Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, sinds afgelopen weekend hebben we een serieuze winterprik, serieuze vriestemperaturen en een prachtig wit sneeuwtapijt. Uiteraard heeft dat ook gevolgen voor het welzijn en de levensomstandigheden van onze dieren. In deze covidperiode zijn er heel wat wandelaars en passanten en uiteraard leidt dat tot nog heel wat meer klachten. Heel wat van die klachten zijn terecht, maar er lopen ook heel wat klachten binnen bij politiediensten, bij het meldpunt Dierenwelzijn, bij dierenwelzijnsorganisaties en bij andere die allemaal goedbedoeld zijn maar die ook vaak gebeuren vanuit onwetendheid, vanuit een verkeerde perceptie, vanuit een gebrek aan informatie. Desalniettemin is het belangrijk, minister, dat iedereen heel waakzaam is en dat men aan de alarmbel trekt wanneer men zaken ziet die niet kunnen of wanneer men serieuze dierenverwaarlozing vermoedt. Net daarom, en om vele andere redenen, werd er fors geïnvesteerd in uw dienst Dierenwelzijn, in personeel en in middelen, om extra in te zetten op het welzijn van dieren in Vlaanderen.
Minister, mijn vraag is dan ook heel eenvoudig: welke initiatieven hebt u genomen, heeft uw dienst genomen om in deze vriestemperaturen te voorkomen dat onze dieren lijden aan koudestress?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben het er in de commissie vanmorgen al uitgebreid over gehad en ik heb uw bezorgdheid ook gedeeld. We zetten in op zowel sensibilisering als handhaving. Wanneer het gaat over sensibilisering, verwijs ik u en eenieder ook heel graag naar https://www.huisdierinfo.be. Daarbij geven we zelfs per diersoort aan welke maatregelen men onder welke omstandigheden moet treffen.
Onder de rubriek ‘Dieren en koud weer’ staat welke maatregelen men kan nemen op het vlak van drinkwater en voedsel, schuilhok. Per diersoort, bijvoorbeeld weidedieren, staat aangegeven welke initiatieven men moet nemen. Bij honden bijvoorbeeld staat er: “Let op met strooizout. De combinatie van koude en zout kunnen wonden, irritaties of zelfs brandwonden veroorzaken aan de poten van je hond. Knip de overtollige haren tussen de kussentjes van zijn poten, zo blijft er minder zout aan kleven. Smeer de poten voor het buitengaan in met vaseline en spoel ze na de wandeling af met lauw water.”
Daar staan dus heel concrete suggesties, waarbij we antwoorden op heel concrete situaties ten aanzien van verschillende diersoorten. Op het vlak van sensibilisering doen we dus het maximum, maar ook op het vlak van handhaving. We hebben zelfs een koudeprotocol en zijn op dat vlak een voorloper in Europa. We hebben een warmteprotocol afgesproken met de sector maar dus ook een koudeprotocol, waarbij we vragen om bij lage temperaturen specifieke maatregelen te nemen voor het transport van pluimvee. Pluimvee is veel gevoeliger aan koude dan ander vee, dat daartegen kan. Er staat voor elke stap in de keten in detail uitgelegd welke maatregel men moet treffen.
Wat tot slot handhaving betreft, zegt u dat ik erin geslaagd ben de dienst Dierenwelzijn uit te bouwen met heel veel mensen. Die dienst is inderdaad verdubbeld, maar uiteindelijk spreken we nog maar over een 25-tal mensen op die dienst. Ik zou er nog graag bij willen.
Ik zal u de evolutie op het vlak van dierenwelzijn even schetsen. Toen we in 2014 die bevoegdheid net hadden gekregen, waren er 950 dossiers en meldingen, nu zijn het er 5580. Wij behandelen op jaarbasis meer dan 5000 dossiers. We hebben dus wel wat werk, maar we nemen met Vlaanderen het voortouw op het vlak van dierenwelzijn, ook wanneer het gaat over de bescherming van dieren tegen de warmte en, zoals vandaag, tegen de koude. Die koudeprotocollen zijn momenteel van toepassing.
