Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de maatregelen om de festivalzomer te redden
Actuele vraag over maatregelen om de evenementensector te steunen bij de voorbereiding van de zomerevenementen
Verslag
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, we kunnen onmogelijk voorspellen op welke manier het virus zich de komende maanden zal manifesteren. We hebben geen glazen bol maar we kennen allemaal wel de onrustwekkende verhalen van onze ondernemers die met moeite het hoofd boven water kunnen houden en die aan hun eigen spaarcenten moeten zitten om de rekeningen nog te kunnen betalen. Ze hebben geen uitzicht op korte termijn en dat is zeer frustrerend.
We merken dat zij zonder kompas aan het ronddobberen zijn op woelig water. De Vlaamse Regering wil hen zeker de wind in de zeilen geven en doet dat ook, maar het liefst van al willen zij een richting, een toekomst, een bestemming.
Collega’s, het belang van een toekomstperspectief kunnen we echt niet onderschatten. En eindelijk kwam er vorige vrijdag het nieuws dat er een exitstrategie komt tegen 26 februari. Natuurlijk zal die exitstrategie worden gekoppeld aan die versoepeling van de maatregelen en zal die versoepeling worden gekoppeld aan een daling van de curves en aan de vaccinatiegraad. Jammer genoeg hebben we in Vlaanderen niet alle factoren zelf in handen. Zoals ik ook al zei, kunnen we de toekomst niet zien in een glazen bol maar kunnen we zelf wel heel wat werk verzetten. Denk maar aan de draaiboeken en protocollen waarover met de verschillende sectoren overleg moet worden gepleegd.
Voor de gesloten sectoren – de cultuursector, de evenementensector, de horeca – wordt 26 februari echt wel een zeer cruciale datum. De Vlaamse Regering moet dus alles uit de kast halen om met de sectoren in overleg te gaan en om alle nodige voorbereidingen te treffen. Minister, op welke manier zal Vlaanderen zich voorbereiden op deze exitstrategie? Liggen de draaiboeken klaar om bij groen licht alles op alles te zetten en onmiddellijk van start te kunnen gaan?
De heer Rousseau heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we zitten hier vandaag niet samen om opnieuw te zeggen hoe erg corona tegensteekt. We zitten hier ook niet samen om nog eens alle opofferingen van de mensen op te sommen. Die kennen we: jonge mensen die vastgekluisterd zitten achter hun scherm in plaats van naar wilde feestjes te gaan, mensen die hun familie niet kunnen zien en sectoren die volledig lam liggen.
We zitten hier hopelijk wel samen om samen na te denken hoe we perspectief kunnen bieden en nog veel belangrijker, minister, hoe we dat perspectief eindelijk kunnen omzetten in concrete acties, over de partijgrenzen heen, meerderheid en oppositie.
Belangrijk in het geven van dat perspectief en heel belangrijk in het herwinnen van die vrijheid is volgens ons het organiseren van events en festivals. Die staan voor mij en voor heel veel mensen symbool voor de zomer en voor het opnieuw zorgeloos kunnen leven. We zijn het land van de festivals en events. We hebben sterke events en sterke organisatoren, van de dorpskermis tot Pukkelpop, en we mogen daar best wel fier op zijn. Net daarom ligt voor ons de sleutel bij het omzetten van dat perspectief in concrete acties, in het organiseren van die events om onze zomer te redden. Als we die zomer willen redden, dan moeten we daar nu wel mee beginnen. Daarom ook hebben wij het pleidooi gehouden voor een zomerfonds dat organisatoren de incentive geeft om te beginnen met die voorbereidingen in een bestcasescenario maar tegelijkertijd ook verzekert, uitgaande van een worstcasescenario.
Daarom, minister, ben ik wel blij met het initiatief van uzelf en minister Demir en ben ik blij te zien dat jullie dezelfde denkoefening maken en met een initiatief zijn gekomen. Er zijn wel nog wat vragen bij de sector en ook bij onszelf over dat initiatief. Vandaar mijn vraag aan u.
Welke duidelijkheid kunt u organisatoren vandaag geven om dat perspectief eindelijk om te zetten in concrete actie?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, gisteren sprak onze oud-collega en de founding father van de Vlaamse festivals, Herman Schueremans, zijn uitdrukkelijke hoop uit dat Rock Werchter 2021 op volle capaciteit zou kunnen doorgaan. Als het moest, zou hij wel opschuiven naar september.
