Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de ontwikkeling van een Vlaamse vaccinatiestrategie tegen COVID-19
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
De berichten over de vaccinatiestrategie voor het toekomstige coronavaccin evolueren dagelijks. De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid heeft inmiddels beslist dat de vaccins gratis zullen worden aangeboden aan alle burgers en dat er zal worden gestreefd naar een vaccinatiegraad van 70 procent. Niemand zal echter worden verplicht om zich daadwerkelijk te laten inenten. Het zal dus van groot belang zijn om de bevolking te sensibiliseren en bewust te maken van het feit dat vaccinatie noodzakelijk is om voldoende groepsimmuniteit te bereiken. We kennen immers de cijfers van de jaarlijkse griepvaccinaties: ondanks campagnes zijn die niet meer toegenomen. Dit is dus zeker een grote uitdaging, die niet kan wachten. Belangrijk hierbij is de doelgroep van de campagne op voorhand te bepalen, want uiteraard is een campagne voor ouderen anders dan een voor jongeren. Er is beslist dat er een nieuwe taskforce zal worden opgericht om een strategie uit te tekenen. De taak van die taskforce zal zich beperken tot het coördineren en het lanceren van voorstellen. De eigenlijke beslissingsmacht ligt bij de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. De eerste coronavaccins worden begin maart verwacht, dus een sterk vaccinatieplan is belangrijk.
Minister, welke stappen zijn er op dit moment al gezet om een promotiecampagne op te zetten over het belang van vaccinatie met het toekomstige coronavaccin?
De heer Parys heeft het woord.
De afgelopen twee weken is er twee keer positief nieuws gekomen over het coronavirus, in de vorm van de resultaten van de vaccinatiestudies die zowel Pfizer als Moderna de wereld in stuurden. Beide kandidaat-vaccins lijken een effectiviteit van om en bij de 90 procent te hebben. Het gaat in beide gevallen om nieuwe technologie, met name mRNA-vaccins. Minister, er zijn nog een aantal andere bedrijven, zoals AstraZeneca en Johnson & Johnson, die in de laatste rechte lijn zitten wat de ontwikkeling van hun vaccin betreft.
Met die evolutie komen we binnenkort dus hopelijk in een andere fase van de pandemie terecht, waarbij we heel doelgericht en efficiënt moeten kunnen vaccineren.
En dan gaat het over de vaccinatiestrategie die besproken is op de IMC Volksgezondheid, waarvan u de voorzitter bent. Die strategie is heel erg nodig, minister, omdat er vandaag nog een aantal onbeantwoorde vragen zijn. Eerst en vooral: wie wordt wanneer gevaccineerd? Er is het vraagstuk: eerst de meest kwetsbaren of eerst de mensen die drager zijn van het virus en dus vectoren zijn binnen de samenleving? Hoe gaan we, ten tweede, het transport en de bewaring van die vaccins aanpakken? Sommige vaccins moeten immers op zeer lage temperatuur vervoerd worden. Ten derde moeten de registratie en opvolging heel nauwkeurig gebeuren, zeker als het over vaccins gaat waarvan twee dosissen nodig zijn om effectief te werken. Ten vierde zal er waarschijnlijk een gigantische vraag zijn naar spuiten. Dat is vandaag al een probleem en dat moeten we oplossen vooraleer we kunnen vaccineren.
Ten slotte is er ook de vraag naar de timing. Er wordt gesproken over maart, maar als ik mijn oor te luister leg op de markt, zeg maar, dan hoor ik dat we het beste al in januari klaar zouden zijn, omdat het wel eens zou kunnen dat we toch nog eerder dan in maart zouden kunnen ontplooien. Wij zijn een farmaland en het zou dan ook goed zijn dat wij onze bevolking als een van de eersten zouden kunnen vaccineren.
Mijn vraag is dus, minister: welke beslissingen zijn er genomen over de vaccinatiestrategie tegen COVID-19 op de IMC?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben zaterdag inderdaad een bijeenkomst van de IMC gehad. We hebben er vandaag nog een en de komende dagen opnieuw, omdat we naast het beheersen van de pandemie en alle beslissingen die we daarrond moeten nemen, natuurlijk de voorbereidingen aan het treffen zijn voor de vaccinatie, die hopelijk het begin van het eind van deze pandemie zal inluiden.
