Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meester heeft het woord.
Minister-president, maandag vond voor de eerste keer in een half jaar weer een theatervoorstelling plaats in ons land, in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS): ‘Jonathan’ met Bruno Vanden Broecke en Valentijn Dhaenens. Ik vind dat wel een ontroerend moment. Emotie op de planken, publiek in de zaal, we missen dat allemaal, theater, muziek, cultuur. Ook de artiesten zelf missen dat natuurlijk, alsook de technici, de podiumbouwers, de organisatoren.
De cultuursector snakt naar perspectief. Cultuur is geen luxe. Zonder cultuur sterven we stilletjes af. De cultuur- en de eventsector hebben daarom zelf een plan gemaakt voor de heropening van de sector. Minister-president, vorige week beloofde u hier op uw communiezieltje dat u dat plan met hand en tand zou verdedigen op het Overlegcomité. Maar wat blijkt? U hebt over dat plan blijkbaar geen woord gezegd op dat Overlegcomité, geen woord.
Wat was dat hier dan vorige week in de plenaire vergadering, collega's? Een stukje theater? Een vrije interpretatie van Wachten op Godot door Jan Jambon? Minister-president, als het Overlegcomité het zelf niet doet, als u het niet doet, dan doet de cultuursector het zelf wel. De KVS heeft gezegd dat hij op 26 april opengaat, wat het Overlegcomité ook beslist. De KVS heeft het recht op cultuur afgedwongen en wij zijn gaan helpen. Onze dokters van Geneeskunde voor het Volk zijn mee gaan helpen met een coronaproof veiligheidsprotocol en met testen voor het publiek. Dat is de spirit die we nodig hebben. Hoe maken we samen cultuur zo snel mogelijk opnieuw mogelijk?
Minister-president, hoe evalueert u de eerste testvoorstelling in de KVS? Welke conclusies trekt u daaruit voor de perspectieven voor de cultuursector?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer De Meester, na uw tussenkomst nu eerst het recht aan de waarheid. Ik zou heel gemakkelijk kunnen verwijzen naar de commissievergadering van gisterennamiddag, waar ik altijd heel trouw uitleg geef over het Overlegcomité en hoe de discussies daar lopen. U vindt dat minder belangrijk, net zoals u vorige week het Kunstendecreet minder belangrijk vond om daar het commissiewerk te gaan doen, maar wel hier in de plenaire vergadering de grote show te komen stelen. Hier staan ten slotte de camera's. Er staan veel minder camera's in de commissiezaal. (Applaus bij de meerderheid)
Had u de werkzaamheden in de commissies gevolgd, mijnheer De Meester, dan had u geweten dat in mei en juni, zij het beperkt, de cultuursector wel opengaat, in tegenstelling tot wat u komt te zeggen, dat de beslissing over de testevenementen al in het Overlegcomité van 14 april was genomen, dus dat dat niets speciaals was dat de KVS had gezegd dat het met reguliere voorstellingen zou opengaan. In dialoog met de KVS hebben we gezegd dat we eerst testevenementen wilden organiseren.
Dan zou u weten dat gisteren en eergisteren de voorstellingen gegeven zijn achter gesloten deuren, en niet voor het publiek, dat dat pas vanavond van start gaat, dat het deze week heel de week aan 20 procent van de bezetting van de zaal zal zijn, en dat het volgende week langzaam zal worden opgedreven naar 50 procent van de zaal. We gaan daar lering uit trekken. Tegelijkertijd zijn er andere testevenementen in Vlaanderen bezig. Gisteren heeft er in Antwerpen een congresje plaatsgevonden. En er zijn nog tal van testevenementen, waarvan een procedure bestaat, hoe die zullen worden geëvalueerd en of die aan de gang zullen gaan. Uit die testevenementen zullen we lering trekken, om de cultuursector en de evenementensector inderdaad verder open te zetten.
