Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over armoede in het onderwijs
Verslag
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, onbetaalde schoolfacturen zijn een gevoelige problematiek die moet worden benoemd en aangepakt. Dat doet deze Vlaamse Regering gelukkig ook. Minister, u levert heel wat inspanningen om scholen aan te zetten tot het voeren van een transparant kostenbeheersingsbeleid. U gaat ook in overleg met uitgeverijen en ontwikkelaars om de kosten van schoolmateriaal zoveel mogelijk te drukken. En u ondersteunt ook projecten die werken rond kostenbeheersing in het secundair onderwijs. Vorig jaar gaf u aan dat u bovenop deze inspanningen ook nieuwe pistes verkent voor de aanpak van onbetaalde schoolfacturen, zoals de Robinpas van Stichting Robin. Begin deze week volgde de aankondiging dat u maar liefst 100.000 euro zal investeren in het project van die stichting om volgend schooljaar 200.000 kwetsbare leerlingen te helpen met de schoolfacturen.
Met een Robinpas kunnen financieel kwetsbare gezinnen op een discrete manier schoolmateriaal aankopen op basis van een haalbaar afbetalingsplan en met eventueel een flinke korting. Om dit te kunnen realiseren slaat Stichting Robin de handen in elkaar met een heleboel partners, zoals uitgeverijen en distributeurs. Het project staat nog enigszins in de kinderschoenen, maar op termijn wil de stichting een tussenschakel worden voor alle kosten op de schoolfactuur. Dankzij de steun van de Vlaamse overheid kan Stichting Robin digitaliseren en bekender worden bij alle Vlaamse scholen en onderwijspartners.
Minister, ik zou graag van u vernemen op welke manier u de verdere ontplooiing van de Robinpas zult opvolgen en evalueren.
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, gisteren kondigde u aan dat u 100.000 euro vrijmaakt voor kinderen in armoede. Weet u hoeveel kinderen er in armoede opgroeien in Vlaanderen? 130.000. Met 100.000 euro hebt u minder dan 1 euro per kind. Daar koopt u nog geen geodriehoek mee.
Minister, een halfuur geleden had ik nog een mama aan de lijn met twee kinderen in het middelbaar onderwijs. Zij betaalt meer dan 1000 euro aan schoolfacturen per kind per jaar. Schooluitstappen niet meegerekend. Er circuleren in de media verhalen over kinderen – u hebt ze ongetwijfeld ook gelezen – die geen klasfoto meekrijgen omdat de school zegt dat de ouders het toch niet kunnen betalen. Er zijn kinderen die niet mee mogen naar de cinema omdat ze 2,5 euro meekrijgen in plaats van 5 euro, zoals de school vraagt. Voor ouders is dat zeer pijnlijk. Als ouder wil je natuurlijk het beste voor je kind, zeker als het over school gaat. Die hoge facturen bezorgen veel mensen slapeloze nachten.
Minister, natuurlijk doet de stichting waar u geld aan geeft goed werk. Ik ben helemaal voor die stichting. Dat is een mooi initiatief. Ze helpen met het afbetalen van de schoolboeken en geven renteloze leningen. Maar er gaat meer nodig zijn om de armoede in ons onderwijs aan te pakken, zeker in deze coronatijden waarin heel veel gezinnen het financieel moeilijk hebben.
Welke andere initiatieven gaat u nemen om dat te doen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik besef vanzelfsprekend ook dat we in het onderwijs de nodige aandacht moeten besteden aan de armoedeproblematiek. Ik tracht dan ook goede initiatieven financieel en op andere manieren te ondersteunen. De Robinpas krijgt inderdaad 100.000 euro. Mijnheer De Witte, u vindt dat opnieuw een peulschil. Wel, ik denk dat dat een goede eerste stap is in een zeer goede richting.