Wat zijn nu de beslissingen die we daarrond al genomen hebben? Wel, het aankopen van de vaccins gebeurt door België binnen een Europese aankoopprocedure. De Europese Commissie onderhandelt daarbij in naam van de lidstaten met de verschillende bedrijven.
Collega’s, u hebt er terecht op gewezen dat het aankopen van de vaccins nog maar het begin is. Het hele logistieke proces dat daarop volgt, is heel belangrijk. Daarom hebben we op de IMC al een aantal basisprincipes naar voren geschoven. Ten eerste is het de bedoeling om minstens 70 procent van de bevolking te vaccineren. Dat zal vrijwillig gebeuren. En het zal ook gratis zijn, om ervoor te zorgen dat geen enkele burger wat dat betreft drempels ervaart. De prioritaire groepen zullen bepaald worden op basis van wetenschappelijke adviezen, maar ook een stuk op basis van maatschappelijk debat. Van die wetenschappelijke adviezen hebben we er al een aantal – denk aan wat de Hoge Gezondheidsraad daarover gezegd heeft –, maar er zijn ook nog het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC), de Wereldgezondheidsorganisatie en een aantal andere organisaties die ons daar op basis van de laatst beschikbare wetenschappelijke informatie in zullen begeleiden. We spreken vandaag immers over vaccins, we lezen in de kranten regelmatig goed nieuws over dit of dat vaccin, maar het gaat wel telkens over vaccins met andere karakteristieken. We moeten zeer goed inschatten welke vaccins we specifiek gaan inzetten en op welke manier. Ook het logistieke proces zal daar voor een stuk van afhangen. Het ene vaccin moet bijvoorbeeld diepgevroren bewaard worden, terwijl dat voor het andere niet nodig is.
Die vaccins zullen wellicht in multidosesflacons worden geleverd, niet in individuele zoals bij de traditionele griepprik. Dat betekent ook dat we op de een of andere manier een collectief proces zullen moeten organiseren om te kunnen vaccineren, niet alleen omdat we ambiëren 70 procent van de mensen te vaccineren, maar ook omdat de hele logistieke operatie op die manier georganiseerd zal moeten worden. Dat zal dus de eerste focus zijn: hoe kunnen we zoveel mogelijk burgers gegroepeerd vaccineren?
Sciensano en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) werken samen aan een surveillanceplan. Hiervoor zal ook gebruik gemaakt worden van het Vlaamse Vaccinnet, want, zoals u terecht hebt gesteld, is registratie ontzettend belangrijk. De andere deelstaten hebben niet zoiets als Vaccinnet en hebben gevraagd of ze gebruik kunnen maken van het Vlaamse Vaccinnet. Uiteraard staan wij daarvoor open.
Het hele programma zal mee gefinancierd worden door de federale overheid en de deelstaten. Daar zullen een aantal afspraken over moeten worden gemaakt.
‘Last but not least’: de coördinatie zal gebeuren door een taskforce die de operationalisering in de schoot van het regeringscommissariaat voor zijn rekening zal nemen.
Net zoals vorige week naar aanleiding van de vraag van collega Saeys, is gebleken dat het heel belangrijk is om de vaccinatiestrategie goed voor te bereiden. Mijn insteek van de vraag van vandaag was vooral de campagne hierrond. Daarom vraag ik me ook af of het geen idee is om in de campagne in te spelen op de inenting van kinderen tegen kinderziekten. Bijna iedere ouder vindt dat toch ook vanzelfsprekend. Kunnen we die bewustwording ook doortrekken naar de inenting tegen corona en dit ook meenemen naar de campagne? Bepaalde ziektes zijn nagenoeg uitgeroeid dankzij de grootschalige vaccinatie. Dit trachten we toch ook wel te doen met het coronavirus. De bewustwording dat hoe meer mensen zich laten vaccineren, hoe beter dat is, is heel belangrijk. Een belangrijke zin is: mensen worden niet herinnerd aan alles wat we dankzij vaccinatie vandaag kunnen. Dat is belangrijk om mee te nemen in heel de campagne die we binnenkort zullen uitzetten.
