Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is de toespraak van mevrouw Dubravka Šuica, vicevoorzitter van de Europese Commissie en Europees commissaris voor Democratie en Demografie, over de Conferentie over de toekomst van Europa.
Geachte mevrouw de vicevoorzitter van de Europese Commissie, geachte heer minister-president, geachte viceminister-presidenten, geachte collega’s, mevrouw Šuica, dobrodošli u naš flamanski parlament, welkom in het Vlaams Parlement.
We zijn zeer vereerd dat u ons zo meteen wilt toespreken. Ik had u uiteraard graag in andere omstandigheden ontvangen, maar daar heeft de COVID-19-pandemie helaas anders over beslist. Wegens de coronabeperkingen zijn we hier ook slechts met 39 van de 124 volksvertegenwoordigers aanwezig, en ook vanuit de Vlaamse Regering kan slechts een beperkte delegatie deze vergadering bijwonen. Maar ik ben er zeker van dat de anderen uw toespraak met heel veel belangstelling vanop afstand online zullen volgen.
Geachte collega’s, ik wil mevrouw Šuica graag kort aan u voorstellen. Mevrouw Šuica was acht jaar lang burgemeester van een van de prachtige steden van Europa, namelijk Dubrovnik. Ze zat elf jaar lang in het Kroatische parlement en sinds de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie in 2013 was ze Europees Parlementslid. In de huidige Europese Commissie is ze vicevoorzitter en tegelijkertijd commissaris voor Democratie en Demografie.
Mevrouw Šuica, dat u vandaag in het Vlaams Parlement bent, is voor ons erg belangrijk. De deelstaten en hun parlementen hebben in België immers een zeer verregaande autonomie, een autonomie die ook wordt doorgetrokken op internationaal en Europees niveau. Zoals u weet, bepaalt artikel 4, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dat de Europese Unie de nationale identiteit van de lidstaten moet eerbiedigen en ook moet respecteren. Die nationale identiteit ligt besloten in de politieke en grondwettelijke basisstructuren van de lidstaten, waaronder die voor regionaal en lokaal zelfbestuur.
België legde bij de ondertekening van het Verdrag van Lissabon een belangrijke verklaring af, verklaring 51 voor de kenners. Verklaring 51, die ons nauw aan het hart ligt, verduidelijkt dat overeenkomstig het Belgisch grondwettelijk recht zowel de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat als de parlementen van de gemeenschappen, maar ook van de gewesten in functie van de bevoegdheden die de Europese Unie uitoefent, optreden als componenten van het nationaal parlementair stelsel of als kamers van het nationaal parlement. In mensentaal, collega’s, wil dit zeggen dat het Vlaams Parlement voor wat zijn bevoegdheden betreft, evenwaardig is aan een nationaal parlement en op geen enkele manier ondergeschikt is aan het Belgische niveau.
Wanneer Europese handelsverdragen of nieuwe Europese verdragen door de nationale parlementen van de Europese lidstaten moeten worden goedgekeurd, betekent dit dan ook dat de parlementen van de deelstaten deze verdragen moeten goedkeuren. Ook over de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie moeten de deelstaten hun zegen geven. Zo keurde dit Vlaams Parlement op 27 februari 2013 de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie goed.
Dit unieke systeem geeft ons een aanzienlijke macht in de Europese besluitvorming. Maar met macht komt uiteraard ook verantwoordelijkheid. Net daarom trachten we in de werking van ons parlement heel veel aandacht te besteden aan de Europese Unie en aan de Europese besluitvorming.
Uw aanwezigheid vandaag, op 5 mei, is uiteraard niet toevallig. Zondag 9 mei is het namelijk Dag van Europa, het jaarlijkse feest van vrede en eenheid in Europa.
Mevrouw Šuica, vorig jaar hadden we u reeds uitgenodigd naar aanleiding van het jubileum rond 25 jaar Vlaams Parlement. In 1995 konden de Vlamingen immers voor de eerste keer rechtstreeks hun eigen parlement kiezen. De jubileumactiviteiten moesten toen vanwege corona uitgesteld worden. Hopelijk kunnen we dat jubileum in het najaar toch nog de gepaste aandacht geven.
Dat zou ook samenvallen met een andere belangrijke datum voor dit Vlaams Parlement en voor Vlaanderen in het algemeen, want op 7 december 1971 – vijftig jaar geleden dus – werd de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap geïnstalleerd. De Cultuurraad mag eigenlijk gezien worden als de voorloper van dit Vlaams Parlement.
Het Vlaams Parlement en het Europees Parlement zijn relatief jonge parlementen en hebben in de loop der jaren ingrijpende veranderingen ondergaan, zowel qua samenstelling als qua bevoegdheden. Net als het Vlaams Parlement evolueerde het Europees Parlement van een benoemde vergadering naar een rechtstreeks verkozen parlement. Beide parlementen kregen ook geleidelijk aan meer en verregaande bevoegdheden. De verdragen van onder andere Maastricht, Amsterdam en Lissabon kenden meer bevoegdheden toe aan het Europees Parlement. Hier is het politieke gewicht van het Vlaams Parlement stap voor stap toegenomen door de verschillende staatshervormingen. Ook de begroting van Europa en die van Vlaanderen groeiden uiteraard stelselmatig mee. Beide parlementen blijven voortdurend verder evolueren.
In dat licht past ook het thema van uw toespraak vandaag. U gaat het onder meer hebben over de Conferentie over de toekomst van Europa, die officieel van start gaat op zondag 9 mei. Mevrouw Šuica, u zit namens de Europese Commissie in het uitvoerend bestuur van deze conferentie en bent er ondervoorzitter van. U bent dus uitstekend geplaatst om ons uw visie te geven over de totstandkoming en het doel van de conferentie.
Europa bevond zich de laatste jaren in woelig vaarwater. In de aanpak van een aantal crisissen heeft de Europese Unie zich in de ogen van veel burgers niet altijd even krachtdadig getoond. Met dit initiatief wil Europa zich nu heruitvinden in een wereld die steeds verandert. Daarbij wil Europa de mensen zelf aan het woord laten. Want centraal in de conferentie staat het nieuwe digitale burgerplatform dat de Europese Unie onlangs lanceerde onder de slogan ‘De toekomst ligt in uw handen’. Het is een oproep aan elke Europese burger om mee te bouwen aan de toekomst van Europa.
Het Vlaams Parlement is ontzettend benieuwd om van u te vernemen welke rol wij als parlement in deze conferentie kunnen spelen om de toekomst van Europa mee gestalte te kunnen geven. Ik nodig u dan ook graag uit om aan het spreekgestoelte deze plenaire vergadering toe te spreken. Hvala. Dank u wel. (Applaus)
Hartelijk dank, voorzitter Homans.
Geachte parlementsleden, dames en heren, het is voor mij een genoegen om hier vandaag te zijn. Er valt dit jaar veel te vieren voor het Vlaams Parlement, gelet op de vijftigste verjaardag. Het is dan ook een goed moment om u te ontmoeten, nu we ook zo dicht zijn bij de viering van de Dag van Europa, zoals u al gezegd hebt, voorzitter.
De banden tussen de Europese Unie en het Vlaams Parlement zijn zeer sterk. En we staan klaar om die banden nog te versterken. België is voor mij al enkele jaren een tweede thuis. Ik heb zeven jaar in het Europees Parlement gezeteld en ben daarna overgestapt naar de Europese Commissie. Ik heb geregeld gereisd om andere regio’s en gebieden in Vlaanderen te bezoeken, voor de pandemie.
In de context van de pandemie is de eerste kwestie die ik vandaag zal behandelen, de Europese financiering en steun voor België en Vlaanderen. De economie is zwaar getroffen door de uitbraak van COVID-19. Ik weet dat alle autoriteiten in dit land samen hard hebben gewerkt aan het plan voor herstel en veerkracht, dat is ingediend bij de diensten van de Commissie. Zoals u weet, worden in dat plan de hervormingen en publieke investeringsprojecten uiteengezet die u van plan bent uit te voeren met de steun van de Europese faciliteit voor herstel en veerkracht. Ik kom daar nog op terug.
Geachte leden, de covidpandemie heeft ons leven op vele manieren beïnvloed. De gezondheid en veiligheid van onze burgers is onze eerste prioriteit. De Europese Commissie gebruikt alle instrumenten die beschikbaar zijn binnen het mandaat van de Commissie om drie belangrijke acties uit te voeren: de verspreiding van de pandemie stoppen, de druk op de gezondheidssystemen verlichten en zo efficiënt mogelijk vaccineren. We bevinden ons op een kritiek moment in onze gemeenschappelijke inspanningen. We moeten de pandemie aanpakken en tegelijk oog blijven hebben voor het draagvlak bij de burgers voor de preventieve maatregelen. Dat is geen gemakkelijke taak. Om volledig te herstellen, hebben we een gezonde en veilige beroepsbevolking nodig. We mogen onze waakzaamheid niet laten verslappen, zeker nu niet.
De reactie van de Commissie op de pandemie is vanuit verschillende invalshoeken bekeken. De Europese Commissie heeft afgelopen november een pakket maatregelen aangenomen voor een sterker en vollediger EU-kader. Er zijn maatregelen goedgekeurd inzake paraatheid, opvolging, risicobeoordeling en vroegtijdige waarschuwing en reactie. Samen met het Italiaanse voorzitterschap van de G20 zal de Commissie later dit jaar in Italië een wereldgezondheidstop organiseren. We moeten doen wat we kunnen, want als één stad, regio of land door dit virus wordt getroffen, worden we allemaal getroffen.
Vaccinatie is de sleutel tot onze plannen om dit virus te verslaan. Samen met de lidstaten werken we samen met de vaccinfabrikanten om een voorspelbaar en transparant leveringsschema te verkrijgen.
