmte, en – zoals het zelfbewuste Vlamingen betaamt – om in te grijpen wanneer nodig, maar ook geduldig te zijn wanneer nodig.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. De toegang tot natuurlijke hulpbronnen is vaak een bron van ergernis of conflict geweest, zeker in grensgebieden. Vandaag hoeft het hopelijk niet zover te komen in deze zaak. Het ging vaak over kolen of water, vandaag gaat het over wind.
Minister-president, u spreekt over signalen vanuit de Franse overheid. Kunt u eens verduidelijken welke signalen u concreet verwacht? Daar ben ik wel heel erg benieuwd naar.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw heel duidelijk antwoord.
Ik denk dat uw houding inderdaad de enige juiste is door op één lijn te werken met de Belgische regering en samen de nodige diplomatieke initiatieven te nemen. Dat lijkt me de enige manier om deze tanker te keren, want de belangen voor onze zeevaart, voor onze visserij en voor ons toerisme moeten inderdaad worden gevrijwaard. De diplomatieke weg is ongetwijfeld de beste. We hebben in Vlaanderen bovendien heel wat knowhow om windparken verder in zee te bouwen. Onze baggerbedrijven kunnen dat het best van de hele wereld. Wanneer de Fransen dus technische hulp nodig hebben om die windturbines verderop in zee te plaatsen, kan Vlaanderen altijd helpen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
In de contacten tussen Frankrijk en – laat me zeggen – het Belgische gegeven zat ook de Vlaamse Regering mee aan tafel, niet ik in persoon maar mijn vertegenwoordiger. Laat dat duidelijk zijn. Het is ook zo dat wij in alle teksten integraal onze bezwaren tegen dat Franse windmolenpark opgenomen zien.
Mijnheer Maertens, u weet dat ik ook een Vlaams-nationalist ben, maar met mijn beperkte ervaring in dergelijke dossiers weet ik dat men zeker niet in gespreide slagorde moet handelen, zeker niet wanneer men allebei op dezelfde lijn zit. Zelfs langs twee kanalen hetzelfde vertellen is niet slagkrachtig en adequaat. Wij kiezen in dezen dan ook voor de weg die het meeste effect heeft.
De Vlaamse Regering zit mee in die contacten, niet ik als persoon. Ik weet ook niet of langs federale zijde de minister zelf mee aan tafel zit. Dit is ook geen opbod op dat vlak, zolang de violen maar gestemd zijn. Op dit moment zit er in elk geval geen ruis op de lijn.
Ik verwacht van de Franse regering dat ze onze bezwaren ter harte neemt, daar begrip voor heeft en samen met ons rond de tafel wil gaan zitten om te bekijken hoe hun en onze belangen met elkaar kunnen worden verzoend. Zo simpel is het. Op dat vlak hebben we nog altijd geen signaal gekregen en zijn we eventuele juridische stappen aan het voorbereiden. Die starten we echter pas op wanneer we zeker zijn dat de diplomatieke weg tot niets leidt.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister-president, ik ga graag naar Parijs om de Eiffeltoren te bezoeken, maar als West-Vlaming wil ik geen 46 windmolens met een hoogte van diezelfde Eiffeltoren gebouwd zien worden op een boogscheut van onze Vlaamse kust. Het gaat over megawindmolens die Frankrijk ons eenzijdig en zonder overleg opdringt. Zij nemen niet alleen ons openzeezicht weg waarvoor mensen onze mooie Vlaamse kust bezoeken, maar zij bedreigen ook onze scheepvaart en onze natuur. En daarom zegt het Vlaams Belang heel luid en duidelijk dat wij die Franse windmolens niet willen vlak bij onze kust. Wij roepen u dan ook op tot actie. Treed actief op om onze Vlaamse belangen te verdedigen en te beschermen en maak duidelijk dat wanneer Frankrijk doorzet met zijn plannen die ons schade zullen berokkenen, Vlaanderen niet zal aarzelen om die juridische procedures op te starten. Minister-president, West-Vlaanderen rekent op u. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Maertens heeft het woord.
Minister-president, ik dank u om dit dossier ter harte te nemen. Zoals gezegd, is de diplomatieke weg de juiste, maar tegelijkertijd is het verstandig om nu al juridische stappen voor te bereiden, want ik en niet ik alleen heb weinig vertrouwen in een goede afloop wanneer het alleen van Frankrijk moet komen. Ik wil u dan ook vragen om indien nodig – laat dat duidelijk zijn – onze Vlaamse tanden te laten zien, en alle juridische mogelijkheden uit te putten om dat windmolenpark met nefaste gevolgen voor Vlaanderen, voor de havens, voor de visserij, voor de pleziervaart en voor het toerisme aan de Westkust tegen te houden.
De actuele vragen zijn afgehandeld.