Minister, dank u voor het antwoord. Ik maak me eerst en vooral zorgen over de beschikbaarheid van die 1 millimeterspuitjes. Dat blijkt vandaag wereldwijd een probleem te zijn. Wat wordt daaraan gedaan? Welke stappen nemen we om daaraan tegemoet te komen?
70 percent vrijwillige vaccinatiegraad lijken we in Vlaanderen gemakkelijk te halen. Niet in alle landsdelen is men even vaccinatiebereid. Dus is het belangrijk dat er een absoluut vertrouwen is in het proces. Daarvoor is er heel veel transparantie nodig. U hebt juist gezegd dat er een wetenschappelijk advies komt over welke doelgroepen eerst worden gevaccineerd, maar dan zal er nog een maatschappelijk debat moeten worden gevoerd – dat hebt u heel juist gezegd, minister – omdat de wetenschappers het niet allemaal eens zijn over wie nu eerst moet worden gevaccineerd.
Ik vind het goed dat Vlaanderen zijn expertise op het vlak van vaccins en vaccinatiecampagnes ter beschikking stelt en dat we Vaccinnet ook ter beschikking stellen van de andere landsdelen zodat zij kunnen gebruikmaken van wat hier is ontwikkeld zodat we goed registreren en een goed proces hebben om die vaccins effectief te maken. Minister, mijn vraag gaat over de timing. Zullen we in januari klaar zijn om zeker te zijn dat we bij de eerste vaccins klaarstaan?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, het vaccin komt steeds dichterbij. Vlaanderen is verantwoordelijk voor de verdeling ervan en de logistieke operatie die daarmee gepaard gaat. Een grootschalige vaccinatiecampagne is een onderdeel van de preventieve gezondheidszorg. In die zin maak ik me wat zorgen, omdat we in België en ook in Vlaanderen beginnen met een achterstand. De preventieve gezondheidszorg is eigenlijk al jaren stiefmoederlijk behandeld. Daar wordt de laatste jaren zelfs op bespaard. Er was recent nog een brief van heel wat experts en specialisten die vragen om een groter budget te voorzien voor preventie, net vanwege het belang van preventieve gezondheidsdiensten. Maar dat maakt wel dat we beginnen met een achterstand, want we hebben vandaag in Vlaanderen geen preventieve gezondheidsdiensten ingebed in wijken en gemeenten om zo’n vaccinatiecampagne mee te helpen uitvoeren. Is het een idee om zoals in andere landen ook dat verder uit te werken en in de toekomst te zorgen dat we preventieve gezondheidscentra hebben die bijvoorbeeld zo’n diensten kunnen uitbouwen? We beginnen nu met eerstelijnszones, maar dat zou nog verder moeten worden uitgebouwd.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dit is een zeer terechte vraag van de collega's. We hadden het er vorige week ook al over. Toen heb ik opgemerkt dat uw antwoord relatief vaag was. We zijn nu een week later en ik ben blij vast te stellen dat er al wat meer antwoorden zijn. Toch zit ik nog met twee grote vragen. Enerzijds is dat ons antwoord op de grote antivaxbeweging. Ik denk dat er een sterke socialemediastrategie nodig zal zijn, want sociale media spelen een zeer belangrijke rol in het creëren van die gevoelens en bezorgdheden over het vaccin. Het gaat er niet alleen over om de juiste wetenschappelijke adviezen te hebben, maar ook over een zeer slimme en strategische communicatiecampagne daaromtrent.
