Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
25 november is elk jaar de internationale dag van de uitroeiing van geweld tegen vrouwen. Mensen dragen dan een wit lintje om mee aan te tonen dat ze zich verzetten tegen dat geweld. Ook Vrouw & Maatschappij steunt jaarlijks een actie en doet ook deze week weer haar jaarlijkse wittelintjesactie. Het thema van de actie nu vrijdag is dodelijk partnergeweld, naar aanleiding van de brutale moord op Ilse Uyttersprot deze zomer.
Dodelijk partnergeweld blijft jammer genoeg een heel reëel probleem, want iedere week worden in België naar schatting drie vrouwen het slachtoffer van doodslag of poging tot doodslag in een context van partnergeweld. De wittelintjesactie vraagt aandacht voor de schakels in de keten, en dat is natuurlijk de verantwoordelijkheid van meerdere ministers en meerdere bevoegdheidsniveaus.
Minister, u bent bevoegd voor enkele van die schakels in de keten rond partnergeweld. Ik denk onder meer aan preventie via hulplijn 1712, hulpverlening en noodopvang. Ook in de aanbevelingen van Vrouw & Maatschappij nemen die elementen een belangrijke plaats in. Op welke manier zet u al in op dit thema en welke acties zult u verder ondernemen voor dit belangrijke thema?
Minister Beke heeft het woord.
Partnergeweld heeft vele gezichten maar is nog altijd manifest aanwezig in onze samenleving, jammer genoeg. Als we dat geweld willen bannen moeten we inzetten op verschillende aspecten. Het eerste aspect is preventie: het voorkomen, zorgen dat het niet gebeurt. Ten tweede moeten we perspectief kunnen bieden aan diegenen die het slachtoffer zijn van partnergeweld of dreigend partnergeweld, zodat ze weten waar ze terechtkunnen.
Dat betekent dat we een gestroomlijnde samenwerking moeten hebben tussen de hulpverlening, de gezondheidszorg, politie en justitie. Die hele keten moet op een goede manier worden afgedekt.
Als we spreken over preventie, over voorkomen, gaat het inderdaad over de hulplijnen. Dan gaat het erover dat men moet weten wat die hulplijnen zijn, wat die hulpchats zijn. We moeten zorgen dat mensen daarnaartoe gaan. We hebben die versterkt, en we zitten morgen opnieuw samen met de hulplijnen om te kijken hoe we daar ook nog bijkomende stappen in kunnen zetten. Want zoals hier al werd gezegd zullen de coronamaatregelen waarschijnlijk ook een invloed hebben op de stress en de spanningen in huis en mogelijk ook op partnergeweld.
We hebben ook extra middelen uitgetrokken voor de promotie van de online hulpmiddelen, omdat de bekendmaking van die hulplijnen ook van ontzettend groot belang is.
Het gaat ten slotte ook over de opvang en de opvangcapaciteit. Wanneer je plots – of niet plots – het slachtoffer wordt van partnergeweld, en je hebt een opvangplaats nodig, dan moet daar ruimte voor zijn. Dat kan in de eigen familie of vriendenkring zijn, maar soms is daar een noodwoning voor nodig: een sociale huurwoning, opvangplaats of vluchthuis. Daarom hebben we de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) gevraagd om ervoor te zorgen dat die bijkomende opvangcapaciteit beschikbaar is wanneer nodig.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik zal de elementen van dat antwoord niet herhalen. Het doel van mijn vraag was om aandacht te vragen voor het thema, maar ook respect voor alle slachtoffers van geweld. Daarom wil ik vragen om de rest van mijn minuut repliek …
Mevrouw Schryvers, u bent nog niet aan uw slotrepliek.
Nee, maar ik wil het toch nu vragen. Ik wil voor de rest van mijn minuut repliek om stilte vragen, als eerbetoon voor alle slachtoffers. (Stilte op alle banken)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Dit is een heel terechte vraag van mevrouw Schryvers. Het is goed dat er in deze plenaire vergadering aandacht voor gevraagd kan worden.
Ik heb een specifieke vraag, minister. Een van de eerste plekken waar slachtoffers van partnergeweld terechtkunnen, is 1712. Maar 1712 is niet altijd bereikbaar. Het is bereikbaar tijdens de werkuren en een beetje ’s avonds. Partnergeweld vindt echter heel vaak in het weekend, in de vakantie en ’s avonds en ’s nachts plaats.