Tot dusver hebben we toegang tot bijna 2,6 miljard dosissen covidvaccin, van zes vaccinfabrikanten: eerst BioNTech-Pfizer, dan Moderna en sinds januari hebben we ook de toelating voor het AstraZenecavaccin en het vaccin van Johnson & Johnson. Er kan geen twijfel over bestaan dat de aanpak van de Commissie gericht was op het veiligstellen van de toegang tot de vaccins en de daaropvolgende uitrol. De gezondheid van onze burgers blijft de eerste prioriteit. Denk maar aan de varianten van het virus waar we nu al mee te maken hebben. De nieuwe varianten moeten we vroeg ontdekken in de hele keten. Dit houdt in dat we ook werk maken van snelle massaproductie van vaccins die nodig zijn voor vaccinaties van het tweede niveau of de tweede generatie.
Het klopt dat we in het begin moeilijkheden hebben gehad, namelijk vertragingen en knelpunten bij de productie. Die hebben we weten op te vangen dankzij onze brede vaccinportefeuille en dankzij betrouwbare leveranciers zoals BioNTech-Pfizer, gelegen in Puurs. Commissievoorzitter von der Leyen heeft dit bedrijf recent bezocht. Het belangrijkste vaccin dat tot nu toe in de Europese Unie gebruikt werd, is dus dat van Puurs, waardoor Puurs echt wel het centrum van de vaccinproductie is geworden. Vlaanderen mag daar heel erg trots op zijn. Gezien de enorme inspanningen van BioNTech-Pfizer hebben we er alle vertrouwen in dat we voldoende dosissen zullen hebben om 70 percent van de bevolking te kunnen vaccineren tegen juli.
Vaccinaties zijn slechts een deel van onze reactie. Er is ook de faciliteit voor herstel en veerkracht, het antwoord van de Europese Unie op de sociaal-economische uitdagingen van COVID-19. Ons doel is de sociale en economische veerkracht van de lidstaten te versterken. Ik dank België hartelijk voor het goedkeuren van het besluit omtrent eigen middelen. De uitgaven in het kader van de faciliteit kunnen pas beginnen als de laatste lidstaat dit besluit heeft goedgekeurd. Elke lidstaat heeft een sleutelrol bij het creëren van de omstandigheden waarin de Commissie de nodige middelen op de financiële markt kan lenen.
De lidstaten zijn druk bezig geweest met het opstellen van hun plannen voor herstel en veerkracht. Dat moet bestaan uit een pakket hervormingen, in lijn met de voorstellen van de Commissie, en het plan voor herstel en veerkracht moet ingaan op de landenspecifieke aanbevelingen die via het Europees semester zijn gedaan.
België heeft een eigen plan voor herstel en veerkracht overgemaakt aan de Commissie. Dat was vorige week vrijdag, precies op tijd om gebruik te kunnen maken van de fondsen van de faciliteit.
Wij danken de federale en regionale autoriteiten voor de constructieve samenwerking. De diensten van de Commissie zijn dit plan aan het evalueren. Ik kan natuurlijk nog geen details geven over de individuele plannen, maar wat ik al kan zeggen over alle plannen is dat er nog heel wat werk moet gebeuren om ervoor te zorgen dat de plannen volledig in lijn zijn met de vereisten van de faciliteit voor herstel en veerkracht. Het is belangrijk dat het gaat over een alomvattende, gepaste reactie op de algemene economische en sociale situatie. Want dat is wat burgers nodig hebben.
Ik ben ervan overtuigd dat we nog veel meer zullen horen over deze onderwerpen tijdens de conferentie over de toekomst van Europa. Ik wil graag een update geven over dit nooit eerder geziene proces. Dat is de belangrijkste reden waarom ik hier vandaag ben.
Waarom houden wij deze Conferentie over de toekomst van Europa? Ik zou zeggen dat dit noodzakelijk is, niet het minst omdat onze democratie met enorme uitdagingen wordt geconfronteerd, in verschillende regio’s maar ook op nationaal en Europees niveau.
De technologie heeft de manier waarop wij leven, werken, communiceren en met elkaar verbinding leggen veranderd. Politici en besluitvormers moeten mee evolueren. Het is duidelijk dat politiek niet langer 'business as usual' is. Ik zeg niet dat deze conferentie een oplossing is voor alle kwalen, maar meer betrokkenheid tonen met de burgers, op gelijke voet, is zeker een goede plek om te starten. Burgers willen absoluut zelf ook hun zeg kunnen doen in de democratie en dat ook buiten momenten van verkiezingen.
De Conferentie over de toekomst van Europa is ons antwoord op die behoefte, en het is onze ambitie om ervoor te zorgen dat de Europese democratie veel krachtiger en meer responsief wordt om de Europese democratie klaar te maken voor de toekomst. Wij willen daarbij de burgers centraal plaatsen in de beleidsvoering van de Europese Unie.
Na de ondertekening door de drie voorzitters van de gezamenlijke verklaring op 10 maart blijven we ons werk versnellen. We moeten de burgers stevig in het centrum van onze beraadslagingen plaatsen. Wij doen dit voor hen. De conferentie is een oefening van de basis, bottom-up. Dat is mijn eerste punt.
Ten tweede zitten wij in een nieuwe fase wat de politiek op Europees niveau betreft. Dankzij de conferentie willen de drie instellingen, het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie, met één stem spreken.
Ten derde hebben wij ook de nationale, regionale en lokale autoriteiten hierbij betrokken, net als het middenveld en de sociale partners. Dat is ook de reden waarom het voor mij zo belangrijk is om hier vandaag aanwezig te zijn. Ik wil duidelijk zijn: de conferentie zal de representatieve democratie niet vervangen. De conferentie kan de representatieve democratie echter wel versterken door burgers centraal te plaatsen bij de besluitvorming van de Europese Unie. Burgers kunnen betrokken worden via wat wij de drie p’s noemen: het meertalige digitale platform, de burgerpanels en de plenaire vergaderingen van de conferentie.
Het meertalige digitale platform is een van de mogelijkheden voor burgers om samen met organisaties en autoriteiten bepaalde events te organiseren en bij te dragen tot de conferentie. Het platform is gelanceerd op 19 april. Op die manier is er een nieuwe innovatieve ruimte voor burgers uit alle hoeken van Europa waar ze kunnen praten over de uitdagingen waar de EU voor staat en de onderwerpen die zij belangrijk achten. Het platform heeft zijn potentieel al bewezen. Gedurende de eerste twee dagen waren er 90.000 bezoeken, met een totaal van 350.000 bezochte pagina's.
Bewustwording is een volgende belangrijke stap. Onze doelstelling hier is om daar zoveel mogelijk en zo divers mogelijke groepen burgers bij te betrekken. Daarvoor reken ik op de leden van dit parlement. Ik wil u dan ook uitnodigen om het platform te promoten via de verschillende netwerken en sociale media die u hebt, want als rechtstreekse vertegenwoordigers van de burgers van Vlaanderen hebt u een sleutelrol te spelen om ervoor te zorgen dat burgers kunnen deelnemen aan dit proces. Ik ben erg geïnteresseerd om de hoop, de dromen en de ideeën van de Vlaamse burgers inzake de Europese Unie te leren kennen.
Het platform is de centrale spil van de conferentie, een plek waar alle bijdragen op een transparante manier worden samengebracht. Dit maakt deel uit van het feedbackmechanisme. Wanneer bijvoorbeeld evenementen worden opgezet door burgers of door regionale of nationale autoriteiten, dan kunnen die hier teruggevonden worden. Dankzij het platform zullen burgers ook kunnen bijdragen en hun ideeën kunnen uiten. Alle activiteiten zullen regelmatig worden geanalyseerd en er zullen ook rapporten worden voorbereid die via de verschillende panels en plenaire vergaderingen zullen worden uitgediept.
Persoonlijk ben ik heel benieuwd om te vernemen hoe burgers ons kunnen inspireren in ons werk. Ik wil heel duidelijk zijn over dit punt. Wanneer de conferentie in het voorjaar van 2022 tot conclusies zal komen, stopt het werk niet, of toch niet voor ons. Want op dat moment zullen wij nadenken over wat de burgers hebben besproken en zullen we ook beslissen op welke manier we daar het best verder mee aan de slag kunnen. President von der Leyen heeft zich hiertoe verbonden en ik wil daar zeker ook toe bijdragen met de steun van de nationale en regionale parlementen.
De conferentie zorgt voor een openbare ruimte voor alle burgers zodat zij zich kunnen verbinden tot onze gemeenschappelijke toekomst. Het digitale platform telt negen onderwerpen om de gesprekken op te starten maar die lijst is niet exhaustief. Er is ook nog een tiende onderwerp, namelijk andere ideeën. De burgers kunnen met andere woorden echt over alle mogelijke onderwerpen praten.
Het is ook belangrijk dat we mensen betrekken die we normaal minder gemakkelijk bereiken, bijvoorbeeld mensen die kritisch staan tegenover de Europese Unie. Ook hun stem moet gehoord worden. Zoals de voorzitter al zei, is de slogan van de conferentie: ’De toekomst ligt in uw handen. Zorg ervoor dat uw stem wordt gehoord.’ Op deze manier spreken we burgers rechtstreeks aan om zich in te zetten.
Het handvest van deze conferentie moet de weg vrijmaken voor meer burgerparticipatie. Het handvest weerspiegelt onze Europese waarden en fundamentele rechten, zoals onder meer menswaardigheid, gerechtigheid en respect voor mensenrechten. Iedereen die erop intekent, verbindt zich ertoe een constructieve bijdrage te leveren aan de conferentie, met respect voor elkaars mening. We kennen jammer genoeg maar al te goed fenomenen als hate speech en valse of misleidende informatie. Dat wordt op dit platform niet getolereerd.