We hebben daarbij de doelstelling om 20.000 kwetsbare leerlingen te ondersteunen. Via een Robinpas willen we niet zomaar een subsidie geven die dan linea recta gewoon wordt doorgestort. Het is eigenlijk de bedoeling om een soort hefboomwerking tot stand te brengen en ervoor te zorgen dat die ondersteuning van 100.000 euro die wij geven in de praktijk veel meer helpt dan enkel die 100.000 euro. Een hefboomeffect dus. De rekening die u maakt, klopt gewoonweg niet. Uiteindelijk zorgen we ervoor dat de beneficiënten, de ouders in kwestie, ofwel een korting krijgen, ofwel een spreiding van betaling ofwel een andere aangepaste oplossing. Wie betaalt dat? Wel, dat is eigenlijk een gedeelde kost van de stichting, wijzelf en ook de betrokken private partners: uitgeverijen en distributeurs van leermateriaal. Daarom steun ik het ook, omdat het een drie- tot viervoudige win is. Het is een win voor de kinderen die vanaf het begin van het schooljaar hun boeken hebben, want het is dikwijls een probleem dat ze die niet vanaf het begin hebben. Het is een win voor de ouders, voor wie de factuur betaalbaar is. Maar het is ook een win voor uitgeverijen, voor distributeurs van leermateriaal, die hun facturen betaald zien en die dus ook hun product verkocht krijgen. Het is een viervoudige win. Het is eigenlijk meer het principe van een matchmaking, en dus vandaar dat hefboomeffect dat daarmee tot stand moet komen. Nu is de doelgroep 20.000 leerlingen, maar ik hoop natuurlijk dat het aantal private partners dat daaraan meewerkt, groter wordt zodat we ook onze doelgroep kunnen verruimen.
Dit is dus niet zomaar paternalisme of gewoon het geven van een subsidietje, maar echt ervoor zorgen dat je een investering doet waarvan een veel groter effect uiteindelijk het resultaat zal zijn. Vanzelfsprekend doen wij veel meer. Het belangrijkste vind ik het volgende. Onderwijs heeft als belangrijkste taak, wat mij betreft, ook een lift te zijn, een trampoline voor sociale mobiliteit: ervoor zorgen dat de specifieke talenten van elk kind worden gedetecteerd, dat dat kind daardoor kan excelleren en het voorwerp kan zijn van een opwaartse sociale mobiliteit, warm en zacht opgevangen om naar boven gekatapulteerd te worden. Dat is de taak van ons onderwijs in eerste instantie.
Maar we steunen natuurlijk ook heel gericht particuliere initiatieven, zoals het knooppunt Armoede-Onderwijs, dat is de fusie van vzw Schulden op School (SOS) en het project SOS, ik bedoel STOS. (Gelach en opmerkingen)
STOS staat voor Samen Tegen Onbetaalde Schoolfacturen. Jullie veroorzaken die facturen en deze vzw lost dat op. (Opmerkingen)
Jullie kunnen daar wel tegen. We werken aan een ethische code. Vorige week had ik nog gesprekken met de uitgeverijen over de zogenaamde invulboeken en de kostprijs die deze met zich meebrengen. Ik wijs er toch ook even op de fundamenteel ingrijpende maatregel van de schooltoelage, die én automatisch toegekend wordt én waarvoor de inkomensgrenzen zijn aangepast – lees: verlaagd. Dat heeft tot gevolg dat het budget verhoogd is van 120 miljoen euro tot 160 miljoen euro. Dat zijn zaken die effectief en efficiënt zijn inzake armoedebestrijding. Ik wijs ook op de studietoelagen in het hoger onderwijs, die automatisch worden toegekend. Ook daar zie je een stijgende lijn. Dus alsjeblieft, dit is ook qua verantwoordelijkheid ten aanzien van de armoedeproblematiek een heel verantwoordelijke, sociale Vlaamse Regering.
Collega’s, dit is de laatste actuele vraag. Kunnen we het nog even rustig houden en luisteren naar de collega’s?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. De uitdaging van onbetaalde schoolfacturen is een problematiek die mij erg na aan het hart ligt. Het onderwijs moet dé kansenmotor bij uitstek zijn, met gelijke kansen voor elke leerling. Financiële problemen mogen onder geen enkel beding de schoolkansen van onze leerlingen hypothekeren. Ik ben dan ook tevreden dat de Vlaamse Regering dit ter harte neemt. Er wordt hier hard aan gewerkt.
U ondersteunt momenteel al heel wat waardevolle projecten met een concrete structurele impact, zoals het knooppunt Armoede-Onderwijs, dat u zelf al aanhaalde. In het verleden ben ik een praktijkvoorbeeld gaan bezoeken van een STOS-project in mijn eigen gemeente, de gemeente Schaarbeek. Ik kon toch wel vaststellen dat een proactief kostenbewust schoolbeleid en ook duidelijke, heldere communicatie naar de ouders zaken zijn die effectief werken in de strijd tegen die onbetaalde schoolfacturen.