Was u gisteren in de commissie aanwezig geweest, dan zou u geweten hebben dat het voorstel dat op tafel lag voor de opening van de evenementensector, een voorstel van dien aard was dat ik samen met de evenementensector en de cultuursector overeen ben gekomen: als dat het ultieme voorstel is dat vorige week vrijdag haalbaar was, dan hebben we beter niets dan dat, want daar kunnen we niets mee. Dat is boeken toe, nog voor we begonnen zijn.
U weet net zo goed als ik – maar u hebt het gemakkelijk, want u zit in geen enkel van die gremia – dat je in een Overlegcomité bij consensus beslist. En als je op voorhand vanuit bepaalde regeringen hoort: ‘Voor ons zal het die 2500 in juli en augustus zijn, of het zal niets zijn’, dan vond ik het geraadzamer – daarover kunnen we van mening verschillen – om de vaccinatiecampagne nog wat te laten lopen, om de cijfers nog hun werk te laten doen, en op 11 mei opnieuw rond de tafel te gaan zitten en te kijken dat we die fronten in beweging krijgen. Dat was in overleg met de evenementensector. Ik zeg niet dat ze daar content mee waren. Natuurlijk had de evenementensector vorige week liever gehad dat we hadden gezegd dat het bijvoorbeeld in augustus met 10.000 mensen zou mogen. Dat had ik ook veel liever gehad. Maar als je op een ‘bec de gaz’ dreigt te lopen, dan denk ik dat het beter is om even te temporiseren.
En ik weet het: je kunt niet oneindig temporiseren. Op een bepaald moment moet die sector zeggen: ‘Dit is het ultieme moment. Wij moeten nu weten waar we aan toe zijn.’ Maar we geven dus opnieuw rendez-vous op 11 mei, dan hopelijk met een beter voorstel dan wat op tafel lag voor de evenementensector, om ze perspectief te geven voor juli en augustus.
Maar ik kan u uitnodigen in de commissies, mijnheer De Meester. Dan bent u sneller op de hoogte en hoeft u niet tot woensdagnamiddag te wachten in de plenaire vergadering.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister-president, het zal wel zijn dat wij van mening verschillen over deze kwestie. Daar hebt u absoluut gelijk in. Dat is ook het enige punt waar u gelijk in hebt.
Het blijft een feit dat u hier vorige week beloofd hebt om dat plan van de cultuur- en de eventsector met hand en tand te verdedigen op het Overlegcomité en dat u dat niet hebt gedaan. Mocht u misschien een beetje minder in commissies zitten en een beetje meer buiten komen, dan zou u zien ... (Gelach. Rumoer)
Dan zou u naar mij komen om te klagen dat de minister-president niet naar het Vlaams Parlement wil komen. (Applaus bij de meerderheid)
Dan zou u zien, minister-president, wat de sector echt over uw plan te zeggen heeft. Ik zal het u even voorlezen: “De Crisiscel Cultuur noemt het gebrek aan een langetermijnperspectief onbegrijpelijk. “Hoe kunnen wij nu beginnen plannen aan de belangrijkste periode van het jaar?” (...) Actiegroep Sound of Silence heeft het in een eerste reactie over een ‘uppercut voor de sector’”. De beslissing die u hier verdedigt, minister-president, noemt de sector een uppercut. De Arenbergschouwburg zegt: ‘We hebben meer perspectief nodig, want er is tijd nodig om alles te organiseren.’
Dat is het probleem, minister-president. Met de beslissing van het Overlegcomité en met uw beleid geeft u de sector geen langetermijnperspectief. En nochtans is dat wat wij nodig hebben.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, laat mij vooreerst heel duidelijk stellen dat ik het heel normaal en eigenlijk heel goed vind dat u na elk Overlegcomité in een commissie in het parlement komt antwoorden op vragen vanuit de volksvertegenwoordiging. Het hart van de democratie is hier. (Applaus bij de meerderheid en Groen)
We hebben toevallig het genoegen gehad om in de marge van Wakker Op Zondag op ATV de acteur Michaël Pas persoonlijk te kunnen spreken, iemand, net als heel veel acteurs in onze samenleving, met een passie voor zijn vak. Hij gaf heel duidelijk aan dat hij op 8 mei klaarstaat met een voorstelling, buiten, voor vijftig mensen, op een heel gecontroleerde manier.