Tot slot heb ik nog een essentieel punt wanneer het gaat over de weidedieren. De regelgeving maakt vandaag een onderscheid voor paarden. Dat zijn ook volgens onze regelgeving nobele dieren. Het zijn ook de enige dieren die een wettelijke bescherming genieten, namelijk de verplichting om op de weide in een beschutting te voorzien, natuurlijk of artificieel. Dat geldt niet voor andere diersoorten. Ik hoop dat we vanaf volgend jaar ook werk kunnen maken van een algemene verplichting voor beschutting via natuurlijke of artificiële ingrepen zodat alle weidedieren in dezen als gelijk worden beschouwd en kunnen genieten van een beschutting.
Dank u wel, minister, ik heb heel veel bijgeleerd.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, wij hebben inderdaad fors ingezet op de uitbouw van uw dienst Dierenwelzijn, en dat is goed. Hij is versterkt met extra personeel en extra middelen. In deze periode van winterprikken, zoals we het vandaag meemaken en ook al het voorbije weekend, verwachten we dat die investeringen lonen en dat de dienst alert is en opvolging geeft aan de vele klachten. Het zijn er ondertussen al meer dan vijfduizend. Het is goed dat mensen hun weg vinden naar die dienst. Het is belangrijk dat de investeringen die we hebben gedaan, werkelijk lonen.
Belangrijk is ook dat die dienst ook een informerende taak heeft. U verwees naar de website. Maar ik kan alleen maar vaststellen dat niet iedereen kennis heeft over de koudebestendigheid van een dier. Kijk maar naar de vele Facebookpagina’s, bijvoorbeeld die van mijn gemeente, ‘Kampenhout leeft’, waarop de afgelopen dagen enorm veel te doen was over dierenwelzijn. Maar er was ook heel veel onwetendheid.
Minister, op welke manier gaat u uw dienst inschakelen om het brede publiek beter te informeren? Gaat u bijvoorbeeld nog aan de lokale besturen een schrijven richten om hun te vragen om in hun gemeenteberichten en op sociale media de nodige informatie te geven opdat de klachten in de toekomst terecht zouden zijn?
De heer De Roo heeft het woord.
Wanneer het kouder wordt, moeten we natuurlijk onze gevoeligere dieren extra beschermen. Maar we moeten weidedieren ook anders voederen en zorgen voor voldoende drinkwater. We moeten wel een beetje opletten met het vermenselijken van een aantal dieren die buiten leven. Hun comfortzone is natuurlijk anders. Een rund bijvoorbeeld moet tot min 5 graden geen extra inspanning doen om het lichaam te verwarmen. Er spelen nog andere zaken mee: is er wind, wat is de oriëntatie van het schuilhok?
Wat je ziet en wat je kent, is niet altijd verkeerd. Dieren die buiten zitten, zijn veel beter aangepast. De meerderheid van de dierenhouders heeft natuurlijk het beste voor met zijn dieren. Minister, worden de indieners van een klacht geïnformeerd wanneer de klacht niet indruist tegen het dierenwelzijn?
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, nu er veel mensen op pad zijn en er veel sneeuw is gevallen, komen er bij de politie en bij de dienst Dierenwelzijn veel klachten binnen over dieren die buiten in de kou staan. De politie geeft aan dat acht op de tien klachten terecht zijn. Er zijn nu een twintigtal inspecteurs die het dierenwelzijn controleren. Minister, dit is echt te weinig. Als ik of onze medewerker klacht indienen bij de dienst Dierenwelzijn, wat de voorbije week toch wel enkele keren is voorgevallen, bellen zij ons op met de vraag of wij niet zelf naar de politie kunnen bellen. Ze hebben niet voldoende inspecteurs om kort op de bal te spelen. Ook de politie meldt ons dat ze soms een dierenarts moeten vorderen omdat er bij Dierenwelzijn op dat moment geen inspecteurs beschikbaar zijn.
