Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meester heeft het woord.
Mevrouw Demir, slecht nieuws bij het begin van dit nieuwe jaar: de Vlaamse Regering haalt haar eigen doelstellingen voor windenergie niet. Jullie hadden voor 2020 1500 megawatt beloofd, en we halen welgeteld 1361 megawatt. De lat lag al niet erg hoog, en nog geraken we er niet over. Ik hoor hier nochtans hele dagen niets anders dan dat Vlaanderen moet excelleren. Collega’s, blijkbaar is dat behalve als het over duurzame energie gaat. Dan is dat allemaal niet zo belangrijk, en dan regeert hier weer die typisch Vlaamse zesjescultuur. Ik herinner me nochtans het enthousiasme van de heer Tommelein, die nu toevallig eventjes weg is, toen die in 2016 als minister dat plan met veel voluntarisme lanceerde. Er zouden overal windmolens komen, we zouden de regels versoepelen, iedereen zou windmolens bouwen, de burgers, de bedrijven en de overheden, iedereen. ‘The sky was the limit.’ We moesten Bart Tommelein tegenhouden of hij had heel de zeedijk van Oostende vol met windmolens gezet.
Collega’s, ondertussen zijn we vier jaar verder en liggen die naakte cijfers op tafel. We halen onze doelstellingen niet. Minister, de Vlaamse Regering is gebuisd, en omdat wij onze groene doelstellingen niet halen, moeten we nu voor 22 miljoen euro groenestroometiketten kopen in Denemarken, op kosten van de belastingbetaler.
Wat is de zin van een windplan, minister, als dat niet uitgevoerd wordt? Provinciale doelstellingen voor windenergie: niet uitgevoerd. Snellere vergunningsprocedure: niet gebeurd. Draagvlak verhogen bij de bevolking: nergens te bespeuren. Potentieel in kaart brengen: niet gebeurd. Minister, zult u dit keer wel doen wat u belooft of is uw nieuwe visienota windplan 2025 meer van hetzelfde: veel wind maar weinig resultaat?
Minister Demir heeft het woord.
U weet waarschijnlijk dat ik bij het opstellen van het Vlaams Energie- en Klimaatplan heb vastgesteld, en onmiddellijk heb gecommuniceerd, dat de cijfers van 2016 niet gehaald zouden worden. Ik ben altijd voor realistische doelstellingen, of het nu over dit of over iets anders gaat. De doelstelling die vooropgesteld wordt, moet gehaald worden. Als we de doelstelling die we in het klimaatplan hebben vastgelegd willen halen, dan zouden we van nu tot 2030 jaarlijks ongeveer 100 megawattuur moeten bijmaken. In het voorbije jaar heb ik vergunningen verleend voor windmolens die goed zijn voor 300 megawattuur aan windenergie. Ik kan niet voorspellen of er burgerbewegingen, buurtcomités of anderen in beroep zullen gaan. Ik weet wel dat ik vorig jaar vergunningen heb verleend aan windmolens goed voor 300 megawattuur windenergie.
Dat er een probleem is op het vlak van ruimtelijke ordening en vergunningen, weten we. In het windplan 2025 dat is opgesteld, hebben we duidelijk aangegeven dat er beleidskaders moeten zijn die een heldere richting moeten geven aan de ruimtelijke inpassing. Windmolens die er nu al staan maar te weinig megawattuur produceren en die op hun einde zijn, zullen we vervangen door veel meer potentieel, dus ‘repowering’. We zullen ook de focus leggen op de havengebieden en het Economisch Netwerk Albertkanaal. Met een windgids willen we lokale besturen hefbomen geven van ‘good practices’ om draagvlak te creëren voor lokale windprojecten. Het is ook heel belangrijk om een goede symbiose te hebben tussen windenergie en luchtvaartactiviteiten. Ook daar zijn we in het windplan aan tegemoetgekomen, door bepaalde regels op te nemen. Als het gaat over vergunningen, hoop ik dat we met de Raad voor Vergunningsbetwistingen, waar we nu extra rechters hebben en waar de processen worden gedigitaliseerd, de termijnen kunnen inkorten.
Zeer belangrijk is natuurlijk het draagvlak bij de bevolking.
Minister, kunt u afronden?
Het draagvlak moet natuurlijk ook door de aanvrager opgepikt worden. Mensen moeten in de beginfase geïnformeerd worden. Ik heb geen glazen bol. Ik heb voor 300 megawattuur vergund, maar of er beroep zal komen, is af te wachten.
Minister, het verwondert mij dat u zegt dat u het probleem hebt vastgesteld bij de opmaak van uw nieuw plan. U had dat natuurlijk kunnen weten. 20 december 2018 stond in Het Nieuwsblad: ‘Slechts 36 nieuwe windmolens in Vlaanderen’. December 2019: ‘Slechts 25 windmolens erbij’. December 2020: ‘Voor het derde jaar op rij te weinig windmolens’. Wat is er dan de voorbije jaren misgelopen dat de Vlaamse Regering aan dit probleem niets heeft gedaan?