En mijn bijkomende vraag – en u bent er gisteren inderdaad ook al dieper op ingegaan – is of er nu elementen naar boven zijn gekomen uit die testvoorstelling in de KVS, die toch goed verlopen is. Er is ook een ongerustheid bij een aantal virologen, die in de media hebben gezegd dat het wel volgens protocollen loopt, maar dat misschien de wetenschappelijke toets wat ontbreekt. Kan dat hiermee toch worden onderbouwd, zodat we inderdaad naar een bredere opening kunnen gaan van heel die culturele sector, die inderdaad snakt naar de organisatie van evenementen?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, het is weer eens bijzonder pijnlijk dat de heer De Meester achter de feiten aanholt en hier hoog van de toren komt blazen, maar gisteren niet op de debriefing van het Overlegcomité was. Dan had hij de antwoorden gehoord op de vragen van collega Coudyser. Dan zou hij beter op de hoogte zijn en zou hij weten wat het doel en perspectief van de testevenementen zijn. Fijn dat er vanavond toch cultuurliefhebbers voor het eerst weer naar een theatervoorstelling kunnen gaan.
Minister-president, u praat over protocollen. Protocollen zijn goed, dat is al langer bekend, maar die zijn opgeschort door federale maatregelen. Ik denk dat het een heel bruikbare basis is om evenementen te laten plaatsvinden. Daar zijn wij, de sector en virologen al langer van overtuigd. Hopelijk kan het evenement in de KVS en de evenementen die nog op stapel staan daar voor eens en altijd duidelijkheid over geven.
Hoelang duurt de wetenschappelijke analyse van die testevenementen eigenlijk?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega’s, minister-president, in een pandemie kunnen heel veel dingen niet. Ik denk dat de cultuur- en eventsector dat tot hun scha en schande hebben ondervonden. Ik vind het dan ook maar normaal dat de verenigde regeringen in een eerste fase dingen hebben proberen te beheren. Op een bepaald moment moeten we ook investeren. Als we testevents hebben, is dat een goede zaak. We moeten vooral duurzaam het publieke leven kunnen openen. Om dat in de cultuur- en eventsector ook binnen te kunnen doen, lijkt het ons heel zinvol om te investeren in binnenluchtkwaliteit en betere ventilatiesystemen zodat, eens de sector heropstart, die dat ook duurzaam kan doen, zodat die nooit opnieuw moet sluiten.
Cultuur en events geven zuurstof aan ons leven en dat is net wat we nodig hebben om corona te verslaan: zuurstof.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, al maanden kloppen wij en de leden van de commissie Cultuur allemaal op dezelfde nagel. De cultuur- en evenementensector is heel zwaar getroffen door deze pandemie. Ik weet dat u ons daarin gelijk geeft en daarin meegaat.
Mocht de heer De Meester aanwezig zijn in de commissie Cultuur, dan zou hij dat zien. Ik zie u daar heel weinig, mijnheer De Meester, eigenlijk de facto nooit, net zoals in de overlegcommissie, dat is ook logisch. Ik vind het heel raar dat u hier de minister-president zit aan te vallen op wat hij wel of niet zou gezegd hebben in de overlegcommissie. Ik vind dat heel bijzonder, ik weet dat hij volle bak strijdt voor die sector en ik ben hem daar dankbaar voor.
We hadden vorige week een heel lang debat over de evenementensector. We zijn toen overeengekomen dat het geen ventiel hoeft te zijn, dat het geen hele resem testevenementen hoeft te zijn. Het Nederlandse voorbeeld zegt voldoende dat dat ‘not the way to go’ is en dat die gecontroleerd moeten gebeuren, vooral ook met het oog op de concrete onderzoeksbevindingen waar we verder mee kunnen gaan.