Ondertussen weten we jammer genoeg allemaal dat het virus zich niet laat vastpinnen of vastprikken op een datum, maar dat is nu net voor de evenementensector, voor de festivals, een groot probleem. Er zijn een aantal redenen die we allemaal kennen. Ze liggen al een jaar stil. De reserves zijn ongeveer uitgeput. Ze hebben heel lange voorbereidingstermijnen. Dat is niet zoals voor een kapper, die binnen enkele dagen terug kan opstarten. En dan zijn er de extra kosten die er misschien gaan bijkomen. Ik lees dat men denkt aan testdorpen en dies meer.
Ik was dus zeer tevreden toen ik deze morgen las dat het systeem – dat, collega Rousseau, al sinds september bestaat – van de terugvorderbare voorschotten nu een nieuw elan krijgt. Het zou ons benieuwen – want het was maar tot 9 november dat er kon worden ingediend – hoe het nu precies in elkaar zit, wat de nieuwe voorwaarden en bedragen zijn.
Minister, wat heeft de Vlaamse Regering nog in petto om de evenementensector en specifiek de festivals de volgende zomer te ondersteunen? Misschien kan er ook iets worden gezegd over de plannen van minister Demir.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Rousseau, ik denk dat dit uw eerste actuele vraag is, en dan nog over zo’n zeer leuk thema. Enfin, leuk thema. Ik ben het met u eens dat het vooruitzicht om terug naar een festival te kunnen gaan een zeer mooi vooruitzicht is, en dat het hoopvol en perspectiefrijk is.
Maar, collega’s, we zijn nog niet zover. Op het Overlegcomité van vorige week werd afgesproken dat tegen 26 februari het Coronacommissariaat en de Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19 (GEMS) een strategie moeten uitwerken om terug te keren naar het normalere leven. Ik spreek ook deze woorden heel voorzichtig uit omdat het nieuwe normaal sowieso een normaal zal zijn met een stukje voorzichtigheid ingebouwd. Dat zal niet anders kunnen.
Wij hebben in het verleden goed gewerkt. Zie maar, collega De Vreese, op welke manier de restaurants terug opengegaan zijn en nu de niet-medische contactberoepen. Maakt u zich geen begoochelingen: dit vraagt een zeer intens overleg met de sectoren.
Ook vandaag wordt er opnieuw overlegd. Mijn collega’s, de minister-president voor Cultuur, minister Demir voor Toerisme, maar ook minister Dalle voor Jeugd en minister Weyts voor Sport, zijn met de sectoren aan het bekijken hoe de protocollen eventueel aangescherpt kunnen worden, hoe ook het bestaande systeem van sneltesten een plaats kan krijgen in het geheel. Er wordt dus dag na dag aan gewerkt, om goed voorbereid te zijn voor de vergaderingen van het Coronacommissariaat. Maar uiteraard, het echte perspectief om opnieuw meer zuurstof te krijgen, zal moeten gegeven worden op het Overlegcomité nadat de strategieën zijn uitgewerkt. Dat kan niet anders. Dat vraagt eensgezindheid van iedereen en dat vraagt ook, zoals collega De Vreese zei, dat de cijfers onder controle blijven: de hospitalisaties, de besmettingen, de mensen die heel zwaar ziek worden. En het vraagt uiteraard ook dat de vaccinatie op volle toeren komt.
Dat is het kader waarin we hopen dat we op 26 februari een stukje perspectief kunnen bieden.
Collega’s, we hebben twee groepen van maatregelen voor de eventsector. Ik erken samen met jullie dat die eventsector wereldberoemd is. Wij zijn ijzersterk in het organiseren van grote events. Onze podiumbouwers worden overal ter wereld gevraagd om te tonen wat ze kunnen. Wij mogen hen nu niet in de steek laten. Dat zou echt een gemiste kans zijn.
We hebben, ten eerste, voor het jaar dat nu voorbij is en waarin de meesten geen enkele actie hebben kunnen ondernemen, een beschermingsmechanisme en een globalisatiemechanisme gemaakt. Dat betekent dat diegenen die heel grote verliezen hebben geleden steun kunnen krijgen om hun vaste kosten te dekken.
