Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, eind januari kwam eens te meer een Limburgse Diyanetmoskee in opspraak. Dit keer ging het om de moskee Yesil Camii in Houthalen-Helchteren. Die moskee werd in 2009 door de Vlaamse Regering erkend en ontving sindsdien al een half miljoen euro subsidies. Nu blijkt dat die moskee de erkenningscriteria veelvuldig heeft overtreden. De imam van de moskee die, zoals gebruikelijk bij Diyanet, aangesteld en betaald wordt door de Turkse regering van dictator Erdogan, heeft op sociale media immers manifest homofobe uitspraken gedaan. Homoseksualiteit is verboden. Homoseksualiteit brengt ziekte en verval mee. Homoseksualiteit is een virus van kapitalisme en democratie. Dat zijn de fraaie boodschappen die de imam van de moskee via Facebook de wereld instuurde. Hij haalde zijn inspiratie trouwens bij de directeur van Diyanet in Turkije, die de holebigemeenschap aanviel in een controversiële toespraak tijdens het vrijdaggebed.
De imam in kwestie, die trouwens al vele jaren in ons land verblijft, is bovendien niet eens in het bezit van een inburgeringsattest, wat ook al een overtreding van de erkenningscriteria is. Maar niet alleen de imam, maar ook de moskee zelf ging in de fout door op haar officiële Facebookpagina een bericht te delen van alweer hetzelfde Turkse Diyanet waarin gezegd werd dat homoseksualiteit in de islam niet alleen verboden is, maar zelfs omschreven wordt als een van de grootste bedreigingen voor de maatschappij.
Minister, we hebben de voorbije weken gezien dat er een parlementair, maar ook een publiek debat ontstond over de bestrijding van homohaat. Alle partijen hier benadrukten toen dat haat ten aanzien van holebi’s onaanvaardbaar is. Ik denk dat u dan ook zonder enige twijfel op de unanieme steun kunt rekenen van alle partijen hier voor de intrekking van de erkenning van die moskee, gelet op de manifest homofobe uitspraken van het gezicht van de moskee, met name de imam. Dus wil ik u vragen: neemt u de vanzelfsprekende beslissing om de erkenning van die moskee in te trekken en de subsidiëring ervan eindelijk stop te zetten? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Janssens, toen ik op de hoogte werd gesteld van een aantal uitspraken die de imam van de Groene Moskee in Houthalen-Helchteren heeft gedaan, die je bezwaarlijk anders dan homofoob kunt omschrijven, heb ik onmiddellijk de decretaal bepaalde procedure tot opheffing opgestart. Ik heb dat op 28 januari gedaan. Die procedure stelt dat ik advies moet vragen aan een aantal instanties: de gemeenteraden van Zonhoven en Houthalen-Helchteren, de provincieraad van Limburg, het Executief van de Moslims van België (EMB), het eredienstbestuur van de moskee en de federale minister van Justitie. De afspraak is dat die mensen zestig dagen tijd hebben om dat advies te formuleren. Ik heb dat advies van verschillende van hen al ontvangen. De provincie Limburg zegt dat ze eigenlijk niet bevoegd is. Dat klopt niet. Ze is niet alleen bevoegd voor het financiële, maar ook voor het maatschappelijke.
Ik heb hun een brief geschreven om alsnog dat advies te krijgen, en het advies waar ik op dit moment nog op wacht, is het advies van de Staatsveiligheid, dat mij toegezonden wordt via de minister van Justitie. Wat is daar de situatie? Er is een samenwerkingsakkoord met de Staatsveiligheid dat toelaat dat zij minstens vier maanden de tijd heeft om haar advies te formuleren. Ik heb er bij de minister van Justitie en bij de Staatsveiligheid op aangedrongen om mij dat sneller te bezorgen, want dat is een essentieel advies op basis waarvan ik mijn oordeel moet vormen.
