Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, vorige week raakte bekend dat een groep van 20 studenten uit India besmet is met de Indiase variant van het coronavirus. Zij maken deel uit van een groep van 43 studenten die een graduaatsopleiding komen volgen in Aalst en Leuven. Op 12 april kwamen zij aan in Vlaanderen en ze zijn onmiddellijk in quarantaine gegaan. In India en Frankrijk legden zij een negatieve PCR-test af, maar in Vlaanderen bleken deze studenten na een nieuwe test dus toch positief te zijn. Het is toch ook wel opvallend dat een aantal van hen al gevaccineerd werd, maar uiteindelijk toch ziektesymptomen vertoonde.
Dit roept natuurlijk een aantal vragen op. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat studenten uit een gebied waar de coronacijfers zo de pan uit swingen, toch naar Vlaanderen konden afreizen, ondanks het reisverbod voor niet-essentiële reizen? Blijkbaar valt het grootste deel van de internationale studentenmobiliteit onder de noemer ‘essentieel’, wat ik toch bijzonder vreemd vind. De toestand in India is al een tijdje dramatisch. Er is daar een zevendaags gemiddelde van meer dan 320.000 besmettingen per dag en de piek lijkt daar nog lang niet bereikt te zijn.
Minister, ik begrijp dan ook niet dat er bij u geen enkele alarmbel is afgegaan. Waarom hebt u vanuit Onderwijs dergelijke uitwisselingsprojecten niet laten stopzetten? Of waarom hebt u bijvoorbeeld niet aan de Federale Regering gevraagd om de uitzondering voor deze internationale studenten te schrappen?
In tegenstelling tot u riep staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi vlak voor het Overlegcomité van vorige vrijdag op om de studentenmigratie tijdelijk stil te leggen.
Minister, hoe evalueert u de aanpak van de uitwisselingsprojecten met risico- en andere landen tijdens de coronapandemie?
Minister Weyts heeft het woord.
U weet ongetwijfeld dat het in- en uitreizen niet mijn bevoegdheid is maar wel die van de federale minister van Buitenlandse Zaken.
Sinds februari 2021 zijn er een paar strikte regels voor internationale reizen van en naar België van kracht. Reizen voor studie en stage behoorden tot 19 april 2021 tot de categorie van de essentiële reizen. Het verbaast mij dat dit u verbaast. Ik vind reizen om te studeren een essentiële verplaatsing. Dat is niet omwille van vakantiedoelstellingen, dat is om te studeren. Ik vind dat essentieel en goed. Verplaatsingen in dat kader waren dan ook wettelijk toegestaan. Op voorwaarde natuurlijk dat werd voldaan aan de bijkomende verplichtingen inzake testing en quarantaine.
Sinds 19 april 2021 zijn de Belgische grenzen opnieuw open. De reisbeperkingen zijn aangepast. Ook de indeling in essentiële en niet-essentiële reizen is komen te vervallen. Maar reizen wordt nog steeds afgeraden. Bijkomend heeft men sinds de evolutie van de situatie in Brazilië, Zuid-Afrika en India, net vanwege het opduiken van die variant, nog een bijkomende maatregel genomen: met ingang van 26 april 2021 is er een verbod op alle passagiersverkeer afkomstig uit Brazilië, Zuid-Afrika en India. Dat is niet selectief. Men gaat niet zeggen: ‘Ah, u komt voor vakantie. Dan mag u wel komen. U komt om te studeren, dan mag u niet komen.’ Neen, ik heb gewoon bepleit dat er geen aparte behandeling zou zijn. Er is geen discriminatoire behandeling van studenten. Het is ofwel iedereen onderwerpen aan een reisverbod ofwel niet. We zeggen niet: ‘We gaan die studenten eens treffen want zij zijn de bron van alle kwaad.’ Quod non.