Er is een team van moderatoren aangesteld, niet om de input te censureren maar wel om erover te waken dat de waardigheid van elke deelnemer ten volle wordt gerespecteerd. Tolerantie en gelijkheid moeten zegevieren. Input die niet in overeenstemming zou zijn met de principes van dit handvest, wordt van het platform verwijderd. Burgers dragen hieraan bij door ongepaste inhoud te signaleren.
Ik wil benadrukken dat iedereen waar dan ook een burgerpanel of een ander initiatief kan lanceren onder de paraplu van de conferentie, zolang men daarbij de principes van het handvest respecteert.
Er komen vier Europese burgerpanels, als onderdeel van de centrale structuur. Elk panel zal uit tweehonderd burgers bestaan, en garandeert dat er voor elke lidstaat een vrouwelijke en mannelijke vertegenwoordiger aanwezig is. Gendergelijkheid is voor ons dan ook zeer belangrijk. De burgers worden willekeurig geselecteerd voor elk panel. Zij vertegenwoordigen de diversiteit binnen Europa, op het vlak van oorsprong, geslacht, leeftijd, socio-economische achtergrond en opleidingsniveau. Een derde van elk panel zal uit jongeren bestaan – 16 tot 25 jaar oud –, en we zorgen ervoor dat er zowel burgers van stedelijke als landelijke gebieden vertegenwoordigd zijn. Aangezien we ons voorbereiden op de toekomst van de komende generaties, willen we de jongeren hier grondig bij betrekken.
Ik vermoed dat iedereen in dit parlement benieuwd is naar de precieze werking van de raad van bestuur van de conferentie, waarvan ik de eer heb om medevoorzitter te zijn.
De raad is verantwoordelijk voor het nemen van gezamenlijke beslissingen rond de werking van de conferentie, haar processen en evenementen. De raad waakt ook over de verdere ontwikkeling van de conferentie, en hij rapporteert regelmatig aan het gezamenlijke voorzitterschap, dat bestaat uit de voorzitters van de drie instellingen.
De raad bestaat uit drie vertegenwoordigers en maximaal vier waarnemers voor elk van de drie instellingen. De vertegenwoordigers van de Conference of Parliamentary Committees for Union Affairs of Parliaments of the European Union (COSAC), die de parlementaire commissies voor Europese Zaken verenigen, treden op als permanente waarnemers. Ook het Europees Comité van de Regio's, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de sociale partners zullen we blijven uitnodigen op onze bijeenkomsten, zoals dat ook in het verleden al is gebeurd.
De leden van dit huis kunnen rechtstreeks een bijdrage leveren via het Europees Comité van de Regio's, dit naast de bijdragen die jullie wensen te leveren op het digitale platform. Dit is een nieuwe vorm van beleidsvorming. Laten we de positieve impact hiervan op onze burgers niet onderschatten. Openheid en samenwerking zijn vandaag onze drijvende kracht.
Ik zei het al: communicatie en bereikbaarheid zijn van cruciaal belang, omdat het succes van deze conferentie afhangt van de mate waarin we burgers bij onze debatten kunnen betrekken, en hen kunnen stimuleren om zich te engageren.
We doen grote investeringen om tegemoet te komen aan de vraag van burgers naar een grotere betrokkenheid bij de Europese beleidsvoering. Dit moet gepaard gaan met een robuuste communicatiestrategie. Hiervoor werken we nauw samen met verschillende partners. We doen een beroep op al onze netwerken, waaronder de Europese vertegenwoordiging, de informatiecentra en de bureaus van het Europees Parlement in de verschillende lidstaten. Dit is de verantwoordelijkheid van ieder van ons, en ik ben ervan overtuigd dat de eerbare leden die hier vandaag aanwezig zijn het verschil kunnen maken, en ervoor kunnen zorgen dat Vlaanderen en haar burgers sterk vertegenwoordigd zijn in deze conferentie.
Beste leden van dit huis, het doel van deze conferentie is om burgers te versterken, en om ze tot de kern van de beleidsvoering van de EU te laten behoren.
Dit innovatieve proces werd voor hen gecreëerd, en het rekent ook op hen. Verkozen vertegenwoordigers kunnen in hun instellingen over de toekomst van Europa beslissen, en ministers hebben hun ministerraad. Ik zetel zelf in de Europese Commissie. Wel, de burgers kunnen nu op hun beurt terecht in deze conferentie, een platform waar ze met elkaar en met hun verkozen vertegenwoordigers in debat kunnen gaan, op gelijke voet.
Vanaf mijn eerste dag als vicepresident van de Europese Commissie, bevoegd voor Democratie en Demografie, en eigenlijk al sinds mijn ambtstermijn als burgemeester van Dubrovnik, ging al mijn energie naar het versterken en engageren van burgers, omdat we zo kunnen bijdragen tot de legitimiteit van onze instellingen.
Ik heb begrepen dat het versterken van de burger belangrijk is in dit parlement. De burger moet ook centraal staan in ons pad naar herstel. We moeten op zoek gaan naar innovatieve oplossingen, zodat niemand achterblijft. Geen enkele instelling of persoon kan dit alleen doen. Het spreekt voor zich dat we heel wat werk voor de boeg hebben. Samen, en alleen samen komen we erbovenop en bouwen we aan onze weerbaarheid, maar creëren we ook een gunstige toekomst voor alle generaties. Dit kan mooi aansluiten bij de vieringen van de vijftigste verjaardag van dit huis en van de Dag van Europa.
Ik wil u alvast bedanken. Ik luister graag naar uw vragen, en ik zal ze ook proberen te beantwoorden. (Algemeen applaus)
Elke fractie heeft vier minuten en wordt verondersteld in het Nederlands te spreken.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Mevrouw de commissaris, collega’s, ook namens de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA)-fractie heet ik u van harte welkom in dit Vlaams Parlement, het huis van onze Vlaamse democratie. Al in het jaar 1900 lanceerde August Vermeylen zijn bekende slagzin “We willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden”: bewust van onze eigen Vlaamse identiteit en tegelijk oog voor het Europese project. Maar liefde moet natuurlijk altijd van twee kanten komen. De Europese Unie (EU) loopt traditioneel niet hoog op met deelstaten. Wat telt, is het lidstaatniveau. Daarom is het een belangrijk signaal dat u als vertegenwoordiger van de Europese Commissie in het Vlaams Parlement aanwezig bent. Waar we natuurlijk vooral op hopen, is dat de openheid die u aan de dag legt, zich ook zal vertalen in de toekomstige werking van de Europese Unie.
Mevrouw de commissaris, mijn vraag is dan ook welke rol deelstaten volgens u te spelen hebben in de Europese samenwerking. Want Vlaanderen wil zijn rol opnemen. Als deelstaat hebben we exclusieve en wetgevende bevoegdheden. Er bestaat in ons federale land geen hiërarchie tussen het nationale en deelstaatniveau. Waar Vlaanderen intern bevoegd voor is, daar dragen we ook internationale bevoegdheid: in foro interno, in foro externo. Volgens dat principe werd ook Verklaring 51 toegevoegd aan het Verdrag van Lissabon. Dat systeem is vanzelfsprekend positief voor ons omdat we, in tegenstelling tot andere deelstaten in de Europese Unie, wel mee aan de Europese tafel terechtkomen. Maar het toont helaas wel aan dat de EU nog altijd vastzit in de logica waarin alleen het lidstaatniveau speelt, terwijl Vlaanderen voor zijn bevoegdheden de facto een volwaardige lidstaat moet zijn.
Met de Conferentie over de toekomst van Europa hebt u alleszins een instrument in handen om daarin verandering te brengen. De samenstelling van de plenaire vergadering van deze conferentie dreigt dan ook een gemiste kans te worden, want dat Europese nationale parlementen daarin vertegenwoordigd zijn, is de logica zelve. Maar dat is natuurlijk evenzeer zo voor regionale en lokale vertegenwoordigers. De burger heeft vooral vertrouwen in bestuursniveaus die dicht bij hem staan. Maak gebruik van die subsidiariteit en betrek het lokale en regionale niveau om de EU mee vorm te geven en om zo de kloof tussen burgers en de Europese politiek te dichten. Eenheid in verscheidenheid is het motto van de Europese Unie. Vlaanderen hoopt dat de toekomstconferentie dat principe voorop blijft stellen. De Europese instellingen kunnen en moeten dat beter honoreren. Met de brexit heeft de EU een sterke lidstaat verloren. Laten we nu de focus verleggen van de externe uitbreiding naar de interne uitbreiding. Want net zoals uw land Kroatië op eigen benen kwam te staan en zo ook lid werd van de EU, zo kunnen huidige deelstaten-potentiële lidstaten, zoals Vlaanderen, Catalonië en wie weet ooit terug Schotland, de EU verfijnen en versterken.
Tot slot, mevrouw de commissaris, als de EU het morele gezag internationaal wil uitstralen, dan kan men niet langer tolereren dat er in de Europese Unie politici in de gevangenis zitten vanwege hun overtuiging.
Mevrouw de commissaris, u vindt in Vlaanderen een partner om mee te bouwen aan het Europa van de toekomst. Geef ons daartoe ook de kans. Ik dank u. (Applaus)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik de commissaris bedanken voor haar komst naar ons parlement. Het Vlaams Parlement bekleedt trouwens een uitzonderlijke positie, zoals u weet. In verklaring 51, gehecht aan het Verdrag van Lissabon, wordt het Vlaams Parlement expliciet erkend als een volwaardig nationaal parlement. De voorzitter verwees er zonet ook naar. Het is daarom ook uiterst belangrijk dat Vlaanderen en dit parlement in rechtstreeks contact staan met het Europese niveau en dat wij als een volwassen deelstaat en bestuursniveau de Vlaamse natie kunnen vertegenwoordigen. Vlaanderen eist zijn rol als volwaardige Europese partner maar al te vaak met te veel schroom op.