Minister, de Vlaming ligt er wakker van dat er niet snel wordt opgetreden bij dierenmishandeling of -verwaarlozing. Het is belangrijk dat de dieren snel geholpen kunnen worden en geen weken moeten wachten tot een inspecteur kan ingrijpen. Minister, gaat u meer inspecteurs aanwerven, zodat er sneller gereageerd kan worden op klachten?
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Collega De Vroe, ik wil u bedanken voor uw vraag. De Groenfractie deelt die bezorgdheid. Minister, het klopt wat u zegt: het gaat erom de eigenaars van dieren goed te sensibiliseren, maar tegelijkertijd moeten er sancties zijn voor de echt kwaadwilligen. Er zijn veel opmerkzame wandelaars. Er zijn inderdaad meer dan vijfduizend meldingen binnengekomen. Mevrouw De Vroe haalt nog een terecht punt aan wanneer zij zegt dat er nog een informerende verantwoordelijkheid kan zijn. De sector laat weten dat er echt onderkoelde dieren zijn. De meeste dieren kunnen tegen wat koude, maar echt onderkoelde dieren gaan niet meer bewegen. Die liggen vaak op de grond. Het is inderdaad belangrijk dat er informatie wordt gegeven. Wij ondersteunen wat de collega’s aanhalen.
Het is niet alleen de informerende verantwoordelijkheid. De dienst moet inderdaad ook alert optreden en klachten serieus nemen en opvolgen.
Minister Weyts, wat kunt u ons nog bijleren, over dit onderwerp dan toch?
Dat valt niet te vatten in één antwoord.
Misschien moet ik eerst dit meegeven: als wordt vastgesteld dat er veel onwetendheid is op Facebook … wel, laat ons nu net ook actief zijn op Facebook met info rond dieren. Ik heb snel eens gecheckt en er wordt veel met visuals gewerkt om de kernboodschap te verspreiden.
Ik denk niet dat de lokale besturen onwetend zijn. We zijn erin geslaagd om per politiezone iemand verantwoordelijk te maken voor dierenwelzijn. Dat is een agent die daar heel specifiek voor verantwoordelijk is. We zijn erin geslaagd om in steeds meer gemeenten een schepen van Dierenwelzijn te hebben. Die gemeenten die geen zo’n schepen hebben, zijn ondertussen de spreekwoordelijke uitzondering geworden. Dus ook op dat vlak denk ik dat er heel veel bewustwording is.
Onze belangrijkste inspecteurs zijn de lokale politie-inspecteurs. Dat zijn de ‘boots on the ground’. Zij staan letterlijk en figuurlijk het dichtst bij dierenwelzijn. We kunnen inderdaad niet alles over heel Vlaanderen controleren met ons beperkte aantal eigen inspecteurs. Net daarom is de lokale politie verantwoordelijk voor de handhaving van de regelgeving, ook die inzake dierenwelzijn. Dat is maar goed ook; je ziet dat op dat vlak de nodige bewustwording tot stand komt.
Ik denk dat we daar met zijn allen nog absoluut een boost aan kunnen geven, maar we gaan zorgen – als de collega’s van de regering daar allemaal aan willen meewerken – voor een extra versterking van de capaciteit. In de vorige regeerperiode zijn we erin geslaagd de capaciteit te verdubbelen en ik wil daar nog extra mensen voor voorzien. Ik heb daarvoor nog enige goedkeuring nodig, maar ik ben er optimistisch over dat we daarin opnieuw stappen vooruit kunnen zetten.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel. Dieren verwaarlozen kan wat ons betreft zeker niet en moet hardhandig aangepakt worden.
Wat ik bedoelde met de informatieve taak naar lokale besturen toe: ik ben zelf ook schepen van Dierenwelzijn in mijn gemeente en het klopt dat de onwetendheid daar niet zit. Maar het is belangrijk, denk ik, dat u hen oproept om ook mee in te stappen in die informatieve taak en te communiceren via de gemeenteberichten en via hun sociale media, om de onwetendheid en de onterechte klachten die er toch ook nog wel zijn door het ontbreken van die informatie, te verminderen. Dat zal uw diensten en de politiediensten vooruithelpen, en ik denk dat iedereen dat zou appreciëren.
De actuele vraag is afgehandeld.