Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Collega’s, de druk op de zorg is vandaag heel groot. Er zijn heel veel handen nodig. Alle zorgkundigen die we hebben en kunnen vinden, worden ingezet. Dit is het tweede academiejaar dat studenten bachelor Verpleegkunde een extra vierde jaar moeten doen, namelijk een stagejaar. In het regeerakkoord staat te lezen dat laatstejaarsstudenten bachelor Verpleegkunde voor dit vierde jaar een forfaitaire vergoeding zouden kunnen krijgen, gefinancierd door de betrokken werkgevers.
Eind vorig schooljaar besliste minister Weyts om deze studenten een eenmalige premie van 1000 euro te geven. Voor het volgend schooljaar – dus dit schooljaar – werd het dossier eigenlijk doorgeschoven naar u, minister Beke.
Minister, de studenten verpleegkunde draaien vandaag volle shiften en springen in voor collega’s. Ze betalen eigenlijk inschrijvingsgeld voor dit vierde academiejaar om, laten we zeggen, onbetaald stage te doen, onbetaald de zorg recht te houden. Ze betalen zelfs hun eigen coronatesten.
Waardering met applaus is leuk, maar applaus is niet voldoende. We moeten onze studenten verpleegkunde nu bij de start van hun loopbaan een structurele manier geven, waardering geven, omdat ze hard nodig zijn, omdat we ze niet willen verliezen.
Minister, hebt u met de werkgevers aan tafel gezeten? Is er een ontwerp klaar voor de forfaitaire onkostenvergoeding?
Minister Beke heeft het woord.
Ik ben op uw suggestie omtrent werkloosheid niet ingegaan omdat het een federale materie is. Het is inderdaad zo dat we er samen met de ministers Weyts en Crevits voor gezorgd hebben dat men eind vorig schooljaar een premie van 1000 euro heeft gekregen.
We zijn zeer dankbaar en erkentelijk voor de enorme inzet van deze mensen op het terrein. Dat is van groot en wezenlijk belang in hectische tijden zoals nu, maar ook in andere omstandigheden. De studie van de Vlaamse Vereniging voor Studenten over het vierde jaar verpleegkunde heeft inderdaad aangetoond dat die onkostenvergoeding voor heel wat studenten absoluut noodzakelijk is, aangezien hun stage niet te combineren is met een studentenjob. We hebben het engagement genomen om samen met de werknemerskoepels een voorstel voor die premie van 1000 euro te bekijken. Dat proces loopt. Ik vind dat de mensen recht hebben op een perspectief. We trachten daar duidelijk over te zijn naar de studenten.
Daarnaast lopen er federale initiatieven, ook die willen we mee in perspectief nemen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister Weyts heeft u dit dossier in juni doorgeschoven. We zijn nu vierenhalve maand verder. U hebt nog niets concreets. Heel veel studenten zijn reeds ingesprongen tijdens de eerste coronagolf. We wisten allemaal dat we ze ook nodig zouden hebben – dat zijn nu de studenten van de nieuwe lichting – in de tweede golf. Alle handen zijn nodig. Het is niet morgen maar gisteren dat u met een voorstel had moeten komen. Het moet een oplossing zijn die fair is ten opzichte van andere opleidingen en beroepsgroepen maar ook technisch rekening houdt met het statuut van de student verpleegkunde op het vlak van groeipakket en belastingen. De nieuwe studenten van dit schooljaar zijn intussen al twee maanden bezig, ze lopen al twee maanden stage en u blijft een oplossing voor u uit schuiven. Het zijn onze toekomstige verpleegkundigen die we op deze manier gaan verliezen.
Minister, er wordt heel sterk ingezet op het aantrekken van nieuwe studenten voor de opleiding, maar op deze manier gaan we heel wat studenten verliezen. Wat gaat u daaraan doen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Met alle respect voor onze studenten verpleegkunde omdat ze bijspringen in deze coronagerelateerde omstandigheden, vind ik dat we als overheid die extra kosten die ze maken, moeten vergoeden. Ik denk maar aan het wassen van hun stagekledij. Dat moeten we absoluut in orde maken om hen gemotiveerd te houden.
De heer Anaf heeft het woord.