De mobiliteit van studenten zal ook de komende maanden in beperkte mate plaatsvinden, al was het maar om ervoor te zorgen dat eenieder goed thuis kan geraken, zowel diegenen die hier vertoeven als de Vlamingen in het buitenland. Ik moet vaststellen dat onze hogeronderwijsinstellingen daar behoedzaam mee omgaan, dat ze zich maximaal trachten te vergewissen van de lokale situatie. Ik denk dat zij hier op een verantwoordelijke manier mee omgaan. Wij blijven in nauw contact met elkaar. Ik stel vast dat zij de wettelijke procedures correct naleven.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Er is sinds deze week inderdaad een inreisverbod vanuit India, Zuid-Afrika en Brazilië. De vraag is natuurlijk of dat voldoende is. De studentenmobiliteit vanuit andere landen is nog steeds mogelijk. Dat blijft toch wel een risico voor de verspreiding van nieuwe virusvarianten. Het is van belang dat de overheid zich niet beperkt tot een tijdelijk inreisverbod vanuit die drie landen want het virus stopt nu eenmaal niet aan de grens van India, Brazilië of Zuid-Afrika. Ik heb, voor alle duidelijkheid, geen probleem met een beperkte studentenmobiliteit voor EU-burgers binnen Europa. Maar studenten die inreizen vanuit landen als India: dat moest al veel langer verboden geweest zijn. Een van die besmette studenten kwam niet rechtstreeks uit India maar van Malta. Wie weet hoeveel besmettingen met die nieuwe variant zich ondertussen al hebben voorgedaan door deze vorm van studentenmigratie?
Minister, hebt u zicht op het aantal studenten die vanuit andere rode gebieden buiten de EU ook nog naar Vlaanderen zijn gereisd? Werden daar dan ook besmettingen vastgesteld?
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik kom vandaag tussen in naam van collega Tavernier, die deze materie behartigt.
In het kader van deze vraag is het vooral belangrijk dat we zien dat het nog altijd belangrijk is om voorzichtigheid na te streven in deze coronatijd.
De buitenlandse studenten, of de studenten tout court die naar het buitenland gaan om te studeren of stages te doen, dat is een gegeven waarbij we voorzichtigheid aan de dag moeten leggen. Maar dit geldt natuurlijk voor allerlei andere zaken binnen het onderwijs en binnen de gehele maatschappij.
Nu, iedereen wil graag terugkeren naar het normale. We kijken er allemaal naar uit om op een terras te kunnen gaan zitten. Dus we willen dat iedereen de nodige voorzichtigheid aan de dag legt. In het kader daarvan, en in de marge van deze vraag, zou ik graag even interpelleren op het feit dat u deze middag een overleg hebt gehad en heel goed nieuws hebt gebracht voor onze scholieren, die vanaf 10 mei voltijds naar het onderwijs kunnen.
De vraag is of er ook gesproken werd over studenten. Er is gezegd dat de eerstejaars twee halve dagen of een hele dag naar de campus kunnen teruggaan. Is dat zo, is dat streefdoel bereikt? Hebben zij ook enig perspectief?
De heer Warnez heeft het woord.
We kunnen eindelijk onze Vlaamse studenten opnieuw wat meer contactonderwijs aanbieden. We moeten kunnen blijven garanderen dat dat coronaproof is. Het virus laten binnensluipen via buitenlandse studenten kunnen we uiteraard niet tolereren. Het is enkel als we het virus buiten onze gebouwen houden, dat we sneller en vooral meer studenten in onze aula’s zullen zien. Ik vind het alvast goed dat in een eerste stap, ook op vraag van staatssecretaris Mahdi, reizen uit India, Brazilië en Zuid-Afrika niet meer mogelijk zijn.
Minister, ik ben persoonlijk wel van mening dat de uitwisselingsprogramma’s blijvend onder de loep moeten worden genomen. We kunnen daar niet omheen. Ik ben wel van mening dat we studentenimmigratie moeten kunnen beperken als het tijdelijk is, en echt virologisch noodzakelijk is om onze eigen studenten in de aula’s te krijgen. Mijn vraag is dan ook: monitort u die monitoringsprogramma’s en de risico’s ervanĀ voor onze volksgezondheid, en voor alle Vlaamse studenten in onze universiteiten en hogescholen?
De heer Danen heeft het woord.
Uitwisselingsprojecten in het onderwijs zijn vaak een van de mooiste zaken die je meemaakt als je verder studeert: de buitenlandse reizen of studietrips naar waar dan ook. Dat is natuurlijk heel interessant. Maar afgelopen jaar was dat niet mogelijk; we begrijpen dat allemaal. Ik ben ervan overtuigd dat ook de hogescholen en universiteiten inspanningen hebben gedaan om, waar het misschien toch mogelijk was, het ook mogelijk te maken. Al was het heel beperkt, wat we absoluut begrijpen.