Ik zal ook onderhandelen met de federale minister van Justitie en de Staatsveiligheid om dat akkoord te herzien, zodat we sneller over die informatie kunnen beschikken. Dat zal ook belangrijk zijn naar de toekomst toe en naar het nieuwe decreet toe. Zodra ik dat advies heb, zal ik ook een beslissing nemen. Maar ik wil daarin alle procedures volgen om geen fouten te maken op administratief vlak.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik stel toch vast dat u een dubbele moraal hanteert. Want in veel andere dossiers hebt u altijd onmiddellijk uw oordeel klaar, nu is het twee maanden geleden dat de vaststellingen gedaan zijn en hebt u blijkbaar zoveel tijd nodig om na te denken over de intrekking van de erkenning van een moskee, waarvan de imam zegt dat homoseksualiteit ziekte en verval is, een virus, de grootste bedreiging van de maatschappij. Hoe kunt u, ook als minister van Gelijke Kansen, verkocht krijgen dat u daar nog geen duidelijke stelling over inneemt?
U verwijst bovendien naar de procedure. Ik maak u attent op het besluit van de Vlaamse Regering van 2005, dat u de kans geeft om, indien er strijdigheden zijn met de Grondwet en het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM), die adviesprocedure zelfs helemaal niet te hoeven in te schakelen. U kunt dan op eigen houtje, in eigen beslissing, de intrekking van die erkenning doen. Ik vraag mij af waarop u wacht. U neemt altijd in zoveel debatten een stelling in, maar omdat het nu over een imam gaat, over de islam, hebt u blijkbaar zoveel tijd nodig om duidelijk stelling in te nemen tegen homofobie. Doe wat er van u verwacht wordt, en trek de erkenning van die moskee onmiddellijk in. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, homofobe uitspraken zoals die hier zijn gedaan kunnen natuurlijk absoluut niet door de beugel. We hebben hier trouwens dat debat al gevoerd. Geloofsgemeenschappen moeten zich houden aan de regels van onze rechtstaat, en die zijn, zoals we weten, een afspiegeling van onze normen en waarden.
Minister, u hebt de oprichting aangekondigd van een informatie- en screeningdienst, ik dacht dat die op 1 september van dit jaar van start zou moeten gaan. Mijn vraag is of u deze timing kunt aanhouden.
De heer Ongena heeft het woord.
Collega Janssens, dit is een wel heel doorzichtige poging. We hebben hier een paar weken geleden een debat gehad over homofobie, waar uw partij niet al te goed uit kwam. Ik heb het gevoel dat u nu probeert om dat wat terug te pakken, als ik het zo mag noemen. De realiteit is natuurlijk dat deze minister op basis van die homofobe uitspraken het initiatief heeft genomen om die erkenning te laten intrekken, en daarom nu de procedure, zoals ze voorzien is, gewoon volgt. En dat mogen we ook verwachten van een minister, denk ik: dat hij de rechtsregels respecteert. Ik denk dat dat in dezen heel consequent gedrag is van de minister en de Vlaamse Regering.
Maar mijn vraag ging ook een beetje over het decreet dat er zit aan te komen, het decreet dat ook de hele erkenningsprocedure hervormt. Het zal een belangrijke hervorming zijn, met onder andere de komst van het screeningsinstituut, en waarmee we ook buitenlandse financierders zwaarder zullen aanpakken. We zitten daar vol ongeduld op te wachten, minister. Ik weet dat er intussen al een ontwerp klaar is, maar dat gaat dan nog naar de Raad van State. Ik wilde gewoon eens horen wat de timing is. Wanneer kunnen we dat in het parlement verwachten? Want ik denk dat we allemaal staan te popelen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, collega’s, laat ons eerst en vooral duidelijk zijn: homofobe uitspraken zijn onaanvaardbaar, en dat geldt voor iedereen in onze samenleving. Maar ik apprecieer het wel dat u de regelgeving volgt en dat u de procedure op een ernstige manier voert, en dat u grondig bekijkt, op basis van al die adviezen, of dit het probleem is van een hele geloofsgemeenschap, of van een imam. Ik hoor hier altijd graag collega’s van het Vlaams Belang zeggen dat het niet is omdat er iemand in hun rangen een bepaalde uitspraak doet, dat dat het standpunt van de partij is. Maar als het over de islam gaat, geldt dat blijkbaar wel voor de gehele gemeenschap. (Opmerkingen van Chris Janssens)