En twee – en dat is eerder een vraag – op welke manier wordt er rekening gehouden met de onduidelijkheid die er op dit moment lijkt te zijn over de werkzaamheidsduur van een vaccin? Dat kan het proces namelijk fundamenteel veranderen. Of het vaccin een halfjaar geldig is of een jaar, heeft een gigantische impact op het proces. In welk mate houdt u daarmee rekening bij de scenario’s?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, ik wil twee kleine dingen aanvullen. Ten eerste, wat betreft de vaccins zal de vraag niet alleen zijn: wie is er eerst? Maar de vraag zal ook zijn: welk vaccin is voor wie het best geschikt? En elk vaccin heeft kleine lettertjes over hoe je het moet bewaren en voor wie het het best geschikt is. Een aantal dingen kunnen al worden voorbereid in de vaccinatiestrategie, maar een aantal zaken zullen pas later duidelijk kunnen worden.
Wat het andere aspect betreft, over de vaccinatiebereidheid, heb ik vorige week al aandacht gevraagd in de plenaire vergadering. Als ik vandaag in de krant lees welke redenen sommige mensen aangeven om niet te willen gevaccineerd worden, denk ik dat er ook in Vlaanderen nog heel veel werk is. Want het is heel erg belangrijk dat we zoveel mogelijk mensen ervan kunnen overtuigen zich te laten vaccineren. Ik volg collega Vaneeckhout: het zal op verschillende fronten moeten gebeuren, ook op de sociale media. Want het is echt hallucinant wat je soms ziet passeren en wat mensen soms verzinnen om andere mensen ervan te overtuigen zich niet te laten vaccineren.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, in elk geval moeten we proberen de chaos waarmee we geconfronteerd zijn geweest bij de opstart van de contactopsporing te allen prijze te vermijden. Het is te belangrijk.
We zijn er ons evenwel van bewust dat het geen evidentie zal zijn om deze hele strategie, campagne en logistieke keten op te zetten en uit te rollen. De collega's gaven hier al heel wat praktische problemen aan die mogelijk ons pad zullen kruisen.
Reeds op 19 mei vroeg ik u in de commissie Welzijn te starten met de voorbereidingen voor het vaccinatiegebeuren. Want we willen inderdaad – u haalt het zelf aan – de wetenschappers een stem geven, maar we willen bijvoorbeeld ook de ethici betrekken bij het vastleggen van de strategie en de prioriteiten bij de vaccinatie. Ook moeten we tijdig de campagne voorbereiden en op poten zetten.
Minister Beke, ik heb een heel simpele vraag. Is er, nu het vaccin sneller beschikbaar zal zijn dan oorspronkelijk voorzien, nog tijd genoeg om zowel strategie, campagne, als het logistieke gebeuren volledig uit te rollen? Kunt u met de hand op het hart zeggen dat dat geen probleem zal zijn?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben alleszins heel tevreden dat er, na mijn identieke vraag in de plenaire vergadering zes dagen geleden, toch al zaken zijn veranderd. We hebben het er gisteren ook over gehad in de commissie. Het zal inderdaad een huzarenstukje zijn. We hebben er toen ook op gewezen dat de ethische kwesties wel zeker aan bod zullen komen: wie wordt er prioritair gevaccineerd, wie valt er onder de gezondheidswerkers, hoe kunnen we onze meest kwetsbaren het best beschermen? Er zal daarmee ook een heel logistieke operatie gepaard gaan, afhankelijk van welk vaccin. Het is een zeer moeilijk traject, maar we moeten ervoor zorgen dat we zeker in maart klaarstaan om te starten met onze prioritaire groepen.
Collega's, we stellen alles in het werk om, wanneer de vaccins toebedeeld zouden worden, het hele proces van de aankoop, de distributie en het toedienen op een goede manier te kunnen organiseren. Zoals gezegd, hebben we daar, met de interministeriële conferenties, al heel wat vergaderingen over gehouden . Op de interministeriële conferentie van vandaag hebben we beslist om in te tekenen op de aankoop van de kandidaat-vaccins van Pfizer-BioNTech. Dat is één.