Hier in de plenaire vergadering valt heel vaak de vraag naar perspectief. Ik denk dat u dat woord intussen ook wel wat beu bent gehoord, minister. Maar ik zou u toch willen vragen welk perspectief u kunt geven voor uitwisselingsprojecten voor volgend academiejaar. Het virus zal allicht niet weg zijn. Zijn er protocollen of wordt er nagedacht over hoe dat kan gebeuren of niet? Als we er pas aan beginnen na de vakantie is het allicht te laat. Ik begrijp ook wel dat u daar vandaag niet ja of neen kunt op antwoorden, maar misschien kunt u wel zeggen hoe u op dat vlak te werk wilt gaan, met de hogescholen en de universiteiten.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik begrijp niet waarom in sommige tussenkomsten de studenten zo geviseerd worden. Ik denk niet dat een student risicovoller is dan een doordeweekse toerist. Ik vind studentenmigratie op dat vlak eigenlijk ook wel belangrijk. Ik denk dat u nogal onderschat wat het belang is van studentenmobiliteit voor ons hoger onderwijs, voor onze universiteiten en hogescholen. Dat is niet alleen zo voor de studenten in kwestie, maar ook voor onze Vlaamse studenten en voor de instellingen op zich. En net daarom leggen zij zoveel verantwoordelijkheid aan de dag en monitoren zij ook op permanente basis de plaats van vertrek, al sinds het begin van de pandemie. Ze doen dat altijd. Ik heb er vertrouwen in dat ze ook de wettelijke procedures die hen worden voorgeschreven, in hoofdzaak door de federale overheid, nauwgezet naleven en effectief toepassen. Ik stel ook vast dat u de specifieke casuïstiek aanhaalt, waarbij bepaalde testen niet hebben gewerkt. Maar men heeft wel correct de procedures gevolgd. En dat zal men blijven doen.
En tot slot, wat de perspectieven voor het hoger onderwijs betreft: ik kijk in eerste instantie naar de periode die ons rest. Het is zeer goed dat we vandaag een doorbraak hebben kunnen realiseren met betrekking tot de tweede en derde graad secundair onderwijs. Ik wil bijkomend ook graag nog iets van mogelijkheden bieden voor de studenten.
We hebben het mogelijk gemaakt dat ze, zeg maar, recht hebben op één volle dag contactonderwijs, of twee halve dagen, en dat de campuscapaciteit tot een theoretisch maximum van 20 procent mag worden benut. Maar ik zou toch graag nog wat meer mogelijk maken, bijvoorbeeld dat we voor de examens toch nog wat momenten zouden kunnen hebben waarop studenten echt in fysiek contact kunnen komen met de professoren. Zo zouden ze, vlak voor de examens, bepaalde vragen kunnen stellen, verduidelijkingen vragen, tijdens een soort van ‘boostsessies’. Dat we dat nog zouden kunnen realiseren, lijkt me een van de mogelijke pistes. Maar goed, dat is voorwerp van verder overleg. Maar ik hoop wel dat we ook daar meer perspectief kunnen bieden. Als er zoveel meer mogelijk gemaakt wordt in de samenleving, dan denk ik dat er ook iets meer mogelijk moet worden gemaakt voor de studenten.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik blijf erbij: deze studenten uit India hadden hier eigenlijk nu nooit mogen geweest zijn. Ik vind het ook een klap in het gezicht van onze Vlaamse studenten, die dit academiejaar nauwelijks al een leslokaal van binnen gezien hebben. Deze Indische studenten zijn door de mazen van het testnet geglipt, en dat terwijl onze bevolking al een jaar draconische maatregelen krijgt opgelegd. Door toestanden zoals deze dreigt alles misschien nog langer te gaan duren, omdat studenten uit landen met een hoog risico, zoals India, hier toegelaten werden en misschien wel een nieuwe superbesmettelijke variant van het coronavirus in ons land hebben binnengebracht. Dat risico had vermeden kunnen worden door studentenmigratie van buiten de Europese Unie vroeger te verbieden. Ik vind het dan ook bijzonder jammer, minister, dat u daar zelf geen initiatieven rond hebt genomen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.