Minister-president, weten we ondertussen al wat meer dan Nederland? Het was vorige week nog niet echt duidelijk. In hoeverre zou de informatie uit de testevenementen openbaar zijn? Het is belangrijk voor de hele sector om hieruit te kunnen leren, en niet alleen degenen die een snelle toegang hebben tot het parlement of de kabinetten.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister-president, na dit staaltje van communistische arrogantie kan ik bevestigen dat CD&V alle begrip heeft dat de vrijetijdssectoren staan te popelen om te herstarten. We hebben ook een groot respect voor de eventsector die al een uitgebreid stappenplan heeft voorbereid. We vrezen wel dat de sneltests nu een nieuw wondermiddeltje geworden zijn om de heropening mogelijk te maken, dat het zoethoudertjes zijn en vooral een pr-event zullen worden. Tests dienen niet om allerlei zaken toe te laten maar om snel op basis van enkele events de protocollen te evalueren in functie van een realistische en geleidelijke heropstart van het geheel. We geven bij het organiseren van dergelijke testevents dan ook de voorkeur aan de sectoren die tijdens het voorbije jaar volledig stillagen.
We denken dat het ondertussen toch voor iedereen zeer duidelijk is dat de culturele en andere events pas veilig georganiseerd kunnen worden als de globale bezettingscijfers in de intensieve zorg voldoende gedaald zijn en als de duidelijke en strenge parameters die in een stappenplan van de eventsector staan, zijn behaald.
De cultuursector verwijst naar de protocollen die in 2020 goed hebben gewerkt, maar de huidige dominante Britse variant heeft een heel ander effect. Worden die protocollen aangepast aan die nieuwe virologische realiteit? De protocollen van vorig jaar en een negatieve sneltest lijken immers onvoldoende zekerheid te bieden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor uw beschouwingen. Ik ga eerst op een aantal concrete vragen in, vooral over de testevenementen. Op dit moment zijn er nog geen elementen bekend over de KVS, omdat vanavond pas de eerste publieke voorstelling plaatsvindt. De vorige dagen was dat voor een heel gelimiteerd gezelschap van professionals die verbonden waren met de KVS, een soort van ‘dry run’ voor de testevenementen dus.
Vanavond, morgenavond en vrijdagavond zal de zaal voor 20 procent bezet zijn. Daar zullen we ongetwijfeld conclusies uit kunnen trekken, maar ik vraag me af of dat al zinvolle conclusies zijn. Volgende week wordt die capaciteit stelselmatig opgedreven tot 50 procent van de bezetting van de KVS. De zaal is dus voor 50 procent gevuld voor de voorstelling van volgende week vrijdag. De KVS heeft geen toestemming gekregen van het coronacommissariaat om naar 100 procent te gaan in de volgende veertien dagen. Het is vandaag nog niet mogelijk om uit die meetgegevens conclusies te trekken. Die zijn beperkt. Ik denk dat je daaruit pas volgende week conclusies kunt trekken.
Mevrouw Van Werde, u vraagt hoelang de wetenschappelijke evaluatie duurt. Dat hangt een beetje af van evenement tot evenement en van wat men test. Gisteren in Antwerpen bestond de testing eruit om via verschillende technieken te testen hoeveel mensen op die site aanwezig waren. Dat gebeurde via warmte, gewoon manueel tellen en ook via gsm-signalen. Die evaluatie kan je ‘on the spot’ doen, om te zien of de manuele telling overeenkomt. In de KVS heeft men gekeken naar de luchtzuiverheid. Er is een luchtzuiveringsinstallatie. Men meet de kwaliteit van de binnenlucht in de loop van het evenement, en die gaat men dan meten afhankelijk van de bezetting van de zaal. Je hebt minstens die periode van de veertien dagen nodig om die meting te doen. Het is een beetje afhankelijk van wat je meet.