Collega Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Janssens, ik wil hier graag een klein beetje de perversiteit van jullie dynamiek blootleggen, al weet ik dat het jullie een beetje nerveus maakt. Afgelopen week is er door de gemeenteraad van Houthalen-Helchteren een advies gegeven, een advies dat eigenlijk zegt dat zij geen structureel probleem zien, en dat zij dus niet de sluiting van die moskee vragen. En weet u hoe uw fractie in de gemeenteraad heeft gestemd? Ze hebben zich onthouden. Ze hebben niet eens tegen gestemd, collega Janssens. De Vlaams Belang-fractie vraagt in de gemeenteraad van Houthalen-Helchteren afgelopen week niet om de sluiting van de moskee van Houthalen-Helchteren. (Opmerkingen van het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Het aanzetten tot homofobie, vanuit welke hoek dat ook komt, heeft hier geen plaats. Nadat de feiten bekend zijn geworden, heeft staatssecretaris voor Migratie Mahdi onmiddellijk zijn verantwoordelijkheid genomen en de imam bevolen om het land te verlaten. Ik begrijp dat de procedure tot intrekking van de erkenning van de moskee nu loopt, maar dat men nog wacht op een advies van de Staatsveiligheid.
We zullen een nieuw aangepast kader creëren tijdens deze regeerperiode om erkenningen van geloofsgemeenschappen te regelen, inclusief een screeningsdienst vanuit Vlaanderen zelf. Wanneer kunnen we dat in het parlement verwachten zodat we daar zo spoedig mogelijk werk van kunnen maken?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Janssens, voor alle duidelijkheid: wat u zegt, klopt niet. Ik heb onmiddellijk stelling ingenomen. Ik heb onmiddellijk de uitspraken van de bewuste imam verwerpelijk genoemd. Omdat ik ze verwerpelijk vond, heb ik de procedure opgestart die ik tot mijn beschikking heb om de erkenning van een moskee, of een andere geloofsgemeenschap, in te trekken op basis van de feiten. Ik heb onmiddellijk gehandeld, maar ik handel wel binnen een rechtskader, waarbij ik adviezen wens in te winnen van verschillende instanties.
De bewuste imam kreeg inderdaad op 4 februari een bevel betekend om het grondgebied te verlaten. Staatssecretaris Mahdi heeft de verblijfsvergunning van die imam niet verlengd. Dat is een belangrijke actor in heel dit dossier.
Van de adviezen die ik tot nu toe heb gekregen, is er geen enkel bij dat bij mij aandringt op het intrekken van de erkenning. De gemeenteraad van Houthalen-Helchteren geeft een genuanceerd advies – ik heb het daarstraks nog grondig gelezen – en dringt aan op een strenger kader, het kader dat we aan het creëren zijn. Er is een stemming geweest in die gemeenteraad en er zijn alleen maar goedkeuringen en onthoudingen geweest. Ook uw partij zit in die gemeenteraad en heeft zich daar onthouden. Eenzelfde situatie heeft zich trouwens ook in de provincieraad voorgedaan, en die heeft gezegd dat hij alleen maar bevoegd is voor het financiële luik – wat niet juist is, want hij heeft ook nog andere bevoegdheden.
Wat ik nu doe, is wachten op het advies van de Staatsveiligheid. Ik dring aan op een snelle behandeling. Op basis van die adviezen binnen het huidige decretale kader zal ik een correct oordeel vormen dat in lijn ligt met mijn overtuiging dat homofobie en homohaat geen plaats hebben in onze samenleving. Ik doe dat zonder twee maten en twee gewichten.
Aan de screenings- en informatiedienst wordt op dit moment heel hard gewerkt. De eerste aanwervingen zijn op dit moment lopende. De directeur zit in een assessmentprocedure en de eerste aanwervingen starten zodat we daar tijdig mee kunnen beginnen.