We zijn ervan overtuigd dat een eigen, Vlaamse, grondige visie op de toekomst van Europa noodzakelijk is. Het is namelijk in het belang van alle Vlamingen dat zij een krachtige stem hebben op het Europese toneel en actief mee kunnen denken over de wegen die het Europese project inslaat – en liefst niet in de richting van een Europa waarin sommige landen, zoals Spanje, parlementsleden opsluiten wegens hun onafhankelijkheidsstreven. Kroatië heeft zelf hard gevochten voor zijn onafhankelijkheid. U weet dus waarover ik het heb.
‘De burger staat centraal’, klinkt het. Maar we moeten niet naïef zijn en verwachten dat alle burgers zullen deelnemen aan de Conferentie over de toekomst van Europa, of dat de resultaten van de burgerbevraging een steekproef zullen opleveren over wat de gemiddelde Europeaan denkt. Ook het Europees Comité van de Regio’s liet in een resolutie over de conferentie verstaan dat een representatieve democratie de basis vormt voor het EU-project.
Daarover heb ik twee vragen.
Op welke manier kunt u garanderen dat het Vlaams Parlement voldoende en op een volwaardige wijze betrokken zal worden bij deze conferentie?
Hoe wil de commissaris verzekeren dat de burgerinput representatief zal zijn voor de bekommernissen en ideeën van de meerderheid van de Europese burgers? Valt dit volgens u te realiseren? Op welke manier ziet u dit concreet? Want de kloof tussen Europa en de man of vrouw in de straat is groot.
U zult waarschijnlijk wel weten dat mijn partij, het Vlaams Belang, een partij is die kritisch staat ten aanzien van de Europese Unie in haar huidige vorm, en al helemaal geen fan is van supranationale niveaus. We zijn ervan overtuigd dat het project Europa een beloftevolle toekomst kan inhouden en in het voordeel van alle Europese naties kan spelen. Het is echter een ander Europa dan het huidige, dat wij voor ogen hebben. Wij passen voor een Europese Unie die steeds meer begint te lijken op een uitvergrote, disfunctionele Belgische constructie.
Tegelijkertijd hebben we ook daadwerkelijk een gemeenschappelijke visie en missie nodig om onze zelfstandigheid en eigenheid te beschermen. Meer strategische autonomie is uiterst noodzakelijk. We moeten als verzamelde Europese naties in een steeds meer multipolaire wereld in staat zijn een speler in plaats van een speelbal te zijn.
Deze uitdagingen moeten een belangrijke rol toebedeeld krijgen in de discussies tijdens de conferentie. Het is net daarom dat wij, vanuit onze partij, vanuit Vlaanderen en vanuit dit parlement, actief in dialoog willen gaan over de toekomst van ons continent en het Europese project.
Ten slotte wil ik u daarom een derde vraag stellen. Er is heel wat te doen geweest over wie de conferentie zal mogen voorzitten, welke partijen er vertegenwoordigd worden en op welke manier dit zal gebeuren. Europarlementslid Guy Verhofstadt sprak zelfs, en ik citeer, over “een bureaucratisch circus”. Wat is uw mening over deze uitspraak?
Vreest u niet dat de vertegenwoordiging van enkel de drie grootste fracties in het Europees Parlement zal leiden tot een verschraling van het debat? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de commissaris, we hebben eigenlijk het geluk dat we het vandaag mogen hebben over hoe de toekomst van Europa er zal uitzien. Want de afgelopen jaren was de vraag toch eerder of Europa een toekomst had. We gingen van de ene crisis naar de andere: de Eurocrisis, daarna de migratiecrisis, gevolgd door terreur en de pandemie. De EU is erin geslaagd om er elke keer versterkt uit te komen. maar we moeten ook toegeven dat het vinden van oplossingen elke keer moeizamer verlopen is. De laatste Europese top over het herstelfonds heeft maar liefst vier dagen en vier nachten geduurd, de langste top ooit. De Europese Unie was gered, maar we moeten zeggen dat het de komende jaren de uitdaging zal zijn om te voorkomen dat we de Europeanen zelf verliezen. Het is die bijna permanente sfeer van crisis die het geloof van de bevolking in de Europese Unie absoluut geen goed gedaan heeft.
We moeten dus de besluitvorming van bovenaf, met Europese toppen en regeringsleiders, aanvullen met een laag die van onderuit komt.
En daarom is het kloppende hart van de conferentie de burgerbevraging. Voor ons – dat zal u niet verbazen – is het belangrijk dat die gecombineerd wordt met nauwe betrokkenheid van de politieke instellingen die het dichtst bij de burger staan. Natuurlijk is dat in de eerste plaats dit parlement, maar dat zijn ook – en dat wil ik benadrukken – de bijna één miljoen lokale mandatarissen in heel Europa. Zij staan het dichtst bij de mensen. Ze voelen de polsslag van de bevolking en ze kunnen zorgen dat er een druk is van onderuit die de EU dwingt om op tijd beslissingen te nemen. Want het is niet normaal dat klimaatjongeren massaal op straat moeten komen om de EU te dwingen om actie te nemen. En het is niet normaal dat de gele hesjes op straat moeten komen om het thema van de ongelijkheid op de agenda te zetten. De kerntaak van de conferentie is de EU van onderuit vooruit te sturen.
Mevrouw de commissaris, burgers willen betrokken worden bij de besluitvorming, maar ze willen vooral resultaten. Dus ook uit de aanpak van de pandemie moeten lessen worden getrokken. Iedereen denkt natuurlijk in de eerste plaats aan de haperende aankoop van de vaccins. De ironie is natuurlijk dat die politici die het meest kritisch zijn voor de EU, ook net die politici zijn die weigeren om de EU de bevoegdheden te geven die ze nodig heeft om een gezondheidscrisis echt te kunnen aanpakken. Bovendien doen we het al bij al niet zo slecht. Ik heb gisteren Joe Biden horen zeggen dat hij 70 procent van de volwassen Amerikanen gevaccineerd wil hebben tegen 4 juli. In Vlaanderen mikken we op 11 juli en Europa mikt op eind juli.
Er worden wel degelijk resultaten geboekt, ook op andere terreinen, denk maar aan de Green Deal of bijvoorbeeld de regels over privacy die in de hele wereld worden overgenomen. Ook het herstelfonds heb ik even bekeken. Dat heeft het ondernemersvertrouwen op het hoogste peil gebracht in tien jaar. Ik heb de Eurobarometer er ook eens bij genomen om te weten wat de steun bij de bevolking is voor de EU vandaag. Het zou u misschien verbazen, maar het is het hoogste peil in tien jaar tijd, het hoogste peil in een decennium.
Tot slot, mevrouw de commissaris, gaan we binnenkort de economie herlanceren en onze grootste zorg moet zijn dat we iedereen mee hebben, dat we niemand achterlaten. Mijn vraag is dan ook specifiek: hoe zult u er in de conferentie voor zorgen dat we net die mensen die de afgelopen jaren de EU de rug hebben toegekeerd, opnieuw kunnen winnen voor het Europese project? (Applaus bij CD&V, de N-VA, Open Vld, Groen en Vooruit)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Mevrouw de vicevoorzitter, dank u voor uw aanwezigheid. Dank u wel om uw inzichten te delen over de conferentie die later deze week van start gaat over de toekomst van de EU. Onze liberale fractie vindt dat een heel goede zaak. Een samenleving moet in beweging blijven. Stilstaan is achteruitgaan. We zijn het ook aan onszelf verplicht om dat debat, die oefening te doen zonder taboes, om na te denken wat beter kan en wat eigenlijk ook beter moet. Met ‘wij’ bedoel ik niet de politici. Integendeel, met ‘wij’ bedoel ik alle burgers van de EU: ‘we, the citizens’.
Ik vrees, mevrouw de vicevoorzitter, dat de EU bij die burgers de laatste jaren precies geen al te beste beurt heeft gemaakt. In een debat zonder taboes moeten we zoiets tegen elkaar durven te zeggen. Er was eerst een moeilijkheid om de migratiecrisis op een waardige en uniforme wijze aan te pakken. Misschien mede als gevolg daarvan, woedden extremisme en populisme opnieuw als een spook door Europa. Vervolgens werd de EU voor het eerst sinds haar bestaan kleiner in plaats van groter, ‘The UK goes its own way.’ En nu is er sinds een jaar de pandemie, en ondanks de goede intentie om de crisis gezamenlijk te bezweren, sputtert de Unie met haar vaccinatie-aanpak. De rest van de wereld wacht niet op ons, zoveel is wel duidelijk.
Problemen vaststellen is niet genoeg. Wij hebben oplossingen nodig. We vragen om de conferentie over oplossingen te laten gaan. We willen een Unie die de belangen van burgers verdedigt in de wereld. Een Unie die voor eerlijke concurrentie zorgt en onze mensen en bedrijven niet laat wegduwen. Een Unie die waarden verdedigt, in plaats van regels te spuwen. Een democratie, in plaats van een bureaucratie.
Wij willen een Unie die een vuist maakt tegenover farmabedrijven die met onze voeten spelen. Een Unie die denkt en handelt op lange termijn, zoals bij de klimaatcrisis, en een Unie die dat doet op een slimme manier, door er een innovatief economisch succesverhaal van te maken.