U zegt terecht dat er voor 300 megawattuur aan vergunningen is afgeleverd. Het is zelfs 309 megawattuur om precies te zijn. U zegt dat het de burgers en de buurtcomités zijn die stokken in de wielen steken, maar in uw eigen visienota verwijst u terecht naar onder meer ontwikkelaars die elkaar saboteren, die beroepsprocedures tegen elkaar instellen. De zogenaamde geliberaliseerde vrije markt die het allemaal zou oplossen, blijkt niet de oplossing maar deel van het probleem te zijn.
Wat u zegt, is veel copy-paste uit het plan van 2016. In welke mate wilt u inzetten op burgerparticipatie om het draagvlak te vergroten en op de inzet van lokale besturen op het vlak van windenergie?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, het vergunningentraject is wel degelijk een van de grote pijnpunten bij het uitrollen van windenergie. U wilt een versnelling realiseren door het aantal rechters te verhogen in de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Zult u ook in de procedure zelf een aantal aanpassingen doen om die sneller te laten verlopen?
De overheid beschikt over heel wat interessante gronden, denk maar aan de Vlaamse Waterweg, het Agentschap Wegen en Verkeer, waar we toch een tandje zouden kunnen bij steken.
Collega Tom De Meester heeft het gehad over de coöperaties. Ik wil toch aangeven dat het in veel gevallen niet volstaat om voldoende financiën te verzamelen om die windturbines te bouwen. Bij zelfs de beste coöperatieve projecten doet maar 10 procent van de bevolking mee; dat is ook geen heel sociale manier van werken. Wij steunen de coöperatie als principe, maar het is niet de oplossing voor de problemen die we in de realiteit tegenkomen om windenergie een boost te kunnen geven.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de eerste antwoorden. Ik neem er akte van dat u de doelstellingen van 2016 niet realistisch vond, ondanks het feit dat een voluntaristische Bart Tommelein ervoor verantwoordelijk was. U hebt daarnet gezegd dat u voor realistische doelstellingen gaat.
Om een en ander toch in versnelling te brengen en er wat wind achter te steken, moet ik toch zeggen, mijnheer Van Rompuy, dat burgerparticipatieprojecten – en er zijn lokale besturen die daarin uitblinken – lukken net door het betrekken van mensen. Minister, hebt u daar geen oren naar?
Het blijft toch tegen de borst stuiten dat een aantal interessante plaatsen, bijvoorbeeld in West-Vlaanderen rond een aantal kleinere luchthavens, heel brede perimeters hanteren. Uw voorgangers hebben daar overleg over gepleegd. Bent u bereid om ook die piste te onderzoeken? Want ook dat kan extra energie opleveren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het altijd een beetje vreemd dat bepaalde collega's of bepaalde partijen vinden dat er een betonstop moet komen wanneer het gaat over de inname van open ruimte, maar dat men heel Vlaanderen wel vol wil zetten met windmolens.
Minister, ik ben het met u eens dat we realistische doelstellingen moeten hanteren en niet het vorige beleid van collega Tommelein moeten verderzetten. Iedereen zal toch wel de realiteit erkennen dat er in Vlaanderen niet voldoende ruimte is om overal windmolens, zonder massaal protest, neer te poten. Waarom erkent u niet dat er een beperkte oppervlakte is, collega's?
Minister, u hebt op een schriftelijke vraag geantwoord : ‘Ik heb inderdaad de tijd gekend dat er een planmatige aanpak was van de inplanting van windmolens.’ U bent ervan afgestapt, maar u wilt er niet op terugkomen omdat u het te tijdrovend vindt. Het zou toch veel beter zijn om het planmatig aan te pakken, zodat men niet iedere keer wordt geconfronteerd met terechte burgerprotesten. Waarom niet meer inzetten op haven- en industriegebieden?
De heer Tobback heeft het woord.
Er is al een paar keer verwezen naar burgers en actiecomités als remmende factor en procederenden. De waarheid is dat er natuurlijk ook een reeks gemeentebesturen zijn die actieve guerrilla voeren tegen elk project van windmolens en hernieuwbare energie.
Alles wordt natuurlijk mee mogelijk gemaakt door het feit dat de wetgeving soms te onduidelijk is en in een aantal gevallen veel te restrictief. Collega Rzoska heeft al verwezen naar de luchtvaartactiviteiten, waar we de meest bizarre wetgeving voor windmolens in heel Europa hebben. Daardoor worden we bijna gedwongen om projecten te ontwikkelen op plaatsen waar het maximaal mensen stoort. Alle begrip dat men dat dan niet leuk vindt.
Ik wil dus even oproepen om ook de gemeentebesturen veel meer te sensibiliseren en duidelijk te maken wie echt obstructie pleegt en om de regels aan te passen en zo ervoor te zorgen dat dat niet kan.