Wat de toekomst betreft, hebben we inderdaad samen met collega Demir binnen de Vlaamse Regering beslist om de regeling van de terugvorderbare voorschotten voor een derde keer in de markt te zetten. Wat betekent dat precies? Dat betekent dat iemand die een festival wil organiseren een voorschot kan krijgen van de Vlaamse overheid. Waarom een voorschot? Omdat er heel veel cashtekorten zijn op dit ogenblik – u moet dat beseffen: ze hebben vorig jaar quasi geen inkomsten gehad. Dat kan dus. Dat voorschot kan maximaal 60 procent bedragen van die totale vaste kosten. En je moet natuurlijk ook langs de jury passeren; het moet wel een festival zijn dat onderscheidend is en Vlaanderen ook een stukje mee op de kaart zet.
De voorschotten moeten in principe drie maanden na het event terugbetaald worden, tenzij om redenen die onafhankelijk zijn van de organisatie, bijvoorbeeld een overheid die zegt: ‘Er is hier een grote opflakkering van het coronavirus, het kan hier niet doorgaan, lokaal, provinciaal of Vlaams.’ Als een organisatie zelf zou beslissen om een evenement niet te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende perspectief is, kan een stuk van de gemaakte kosten kwijtgescholden worden. Maar dat is dan onderwerp van een individuele onderhandeling met de mensen die het voorschot gekregen hebben.
Collega Demir heeft daarnaast een vast bedrag vrijgemaakt voor de extra kosten die de organisatie met zich meebrengt, zoals de hygiënekosten en de toegangscontrole. De aanvraag daarvoor kan vanaf maart gebeuren. We doen dat eigenlijk om eventorganisatoren vandaag al te stimuleren om te starten met de voorbereidingen. Als je een festival wilt organiseren, collega’s, dan doe je dat niet op twee, drie of vier weken; dat vraagt een heel lange voorbereidingstijd. Via het aanbod van cash als voorschot en van een vergoeding van de extra kosten die er sowieso zullen zijn, willen we hen stimuleren om het traject nu al te volgen.
Als jullie vragen stellen over het succes van die twee vorige oproepen: dat was vrij behoorlijk. We hebben vandaag 150 events die een terugvorderbaar voorschot hebben ontvangen of er een beroep op kunnen doen, waarvan een dertigtal festivals in de late zomer 2021. Die organisatoren kunnen uiteraard ook opnieuw een aanvraag doen om van het uitgebreidere plafond aan steun te kunnen genieten. Europa heeft recent toegelaten om de plafonds van 800.000 naar 1,8 miljoen euro te verhogen.
Vandaar dus een derde oproep, die hopelijk kan leiden tot enthousiasme om de voorbereidingen te starten. Maar of het licht echt helemaal op groen kan en onder welke omstandigheden, dat vraagt sowieso een beslissing van het Overlegcomité. We wilden nu voor de derde keer het signaal geven dat het toch al de moeite waard is om voorbereidingen te treffen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik denk dat het inderdaad belangrijk is om een gedragen exitstrategie te hebben. Zoals u weet, doen collega Ronse en ikzelf een aantal gesprekken met ondernemers. We hebben er al heel wat achter de rug, ook met mensen uit de evenementensector. Wat we daar merken, is dat een gelijk speelveld een zeer belangrijke component is. De Vlaamse Regering zal daar een soort van helikopterzicht over hebben, omdat ze contacten heeft met al die verschillende sectoren. Ik hoop dat jullie daar ook rekening mee houden en dat jullie letten op dat gelijke speelveld.
Een belangrijk punt is inderdaad die vaccinatiestrategie. Tegen 31 maart zouden we alle kwetsbare groepen gevaccineerd moeten hebben, alsook het zorgpersoneel. Er zijn ook landen die sneller schakelen en we merken dat, als er sneller gevaccineerd wordt, dat een concurrentieel voordeel kan geven, omdat ze sneller kunnen versoepelen en heropenen. Op welke manier zult u er op dat vlak voor zorgen dat er een gelijk speelveld kan zijn?
De heer Rousseau heeft het woord.