Burgers willen een Unie die niet met zichzelf bezig is, maar wel een die hun een toekomst geeft. Dit debat moet dan ook niet gaan over instellingen, over ‘politique politicienne’. Niemand heeft een boodschap aan een rondje ‘Brussels for insiders’. Het debat moet gaan over een betere toekomst – en u hebt dat ook gezegd – voor alle Europeanen. Tegelijkertijd mag dat geen enkele oplossing in de weg staan. We kennen allemaal het fenomeen van lidstaten die zich onder de Brusselse paraplu gaan verschuilen om hun eigen falen te maskeren. Daar doen wij niet aan mee.
Wij willen geen taboes in de thema’s, maar dan ook geen taboes in de oplossingen. Als meer Europa het antwoord is, dan moet er ook meer Europa komen, ook als dat wil zeggen dat er verdragen moeten worden veranderd. Als meer slagkracht wil zeggen dat de organisatie eenvoudiger moet, dan moet er hervormd worden. Maar ook omgekeerd: als te veel afstand betekent dat mensen hun vertrouwen verliezen, mevrouw de commissaris, dan is ook meer impact voor lidstaten, dicht bij mensen, voor ons geen taboe. Meer samenwerking is het antwoord. Klimaatopwarming, big tech, privacy, pandemieën, economische globalisering: alleen, als klein land en als Vlaamse regio, staan wij nergens. Wij hebben baat bij een open economie. We moeten dus hervormen. ‘We’ve got to renew Europe.’
Mevrouw de commissaris, tot slot nog één bedenking, een waarvan ik eigenlijk had gehoopt dat ik ze nooit had moeten maken: Europa is een liberale democratie, met rechten en vrijheden voor alle burgers. Ik zou u willen vragen om die democratie en die rechten en vrijheden te blijven uitdragen. Want ondanks alle tekortkomingen is het toch nog de best mogelijke samenlevingsvorm ter wereld. Maar na jaren vooruitgang staan die rechten en vrijheden vandaag ontzettend onder druk, niet enkel buiten de Unie, maar ook – en veel erger – ook binnenin de Europese Unie. Daarom, namens onze fractie, deze boodschap aan u, mevrouw de commissaris: u kunt rekenen op ons in uw strijd voor democratie, voor individuele rechten en vrijheden. Want weet dat vrijheid nooit verworven is. We moeten ervoor strijden, telkens weer opnieuw. Dank u wel. (Applaus bij Open Vld, CD&V, Groen en Vooruit)
De heer Rzoska heeft het woord.
Mevrouw de vicevoorzitter van de Europese Commissie, vroeger was er het cliché dat Europa ‘ver van het bed staat’ van burgers. Maar dat is Europa vandaag niet meer, gezien de vele problematieken die iedereen elke dag ondervindt, en waar jullie mee bezig zijn.
Alles is vandaag dichtbij: de wereld, en dus ook Europa. Uiteraard denk ik dan aan de Green Deal, die de lat voor het klimaatbeleid voor lidstaten terecht hoog legt. Europa maakt op die manier een einde aan het vrijblijvend klimaatbeleid van bepaalde lidstaten. Het klimaatbeleid werd onlangs door de VN-baas, Antonio Guterres, samengevat met de waarschuwing dat – en ik citeer hem – ‘de wereld aan de rand van de afgrond staat’. In die zin vind mijn fractie het bemoedigend dat Europa de lat voor CO2-reductie hoger legt.
De lat hoog leggen, dat is wat Europa ook doet op het vlak van inspraak, met de conferentie over de toekomst van Europa, voor ons, als groene fractie, een inspirerend proces. Maar, zoals collega’s voor mij hebben gezegd: het is de stem van de burgers die in die conferentie moet doorklinken, die in die conferentie moet tellen. Digitale platformen maken meer inspraak en deelname van burgers ook mogelijk. Zoals Europa de lat hoger legt voor klimaat en inspraak, willen we dat Europa de lat ook hoger legt voor mensenrechten. Dan denken we uiteraard aan de rechten van lgbtqia+’ers, die niet meer zo vanzelfsprekend zijn in enkele lidstaten. Dat blijft onverdraaglijk, en het blijft een dagelijkse opdracht. Uiteraard is ook het opsluiten van politici, die verkozen zijn, in een gevangenis in Europa iets dat voor mijn fractie blijft wringen.
Eveneens zijn er een aantal nieuwe knelpunten op het vlak van mensenrechten opgedoken tijdens de covidpandemie. De uitdaging is vooral om de groeiende groep ouderen een nieuwe en meer volwaardige plaats te geven in onze samenleving. De zware tol van de coronacrisis in onze woonzorgcentra heeft deze discussie hoog op de politieke agenda geplaatst. Ik hoop dat Europa ook daar een voortrekkersrol wil spelen, zodat lidstaten zich niet langer kunnen wegstoppen om hieraan echt gehoor te geven.
Tot slot steunen we de inspanningen van de Europese Unie om kinderen garanties te bieden op een warme opvang en jongeren een garantie te bieden om te kunnen starten in een waardevolle job. Jongeren zijn onze toekomst. Zij vragen terecht dat we aan hun toekomst denken, sociaal, maar ook op het vlak van het behoud van een leefbare planeet.
Europa heeft een voortrekkersrol gespeeld en kan die vandaag en morgen opnieuw spelen, op het vlak van democratie, vrede, duurzaamheid en mensenrechten. U hebt uw wortels in Dubrovnik, een van de mooiste steden van de Europese Unie, maar ook een stad die hard heeft geleden onder de effecten van geweld en opgepookte haat. Verzoening is daarbij nodig en is een uitgangspunt als opstap naar een meer solidaire toekomst. Daarom rekent mijn fractie op een sterk en sterker Europa (Applaus bij Groen, CD&V, de N-VA, Open Vld en Vooruit)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Commissaris, beste collega’s, ook namens mijn fractie wens ik u te danken voor uw komst naar dit Vlaams Parlement.
Europa en de Europese Unie liggen dit parlement nauw aan het hart. Wij appreciëren dan ook dat u hier vandaag aanwezig bent voor een dialoog over de toekomst van Europa en de conferentie die daartoe op 9 mei van start zal gaan.
Als de coronacrisis een ding opnieuw duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat we samen meer kunnen dan alleen. Corona heeft de echte TINA – 'there is no alternative' – getoond: we moeten samenleven en samenwerken, ook binnen de Europese Unie. Een Europese Unie, waarin we samenleven, samen reizen, samen werken en samen vooruit willen, kan niet zonder een gezamenlijk gezondheidsbeleid. Ook de Europese burgers beseffen dit. De speciale Eurobarometer-enquête over de toekomst van Europa geeft aan dat 25 procent van de respondenten gelooft dat er moet worden werk gemaakt van een gezamenlijk gezondheidsbeleid, hoewel de bevoegdheden van de Europese Unie daaromtrent vandaag zeer beperkt zijn.
De conferentie, die start terwijl wij in Europa nog volop het coronavirus bestrijden en we hier in Vlaanderen, mede dankzij Europa, de vaccinatiecampagne volop laten draaien, biedt een kans om de Europese solidariteit, die ontstond op de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog, een nieuwe dynamiek te geven. Niet langer een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, maar een van zorg en gezondheid.
Een tweede pijler van het Europa van de toekomst is voor mijn fractie een gemeenschap van waarden, gelijkheid, rechtvaardigheid, solidariteit. Helaas zien we vandaag dat die waarden ook binnen de Europese Unie onder druk staan. We mogen niet aanvaarden dat in Europa mensen worden uitgesloten, aangevallen en zelfs vermoord om wie ze zijn. Ik wil hier dan ook even stilstaan bij de dood van Normunds Kindzulis, een 29-jarige jongeman die de voorbije week stierf in Letland na jaren van fysieke en mentale intimidatie om zijn geaardheid. De strijd voor de gelijke rechten en tegen homo-, bi- en transfobie is een strijd die we in Vlaanderen, maar zeker ook in Europa, dagelijks moeten voeren. Wij rekenen op de Europese Commissie als een slagkrachtige bondgenoot. Mijn vraag is dan ook hoe we de slagkracht van de Europese Unie inzake het verdedigen van onze gedeelde waarden vergroten.
Ten slotte, collega’s, commissaris, is de conferentie een kans, en vele collega’s hebben dat al gezegd, om eindelijk komaf te maken met de ver-van-mijn-bedshow die de Europese Unie voor vele inwoners nog steeds is. Het actief en oprecht betrekken van alle inwoners in het proces alsook het vergroten van de transparantie en accountability van de Europese Unie zijn cruciaal voor de toekomst van de Unie. Vandaar ook mijn twee slotbemerkingen. U hebt uitgelegd dat u heel veel mensen wilt betrekken en vooral dan de jongeren, maar als er één stem is die zeker ook gehoord wil worden, dan is dat de stem van de ouderen, van de senioren. Wat zult u doen, commissaris, om zeker ook die mensen te betrekken? Ten slotte: welke rol kunnen wij als regionaal parlement spelen om de betrokkenheid van onze inwoners te vergroten? Dank u alvast voor de antwoorden. (Applaus bij Vooruit, Groen, CD&V en Open Vld)
De heer D’Haese heeft het woord.
Dank u, voorzitter, dank u, mevrouw Šuica, voor de uitgebreide toelichting over de Conferentie over de toekomst van Europa. Voor u begon over de conferentie gaf u een inleiding waarin u onder andere terugkwam op de vaccins, momenteel een heel belangrijke uitdaging. U sprak over het zo efficiënt mogelijk vaccineren en het feit dat niemand veilig is zolang niet iedere stad, ieder land, elk dorp in Europa veilig is. Dat geldt natuurlijk ook voor landen buiten Europa. Op deze hele aardbol is niemand veilig zolang niet iedereen veilig is, wegens de variaties waar u het ook over had.
Mevrouw Šuica, u sprak over het belang van transparantie en inspraak bij dit proces en bij de EU in het algemeen. We kunnen het er allemaal samen over eens zijn dat de vaccinatiecampagne daar geen goed voorbeeld van was. Er werden contracten afgesloten zonder transparantie en vaak achter gesloten deuren.