Collega's, ik dank u voor de verschillende tussenkomsten.
Ik heb niet gezegd dat het de schuld van de buurtcomités of actiecomités is. Uiteraard gaan ook aanvragers zelf in beroep. Ik zie dat bijvoorbeeld in dossiers voor een aanvraag van zes windmolens waarvan er vier worden vergund. Liever dan de vier te plaatsen, gaat men toch procederen voor de twee extra.
Ik moet natuurlijk ook rekening houden met verschillende richtlijnen zoals de vogelrichtlijn. Ik ken een lokaal bestuur dat een heel goed project had, heel goed gelegen aan het kanaal maar het bleek dan de opstart van een vogelbasis. Men kon daar niet werken met een vogelradar enzovoort. Dat zijn allemaal zaken waar we rekening mee moeten houden en waarvoor we samen met de diensten creatieve oplossingen moeten zoeken. Dat proberen wij altijd te doen.
Wat het draagvlak betreft, is burgerparticipatie belangrijk. Ik adviseer aanvragers die een windmolen willen plaatsen ook altijd om de lokale besturen daarbij te betrekken. We zullen dat ook opnemen in die windgids waarin we de goede praktijken zullen bundelen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Eeklo waar men een goed project heeft rond participatie. Die gids zullen we aan alle lokale besturen bezorgen. Burgerparticipatie zal daar een deel van uitmaken omdat men het draagvlak daarmee kan vergroten. Voor inwoners is het heel belangrijk dat ze vanaf het begin worden betrokken bij het verhaal en niet pas op het einde. Men kan dan ook de voordelen uitleggen van windenergie. Sommige lokale besturen richtten ook buurtcoöperatieven op.
Wij kunnen die burgerparticipatie niet organiseren vanuit Vlaanderen, het is aan de aanvragers zelf om dat te doen. Dat gebeurt steeds meer. Vlaanderen wil resoluut de doelstelling halen die is opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan. Dat betekent dat we jaarlijks 100 megawatt aan windenergie moeten realiseren. Zoals ik eerder zei, heb ik het voorbije jaar vergund aan 309 megawatt. Ik hoop dat veel van die dossiers kunnen worden uitgevoerd. Als we op die manier verder werken, moet het haalbaar zijn om de doelstelling uit ons klimaatplan te halen.
Collega Van Rompuy, ik zal de gronden van de Vlaamse overheid mee bekijken. De waterwegen hebben vele gronden. Collega Peeters is hier aanwezig maar ik zal dan met de collega’s van de Vlaamse Regering kijken waar er nog gronden zijn waar windmolens kunnen worden geplaatst.
Belangrijk daarbij zijn de vergunningen. We zijn niet alleen bezig met de beroepsprocedure bij de raad die wordt gedigitaliseerd en waarbij de relativiteitseis wordt geïntroduceerd, maar we zijn ook al bezig met het aanwerven van extra rechters om de procedures van achttien maanden terug te brengen naar negen maanden waardoor alles sneller kan gaan. Daarnaast willen we een vereenvoudiging in het vergunningenbeleid wanneer een aantal administratieve beroepen niet nodig zijn.
Ik hoop dat we op die manier onze doelstelling zullen realiseren. Vanuit het Vlaamse energiebeleid is een goede mix belangrijk en windenergie hoort daar zeker bij. We zullen dan ook op verschillende fronten moeten werken. We doen dat met het windplan maar ook inzake ruimte willen we duidelijke kaders meegeven.
Windmolens waarvan de levensduur op zijn einde loopt, zullen we vervangen door veel sterkere turbines die veel meer megawattuur zullen produceren. Op die manier hoop ik onze doelstelling inzake duurzame energie te halen en geen statistieken te moeten aankopen in het buitenland. Ik doe dat ook niet graag, ik pleit voor realisatie in Vlaanderen maar we moeten natuurlijk een aantal verplichtingen naleven.
Minister, ik verwacht van u toch wat meer ambitie. Zo niet, zullen we telkens de statistieken in het buitenland moeten kopen. Wanneer u zegt dat u pleit voor realistische doelstellingen, vrees ik dat u eigenlijk wilt zeggen dat het genoeg zal zijn. Ik denk dat het toch wat meer mag zijn. Ik vraag me af of u zelf wel in uw plan gelooft.
Ik zou u toch willen adviseren om die oproep om meer te investeren in burgerparticipatie echt serieus te nemen. Dan heb ik het over het vergroten van het draagvlak door lokale besturen zelf windmolens te laten bouwen en door in die projecten een veel grotere rol te geven aan burgercoöperaties. In plaats van statistieken te kopen in Denemarken, kunnen we misschien ook gewoon leren van het Deense model. Daar is de helft van alle energieproductie nu windenergie. En de helft van die windmolens is in handen van lokale besturen en van burgercoöperaties. Dat moeten we toch eens van dichterbij bekijken, denk ik.
De actuele vraag is afgehandeld.