Dank u wel voor uw belangrijke antwoord, minister. Ik ben blij dat we op dezelfde lijn zitten en het is belangrijk dat we dat perspectief kunnen omzetten in concrete acties. U hebt verwezen naar een nieuw initiatief, dat eigenlijk een aantal verbeteringen en verbredingen inhoudt ten opzichte van de vorige initiatieven. Nu, mijn vraag is: los van de onzekerheden die er zijn, kunt u aan organisatoren zeggen wanneer ze zich zullen kunnen inschrijven voor dat nieuwe initiatief? Dan kunnen ze ook starten met de voorbereidingen om onze zomer te redden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Met betrekking tot de festivals en de andere evenementen die vanaf de zomer van 2021 en hopelijk nog wat sneller zouden kunnen doorgaan, is er natuurlijk maar één vraag, namelijk onder welke omstandigheden dit kan. Dat hangt af van andere beslissingen die eind februari 2021 zullen worden genomen.
Ik heb nog een vraag. In oktober 2020 heeft het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (imec) uitgepakt met de ontwikkeling van een ademtest. Dat is een zeer snelle test. Iemand zou dan moeten blazen en zou een paar minuten later weten of hij al dan niet besmettelijk is. Er is toen gezegd dat tegen de zomer van 2021 een prototype in de luchthaven zou kunnen worden ingezet. Hoever staat het hiermee? Hebt u als minister van Innovatie misschien zicht op deze test of op andere sneltesten die nog worden ontwikkeld? Dat is heel belangrijk, niet alleen voor de festivals, maar ook voor sport, cultuur en beurzen. Mochten we massaal heel gemakkelijke sneltesten kunnen uitrollen, zou dat ook al helpen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, het belangrijkste is dat we hopen dat de festivals gewoon kunnen doorgaan zoals gepland. Ik besef natuurlijk dat we met twee woorden moeten spreken. Ik vind het goed dat de Vlaamse Regering dit initiatief heeft genomen. Dat is belangrijk omdat iedereen de alarmsignalen uit de sector ontvangt.
Minister, u hebt in uw antwoord verklaard dat het vooral gaat om de festivals die Vlaanderen mee op de kaart zetten. We hebben zeer veel festivals, en dat is een goede zaak. Iedereen kent de grote festivals, maar er zijn natuurlijk een pak kleinere festivals die misschien iets minder in beeld komen of die niet bij de grote festivals horen. Mijn vraag is of ook die organisatoren een beroep kunnen doen op deze maatregel om hun evenement op een of andere manier te kunnen waarborgen.
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, we kijken allemaal uit naar 26 februari 2021. Ik heb het opgezocht, en dat is de naamdag van Alexander van Alexandrië. Ik denk dat we vooral rekenen op Alexander van België en op Jan van Brasschaat om weer wat perspectief te kunnen bieden aan veel sectoren die daar nu naar snakken.
Minister, het is een goede zaak dat de Vlaamse Regering ten aanzien van de festivals heel wat inspanningen levert. U hebt er al naar verwezen. Ik zou graag informeren naar een andere maatregel die u al hebt genomen en die voor vele sectoren, waaronder de evenementensector, van belang is, namelijk de globalisatiepremie. De Vlaamse Regering heeft die premie goedgekeurd en de modaliteiten zijn goed. Hebt u er zicht op wanneer die premie zou kunnen worden aangevraagd?
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, ik kan alleen maar toejuichen dat de Vlaamse overheid de evenementensector een financieel duwtje in de rug geeft, maar het grootste probleem is natuurlijk de onzekerheid waarmee de evenementensector wordt geconfronteerd. De organisatoren staan klaar en willen de handen uit de mouwen steken, maar ze worden met een klungelige vaccinatiestrategie van diezelfde overheid geconfronteerd. Als zelfs burgemeesters van CD&V vaccins voor hun eigen gemeente aankopen, schort er wel wat. Als we naar de festivalzomer willen gaan waar jongeren en minder jonge mensen absoluut naar snakken en als we perspectief willen bieden, zullen federaal minister Vandenbroucke en minister Beke in hun vaccinatiestrategie meer dan een tandje bij moeten steken. Het zullen vooral zij zijn, en het slagen of falen van hun vaccinatieprogramma zal bepalen of er in de zomer al dan niet festivals als Tomorrowland, Pukkelpop, Graspop enzovoort zullen zijn.