Minister, kunt u ervoor zorgen dat de uren van 1712 worden uitgebreid? Het best van al zouden die 24/24 bereikbaar zijn. Zou u daar de nodige middelen voor willen uittrekken?
De heer Parys heeft het woord.
De vraag van mevrouw Meuleman is al gesteld. De minister heeft toen geantwoord dat hij het engagement om 1712 te ondersteunen, aanging en daar verder in zou investeren. Dat is een goede zaak.
Minister, geweld tegen vrouwen gaat vaak gepaard met seksueel geweld. Minister Demir heeft een actieplan ter bestrijding van seksueel geweld uitgewerkt in samenwerking met u. Een van de punten in het plan – dat u opgenomen hebt in uw beleids- en begrotingstoelichting – is om de chat seksueel geweld over te nemen van het federale niveau. Hoever staat het daarmee? Wat moet er nog gebeuren om dat effectief operationeel te maken? Welke vorm zal de chat op Vlaams niveau aannemen? Wat zijn de verschillen met de huidige federale chat?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik ben zeer blij dat het thema hier in de plenaire vergadering besproken wordt. Ik vind het zeer belangrijk dat we spreken over vrouwenmoord, over feminicide. In de Belgische juridische wetteksten is die term vandaag nog niet opgenomen. Het is eigenlijk zeer belangrijk om daarover te spreken omdat het over een specifiek probleem gaat, een specifiek mechanisme. Ik ben zeer blij dat we daar hier over spreken.
Ik heb het actierapport van minister Demir over seksueel geweld gelezen. Ook daar lijkt het me belangrijk om de term feminicide te gebruiken. Er zijn een paar punten in het rapport zeer goed, onder andere de uitbreiding van de hulplijn 1712, de bereikbaarheid daarvan, en ook over de sensibilisering in het onderwijs.
Een punt dat nog moet worden uitgewerkt, is de opvang van vrouwen, de noodopvang. Er zijn nog steeds wachtlijsten. Het is voor een hulpverlener zeer moeilijk om vrouwen in een crisisopvang te krijgen. Bovendien is dat vaak betalend, en dat is een probleem voor vrouwen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Als vrouwen te maken hebben met geweld, gaan ze soms naar de huisarts voor vaststelling, en dan komt dat ook aan bod. De huisarts zit echter gebonden aan het beroepsgeheim. Dat geeft vaak moeilijkheden. De huisarts heeft ook een vertrouwensband met de patiënt. Daar liggen nog mogelijkheden. Het moet mogelijk zijn om een goede doorverwijzing te hebben, om een melding te kunnen maken van het geweld.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Geweld tegen vrouwen is een breed thema, waaronder bijvoorbeeld ook partnergeweld en eergerelateerd geweld vallen. Minister, op mijn schriftelijke vraag van 13 oktober jongsleden over de aanpak van eergerelateerd geweld gaf u aan dat er voor die problematiek al aandacht is binnen de CAW’s, die inzake de thematiek van familiaal geweld werken. U gaf daarbij ook de nood aan om andere zorgactoren daarover te informeren, zodat ze de signalen kunnen detecteren en kunnen doorverwijzen.
Welke initiatieven zult u nemen om ook de diverse zorgactoren hierover te informeren, en binnen welke termijn zult u dat realiseren? Beste collega’s, iets breder, ik heb hier ook al enkele vragen gehoord in verband met het actieplan van minister Demir. Ik vraag hier ook al maanden naar dat actieplan, en heb me laten wijsmaken dat dat actieplan in januari zal worden besproken. Ik stel dus voor dat we de vragen over en de hele bespreking van dat actieplan voor januari houden.