Twee, communicatie, informeren, sensibiliseren, is, collega De Rudder en andere collega’s, van ontzettend groot belang. We zullen dat uiteraard ook doen. We moeten de mensen informeren en sensibiliseren. In Vlaanderen hebben we daar op zich wel een goede traditie in. In vergelijking met andere landen hebben wij een hoge vaccinatiegraad. Ook hebben we Vaccinnet. We hebben in Vlaanderen dus heel wat dingen die we vandaag – godzijdank – kunnen inzetten. En we zeggen graag aan de andere deelstaten: als jullie daarvan gebruik willen maken, doe dat.
We hebben ook de website www.laatjevaccineren.be. Ook op dat vlak hebben we heel wat instrumenten die we nu massief moeten inzetten. Tijdens de interministeriële conferentie is afgesproken dat we dat niet alleen zullen doen. We zullen dat samen doen. Het wordt een combinatie. Er komt een grote, algemene campagne om te informeren, te mobiliseren en te sensibiliseren in verband met het belang en het verloop van vaccinaties.
Ik kan vandaag nog niet op alle elementen en punten ingaan. We moeten rekening houden met een aantal onbekenden, zoals de vraag om welk vaccin het gaat, hoe vaak het moet worden toegediend, hoe het moet worden toegediend en wat de mogelijke bijwerkingen zijn. Er zijn heel wat begrijpelijke vragen, maar, onder voorbehoud van die onbekenden, nemen we nu wel alle mogelijke voorbereidingen.
Mijnheer Parys, het gaat niet enkel om het vaccin, maar ook om het toedieningsmateriaal. U hebt terecht uw bezorgdheid geuit. Ons land heeft ingetekend op een joint procurement van de Europese Commissie om het nodige materiaal te kunnen aankopen. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) heeft bijkomend een openbare aanbesteding voor de aankoop van het injectiemateriaal georganiseerd. De deelstaten en de federale overheid zullen op een bepaald ogenblik moeten afspreken hoe we dit verrekenen, maar volgens mij is dat nu het minste van onze zorgen.
We bereiden ons voor. We hebben in Vlaanderen een traditie en we hebben hier in het verleden al succes mee geoogst. We doen dit samen met de andere regio’s en met de federale overheid. Buiten het logistieke proces, is het informeren, sensibiliseren en mobiliseren misschien wel het belangrijkste. Verschillende Vlaamse volksvertegenwoordigers hebben het al naar voren gebracht. Zodra het moet gebeuren, moeten we de mensen vragen zich te laten vaccineren.
Ik denk dat iedereen het ermee eens is dat de vaccinatiestrategie een belangrijk item wordt. Het zal van groot belang zijn de bevolking te sensibiliseren en bewust te maken van de noodzaak van vaccinatie om voldoende groepsimmuniteit te bereiken. Er is een belangrijke rol voor de media weggelegd. Zoals gezegd, is een positieve berichtgeving over het vaccin en de vaccinatiestrategie zeer belangrijk. We moeten gaan voor een grootschalig bereik, zodat we het virus op die manier hopelijk klein kunnen krijgen.
Het is belangrijk dat we de anti-vaxxers, die daarnet al zijn aangehaald, overwinnen. Dat is een beweging die in onze samenleving aan kracht wint. Ik doe een oproep aan alle Vlaamse volksvertegenwoordigers. Ik kijk niet toevallig naar mijn linkerzijde. Iedereen in het Vlaams Parlement zou het belang van een goede vaccinatie moeten uitdragen. Als een politicus van het Vlaams Belang op sociale media een post plaatst waarin een grote duim wordt gegeven aan iemand die stelt dat hij zich nooit zal laten vaccineren omdat hij aan sport doet en geen virusdeeltjes bij hemzelf zal laten inspuiten, zetten we natuurlijk een stap terug in de strijd tegen het coronavirus. Dit is een warme oproep.
Ik ben voor een interfederale aanpak, maar het mag geen herhaling van de mondmaskersaga worden. We moeten in januari 2021 klaar zijn, maar we moeten ervoor zorgen dat we alternatieve oplossingen hebben als een wiel van de wagen loskomt. Tijdens het moeilijke logistieke proces dat voor ons ligt, moeten we ook alternatieven achter de hand houden.
De actuele vragen zijn afgehandeld.