Ondertussen, mevrouw Šuica, komen heel veel Europese burgers in actie om het vaccin publiek beschikbaar te maken, om er een wereldwijd publiek goed van te maken, door het patent op te heffen. Ze zijn een petitie begonnen voor een raadpleging in de EU. Ondertussen heeft de No Profit on Pandemic al bijna 200.000 handtekeningen opgehaald. Bent u als commissaris voor Democratie van plan om hun stem te versterken? Het is immers een beweging van onderuit.
Over de conferentie zelf hoor ik dat u wilt proberen om iedereen te bereiken, niet alleen diegenen die klassiek met Europa bezig zijn. Dat klinkt heel goed, dat is een nobel streven. Maar als ik dan kijk naar de uitwerking in België, zie ik dat er twaalf evenementen gepland zijn: tien in Brussel, de meeste in de Europaweek, één aan de KU Leuven en één in het Europahuis in Brugge. Mijn vraag is dan, als u de mensen die kritisch zijn voor Europa ook wilt betrekken, denkt u niet dat er nog andere en meer initiatieven zullen nodig zijn, dan er op dit moment gepland worden?
Ten slotte, mevrouw Šuica, is een belangrijke vraag in verband met inspraak niet alleen: wordt er geluisterd? Maar ook: wat wordt er gedaan met wat gezegd wordt? Zal de Europese Commissie in staat zijn om haar eigen – als ik het zo mag zeggen – dogma’s in vraag te stellen aan de hand van de resultaten van de bevraging? Als ik een voorganger van u mag citeren, de heer Jean-Claude Juncker, hij sprak ooit de woorden: “Er kan geen democratische keuze zijn tegen de Europese verdragen.” Mijn vraag is: gaat u met een andere ingesteldheid dit proces van inspraak en transparantie in dan de heer Juncker? Zal het mogelijk zijn om tegen die heel strikte besparings- en begrotingsnormen die Europa net zo onpopulair gemaakt hebben, in te gaan? De afgelopen jaren heeft de Europese Commissie niet minder dan 63 richtlijnen uitgevaardigd om te besparen op de gezondheidszorg in de lidstaten. Zijn jullie bereid om dat soort keuzes in vraag te stellen wanneer uit de bevraging van de Europese bevolking zal blijken dat ze die niet smaken?
Dat zijn drie concrete vragen, mevrouw Šuica. Nog eens bedankt voor uw toelichting en bedankt om hier vandaag aanwezig te zijn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, geachte vicevoorzitter van de Europese Commissie, collega’s van de Vlaamse Regering, geachte parlementsleden, dames en heren, op mijn beurt, mevrouw, ben ik blij dat u vandaag hier onder ons bent in het Huis van Vlaamse Volksvertegenwoordiging, de emanatie van het democratische vrije en zelfbewuste Vlaanderen.
Een halve eeuw na de eerste staatshervorming die de Nederlandse Cultuurgemeenschap de bevoegdheid gaf voor ‘internationale culturele samenwerking’ en een kwart eeuw na de herziening van wat toen nog grondwetsartikel 68 was, voert Vlaanderen een volwaardig buitenlands beleid. En dat is nodig.
Als vijftiende exporteur wereldwijd en logistieke draaischijf van West-Europa is Vlaanderen nu, net als vroeger, bij uitstek internationaal. Binnen dat Vlaamse buitenlandse beleid vormt de EU de eerste en belangrijkste hefboom.
Daarom zet Vlaanderen een arsenaal aan sterke, bekwame en hardwerkende mensen in om de Europese dossiers op te volgen en de Vlaamse belangen te behartigen. Op deze manier geeft Vlaanderen een maximale invulling aan het principe 'in foro interno, in foro externo’.
De EU maakt al lang integraal deel uit van het Vlaamse beleid en speelt een belangrijke rol in bijna alle Vlaamse beleidsdomeinen. Daarom hecht mijn regering zo sterk aan een slagkrachtige EU, die zich inhoudelijk richt op die bevoegdheden die zorgen voor een beter Europa, dat meerwaarde biedt, een EU die van onderuit wordt opgebouwd en zo ook ten volle rekening houdt met onder meer de Vlaamse belangen.
Er zijn talrijke uitdagingen en opportuniteiten die de EU nu en de komende jaren zal tegenkomen. Die zullen zich doorvertalen naar een rechtstreekse invloed op Vlaanderen. Het is vanuit deze redenering dat de Vlaamse Regering zo nauw betrokken is bij de toekomst van de EU.
Sta me toe enkele grote uitdagingen voor de EU te schetsen, zeker nu, aan de vooravond van de Europadag op 9 mei. Ten eerste moeten de EU en haar lidstaten samenwerken om de coronacrisis te overwinnen en een spoedig, maar goed herstel te verwezenlijken. Ik ben dan ook blij dat we vorige vrijdag ons plan voor herstel en veerkracht hebben ingediend bij de Commissie. U verwees er al naar. Dat plan zal voor Vlaanderen zorgen voor de realisatie van een groot stuk, namelijk 2,255 miljard euro, van ons eigen relanceplan Vlaamse Veerkracht, dat in totaal 4,3 miljard euro omvat. De komende jaren zullen we de vruchten kunnen plukken van de investeringen en hervormingen die we daarin hebben opgenomen. Daarmee dragen we ook sterk bij aan de digitale en groene transitie in Vlaanderen én in de Europese Unie.
We gaan Vlaanderen digitaal transformeren op een vlotte, veilige en privacybestendige manier. We gaan ook investeren in het koolstofarmer maken van onze economie en van onze samenleving. Die zogenaamde ‘twin’-transitie moet zorgen voor de economische groei van de EU en moet onze concurrentiekracht in de rest van de wereld versterken. Vlaanderen, samen met de andere regio’s in de EU, speelt daarin een essentiële rol. De EU heeft Vlaanderen nodig om haar doelstellingen te halen, niet het minst omdat belangrijke bevoegdheden zoals onderzoek en innovatie en industriebeleid regionale bevoegdheden zijn, maar ook de Europese interne markt moet verder worden verdiept om resterende belemmeringen weg te werken en het Europese concurrentievermogen te versterken. Deze interne markt is immers essentieel voor de Vlaamse welvaart, niet het minst als afzetmarkt voor onze bedrijven, maar ook voor onze innovatieve capaciteit en de concurrentiekracht van onze bedrijven.
Ook in het door corona gedomineerde jaar 2020 ging 63 procent van de Vlaamse export nog altijd richting de EU. Dat was wel 9,3 procent minder, maar het was toch 63 procent van de totale Vlaamse export. Het valt wel op dat de exportdaling naar markten buiten de EU minder groot was, namelijk 5,82 procent minder. Dit onderstreept nog eens het belang van het Europese gemeenschappelijk handels- en investeringsbeleid voor Vlaanderen. Ik heb zopas gezegd dat de EU Vlaanderen nodig heeft, maar ik ben ook de eerste om toe te geven dat Vlaanderen de EU nodig heeft.
Collega’s, dat brengt mij bij een tweede grote uitdaging, die zich situeert op het mondiale geopolitieke domein. Ook voor de coronacrisis ontwikkelde de EU al initiatieven en instrumenten om haar afhankelijkheid van derde landen voor bepaalde strategische grondstoffen, producten en diensten te verminderen. De coronacrisis heeft dat debat naar de voorgrond gebracht, met een focus op medische grondstoffen en medische hulpmiddelen. Vlaanderen wil dat de EU toekomstgericht inzet op het versterken van haar open strategische autonomie. We mogen en kunnen ons niet op onszelf terugplooien, maar moeten de samenwerking aangaan met onze internationale partners. Het gebrek aan een visie en aan een planmatige aanpak inzake strategische autonomie hebben wij jammer genoeg ook hier pijnlijk ervaren. Daarbij moeten we het vermogen behouden om onze strategische belangen te vrijwaren, en moeten we onszelf versterken, om weerbaar en veerkrachtig te zijn in een onderling verbonden wereld. Een ambitieus en assertief handelsbeleid enerzijds en een industriebeleid dat ons concurrentievermogen en onze innovatiecapaciteit versterkt anderzijds zijn de essentiële onderdelen hiervan.
De derde grote uitdaging is onlosmakelijk verbonden met het herstel en de veerkracht, namelijk de Europese sociale dimensie. Het actieplan voor de Europese pijler voor sociale rechten moet van de EU een unie van welvaartstaten maken, die rechtvaardig is, inclusief, en die alle kansen biedt aan alle burgers. Met Vlaamse Veerkracht investeren wij ook sterk in ons menselijk kapitaal. Met investeringen willen we de sociale ongelijkheid, die zich ook uit in de digitale kloof, het onderwijs, enzovoort, verminderen. We zijn een warm Vlaanderen, en dat kan slechts echt floreren wanneer er een rechtvaardig sociaal beleid van de EU is, met een gelijk speelveld, met solidariteit, hand in hand met verantwoordelijkheid en met hervormingen.