Ik wil nog dit zeggen: we zullen de testevenementen niet gebruiken als een vervroegd openzetten van de sector. Dat is niet de bedoeling. De bedoeling is om wetenschappelijke gegevens te vergaren. We zullen er ook voor zorgen dat in de testevenementen telkens een andere wetenschappelijke vraag op tafel ligt en dat er een andere discipline aan bod komt. Je hoeft geen 87 theatervoorstellingen te doen om telkens de luchtkwaliteit te meten. Dat heeft geen zin. We zullen sport, cultuur en de grote evenementen in de breedte bekijken en telkens een andere onderzoeksvraag voorleggen. Daarom wordt die periode voor mij het best zo kort mogelijk gehouden. Ik denk niet dat we het gegeven van het testevenement moeten doortrekken tot de tweede helft van juni. Dat heeft geen zin. Laten we zeggen: tot de eerste helft van mei of iets langer. Als het zinvol is om een evenement te testen, moet je dat zeker doen, maar die periode mag niet te lang duren.
Er is hier ook verwezen naar Nederland. Gisteren waren er op dat congres in de grote Elisabethzaal tweehonderd mensen aanwezig. Er is vanuit Nederland een presentatie gegeven over wat men tot nu toe geleerd had uit die testevenementen. Dat was echt interessant. Ik denk dat de man in kwestie bereid zou zijn om zijn presentatie te geven in de commissie Cultuur, zij het elektronisch: hij vanuit Nederland en wij hier. Het was zeker en vast interessant om daarover in discussie te gaan.
Worden de protocollen aangepast? Als je testevenementen doet en je leert daar zaken uit, dan ga je in functie daarvan de protocollen aanpassen. Dat lijkt me logisch.
Mevrouw Gennez, het investeren in de luchtkwaliteit staat ook in de beslissingen van het vorige Overlegcomité. Daar is opdracht gegeven aan het coronacommissariaat en aan de bevoegde ministers om te kijken hoe je de binnenluchtkwaliteit in de verschillende sectoren kunt verhogen.
We moeten daar ook met twee woorden spreken. Er zijn normen vastgelegd, normen die Vlaanderen trouwens in zijn bouwvergunningen heeft gestoken. Ook hier kun je niet over één nacht ijs gaan. Als we de binnenluchtkwaliteitsnorm die nu eigenlijk in de richting van 900 parts per million (ppm) tendeert, morgen op al onze scholen toepassen, denk ik dat je een aantal scholen stante pede moet dichtdoen. Dat kan ook de bedoeling niet zijn.
Iets anders is natuurlijk dat je daar een actieplan tegenover zet, dat je zegt om hier wel in te gaan investeren, en dat bij elke verbouwing en elke nieuwbouw met die norm rekening gehouden wordt. Dat lijkt me logisch. Dat het een belangrijk element is om op lange termijn te leren leven met dit of ook met andere virussen, lijkt me nogal aangewezen.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister-president, wij verschillen over veel dingen van mening, maar hopelijk zijn we het wel eens over twee zaken.
Ten eerste moeten we zo snel mogelijk conclusies kunnen trekken uit die testevents en moeten we die conclusies gebruiken om de sector zo snel mogelijk open te krijgen. Dat gaat onder meer over die ventilatieplannen. We moeten daarbij niet alleen met de grote zalen rekening houden, maar ook met die vele kleine culturele centra en zaaltjes die voor de heropening ook echt ondersteuning nodig zullen hebben.
Ten tweede, ik herhaal mijn punt, u hebt er niet op geantwoord: de sector heeft een langetermijnperspectief nodig. In maart de beslissing uitstellen, in april de beslissing nog eens uitstellen: dat is niet het perspectief dat de sector nodig heeft. De sector heeft tijd nodig om alles te organiseren, en het is de plicht van de regering om de sector dat perspectief te bieden.
De actuele vraag is afgehandeld.