Collega Blancquaert, u mag dat vragen. Ik heb inderdaad ook begrepen uit de regeling van de werkzaamheden dat het bewuste actieplan er in januari is, maar dit is een vraag die collega Schryvers terecht mag stellen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, bedankt voor uw belangrijke vraag. Ik denk inderdaad dat seksueel geweld tegen vrouwen en femicide grote problemen zijn, en dat die tijdens corona ook alleen maar groter zijn geworden. Ik was een paar weken geleden zeer aangegrepen door het verhaal van Salwa, die werkte in een Nederlandstalige basisschool in Brussel en die door haar ex-man om het leven werd gebracht. Mevrouw Schryvers, ik deel dus absoluut uw verontwaardiging, maar ik vind toch dat u nogal gemakkelijk genoegen neemt met een wat mij betreft pover antwoord. Aan de overkant van de straat zit een regering die van de strijd tegen seksueel en gendergerelateerd geweld echt een prioriteit heeft gemaakt. Daar zit ook een staatssecretaris die nu al met een actieplan tegen seksueel en intrafamiliaal is gekomen, tijdens corona. Als ik dan het antwoord van de minister hoor, en er ook het feit is dat mevrouw Demir nul euro uittrekt voor haar actieplan tegen gender- en seksueel geweld, dan vind ik toch dat Vlaanderen nog altijd steken laat vallen. Minister, ik zou dus willen dat Vlaanderen dezelfde prioriteit geeft aan seksueel en gendergerelateerd geweld. Is het dus niet tijd voor een intrafederaal actieplan, zodat Vlaanderen en de federale overheid daar gewoon samen aan kunnen werken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik zal proberen zo concreet mogelijk te antwoorden op de bijkomende vragen die zijn gesteld. Wat 1712 betreft, die uren hebben we uitgebreid sinds de lockdown. Dit is echter geen noodlijn. We hebben daar in de commissie ook al een aantal keren over gesproken. Er was de vraag om dat 24 uur per dag open te stellen. Het is geen noodlijn, wel een hulplijn. De vraag is of dat nu precies de beste inzet van de middelen is. We zitten echter morgen met hen samen en zullen dan samen bekijken wat we verder kunnen doen.
Collega Parys, dat actieplan wordt inderdaad getrokken door collega Demir. Diverse collega’s, waaronder ikzelf, hebben daar ook aan meegewerkt. Er is dus wel degelijk een Vlaams actieplan. Daarin staat ook het overnemen van die chat van het federale niveau. De gesprekken daaromtrent zijn gaande. We willen die inbedden in de bestaande lijnen 1712 en nupraatikerover.be. Dat is alleszins onze visie ter zake. Wanneer dat precies zal zijn, dat weet ik niet. Dat kan ik nu zo niet zeggen, maar het is natuurlijk wel belangrijk dat de continuïteit ook wordt verzekerd. Daarover zijn we in gesprek en in onderhandeling.
Collega Vandecasteele, wat de opvang betreft, dat is inderdaad belangrijk. Ik heb er daarstraks naar verwezen. Daarvoor hebben we de CAW’s, die kijken naar de opvangplaatsen. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. Dat kan bij mensen thuis gebeuren, bij familie. Dat kan ook gebeuren in noodwoningen of bij vrienden. Dat kan gebeuren in sociale huurwoningen of opvanginitiatieven of vluchthuizen. Volgens mij is er daar op dit ogenblik geen wachtlijst, geen capaciteitstekort. Dat is alleszins hetgeen de CAW’s ons daarover hebben gezegd.
Maar het fundamentele is natuurlijk om te zoeken naar de beste, de meest gepaste oplossing die we in elk concreet, individueel geval moeten geven. Zoals gezegd, zijn we in overleg met de CAW’s om ervoor te zorgen dat er bij mogelijke pieken voldoende capaciteit aanwezig kan zijn.
Wat het gerelateerde huiselijk geweld betreft, zijn huisartsen inderdaad een bron van informatie, maar ook van doorverwijzing. We zijn in overleg met Domus Medica om de vorming van artsen wat dat betreft ook te updaten.
Collega Goeman, ik neem helemaal geen genoegen met een gemakkelijk antwoord. Het is een belangrijk thema. Elke week worden drie vrouwen het slachtoffer van poging tot doodslag of doodslag in de context van partnergeweld. Daar moeten we samen een vuist tegen maken, over alle beleidsniveaus heen en over de bevoegdheden van de verschillende ministers heen. Dat is mijn oproep. Van sensibilisering over preventie, hulpverlening, bestraffing en opvolging tot opvang: mijn oproep is om hier samen krachtdadig werk van te maken, zodat dit aantal sterk naar beneden kan.
De actuele vraag is afgehandeld.