Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, met de regiovorming is het, althans in theorie, uw bedoeling om de bestuurlijke verrommeling tegen te gaan, maar in de concrete uitwerking ervan is het toch een stevig rommelwerkje aan het worden, vooral wat Limburg betreft.
Het oorspronkelijke plan van de Vlaamse Regering was om van Limburg één referentieregio te maken. Na heel wat politiek gemarchandeer en allerlei achterkamerdebatten is dan plots beslist dat Limburg in drie regio's zou worden opgedeeld. Ook de tijdlijn om definitief te beslissen, werd telkens opnieuw verlegd. De laatste deadline, Pasen, is ondertussen ook alweer voorbij.
Tegelijk stellen we vast dat de meerderheidspartijen CD&V, Open Vld en de N-VA toch wel een laakbare rol spelen in dit dossier. Lokaal pleiten hun burgemeesters, vooral die van CD&V en Open Vld, ervoor om één regio te behouden. Tegelijk leggen dezelfde partijen vanuit de Vlaamse Regering op dat Limburg moet worden opgedeeld in drie regio's.
Ik vraag me dan af waar die Limburgse ministers zitten in de Vlaamse Regering. Waarom vertalen ze dat massale verzet tegen de regio-opdeling van Limburg niet in de Vlaamse Regering? Ook de Limburgse parlementsleden van de meerderheidspartijen, die hier nu alweer strategisch afwezig zijn, ondergaan blijkbaar slaafs de particratie, want ik hoor hen hierover in het Vlaams Parlement niet.
Minister, vooral uw partij, Open Vld, bakt het toch wel heel bruin. Lokaal pleiten de Open Vld-burgemeesters voor één regio, de Open Vld-minister legt Limburg drie regio's op. Hoe groot kan de gespletenheid zijn? Het verzet is heel groot. Niet alleen zeggen 36 van de 42 burgemeesters dat Limburg één regio moet blijven, het verzet zit ook in alle sectoren: welzijn, cultuur, toerisme, werkgevers en ga zo maar door.
Die pleiten quasi unaniem voor het behoud van Limburg als één regio. Maar dat massale verzet lijkt niet te helpen. Machtsspelletjes gaan boven lokale democratie. En dus wil ik u vragen, minister, of u gaat luisteren naar dat Limburgse verzet. Luistert u naar de stem van de Limburger? Welke beslissing neemt de Vlaamse Regering met betrekking tot de regiovorming in Limburg?
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraagstelling, mijnheer Janssens. De regiovorming is inderdaad geen vrijblijvende oefening. We ambiëren daar drie zaken mee. Eerst en vooral: een aanpak van het versterken van de lokale bestuurskracht. Ten tweede: zorgen dat er meer transparantie komt, meer democratische inspraak van onderuit. En ten derde willen we werken aan minder structuren en minder mandaten.
Het is een oefening waar al decennia over gepraat wordt. Men zegt al decennia dat we die bestuurlijke verrommeling moeten aanpakken. Deze regering, die op dit vlak een hervormingsregering wil zijn, pakt daar de koe bij de horens en werkt aan het afbakenen van de verschillende regio's.
In vier van de vijf provincies is dat werk eigenlijk geleverd en hebben we een opdeling in veertien verschillende regio's. De provincie Limburg is de laatste provincie die nog aan bod moet komen. En dat is een specifieke provincie, vanuit het perspectief van referentieregio's. Wat is er bijzonder aan Limburg? Limburg is de enige provincie waar nogal wat structuren die gevat worden door de referentieregio's, vandaag zijn uitgebouwd op het Limburgse niveau. Het is de enige provincie met één vervoerregio, om maar één voorbeeld te geven. Er is één Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW). Er bestaan intercommunales op provinciaal vlak. Dat bestaat in andere provincies niet.
Tegelijkertijd zitten onder dat provinciale niveau ook nog wat structuren die we niet willen optellen tot het provinciale niveau – denk aan eerstelijnszones en politiezones – omdat die te groot zouden zijn. Daarnaast is er ook nog de situatie dat Limburg 42 gemeenten telt, wat voor een intense samenwerking op regionaal vlak misschien wat aan de hoge kant is.