Mijnheer Janssens, u hebt uw achterbuur blij gemaakt.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, ik ga er absoluut mee akkoord dat we ervoor moeten zorgen dat de genomen maatregelen een beetje homogeen zijn. De splitsing van de niet-medische contactberoepen, bijvoorbeeld, vind ik persoonlijk lastig. We moeten dan uitgelegd krijgen waarom bepaalde zaken veertien dagen moeten wachten. Er waren omstandigheden die het noodzakelijk maakten het zo te doen, en ik denk dat die veertien dagen kunnen worden overleefd, maar hetzelfde geldt voor de heropening van andere zaken. We moeten de heropening van bepaalde economische sectoren en de sociale contacten ook in balans brengen. Het is een beetje raar te stellen dat we de economie volledig heropenen, maar dat de mensen op sociaal vlak elkaar niet thuis mogen zien.
Je moet daar een heel precair evenwicht in proberen te vinden. Ik ga absoluut akkoord met uw opmerking.
De vaccinatiestrategie, mijnheer Janssens: ik ben het eigenlijk niet eens met het woord ‘klungelig’. We zijn er klaar voor. Onze lokale besturen zijn klaar met de vaccinatiecentra. Alles hangt nu af van de levering van de vaccins. Sorry hoor, het is niet de overheid die de vaccins maakt. We hebben ons ingeschreven in de Europese strategie en we moeten nu de leveringen afwachten zoals elk land dat doet. Dat is het tempo dat we zullen aanhouden.
Het is belangrijk dat elk vaccin dat we ontvangen, onmiddellijk bestemd wordt en zo snel mogelijk geplaatst wordt, van welk erkend soort dan ook. Ik zou niet willen aanraden om individueel vaccins te gaan kopen. De aankoop moet veilig blijven. We hebben ons ingeschreven met z’n allen, ook federaal, in die Europese strategie. Ik stel voor dat we ons daaraan houden.
Collega Rousseau, het besluit wordt goedgekeurd. De tweede tranche van inschrijving is afgelopen. Er zijn al een 150 organisaties ingeschreven. Nu kan men tot half mei inschrijven vanaf de definitieve goedkeuring. Over 3, 4 weken zal dat zijn. Het aankondigingseffect werkt natuurlijk. Het is niet splinternieuw; we hebben al ervaring met twee tranches. Organisatoren die dat belangrijk vinden, kunnen vandaag al contact opnemen met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) om te zien waar ze voor in aanmerking komen, ook al is het nog niet definitief goedgekeurd. De mensen mogen gerust contact opnemen met onze mensen. We plannen met de sector een communicatiecampagne. Tot mei kunnen zeker dossiers worden aangevraagd.
Collega Ongena, de globalisatiepremie is op dit moment aangemeld bij de Europese faciliteiten. Dat komt in orde. We hebben nu voor het beschermingsmechanisme toestemming gekregen. Dat zal ook zo zijn voor het globalisatiemechanisme. We zijn met de laatste uitwerkingen bezig. Ik hoop dat vanaf april het mechanisme aangevraagd kan worden. Dat komt eigenlijk vrij goed overeen met het perspectief dat zou kunnen worden geboden.
Collega Rzoska, uw zorg voor de kleinere festivals is absoluut terecht. Ook bij de eerste en tweede tranche zitten er al kleine festivals. Ik maak wel onderscheid tussen een klein festival en een straatfeest. Het is niet de bedoeling dat elk straatfeest in Vlaanderen zich aanmeldt, zich een festival noemt en een voorschot vraagt. Dat is niet de bedoeling. Uiteraard, grote of kleine festivals, dat maakt niet uit. Een klein festival kan wel degelijk onderscheidend zijn en Vlaanderen mee op de kaart zetten.
Het zijn niet alleen de economen die zullen oordelen; ook de mensen van EventFlanders zitten mee in de beoordeling. Er is een deskundig panel en we zijn soepel. Ik denk dat u begrijpt waar het onderscheid precies gelegd wordt.