Dat brengt me tot de laatste grote uitdaging die ik vandaag voor u wil schetsen. De EU kan slechts ten volle haar meerwaarde realiseren om bedrijven en burgers te ondersteunen als ze ook hun vertrouwen geniet. Daarom dient de EU in haar optreden trouw te blijven aan haar lijfspreuk ‘In varietate concordia’. De Europese Unie moet verder van onderuit worden opgebouwd en subsidiariteit en proportionaliteit hoog in het vaandel dragen. Vlaanderen heeft als sterke regio een unieke positie in de EU. Wij nemen rechtstreeks deel aan de besluitvorming in de Raad en we zijn ook verantwoordelijk voor de omzetting van een groot deel van de EU-wetgeving. Ik roep echter alle EU-instellingen op om in een directe, open dialoog met ons te treden en om onze rol te respecteren, niet enkel in het belang van Vlaanderen, maar ook in het belang van de Europese Unie. Ik heb hierboven onze wederzijdse afhankelijkheid aangehaald. Dat onderstreept volgens mij het belang van een goede, rechtstreekse dialoog tussen de Europese Commissie en Vlaanderen op alle domeinen. Artikel 4 van het Verdrag van de Europese Unie, dat het respect onderstreept van de EU ten aanzien van de grondwettelijke bestuursorde van de lidstaten, moeten we op die manier ook in de praktijk omzetten. Op die manier kan de EU evolueren naar een effectief meerlagig bestuur. Ik heb ook mijn steun gegeven aan een brief van een alliantie van sterke regio’s, de RLEG (Regions with Legislative Powers), aan de Commissie om precies deze boodschap te benadrukken. Wij, als sterke regio’s, staan het dichtst bij de burgers en geven uitvoering aan het Europese beleid. Wij hebben ook de hefbomen in handen om die investeringen en hervormingen te realiseren en om de EU als geheel toekomstbestendig te maken.
Maar ik roep ook het Vlaams Parlement op om uw versterkte opvolging van het Europese beleid voort te zetten, te debatteren over Europese ontwikkelingen en de dialoog aan te gaan – zoals vandaag – met de Europese Commissarissen, maar ook met parlementen van andere lidstaten en europarlementariërs.
De voorbije weken hebt u zich reeds diepgaand beraden over een van de centrale pijlers onder de Europese herstelplannen: de noodzakelijke prikkels voor een verregaande digitalisering van onze samenleving.
Dit alles moet ook in de Conferentie over de toekomst van Europa besproken worden. De Vlaamse Regering verwelkomt de bottom-up inclusieve en participatieve aanpak. Ik hoop dan ook dat hieruit goede ideeën voortkomen om de EU verder vorm te geven van onderuit en in te zetten op die zaken die een verschil maken voor de bedrijven en voor de burgers. Ik hoop dat de Vlaming zelf ook zijn stem zal laten horen in de verschillende platformen van de toekomstconferentie, zij het via het gelanceerde digitale platform, zij het via een van de evenementen die in de loop van het komende jaar in Vlaanderen zullen worden georganiseerd.
Mevrouw de vicevoorzitter, er moet mij nog iets van het hart. In het Europa dat wij koesteren, moeten ook altijd en overal de democratische rechtsprincipes worden gerespecteerd. Zo is het – meerdere fracties hebben er hier al op gewezen – onaanvaardbaar dat mensen wegens hun politieke overtuiging, of wegens hun geaardheid of hun afkomst, ook in Europa nog worden miskend en zelfs vervolgd en gevangengezet. De Europese leiders – jullie – mogen hun ogen niet sluiten voor onaanvaardbare toestanden met het argument dat zij zich niet kunnen mengen met binnenlandse aangelegenheden. Dat geldt zowel voor landen in Zuid- als in Centraal-Europa.
Ook daarom zullen wij de stem van Vlaanderen blijvend laten horen. Het vertrouwen in de EU en haar instellingen ligt in Vlaanderen hoger dan het gemiddelde in de EU. Laten we ons samen inzetten om dat vertrouwen te verdienen.
Vlaanderen, een natie in wording met een rijk verleden, zowel cultureel als economisch, wil blijven schitteren in Europa. Wij kijken zeer ambitieus naar de toekomst. Daarbij laten we ons, tot vandaag, graag inspireren door de gevleugelde woorden van de socialistische academicus August Vermeylen, liefst 120 jaar geleden: “Om iets te zijn, moeten wij Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn, om Europeërs te worden.” Ik dank u. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, Groen en Vooruit)
Dank u wel, minister-president.
Dan vraag ik nu aan mevrouw Šuica om een repliek te geven. Men gaat eerst nog even het spreekgestalte ontsmetten. Niet dat dat echt nodig is bij Jan, maar toch, voor alle zekerheid. (Gelach. Opmerkingen)
We doen dat bij iedereen.
Ik zal proberen jullie vragen te beantwoorden. Bedankt voor dit erg rijke debat. Ik kan u verzekeren dat ik zonder verborgen agenda naar hier ben gekomen. Wat ik gezegd heb in mijn eerste betoog en wat ik nu in mijn antwoord zal zeggen, zijn niet alleen mijn persoonlijke standpunten, maar ook die van de Commissie.
De reden waarom we deze debatten en de conferentie organiseren, is om dichter bij de burgers te komen. Zoals ik in mijn openingsbetoog heb gezegd, zijn we ons ervan bewust dat er een kloof is tussen de instellingen en de politici enerzijds en de burgers anderzijds. Wij willen die kloof verkleinen. En dat doen we door vele dialogen als deze te organiseren. Vanaf mijn eerste dag in de Commissie, in het voorbije jaar, heb ik gesproken met mensen, via videoconferentie, of persoonlijk, voor de pandemie. Ik heb toen elf of twaalf lidstaten bezocht, niet alleen om een dialoog met burgers te hebben zonder enige conclusies, maar om te proberen uit te leggen wat wij willen met de Conferentie over de toekomst van Europa.
We kunnen nu pas vrij laat starten, op 9 mei, maar misschien is het net goed – er zijn altijd voor- en nadelen – dat we nu genoeg tijd hadden om de conferentie te promoten en mensen vertrouwd te maken met wat er gaande is. Ik ben heel dankbaar dat ik vandaag de kans heb gekregen om met jullie te praten en naar jullie ideeën te luisteren.
Ik zal nu proberen om op jullie vragen te antwoorden. Laat mij eerst de rol van een regionaal parlement verduidelijken. Ik heb gezegd dat we dichter bij de burgers willen komen. Dit is niet het meest nabije niveau – er zijn nog de lokale overheden – maar dit is wel een van de meest nabije instellingen. Jullie zijn verkozen door burgers. En wie weet beter dan jullie wat de ideeën van de burgers zijn? Je wilt ook dat zij betrokken worden, niet om je eigen rol teniet te doen. Ik ben zelf ook vaak verkozen geweest. Bij de laatste Europese verkiezingen was ik ook verkozen, al heb ik nu geen kiezerspubliek meer, aangezien ik in deze positie zit, maar als gewezen burgemeester weet ik wat het is om met burgers te praten. En we willen dat zij ons empoweren, dat ze onze rol versterken. We willen hen samenbrengen in verschillende plenaire vergaderingen en conferenties, misschien ook in dit parlement, zodat je hier samen met hen kunt debatteren en kunt horen wat zij willen. We willen niet dat ze alleen maar om de vijf jaar deelnemen aan democratische verkiezingen. Dat is niet genoeg. We willen hen ook na de verkiezingen betrekken. Dat is wat de Commissie, de Raad en het Europees Parlement beslist hebben, samen met andere instellingen.
Toen het over de rol van regionale parlementen ging, zei iemand: “Geef ons mogelijkheden”. Die mogelijkheden zijn er, want je mag om het even welk evenement organiseren onder de vlag en het logo van de Conferentie over de toekomst van Europa. Je schrijft je in op het digitale platform, je onderschrijft het charter met betrekking tot de rechtsstaat en onze waarden, en dat is het. Dan kun je eender welk evenement organiseren dat je wilt. Mijnheer D’Haese, u zei dat er in België maar 12 evenementen zijn. Maar er zouden er 112 kunnen zijn. Het hangt dus af van u, van uw burgers, van de maatschappij, van niet-parlementaire organisaties. Wie dat wil, kan naar het platform komen, zich inschrijven en een evenement organiseren. Je kunt reageren, je kunt ideeën geven, maar je kunt ook een evenement organiseren.
Anders dan bij de vroegere dialoog met de burger, is dat men nu ook de conclusies van dat event moet aanreiken. We hebben met andere woorden een rapport nodig. Dat rapport zal worden samengevat en al die informatie komt op dat platform. Dat wordt allemaal omgezet in beleid. Dat is de reden waarom wij deze oefening volgend jaar afsluiten. We hebben uiteraard ook nog tijd nodig om te reageren. We weten wat er is gebeurd met het witboek van de Commissie-Juncker. Dat was heel mooi, met verschillende scenario's, maar dan kwamen we aan het einde van het mandaat en was er geen reactie meer mogelijk. Nu willen we de helft van het mandaat vrijhouden om de conclusies concreet te maken. Het is echt wel belangrijk dat u dat goed beseft. Er is geen verborgen agenda. Iedereen wordt uitgenodigd. Er zijn geen taboes, zoals u zei.
Wij weten ook dat verklaring 51 is toegevoegd aan het Verdrag van Lissabon. Verder kan ik natuurlijk ook niet gaan. Burgers kunnen echter wel meer doen. Het hangt ervan af welke ideeën zij allemaal koesteren. Wij willen zeker niet vooraf beslissingen nemen want we weten niet wat er gezegd zal worden door de burgers en door de parlementen. Wij willen niet vooruitlopen op de zaken. Wij willen de mensen ook niet beïnvloeden. Wij hebben wel negen onderwerpen maar we hebben ook nog een punt 'varia'. Dat betekent dat alle mogelijke onderwerpen aan bod kunnen komen. Er zijn negen vooraf bepaalde vakjes. Dat hangt een beetje af van de strategische agenda van de prioriteiten. Het gaat over migratie, veiligheid, rechtsstaat, klimaat enzovoort. Als er toch een idee zou zijn dat niet past in een van die vakjes, dan kan dat worden toegevoegd als een aparte prioriteit. Dat wordt dan geanalyseerd en opgenomen in de aanbevelingen van de plenaire vergadering. Vervolgens is het aan de raad van bestuur om dat door te geven aan het gezamenlijke voorzitterschap. Alles is dus mogelijk. Dat is heel belangrijk.