Die puzzel op een goede manier leggen, is het werk van de Vlaamse Regering. We hebben daar advies over ingewonnen. Evident luisteren wij daarnaar. Ik ben daar zelf niet dogmatisch in. We hopen daar de komende dagen een goede landing in te realiseren, die respect opbrengt voor alle gevoeligheden die bestaan in de provincie Limburg.
De heer Janssens heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik wil ook nog even verwijzen naar het regeerakkoord. Het regeerakkoord zegt dat de regiovorming van onderuit moet worden opgebouwd en moet worden gedragen door de lokale besturen. Dan stel ik toch vast dat u, als voogdijminister van de lokale besturen, geen oor hebt en geen respect hebt voor de mening van die lokale besturen. Want als 36 van de 42 burgemeesters zeggen dat ze helemaal geen opdeling willen, dan zou u daar toch alleen maar akte van moeten nemen en zeggen dat die opdeling er niet komt. Maar u luistert niet naar hen. U kiest vanuit de Vlaamse Regering veeleer voor een verdeel-en-heersstrategie. En ik betreur dat. Van een hogere overheid mag je toch verwachten dat die inzake lokale samenwerkingsverbanden vooral faciliterend optreedt, maar niets centraal oplegt als daar provinciaal en over zowat alle sectoren heen een dergelijk groot verzet tegen is?
U zegt dan dat u niet dogmatisch bent en dat u gaat landen. Ik hoop dat u vrijdag naar de ministerraad van de Vlaamse Regering trekt met een beslissing. Dan wil ik van u nog één zaak weten: is die opdeling in drie regio’s voor de Vlaamse Regering een conditio sine qua non of is er nog manoeuvreerruimte voor Limburg?
De heer Danen heeft het woord.
Ik zou hier niet willen ingaan op interpretaties of een eigen lezing of gevoel rond de provincie Limburg of wat daar moet gebeuren, maar wel op een aantal feiten, minister en collega’s.
Wat stellen we vast? Heel wat grote organisaties zijn, zoals u net komt te zeggen, Limburgs georganiseerd. 36 van de 42 burgemeesters willen van Limburg 1 regio maken. De allergrootste middenveldorganisaties, een 70-tal, hebben zich allemaal verenigd in het pleidooi om van Limburg 1 regio te maken. Ik heb het dan over de universiteit, de hogeschool, Boerenbond en Confederatie Bouw, de vakbond, de werkgeversorganisaties. Je vindt niemand in Limburg, geen enkele organisatie, die zegt: splits Limburg in 3. Niemand.
Ik wil u vragen, en ik lees tussen de regels van wat u zegt: hou Limburg één provincie en vooral één regio. Ik hoop echt dat u de tijd neemt om dat voor te bereiden. Wij kunnen gerust nog een paar weken wachten als u in die richting gaat. Ik voel alleszins dat er een kentering is ingezet. Ik wil u daar nu alvast voor bedanken.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, CD&V pleit er altijd al voor om dit soort samenwerking van onderuit te laten gebeuren. Luisteren en spreken is belangrijk. We begrijpen dat er in Vlaanderen heel wat gemeenten zijn die voor het economische voor regio y kiezen en voor het sociale voor regio x, maar ook voor andere zaken op provinciaal niveau willen gaan samenwerken. Het is daarom goed dat de Vlaamse Regering een flexibel kader heeft opgesteld. Voor ons is het vooral belangrijk dat efficiënt bestuur gestimuleerd wordt en, waar het er al is, dat het behouden blijft, zoals in Limburg. Daarnaast mogen structuren ook onze identiteit niet in de weg staan; ik denk aan het Limburggevoel maar ook aan het West-Vlaanderengevoel.
Minister, de vragen die vandaag leven op het terrein zijn er omdat het nog niet heel duidelijk is op welke manier er vormgegeven wordt aan de regiovorming. Op welke manier wilt u daar vorm aan geven en juridische gevolgen aan verbinden? Is dat via stimulering, het voorbeeld geven in Vlaamse materies door een opname in het decreet Lokaal Bestuur? Over welke regels en gevolgen gaat dat dan?