Studenten hebben het moeilijk. We gaan er straks nog uitgebreid over debatteren. Heel wat studenten verpleegkunde doen momenteel hun stage in moeilijke omstandigheden. Ze springen bij en zijn echt nodig op het terrein. Het gaat hier over een belofte van 2015 die nooit helemaal gehonoreerd werd. Het is een goede zaak geweest dat er minstens die onkostenvergoeding gekomen is eind vorig schooljaar, maar ik volg collega De Martelaer. De inzet van die studenten is belangrijk in onze ziekenhuizen en andere zorgsectoren. Het zou echt een teken van respect zijn om daar snel werk van te maken.
Uw antwoord ging de goede richting uit, minister. U bent van plan om er iets aan te doen, maar dat was weinig concreet. Kunt u concreet iets zeggen over de timing van een oplossing?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Wij sluiten ons natuurlijk volmondig aan bij de vragen en initiatieven die hier naar voren worden geschoven. In juli nam deze Vlaamse Regering het engagement om aan de laatstejaarsverpleegkundigen de premie van 1000 euro toe te kennen. Vandaag zegt u, minister, dat u inderdaad het engagement om de premie te herhalen heel duidelijk neemt. We sluiten ons daarbij aan.
Wij begrijpen ook dat de gezondheidscrisis waar we vandaag ten volle in zitten, veel van u vraagt, maar we horen dat er overleg is met studenten en met de werkgevers die de modaliteiten zullen vastleggen. We horen een heel duidelijk engagement. We vinden het absoluut positief dat die studenten verpleegkunde opnieuw zullen kunnen rekenen op een voortzetting van die premie zoals we die hier in juli hebben ingevoerd.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik wijs er toch graag nog even op dat die premie er gekomen is omdat de opleiding verpleegkunde, de bachelor dus, van drie naar vier jaar gegaan is. Dat is een belangrijk gegeven, want we hebben natuurlijk ook onze hbo5-verpleegkundigen (hoger beroepsonderwijs 5) die op de dag van vandaag ook stevige inspanningen doen. Wat we hier stage noemen, is niet gewoon stage, denk ik. Dat is ‘full force’ meedraaien in de realiteit en een leerschool voor het leven, maar geen eenvoudige leerschool.
Ik ben dan ook blij dat minister Weyts in de commissievergadering van 2 juli samen met minister Crevits van het Europees Sociaal Fonds (ESF) eenmalig die 1000 euro voor het vorig academiejaar rond heeft gekregen. Minister, vanuit onze fractie is de oproep heel duidelijk: ten eerste om die gesprekken met de werkgevers absoluut tot een goed einde te brengen en zo snel mogelijk duidelijkheid te hebben, en ten tweede om alle studenten verpleegkunde, hetzij hbo5, hetzij de bachelors, op de werkvloer te ondersteunen op alle mogelijke manieren, zodat zij dat tot een goed einde kunnen brengen …
Goed. Hebt u ook een vraag?
… en dat het geen horrorscenario wordt. Dank u wel.
Minister Beke heeft het woord.
Wij zullen daar, zoals gezegd, werk van maken. Wij hebben onze belofte gehouden, collega Anaf, door die premie dit jaar wel uit te keren met het systeem zoals collega Daniëls naar voren gebracht heeft. We hebben gezegd dat we daarmee in overleg gaan, we zullen dat ook doen. Ik moet bekennen dat we de voorbije weken nog wel een aantal andere katten te geselen hadden dan dit, maar dat wil niet zeggen dat het niet belangrijk is. We zullen daar ook in overleg gaan met het federale; zij spelen daar ook een rol in. Vele studenten gaan bijvoorbeeld werken in een ziekenhuis, om maar iets te zeggen, en er zijn ook wetgevende initiatieven, wetsvoorstellen van mevrouw Els Van Hoof om daar ook een federale compensatie voor te geven. Ik hoop dus dat we daar met de nieuwe minister van Volksgezondheid ook naar kunnen kijken, hoe we dat het beste allemaal samen assembleren.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, u beschikt ook over een zorgambassadeur. U hebt daar niet over gepraat, maar ik hoop dat u haar ook inzet. Zij werkt ook al in het Actieplan 4.0 Werk maken van werk in welzijn en gezondheid.
Willen we echt respect tonen voor deze nieuwe lichting van verpleegkundigen, dan wil niet alleen onze fractie, maar willen ook alle stagiairs op de werkvloer dat er voor het einde van dit jaar toch een oplossing komt. Het zou immers heel spijtig zijn mocht het schooljaar opnieuw ten einde zijn en u pas in juli, als we misschien in een derde golf zitten – ik hoop van niet –, met een oplossing komt.
De actuele vraag is afgehandeld.