Op welke manier kunnen we garanderen dat de ideeën van het Vlaams Parlement ook worden meegenomen? Het is belangrijk dat die ideeën op het platform komen, want anders wordt het heel erg moeilijk en weten we niet wat er belangrijk is. Dat platform is de spil van de conferentie. Uiteraard is het belangrijk dat men kan omgaan met moderne technologieën. Op dit moment doen we ons best om mensen uit te rusten zodat ze dat digitaal aankunnen.
We hebben het ook gehad over de lokaal verkozen politici. Een miljoen, zei u, mijnheer Van Rompuy. Dat is heel veel. U bent dan ook heel erg belangrijk. U zult ook vertegenwoordigd zijn via het Comité van de Regio's. Daarvan zijn er een aantal deelnemers in de plenaire, maar het is natuurlijk ook heel goed mogelijk om zelf te kiezen op welke manier u vertegenwoordigd wil zijn, via bepaalde events bijvoorbeeld, of op een andere manier, via een organisatie enzovoort. Alles wat u belangrijk vindt, is mogelijk. U kunt ook zelf gebruikmaken van uw eigen netwerken bijvoorbeeld, zoals ik al zei.
U vraagt me hoe ik de mensen die de EU de rug hebben toegekeerd, terug zal winnen voor de EU. Stel u voor dat het vaccin niet ontwikkeld werd. In minder dan tien maanden tijd na de uitbraak van de pandemie heeft men een vaccin ontwikkeld. Er werd dus veel geïnvesteerd in onderzoek en innovatie. Zonder Europa was dat niet mogelijk geweest. We weten wel dat de gezondheidszorg niet binnen het mandaat van de EU valt en in het begin waren er wel wat problemen met de productie, contracten enzovoort, maar zonder Europa was dit niet mogelijk geweest. Dat is wat ik wil meegeven.
Momenteel laat Europa zich van zijn beste kant zien aan de hele wereld. Tegen eind deze week hebben we 200 miljoen dosissen geproduceerd voor Europa. 180 miljoen dosissen werden uitgevoerd naar 90 landen. We hebben dus onze vrijgevigheid getoond en dat is ook waar Europa voor staat. Het gaat niet over een epidemie maar over een pandemie, dus Europa is pas veilig als de rest van de wereld veilig is. Die cijfers tonen aan dat we inzitten met iedereen en we zien dit ook als onze rol. Ik heb in het begin gezegd dat België trots mag zijn omdat een van de grootste fabrieken zich hier bevindt.
Hoe zal ik de mensen overtuigen van een gezamenlijke aankoop? Iedereen herinnert zich dat er in het begin geen maskers waren, er was geen materiaal. Maar alles is gezamenlijk afgehandeld en dat heeft ons echt vooruitgeholpen. Er zijn dus heel veel voorbeelden waaruit blijkt dat Europa een heel belangrijke rol speelt en waarom het beter is om binnen de EU te blijven dan weg te lopen, zoals het Verenigd Koninkrijk heeft gedaan. Dat is althans mijn visie.
U hebt gelijk dat we democratie en geen bureaucratie nodig hebben. Een tak van de conferentie zal handelen over de instellingen, een andere over dagelijkse onderwerpen. Ik denk dat die dagelijkse onderwerpen en thema’s het belangrijkst zullen zijn en dat burgers vooral daarin geïnteresseerd zullen zijn. Maar in 2024 hebben we Europese verkiezingen en dus moeten de burgers, de kiezers, weten wat de regels zijn. Een deel van de conferentie gaat daarover, al vind ik dit hier en nu niet het belangrijkste onderwerp, gelet op de huidige crisis. Ik heb het dan over spitskandidaten, transnationale bevoegdheid enzovoort. Daarover zal onvermijdelijk worden gedebatteerd, maar de institutionele thema’s zullen het werk niet domineren, al kan ik niet vooruitlopen op de zaken.
Ik denk dat de burger meer zal willen inzetten op gezondheidszorg. Gezondheid is belangrijk. We weten dat dit de bevoegdheid is van de lidstaten, maar tegelijk moet misschien worden gesproken over gedeelde bevoegdheid. We hebben gezien dat dit belangrijk is geweest in de ontwikkeling van het vaccin. We moeten ons voorbereiden op een volgende crisis, misschien zelfs op een volgende pandemie. De Europese Commissie doet haar best.
Minister-president Jambon had het over het bedrijfsleven, de industriële strategie en dat is inderdaad heel belangrijk. We moeten inzetten op onze strategische autonomie. We doen ons best maar Europa hangt nu af van verschillende leveranciers van grondstoffen. Ik wil dit debat niet hier uitvoerig voeren. We doen ons best om banden te smeden, maar we moeten natuurlijk ook aan Europa denken. Europe first, maar we moeten ook overal partnerschappen over de hele wereld opbouwen en verder werken aan die partnerschappen.
Wat de vaccins betreft en wat de heer D’Haese zei, u kunt een evenement organiseren. U kunt dat zelf doen, een titel kiezen, een onderwerp kiezen en dan ’s avonds de conclusies indienen. Dat is alles. En dan kunt u op het platform zien wat er gebeurt met uw idee en uw verslag. Dat is de bedoeling.
We gebruiken hiervoor niet alleen mensen, maar ook artificiële intelligentie. Dat is echt ongezien. Het is een complexe oefening, maar door samen te werken kunnen we succes boeken. We zijn allemaal ernstige mensen en weten dus wat het inhoudt.
Als burgers voor verandering pleiten, dan luisteren we naar hen. Dan moeten we gepast handelen. Mevrouw von der Leyen zei in haar eerste toespraak, in juli 2019, haar inaugurale toesprak, dat als de burgers een verdragswijziging willen, wij daarnaar zullen moeten handelen. Ik zeg niet dat we dit nu overwegen, en ik ben er ook niet voor aan het pleiten, maar we staan daar wel absoluut voor open. Daar zijn we in deze fase mee bezig.
Wat de bureaucreatie betreft en het teveel aan initiatieven: de Commissie startte haar mandaat vanuit het principe ‘one in, one out’. Dat betekent dat we deze legislatuur proberen om onze bureaucratie te vereenvoudigen in plaats van ze verder uit te breiden.
Ik ben het eens met wat minister-president Jambon zei. We moeten inderdaad veerkrachtiger worden, met de hulp van onze digitale en groene transitie. Het gaat trouwens niet enkel om een transitie, maar ook om een transformatie. Dat zijn twee verschillende zaken. Ik ben er zeker van dat Vlaanderen tot de kopgroep zal behoren van deze Europese transitie. Ik kan zeggen dat jullie algemeen genomen een grote bron van inspiratie vormen voor wat wij doen rond democratie en demografie.
Iemand had het ook over de oudere bevolking. Ook dat behoort tot mijn portfolio, binnen het beleidsdomein Demografie. We hebben enige tijd terug de Green Paper over vergrijzing afgerond. U weet dat de Europeaan in de afgelopen vijftig jaar gemiddeld tien jaar ouder is geworden. En aangezien we tien jaar ouder worden, moeten ook onze levensomstandigheden en onze gezondheid verbeteren. We doen dus ons best om ook voor onze oudere bevolking betere levensomstandigheden te creëren. Ook zij zijn natuurlijk van harte welkom op dit platform, u mag ze zelf ook uitnodigen. Zij hebben immers veel wijsheid en ervaring, en die hebben we ook nodig.
We nodigen veel jongeren uit van 16 tot 25, maar tegelijkertijd hebben we ook de hulp nodig van de oudere generaties. We rekenen op hun kennis en wijsheid. Zo kom je tot een solidariteit tussen generaties. En indien de oudere generaties digitaal niet voldoende geletterd zijn, kunnen de jongeren hen daarbij helpen. Ook dat is een vorm van intergenerationele solidariteit. Ook dit is een belangrijk onderdeel van mijn portfolio.
Vlaanderen blinkt uit in wetenschap en innovatie, en ik wil jullie daarvoor feliciteren. We ondersteunen jullie hierin ook ten volle met het ‘Europe Horizon’-programma. We bewonderen ook de inspanningen van de Vlaamse overheid in haar communicatiecampagnes rond vaccinaties, en we ondersteunen het kenniscentrum rond mediawijsheid om jongeren te helpen om de juiste informatie te vinden. Ook die digitale geletterdheid is zeer belangrijk, want vandaag wordt daar online veel misbruik van gemaakt. Dit is dus belangrijk. Jullie werken ook nauw samen met de initiatieven die lopen op Europees niveau.
Ik reken op jullie medewerking om ervoor te zorgen dat de Vlaamse stem gehoord wordt. Dat is ook waar we naar streven. Maar dat hangt natuurlijk niet alleen van mij af, het hangt van jullie allemaal af. Ik nodig jullie allemaal uit om een rol te spelen in deze conferentie. Ik zei het al: via het Europees Comité van de Regio’s en via de assemblee van regionale en lokale afgevaardigden beschikken jullie over verschillende fora waar jullie je stem kunnen laten horen.
Ik wil jullie nog eens bedanken voor deze open en oprechte gedachtewisseling. Als we iets kunnen doen voor jullie, dan zijn we steeds dichtbij. Jullie kunnen zich steeds tot mij en mijn collega’s richten. Bedankt. (Applaus)
Ik wens mevrouw Šuica van harte te bedanken om hier aanwezig te zijn. Ik wens u ook ontzettend veel succes op 9 mei, en uiteraard ook nadien. Ik hoop ook dat we een verdere, constructieve samenwerking kunnen blijven onderhouden tussen enerzijds dit parlement en Vlaanderen, en anderzijds u en de Europese Unie.