Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Jos D’Haese bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Jos D'Haese, Lise Vandecasteele, Tom De Meester en Kim De Witte over het afschaffen van de avondklok.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, iedereen weet dat er vandaag een avondklok van kracht is in het hele land, al meer dan vier maanden, zonder democratisch debat. Op het laatste overleg vorige week tussen de verschillende regeringen is dat blijkbaar niet besproken geweest. Ik hoor van de collega's van de N-VA in het Federaal Parlement dat daarover dringend een democratisch debat moet komen. Wie ben ik om hen tegen te spreken? We denken dus dat het tijd is om dat hier te bespreken. Volgende week is er een nieuw Overlegcomité. We krijgen dat niet meer in de commissie. Daarom stellen wij voor om het voorstel van resolutie om de avondklok af te schaffen hier met spoed te behandelen. Ik hoor dat verschillende partijen in dit parlement daar voor zijn. Ik denk dat het goed is dat we de kaarten op tafel leggen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Wat mij een beetje tegenvalt, collega D'Haese, is dat wij de tekst pas gekregen hebben bij het begin van deze plenaire vergadering, terwijl u ons altijd matrakkeert als wij door omstandigheden eens ietsje te laat zijn met onze teksten. (Gelach)
Dat is dus tegen de afspraken die onder zware druk van de voorzitter – u herinnert zich dat – gemaakt zijn, namelijk dat wij ten laatste om 16 uur de dag voordien, dus gisteravond, de teksten moeten hebben.
Ten gronde, voorzitter. Wij gaan met de N-VA de hoogdringendheid die gevraagd wordt, niet goedkeuren. Collega D'Haese heeft gelijk dat wij een koele minnaar zijn van de avondklok. Maar, collega, u hebt het net zelf gezegd, dat is een federale materie. Dat is vastgelegd in een ministerieel besluit. Onze N-VA-fractie in de Kamer heeft inderdaad een wetsvoorstel, geen voorstel van resolutie, neergelegd dat daar besproken zal worden. Dat is inderdaad de plaats waar dat besproken moet worden.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega's, wij willen elk debat aangaan, ook dat over de avondklok. Maar ik vind het toch ook een heel vreemde manier van werken, nog los van het feit dat het onze bevoegdheid niet is, om nu snel snel beslissingen te nemen over het al dan niet intrekken van maatregelen. Als we een derde golf willen vermijden, moeten we zeer goed nadenken over elke versoepeling. Het laatste wat we willen is dat we nu knopen doorhakken en binnen een paar weken moeten vaststellen dat het virus opnieuw de pan uit swingt.
Wij willen dat debat voeren, maar laat het ons dan deftig voeren en niet hier op een drafje maatregelen intrekken. De bespreking van dit voorstel van resolutie staat daar wat ons betreft haaks op.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik snel net zoals collega Vandaele vast dat telkenmale wij de hoogdringendheid inroepen, het kot te klein is, maar dat men het dan zelf doet wanneer het hen uitkomt. We hebben hier sinds enkele maanden een bepaald adagium. In dit geval gaat het over een federale maatregel. Zoals ook collega Vandaele ooit gezegd heeft: laten we de olifant in de kamer laten waar hij thuishoort, en dat is in de Kamer. Daarom gaan wij de hoogdringendheid van dit voorstel niet steunen.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega’s, we hebben een minister-president die zegt dat hij de avondklok in feite disproportioneel vindt, maar die het dan toch niet de moeite waard vindt om dat op de agenda van het Overlegcomité te zetten en het daar aan te kaarten. Hij vindt dat de maatregel niet meer noodzakelijk is. Inderdaad, de maatregel is dermate disproportioneel ...
Over de spoed, mijnheer Janssens.
... en een te grote beperking van de bewegingsvrijheid van onze mensen dat we dat moeten behandelen. Dit Vlaams Parlement moet daarover een debat kunnen voeren.