De heer Ongena heeft het woord.
Collega’s, met alle respect, maar Limburg is een speciaal geval. Bijvoorbeeld, zoals de minister al zei, staat het inzake sommige samenwerkingsverbanden veel verder dan andere regio’s zoals Vlaanderen zou willen. Aan de andere kant zijn er samenwerkingsverbanden die niet wenselijk zijn op provinciaal niveau. Het komt erop aan om een goed evenwicht te vinden, ik heb daar alle vertrouwen in. Heel de regio-oefening heeft aangetoond dat men van onderuit adviezen vraagt en daarvoor goed gaat luisteren op het terrein. Het feit dat het zo leeft, toont aan hoe belangrijk het is. Het is echt wel een ingrijpende hervorming die hier in de steigers wordt gezet. Ik heb er alle vertrouwen in dat het Limburgse probleem tot een goede oplossing zal komen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u ons specifiek en bijzonder vindt, dat is iets positiever geformuleerd dan ‘een speciaal geval’. Maar goed, geen probleem, dat nemen we erbij.
Als er één provincie is waar goed wordt samengewerkt, waar historisch al heel wat samenwerkingsverbanden zijn, dan is dat duidelijk Limburg. In die zin is het probleem dat u suggereert oplosbaar. Op lagere echelons zijn er aantal samenwerkingsverbanden, niet alleen op provinciaal niveau. Ik denk niet dat de twee tegengesteld zijn aan elkaar, dat heeft het verleden al bewezen. Inderdaad, maak daar één regio van. Hou voor de rest de samenwerkingsverbanden in stand.
Hoe langer het duurt – ik weet niet meer in de hoeveelste ronde we zitten – hoe minder ik het begrijp. De middenveldorganisaties pleiten voor het behoud van één regio. De steden en gemeenten doen dat in meerderheid. Twee partijen in de meerderheid doen dat.
Minister, wanneer gaat u beslissen? Is dat nu vrijdag of zal het nog een tijdje aanslepen? In welke mate spoort het feit dat u toch zou overgaan tot de opsplitsing van de provincie met de belofte om eigenlijk niets te veranderen aan de provinciale bevoegdheden? Volgens mij klopt dat niet en is dat zelfs een stuk in tegenspraak met het Provinciedecreet.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, collega’s, de regiohervorming doen we natuurlijk niet zomaar. Ze heeft een duidelijk doel, namelijk de administratieve verrommeling van Vlaanderen tegengaan. Er werd al een duidelijk akkoord gevonden over die onderverdeling en referentieregels. Die beslissing was en is voor ons duidelijk en staat niet ter discussie.
Limburgs gouverneur Lantmeeters heeft intussen in dat kader een advies verleend. We kennen hem allemaal als een zeer harde werker, ook hier. Hij heeft op basis van dat heel harde werk een advies verleend en een voorstel gedaan. We vragen aan de Vlaamse Regering om hierover een beslissing te nemen. We steunen de oefening rond de regiovorming volledig. Laat ik één ding duidelijk zeggen: we hebben de ambitie om met deze hervorming grote stappen voorwaarts te zetten. Het is een interne Vlaamse staatshervorming waarbij transparantie en duidelijkheid over de vele structuren het streefdoel zijn en blijven.
De vrees voor het onbekende is natuurlijk te begrijpen, maar als we vooruitgang willen boeken, moeten we ook stappen durven te zetten. We kijken dan ook uit naar de volgende stappen die de minister en de Vlaamse Regering zullen ondernemen.
Minister Somers heeft het woord.
Ik dank alle collega’s voor de vragen. Ik denk dat dit een heel belangrijk thema voor Vlaanderen is. U weet dat ik zelf 20 jaar burgemeester ben. Ik ben altijd geconfronteerd geweest met die bestuurlijke verrommeling. Mijn stad zat in twintig samenwerkingsverbanden met telkens andere mensen die ons daarin vertegenwoordigden. Daardoor heb je een inefficiënt en weinig transparant bestuur. Dat aanpakken is geen eenvoudige oefening. Ik kan begrijpen dat zulke oefeningen vanop de oppositiebanken altijd eenvoudiger lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Dat vraagt toch wel wat inspanningen. Als het eenvoudig was geweest, hadden we dat al 20 jaar geleden gedaan of misschien al 30 jaar geleden.