Het initiatief van de Robinpas vormt een waardevolle aanvulling. Het is een project met een hefboomeffect, zoals u zelf zei, dat garandeert dat een kind in armoede geen lege boekentas heeft bij de start van het schooljaar.
Mag ik nog één vraag stellen, voorzitter?
Heel kort en snel.
Oké, dank u wel.
Zult u ook zelf gesprekken aangaan met relevante partners, zoals uitgeverijen en distributeurs, om mee te stappen in het samenwerkingsverband rond de Robinpas?
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik herhaal: het initiatief als dusdanig is een goed initiatief. Ik heb daar geen probleem mee en ik vind het ook goed dat u dat steunt. Maar er is een structureel probleem van armoede in onze samenleving en dus ook in ons onderwijs. Mijn vraag was: wat zult ú doen? Wat zult ú doen, niet al die private ondernemingen die goed werk doen, stichtingen hier en daar? Wat zult ú, als verantwoordelijke minister, doen om ervoor te zorgen dat die sociale mobiliteit inderdaad niet wordt bepaald door de portefeuille van uw mama of papa? Wat zult u daaraan doen? En daarrond heb ik niet veel gehoord. En er ís nochtans een oplossing, die heel duidelijk is, vanuit het veld. Het Netwerk tegen Armoede en andere verenigingen zeggen: voer in dat middelbaar onderwijs ook een maximumfactuur is. Doe dat ook daar. Dat werkt in het lager onderwijs, voer dat ook in het middelbaar onderwijs in. Want op die manier zorg je er inderdaad voor dat de portefeuille van de mama of papa niet bepaalt wat het kind kan doen op school. Mijn aanvullende vraag is: wenst u daarop in te gaan?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, collega's, alle inspanningen om armoede binnen onderwijs tegen te gaan of aan te pakken, zijn lovenswaardig. Minister, u had het over de sociale lift. Liever een lift dan een trampoline, want bij een trampoline kun je blijven springen. Alle gekheid op een stokje: zo'n pas met korting kan nuttig zijn. Maar het is toch wel belangrijk dat de school een kwalitatief kostenbeheersend beleid voert: goed nadenken over welke materialen de leerlingen moeten aankopen, of die dure invulboeken wel nodig zijn, of er beleid is, of er afspraken zijn tussen leerkrachten. De vraag is nu: hoe kunnen we die scholen nog sterker maken om zo'n kwalitatief kostenbeheersend beleid te voeren?
Twee, er zijn eigenlijk al heel wat initiatieven, ook bij lokale besturen. Ik denk aan de UiTPAS, maar ook aan lokale initiatieven. Minister, werd er overleg gepleegd met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) om die lokale initiatieven eventueel te koppelen aan het initiatief van de Robinpas?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, waarom 20.000 gezinnen helpen als je voor álle gezinnen die het vandaag moeilijk hebben, een verschil kunt maken? Want ik weet zeker dat er in Vlaanderen meer dan 20.000 gezinnen zijn die worstelen om de schoolfacturen te betalen, zeker wanneer er aan het begin van het jaar duur schoolmateriaal moet worden gekocht voor een koks- of kappersopleiding, of wanneer er schoolboeken moeten worden aangekocht – in het secundair onderwijs loopt die factuur op tot 750 euro.
Dat Robinproject is ongetwijfeld goedbedoeld, daar niet van. Maar wat we vandaag nodig hebben, is niet het zoveelste project dat een aantal scholen en een aantal gezinnen zal helpen. Wat we vandaag nodig hebben, is een structurele oplossing. En die structurele oplossing bestaat: dat is inderdaad die maximumfactuur, ook in het secundair onderwijs. En ik wéét dat u daar geen voorstander van bent. Maar mijn bomma zei altijd: “De aanhouder wint.” Dus ik zal blijven herhalen, minister, dat de maximumfactuur in het secundair onderwijs de enige garantie is om de schoolkosten voor alle gezinnen onder controle te houden en ervoor te zorgen dat de portemonnee van uw ouders inderdaad niet uw studiekeuze en uw kansen bepaalt.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, het rapport Studiekosten in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs van 2020, bundelt verschillende resultaten van de studiekostenmonitor – een moeilijk woord. Die gaat na wat ouders exact betalen op verschillende onderwijsniveaus.