Mijnheer D’Haese, het Overlegcomité is niet volgende week, maar pas op 26 maart. Er is nog tijd om dat in de commissie aan bod te laten komen. Ik vind dat deze plenaire vergadering over dergelijke beperkende maatregel de eer aan zichzelf moet houden en dit debat ook hier moet voeren. We gaan de hoogdringendheid steunen.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik wijk op het laatste punt af van collega Janssens. Dit is inderdaad een serieuze kwestie, we moeten daar fundamenteel over kunnen discussiëren en dat kan in de vakcommissie. Bij de hoogdringendheid zijn al randbemerkingen gemaakt. Het Overlegcomité is niet, bij wijze van spreken, overmorgen.
Institutioneel tonen we altijd onze machteloosheid door te discussiëren over materies waarvoor de bevoegdheid federaal ligt. We moeten dat doen op dat niveau. Daar kunnen de collega’s van de PVDA en andere dat doen wat ze democratisch nuttig en nodig achten. Ze moeten daarvoor alle kansen krijgen. Hier kunnen we dat doen in de vakcommissie. Zoals gezegd, ligt de bevoegdheid federaal, en ten gronde mag ook iedereen hier zijn gedacht zeggen, maar dat moet niet bij hoogdringendheid gebeuren in de plenaire vergadering. Het punt stond dan ook niet op de agenda. Als het zo dringend was, had men dat misschien vroeger te berde kunnen brengen. Of is het gewoon een politiek manoeuvre?
De heer D’Haese heeft het woord. Enkel over de spoed.
Uiteraard heb ik het na de verschillende argumenten van de collega’s over de spoed. Het gaat over een maatregel die vrijdag genomen is. We hebben maandag het voorstel van resolutie gemaakt en ingestuurd voor legistiek advies. We hebben het dinsdag zo snel als kon gepubliceerd. We hebben u zo snel mogelijk op de hoogte gebracht. (Opmerkingen)
Wat dat betreft, werken wij heel correct. Mijnheer Vandaele, de kritiek die wij hadden vorige keer was dat jullie de teksten pas indienden op het moment dat de plenaire vergadering begon. Dat is een groot verschil, deze tekst staat al lang online. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
Jawel, mijnheer Vandaele, de tekst staat al sinds gisteren online gepubliceerd.
Nee, toch niet.
Dat hebben de diensten ons alleszins gezegd. (Opmerkingen)
U hebt de tekst inderdaad gisteren ingediend. Pas deze namiddag werd hij gepubliceerd. Hij moest nog voor goedkeuring naar taaladvies.
Dat taaladvies werd gisteren al gegeven, voorzitter.
Het is vanmiddag pas gepubliceerd, maar dat lijkt me niet de essentie van dit debat.
Dat lijkt mij inderdaad ook niet de essentie.
Dat het federale materie zou zijn, is natuurlijk onzin. Het is niet omdat het in een ministerieel besluit wordt gegoten op federaal niveau, dat de beslissing niet genomen wordt op het Overlegcomité. Op het Overlegcomité schuift onze minister-president en een van de ministers aan. Dit is wel degelijk een bevoegdheid die onder dit parlement valt. Ik vind het een beetje vreemd dat we in dit parlement wel bevoegdheid hebben over Nagorno-Karabach, maar blijkbaar niet over de avondklok die zes miljoen Vlamingen in hun huis houdt.
Snel snel, ik zou op zijn minst willen dat we hierover een democratisch debat kunnen hebben. Dat hebben we de afgelopen vier, vijf maanden niet gehad. Dus laat ons hier de tijd nemen. Ik heb de hele avond om hier een uitgebreid gefundeerd debat over te voeren. Toch liever een debat dan geen debat over een van de meest verregaande maatregelen tegen de democratische rechten en vrijheden die de afgelopen vijftig jaar in ons land zijn genomen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is niet aangenomen. Derhalve blijft het voorstel van resolutie van Jos D'Haese, Lise Vandecasteele, Tom De Meester en Kim De Witte over het afschaffen van de avondklok naar de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie verwezen.
Het incident is gesloten.