Wat we hier willen doen, is ervoor zorgen dat we een pak structuren afschaffen, in elkaar schuiven, op elkaar afstemmen, zorgen voor meer inspraak en dat lokale besturen sterker worden omdat ze beter kunnen samenwerken. Dat is de essentie van de oefening. We zijn er eindelijk in geslaagd om in vier provincies dat complexe afbakeningsproces te realiseren. Het is juist dat sommige gemeenten economisch met de ene, cultureel met de andere en historisch met een derde gemeente samenwerken. Als we al die gemeenten zelf laten beslissen hoe de regelvorming er moet uitzien, dan blijft het een even grote poespas als vandaag. Uiteindelijk moet je heel goed luisteren naar de lokale besturen, maar er is ook de dimensie van Vlaanderen. De Vlaamse overheid heeft heel veel samenwerkingsstructuren opgezet vanuit haar bevoegdheden en het zijn vooral die structuren die we ook moeten aanpassen. Vaak is ze zelf de oorzaak van bestuurlijke verrommeling in de voorbije decennia. Ook de federale overheid heeft daarin een verantwoordelijkheid.
De komende maanden zullen we de structuren die we zelf hebben opgezet, herijken op die regio’s. Dat gaat dan over huisvestingsmaatschappijen, de vervoersregio’s, de culturele, economische en jeugdsamenwerkingsverbanden en dergelijke meer. Het is een eindeloze reeks. Elke minister heeft zich daartoe geëngageerd en is daar nu volop mee bezig. Dat zal tijd vragen. We zullen dat niet van vandaag op morgen doen want dat heeft te maken met structuren, mensen, organisaties, afspraken, contracten en overeenkomsten die herbekeken moeten worden. Maar we zullen dat in de komende jaren doen. We zullen de regelvorming in deze legislatuur ook in een decreet opnemen. Er komt dus een decretale basis.
Hoe zullen we die regiowerking verder ondersteunen? Ik had de eer en het genoegen om bij de regio Midwest langs te gaan. Die regio bestaat uit 16 gemeenten, met onder meer Roeselare. Ze heeft daar een enorme oefening gedaan en ze is van 183 naar 39 naar samenwerkingsstructuren gegaan. Men heeft een pak mandaten, structuren en overheden afgeschaft. Men werkt samen met 9 clusters. De schepenen, de burgemeesters en de administraties werken samen waardoor die regio veel sterker wordt. Dat is een voorbeeld voor elders. Ik ga vrijdag naar de Westhoek en binnenkort naar de Kempen. Die oefening is overal bezig.
De dynamiek die alleen al door het debat over die regiovorming op gang is getrokken, is belangrijk. We zullen daar van elkaar kunnen leren. Een van de zaken die we bijvoorbeeld moeten doen, is het wegwerken van drempels om die regiovorming tot een succes te maken. Een concreet probleem dat ik in de regio Midwest heb gehoord, is dat sommige afspraken die de Vlaamse overheid met de lokale besturen maakt, van dien aard zijn dat je minder subsidies krijgt als je een structuur samen wilt schuiven. Nu worden de subsidies per structuur betaald. Als je bijvoorbeeld van drie eerstelijnszones een eerstelijnszone wilt maken, dan verlies je middelen. Dat is onlogisch. Rationaliseren kost geld aan lokale besturen. Dat moeten we omdraaien.
De regio Midwest heeft heel veel voorbeelden gegeven hoe we in het wettelijke kader kunnen ingrijpen om die regiowerking te versterken. Zo is het niet mogelijk om subsidies aan te vragen via de regio. Dat kan niet via een samenwerkingsverband, maar men moet dat via bepaalde andere structuren doen. Men moet structuren opzetten om subsidies te bekomen, terwijl dat beter via de regio zou gebeuren. We moeten dergelijke praktische zaken wegwerken om die bestuurskracht te versterken.