U hebt het aangehaald: er is een verhoogde tegemoetkoming via het groeipakket, een verhoogde schooltoelage. Maar ondanks die verhoging blijkt er nog altijd een kloof te gapen tussen die toeslag en wat ouders moeten betalen, vooral in de derde graad. Leerboeken, schoolreizen zijn vaak nog verborgen kosten.
En er is niks zo erg als ineens een factuur krijgen die je niet verwacht had. Ook dat zorgt er trouwens voor dat bepaalde scholen de instroom van leerlingen die extra kansen verdienen, afremmen.
Minister, op welke manier kunt u ertoe bijdragen dat scholen nog kostenbewuster zijn en transparanter zijn over de kosten die zij aanrekenen, om de kloof tussen de schooltoeslag en de werkelijke kosten te verkleinen?
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, uiteraard zijn wij er ook voor gewonnen om de kinderarmoede in het onderwijs mee aan te pakken. We vonden het een beetje vreemd dat je met een project van vijf euro per kind zo’n effect zou kunnen bereiken – als je 100.000 euro door twintigduizend kinderen deelt heb je maar vijf euro per kind. Maar als u erin slaagt om de centen echt te vermenigvuldigen dankzij privépartners en dergelijke, zou ik graag wel eens op bezoek gaan op het ogenblik dat wij terug uit quarantaine mogen, en we met de commissie werkbezoeken mogen doen. Ik ben dus zeer benieuwd.
Daarnaast vind ik toch ook dat we twee andere wegen mogen bewandelen. Een weg is al aangehaald, dat hebben we in de commissie ook al gezegd: die gedifferentieerde maximumfactuur in het secundair onderwijs. Daar zijn wij ook voorstander van. Ten tweede zie ik toch ook dat de Vlaamse Regering nog heel wat centen te veel heeft. Ik herinner u nog even aan de opsomming van Sam Van Rooy tijdens het begrotingsdebat.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, de armoede en de te hoge schoolkosten zijn al jarenlang een groot probleem in ons onderwijs. Er is dus al jarenlang de vraag naar een structurele kostenbeheersing in het onderwijs. De facturen moeten drastisch naar beneden, zeker in het secundair onderwijs, en de studietoelage naar omhoog. En daar moet het beleid werk van maken, minister. Dat is toch wel nog iets anders dan voorzien in een afbetalingsplan.
U zegt dat het een hefboomprincipe is: die 100.000 euro wordt op termijn 4,3 miljoen. Dat lijkt mij een zeer wonderbaarlijke vermenigvuldiging. Ik vraag mij af hoe dat gebeurt. Ik vraag mij ook af welke korting u zult voorzien voor de mensen die dat nodig hebben. Ik hoop dat die substantieel zal zijn, en dat dit initiatief toch niet vooral een garantie is voor uitgeverijen om, zij het in stukken en gespreid, hun factuur betaald te krijgen. In welke mate zal die korting groot genoeg zijn en zal dit echt iets betekenen voor mensen in armoede?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb er opnieuw een bevoegdheid bij. Met alle respect, u mag gerust kritisch zijn. Maar die Robinpas is niet alleen een goedbedoeld initiatief, het is ook gewoon een goed initiatief. Ik hoor sommige sprekers dat hier gewoon bagatelliseren, ze zeggen: ‘Ik weet eigenlijk niet hoe het werkt, maar ik weet dat het niet werkt.’ Alsjeblieft, geef dat een kans. De doelgroep is nu twintigduizend. We hebben trouwens al proefgedraaid. We hebben eerst met vijfhonderd gezinnen gewerkt, en op grond van de succesvolle toepassing daarvan – dat was op kleinere schaal, op een microschaal – hebben we gezegd dat dit potentieel heeft om verder uit te rollen, en dus een meer structurele ondersteuning te krijgen.
Ik heb een overzicht gegeven van verschillende initiatieven, dus u kunt absoluut niet zeggen dat deze Vlaamse Regering niets doet, ook niet via onderwijs, voor het armoedebeleid, integendeel. We nemen ook initiatieven rond kostenbeheersing. We hebben dat debat trouwens al gevoerd in het parlement. En wat de maximumfactuur betreft: dat komt altijd weer terug als de enige zaligmakende oplossing, terwijl we weten dat die maximumfactor natuurlijk hoger zal zijn voor het beroepsonderwijs en het technisch onderwijs. Ik weet niet of het de bedoeling is om dat dan via die maximumfactuur onaantrekkelijker te maken?