Mevrouw Brouwers, de ademtest van imec is superinteressant. Voor de geïnteresseerden in de innovaties in Vlaanderen: imec heeft een test ontwikkeld waarmee men de viruspartikels – ik ben geen wetenschapper – in de adem van mensen kan terugvinden. Via een blaaspijp zou men een ademtest kunnen afnemen en op basis daarvan kan men zien of iemand besmet is of niet. Men doet momenteel enkele duizenden testen ‘inhouse’. Ik veronderstel dat men tegen juli of augustus – maar pak me niet op mijn woorden – klaar zal zijn om ook in de buitenomgeving te testen. De luchthaven is daarvoor logischerwijze een geschikte plek, in een beperkte omgeving. Deze zomer zal nog iets te vroeg zijn om dat op heel grote schaal uit te rollen. Dat vraagt heel wat technisch onderzoek. Ik vind het wel fantastisch dat ons Vlaams imec met dergelijke innovatieve projecten bezig is en daar een groep wetenschappers op zet. Misschien geeft dit ons straks weer een stuk meer vrijheid, als je heel snel weet of mensen besmet zijn of niet. Ik voorzie dat voor spoedig, maar deze festivalzomer zal nog iets te vroeg zijn. Het zal voor september onmogelijk helemaal te realiseren zijn, maar we zullen dat in de toekomst ook nog sowieso nodig hebben.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, de steunmaatregelen voor de evenementensector zullen hun inderdaad een hart onder de riem steken in deze moeilijke periode. We zijn daar dus zeker dankbaar voor.
Enkele weken geleden zei ik het hier nog in de plenaire vergadering: we willen naar de kapper, we willen op restaurant, we willen op café. Ik ben blij, collega’s, dat we toch al iets kunnen afvinken. Mijn afspraak bij de kapper ligt al vast. Maar ik denk dat we hier na vandaag één zaak aan kunnen toevoegen: we willen deze zomer ook naar de festivals. De ene doet dat – zoals ik – omdat hij van muziek houdt. Collega Rousseau doet dat om iemand binnen te draaien. Maar laten we eerlijk zijn: we kijken daar allemaal om verschillende redenen naar uit. Waar het voornamelijk om gaat, collega’s, is om het feit dat er dan al een goed signaal gegeven wordt en dat we dan al verschillende stappen doorlopen hebben naar een heropening van de horecasector en andere sectoren. Dat is hopelijk een laatste stap in deze moeilijke crisis.
Collega Rousseau, ik ben benieuwd naar uw repliek. (Gelach)
Ik ben blij met dat mondmasker, want ik begon al te blozen.
Er werden heel wat onzekerheden benoemd door de collega’s, onzekerheden over de vaccinatiestrategie en onzekerheden die gepaard gaan met dat virus. Ik denk dat het des te belangrijker is dat we focussen op wat we wel zelf in handen hebben, op wat we wel kunnen doen. Daarom ben ik wel tevreden met het antwoord van de minister en de regering. Wat we wel kunnen doen, is financiële steun geven aan de eventsector zodat ze kunnen starten met die voorbereidingen, zodat ze hun levenswerk en hun levensdroom kunnen verderzetten. Zo kunnen mensen ook uitkijken naar een zomer met hopelijk veel festivals. Wie weet, minister, komen we elkaar wel tegen met een pint in onze hand op zo’n festival. Wie weet kom ik u daar wel tegen, mevrouw De Vreese – maar daar gaan we niet verder over uitweiden. (Gelach)
Hopelijk moet er dan nog een mondmasker gedragen worden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, wij zijn ook heel tevreden dat de Vlaamse Regering – u en minister Demir in het bijzonder – geluisterd heeft naar die toch wel luide kreet van de ‘Sound of Silence’. We hebben misschien allemaal wel de reportage gezien met magazijnen die vol staan met materiaal dat al bijna een jaar niet gebruikt werd. Het is ook een hoopvol signaal, in de eerste plaats voor jongeren, die het nu mentaal toch wel zeer zwaar hebben, maar ook voor alle muziekliefhebbers, die al wat ouder kunnen zijn.
Het is goed dat er aandacht is voor kleinere festivals. Ik denk dat sommige mensen misschien nog wat angstig zijn om zich in heel grote massa’s te begeven. Laat dus die kleine festivals ook maar bloeien, dicht bij huis, dicht bij de mensen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.