We zullen ook een laboratorium met doorbraaktrajecten oprichten. Bijvoorbeeld de regio Midwest zegt dat ze heel ver staat op ICT-vlak. Vlaanderen wil een digitale sprong vooruit maken en wil gemeenten zonder gemeentehuis. De regio wil daarop inzetten. Ze zou graag met de zestien gemeenten de handen in elkaar slaan om op die manier een voorsprong te realiseren. Zelfs een van de kleinste gemeenten die in die regio zit, zegt dat voor haar een goede regiowerking van levensbelang is. Dat is een verhaal van vallen en opstaan geweest, soms ook van menselijke verhoudingen, maar men heeft daar een traject afgelegd. Dat is niet uniek.
Wel, op heel veel plaatsen is die dynamiek nu bezig. Die dynamiek willen we structureel versterken, en dat zal leiden tot meer transparantie, minder structuren en meer efficiëntie. Dat gaat hand in hand met de fusies, waar ook, denk ik, overal achter de schermen heel wat debatten over bezig zijn. Ik denk dat dat een belangrijke oefening is, die we moeten verderzetten. Hoe we dat nog verder gaan doen? Natuurlijk door zelf het voorbeeld te geven, door te zorgen dat we ook in onze eigen werking heel hard op die regelgeving inzetten.
Wat Limburg betreft: Limburg is een heel specifieke situatie. Ik heb het daarstraks ook gezegd en ik ben daar zelf niet dogmatisch in: de Vlaamse Regering zal de komende weken de beslissing nemen. We gaan dat doen op het moment dat we alle puzzelstukken grondig hebben besproken. Dat zal nog wat debat vragen, maar we gaan daardoor. Wat daar vooral belangrijk in is, is dat we het eens zijn over twee grotere zaken. Ten eerste, de structuren die op Limburgs niveau bestaan en werken, moeten kunnen blijven werken, wat ook onze beslissing is. En daar gaan er misschien nog bij komen. Dat Limburgs samenwerkingsverband moet kunnen blijven bestaan, zoals vandaag: slagkrachtig en efficiënt. Ten tweede, de samenwerkingsverbanden die daaronder zitten, die kleinschaliger zijn, die men niet wil optillen tot het Limburgs niveau, eerstelijnszones, politiezones – we willen in Limburg niet naar één politiezone –, moeten ook zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd. Dat zijn de twee basisdoelstellingen. Hoe we die twee basisdoelstellingen definitief inschuiven in onze referentieregio’s, daar gaan we de komende dagen en weken over praten. We gaan daar onze tijd voor nemen, we hebben die tijd. Ik ben ervan overtuigd dat we daar met een goede oplossing gaan komen die maximaal gedragen kan worden door iedereen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u toch nog één minuut van uw uitgebreide spreektijd heeft besteed aan de effectieve vraag over Limburg. Ik stel vast, als u beaamt dat u niet dogmatisch bent, dat wat u betreft, Limburg ook één regio kan blijven. Ik denk dat daar in Limburg tevredenheid over zal zijn. Ik hoop dat u daar ook in de Vlaamse Regering nu eindelijk een meerderheid voor vindt.
Ik moet toch vaststellen dat dat politieke getouwtrek en de machtsspelletjes van de voorbije weken doen vrezen dat ook de komende maanden en jaren dezelfde spelletjes ervoor zullen zorgen dat van uw theoretische plannen in de praktijk heel weinig terecht zal komen, dat er van echte vereenvoudiging, van knippen in structuren en politieke postjes en mandaten, eigenlijk heel weinig terecht zal komen.
Ik roep u dan op, ook als minister van Binnenlands Bestuur: houd rekening met de mening van de lokale besturen. En die is heel duidelijk: houd Limburg één regio. Beslis dus niet boven de hoofden van zowat alle betrokkenen. Houd ook rekening met de eigenheid van het Limburgse werkterrein, luister naar het massale verzet vanuit alle organisaties en sectoren. En neem dan uiteindelijk met de Vlaamse Regering de enige, mogelijke beslissing: maak van Limburg één regio.
De actuele vraag is afgehandeld.