Ten tweede weten we dan ook dat de scholen vervolgens op zoek zullen moeten gaan naar andere inkomsten, en dus nog vaker een wafelenbak moeten houden en een beroep moeten doen op een mecenaat en op vrijwilligersinitiatieven. We weten ook dat het dan steeds dezelfde vrijwilligers zijn die altijd zullen moeten opdraven. We vinden dat dus geen goed systeem voor het secundair onderwijs.
Er was de vraag naar de ethische code. Dat staat in het regeerakkoord. Ik vind dat eigenlijk een slechte benaming, want de ethische code die we zouden afspreken met uitgeverijen en anderen met betrekking tot educatief materiaal – ontwikkelaars, onderwijsverstrekkers – wekt de indruk dat zij vandaag onethisch zouden zijn, quod non.
Het is eigenlijk echt een samenwerkingsverband waarbij we vooral de doelstelling hebben om de kwaliteit te verhogen, om te zorgen voor minder invulboeken en om ervoor te zorgen dat de verantwoordelijkheid en de creativiteit van de leerkracht worden geprikkeld. Met die invulboeken zijn die uitermate beperkt want de leerkracht volgt gewoon de invulboeken. Het is ook de bedoeling om die dan volledig te gebruiken en te zorgen voor een positief effect op de prijszetting.
Ik heb daarover al samengezeten met de uitgeverijen, de ontwikkelaars en de onderwijsverstrekkers. Ik wil een derde aanstellen om hier ‘dedicated’ werk van te maken, met als specifieke opdracht ervoor te zorgen dat samen met de uitgeverijen, waar de goede wil echt aanwezig is, werk wordt gemaakt van beter en beter betaalbaar lesmateriaal.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende antwoorden. Ik wil u namens de hele N-VA-fractie bedanken omdat u deze legislatuur al heel sterk hebt ingezet op de kostenbeheersing. U gaat de nodige gesprekken en partnerschappen aan om de problematiek van de onbetaalde schoolfacturen ten gronde aan te pakken. U neemt ook nieuwe initiatieven, de Robinpas bewijst dat opnieuw. Het is een goed initiatief, een initiatief met een visie. Onze fractie waardeert deze inspanning waardoor elk kind een gevulde boekentas heeft bij de start van het schooljaar.
Uit uw antwoord leid ik af dat de Robinpas zeker geen eindstation is en dat u op dit elan wilt verdergaan. Onze fractie kan dat alleen maar toejuichen. U hebt dan ook onze volle steun.
De heer De Witte heeft het woord
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Ik begrijp dat u niet gelooft in de maximumfactuur en ook niet in al het serieuze onderzoek dat daarover is gebeurd. Uiteraard is er een differentiatie mogelijk per domein.
U verwijst naar kostenbeheersing, maar dat is eigenlijk de bal naar beneden spelen. De heer Schiltz en mevrouw Vandromme zeggen dat ook. Ik ben ook voorstander van kostenbeheersing, maar dat is moeilijk wanneer deze Vlaamse Regering 100 miljoen euro bespaart op het secundair onderwijs. Dat is net het punt. Is het waar of niet? U mag zeggen dat dit een herhaling is, maar ik zal blijven herhalen dat er 100 miljoen euro wordt bespaard op het secundair onderwijs en op de werkingsmiddelen van het onderwijs. De mensen op het werkveld zeggen dat zij hun uiterste best doen maar dat zij niet nog meer kunnen knippen. De piste van kostenbeheersing is dus gewoon de bal naar beneden trappen, en dat is niet de oplossing. De oplossing is het invoeren van een maximumfactuur, daarover in debat gaan met het veld, en ambitie tonen als minister van Onderwijs.
U zegt dat dit opnieuw een extra bevoegdheid is, u hebt dat ook in de pers gezegd.
Kunt u afronden alstublieft?
Ik rond af, voorzitter.
Ik lees de eerste zin van het luik Armoedebestrijding van het Vlaams regeerakkoord: “We zorgen ervoor dat in alle Vlaamse beleidsdomeinen structurele maatregelen worden genomen om armoede te voorkomen en bestrijden.”
Ik hoop dat dit nog altijd van toepassing is en dat ook de minister van Onderwijs de ambitie toont om de groeiende armoede in onze samenleving en dus ook in het onderwijs aan te pakken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.