Er is een tweede principiële goedkeuring geweest van het ontwerp van decreet in de schoot van de Vlaamse Regering op 19 maart. Dat is nu voor advies naar de Raad van State gestuurd. U weet dat die dertig dagen heeft om daarop te reageren. Daarna komt dit advies samen met het ontwerp van decreet naar het Vlaams Parlement en dan zullen jullie erover kunnen debatteren.
De bedoeling van dat kader is natuurlijk om nog scherper en duidelijker af te lijnen wat we wel en niet aanvaarden. De situatie die in Houthalen de realiteit was, is dat daar een imam zat die werd gefinancierd door de Turkse overheid. Dat zal op basis van het nieuwe decreet niet meer mogelijk zijn. Mensen zullen niet meer kunnen worden gefinancierd – noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks – door buitenlandse mogendheden.
Zo zijn er nog tal van andere aanpassingen die een meer rechtszeker kader moeten creëren, waardoor moskeeën of andere geloofsgemeenschappen die constructief werken, kunnen worden ondersteund. Zij die dat niet doen, kunnen op een consequente manier worden aangepakt. Vanuit die filosofie wil ik een betere afspraak met de Staatsveiligheid, waarmee we nu al gesprekken aan het voeren zijn. Ik begrijp dat die autonoom werkt en dat werk ook ernstig en grondig wil doen. In een situatie zoals deze moet het toch mogelijk zijn om afspraken te maken dat men binnen een welbepaald tijdsbestek een advies krijgt.
Dat is belangrijk voor de toekomstige informatie- en screeningsdienst, die met de politiediensten, maar ook met de Staatsveiligheid en andere veiligheidsdiensten, gaat samenwerken. Wanneer die een advies of ondersteuning nodig heeft, kan die rekenen op een adequate behandeling.
Dus de komende weken zal ik al die informatie hebben en zal ik op basis daarvan een onderbouwd standpunt innemen en daarin mijn verantwoordelijkheid nemen. Maar ik doe dat na aandachtige lezing van wat de Staatsveiligheid, de lokale geloofsgemeenschap zelf, maar ook wat de gemeenteraad en de provincie ter zake te vertellen hebben. Ik reken erop dat de provincie begrijpt, na verdere toelichting van mij en mijn administratie, dat ze wel degelijk verantwoordelijkheid draagt vanuit een maatschappelijk perspectief en dat het niet alleen gaat over het nakijken van de financiële middelen. Ze heeft daarin ook een maatschappelijke taak ze zou die taak moeten kunnen opnemen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ofwel voldoet men aan de voorwaarden, ofwel niet. Er zijn hier drie inbreuken op drie criteria vastgesteld en toch laat u die moskee verder met rust en wacht u op allerlei adviezen, om u nadien daarachter te gaan verstoppen, en verder gebeurt er niets. Dan is de hypocriete cirkel rond. Ik vraag mij af waarom u ook als minister van Gelijke Kansen niet de moed hebt om met uw overtuiging, in uw strijd tegen homohaat, te zeggen: ‘Ook wanneer het gaat om de islam, ook wanneer het gaat om moskeeën, ga ik de moed van mijn overtuiging hebben en de erkenning van die moskee intrekken.’ Ik kijk ook naar de andere partijen in dit parlement, en dan vooral naar hun houding in de provincie. Daar zegt de N-VA-gedeputeerde: ‘Wij zijn niet bevoegd.’ Men is blijkbaar wel bevoegd om een half miljoen euro subsidies te geven, maar niet bevoegd om een eenvoudig advies te formuleren. Als ik dan kijk naar de gemeenteraad van Houthalen-Helchteren, dan zijn Groen, CD&V, Vooruit en N-VA de meerderheidspartijen. Die zeggen gewoon: ‘Wij behouden het vertrouwen in de moskee.’ De moskee waarvan de imam zegt dat homoseksualiteit ziekte en verval is, dat homoseksualiteit een virus is, dat homoseksualiteit de grootste bedreiging voor onze maatschappij is. Wel, collega's, als u dat allemaal tolereert, zwijg dan voortaan over uw strijd tegen homohaat, want hoe kunt u in 's hemelsnaam daarover nog enige geloofwaardige stelling innemen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.